J| AM STER DAM SC HE I*. II. BRIEVE U' MODEPLAATJE azijn voegen, evenals de Spaansche pe per en alles nog ongeveer 15 minuten laten doorkoken tot het sausje wat ge bonden is, dan de groenten er bq en nog een paar minuten laten meekoken om tenslotte alles over te brengen in de groote of meerdere kleine potten ot jamflesschen. Goed afsluiten niet per kamentpapier. 1 kg meloenschil, 1 flesch azijn, 350 gram suiker, 12 kruidnagelen, 25 gram pijpkaneel. Voor het maken van meloenschil in zoetzuur snijden we de meloen in stuk ken en scheppen het vleesch er af, dat we als dessert kunnen gebruiken. De schil snijden we nu in nette blokjes. De azijn koken we met de suiker en de kruiden en doen hier de in stukjes ge sneden schil bü, die we 10 15 min. laten koken, daarna worden de stukjes schil er uit geschept en in de inmaak- pot gedaan; de azijn nog een minuut of 10 zachtjes nagekookt en over de schillen gegoten, waarna de potten met perkamentpapier worden afgesloten. Op dezelfde wijze kunnen we ook maken komkommer in zoetzuur, kwet sen in zoutzuur. Ik hoop hiermede aan het verzoek van verschillende lezeressen tegemoet gekomen te zijn en zal gaarne vragen beantwoorden betreffende deze rubriek. Redactrice „Onze Keuken", Theresiastraat 424, Den Haag. Om te beginnen met de nieuwe mode snufjes, willen wij u een witte hand- tasch noemen, die bij alle japonnetjes gedragen kan worden en gemaakt wordt van waschbaar leer of linnen. Witte japonnetjes worden gedragen met gekleurde ceintuurs, bloedrood, green, korenblauw. Witte lederen san dalen, die den voet geheel vrij laten en schoentjes, die van zwart en wit wild- leder gemaakt zijn, worden veel bij ensembles gedragen. Een overgroote keuze ziet men in allerlei kettingen, in de tinten der ja pon of geheel in tegenstelling er mee- Men ziet ook z.g. Negerkettingen en dikke paarlen op min of meer noncha lant artistieke wijze aangeregen. Voor sportieve doeleinden en over- dag draagt men wildlederen en zijden handschoenen en 's avonds is het ni uwste filet handschoenen. Men heeft voorspeld, dat de enkels der dames zeer dik zouden worden, om- 1 dat er geen hooge laarzen meer ge dragen worden. De profeten hebben ook voorspeld, dat alle dames op den duur kaal zouden worden, omdat zij i zich de haren lieten afknippen. Niets van dat alles is echter bewaarheid ge worden- Een vrouw, wier lichaam niet door een corset ingeregen is, behoudt een regelmatig figuur. Wanneer zij echter neiging heeft tot dik worden, dan ver deelt het vet zich gelijkmatig over het geheele lichaam en niet alleen op die plaatsen, die door het corset niet inge regen zijn. Een slank figuur heeft geen corset noodig, hare bewegingen zullen daar door meer soepel zijn. Het haar, dat kort gedragen wordt, zal aan schoonheid winnen; ook zal het in den regel veel dikker worden, door het vele bijknippen en doordat de po riën meerdere toevoer van lucht heb ben en men het korte haar gemakke lijker kan borstelen. Zonder hooge laarzen, stijve corset- ten en dikke haar-knoedels bewegen de tegenwoordige vrouwen zich veel gemakkelijker en zien er met lage schoentjes, aardig gekapt haar en cor- setlooze figuren veel jeugdiger uit dan de vrouw van voorheen. Blauwwit gemoesd japonnetje met af stekende kraag en das, korte mouwen, op de schouder vastgeknoopte epaulet ten houden de marine-blauwe doek vast die om den puntigen halsuitsnijding wordt gelegd en in een knoop eindigt Geplisseerde japon van groen crêpe de chine met kraag, eveneens geplis seerde das van donkerder tint groene foulard' zijde. Een ceintuur van zwarte lak geeft de taille-lijn aan. SE3 Marine-blauwe wollen manteljapon. De rok valt in lichte klokken, met on regelmatig ingezette deelen, die zich eveneens bij het manteltje, dat met een lus over twee knoopen sluit, herhalen. De kraag is met witte geribde zijde afgebiesd, terwijl de onder de mantel gedragen blouse eveneens van witte zijde is. Zonder mouwen en met een kraag, die in een strik eindigt, terwijl de rechter voorkant met puntjes over de linkerzijde slaat en met knoopjes wordt dichtgeknoopt. OOSTERSCHE INVLOED. De Parijsche koloniale tentoonstel ling zal zeer zeker ook haar invloed op de komende mode doen gelden. De Ja- pansche danseressen met hare in da mast gewikkelde fijne lichaampjes en de Anamieten met hunne kegelvormi ge hoofdtooi hebben op de tegenwoor dige mode hun invloed wel doen gelden. Zij leer en ons de meest gewaagde kleuren wederom dragen, waarbij echter in het oog gehouden moet wor den, dat zü met elkander moeten har monieeren. Een gevolg hiervan is ook, dat men zoo heel veel gekleurde man teltjes ziet dragen, die Vij de zomer japonnetjes een groote rol spelen. .11' Zoo wantrouwend zijn Flik en Flok, dat als ze elkaar de hand geven, ze direct daarna hun vingers natellen. Huisvader (met zes dochters) tot zijn vrouw: Gauw vrouw- daar is 'n heer in de voorkamer, die een van onze doch ters ten huwelijk vraagt, 't Is een wijnhandelaar. Vrouw: Wijnhandelaar? Heerlijk, dan zal hij zeker een van de oudere merken nemen. 'n Bekend leenbroer ligt op sterven. Och, zuchtte hij, kon ik maar zóó lang leven, tot ik mijn schulden betaald heb. Dokter (die zijn patiënt door en door kent): Maar beste vriend, wilt ge dan eeuwig leven. Onze kruiers. De verhuis- woede. Het is de tijd van het weer-glas, van het buitenpension, van het kamp, van de prentbriefkaart. En ook van de kruiers, die de door vrouwlief of zuster keurig model-gepakte koffertjes van den vertrekkenden, öf de, al worste lend, in wanhoop met touwen en an dere hulpmiddelen dichtgesnoerde dito's vol vuilgoed van den weer-teruggekeer- den Amsterdamschen vacantieganger, de trappen van het Centraal Station op en af slepenIdeaaltijd dus voor hen, de witkielen, om een sta- kings-actie te beginnen. Waarvan zfj dan ook dit keer, naar men weet, een tactisch gebruik hebben gemaakt!.... De kruier is overigens een ras, dat in de hoofdstad niet alleen in den vorm van de stations-witkielen, maar ook in tallooze andere gedaanten, welig en zeer voorspoedig tiert. Zelfs het type uit den Justus van Maurik-tijd treft men nog veelvuldig, vooral in de oude stad, aan; deze klasse van dit nijvere ras medeburgers mag dan al niet meer, gelijk in dien goeden ouden tijd, met hoogen hoed de „juffrouw" van een of ander avondpartijtje gaan halen en veilig naar huis loodsten, toch zijn er nog tal van families, die er een soort lijf-kruier op nahouden en hem schier dagelijks met allerlei kleine, buiten- deursche, huiselijke besognes belasten als daar zijn briefjes bezorgen, plaatsen in theater of concertgebouw bespreken, belasting betalen, postzegels koo- pen, enz., enz. De moderne tijd heeft deze klasse van het gilde weinig aan gestoken: zij vertoonen nog, in vele ge vallen, het karakter van een soort ver trouwens-man, die min of meer mee leeft met het wel en wee van de fami lies, die tot hun vaste klanten behoo- ren, zij huizen ook veelal nog in keldertjes en onderstukken in de ste gen en straatjes, die men in het hartje van de stad, vlak bij de hoofdstraten, nog in zulk een groot aantal aantal aan treft. 't Eenigste moderne aan hen is, dat zij den hoogen hoed als gereedschap door de fiets vervangen hebben. Op hen volgen verschillende andere klas sen in een opvolgende reeks, die zich allengs tot in de sferen van het mo derne grootbedrijf verheft.... Er zijn er, die aan het oude bedrijf, als eenige concessie aan den tijd, een publiek telefoonstation verbonden hebben; dan zij, die daarnaast een fietsenbergplaats gingen exploiteeren; vervolgens de ca tegorie, die met motorfietsen begon te werken en eindelijk de vooruitstre- vendsten van het vak, die er diverse motor-vrachtwagens, verhuis-auto's en een garage op nahouden. Maar deze laatsten naderen dan al de grens waar het oude begrip „kruier" begint te ver dwijnen en de verhuizings-maatschap- PÜen, die het persoonliik element niet meer kennen en in den onpersoonlijken vennootschapsvorm overgaan, een aan vang nemen. Dat het dit kruiers- en verhuisbe drijf in Amsterdam nog steeds naar den vleesche blijft gaan behoeft niet te verwonderen als men de laatste statis tische cijfers onder oogen krijgt be treffende de verhuis-lust, eigenlijk kan men gerust spreken van: de ver- huis-woede!, onder de hoofdstede lingen. In de laatste 5 jaar toch ver huisden binnen de gemeente niet min der dan ruim 1 millioen personen, of gemiddeld ruim 200.000 per jaar, d.w.z. dat in Amsterdam jaarlijks ongeveer 1/4 der bevolking van woonplaats ver andert! Een verschijnsel, dat bij al deze verplaatsingen sterk opvalt is de trek naar de buitenwijken en de steeds sneller voortschrijdende ontvolking van de binnenstad. In 1920 woonde nog ruim 40 der bevolking in het Cen trum; thans is dit (volgens de telling van December j.1.) gedaald tot ruim 27 Waar velen nogal eens vragen: wat is nu het juiste aantal inw-oners van Amsterdam, geven we hier ook nog even het laatste officieele, bij bovengenoemde telling vastgestelde, cijfer. Dit is: 7.920.388 (wat 1.055.074 meer is dan dat van 31 Dec. 1920). Coöperatief wonen. Een motief dat velen tot verhuizen drijft is altijd het verlangen naar een „eigen" woning met „vrijen" opgang of ingang. Het is een typisch nationaal verlangen, zou men kunnen zeggen. In geen enkele groote buitenlandsche stad vindt men het in een demeirvl mate als onder de bevolking steden. Vrijwel iedere buitenlandse^ groot-stedeling die ons bezoekt „In die zucht van den Hollander tot V 1 hebben van een „eigen" voord»», voor-zich-alleen als een merkwaar!»' heid en als iets min of meer grappjl op. O! Zeker: ook w ij bouwen de laat ste jaren allerlei z.g. flat-gebouwen waar ieder gezin zijn eigen éta^è heeft, maar waar men het moet doen met één gemeenschappelijke- hoofd deur, één gemeenschappelijke lift, één gemeenschappelijke trap, - één gemeenschappelijke portier, telefoonMaar dat wil toch nóg niet al te best en dat niet alleen omdat dergelijke flats veelal luxe-flats onbereikbaar meestal voor hen voor een dergelijke wijze van wotv® wel veel voelen. Toen dergelijke flat. gebouwen in ons Zuid, nu enkele jaren geleden, nog een nieuwtje wa. ren, togen velen uit hun „heele hui. zen" in de Willemsparkweg-buurt et elders daarheen; maar, naar dezer dagen van een onzer grootste? meest-bekende makelaars vernam, yj begint die stroom den laatsten tijd to<\ al weer merkbaar terug te ebben! Het is mogelijk, dat deze vorm van sa menwonen meer opgang zaj maken in kringen onzer bevolking die met klei ner beurzen behept zijn. Er zijn thans, met behulp van het bestuur der ver- eeniging Zomers Buiten, plannen ii de maak om een proef in deze richtinj te nemen. Het gaat hier om den boun; van een Coöperatie-huis, dat een 650 woningen zal bevatten en waarin die coöperatie, die samenwerking, - nog een stukje verder zal worden door gevoerd dan in hei houden van een gemeenschappelijke trap, lift, telefoon, portier. Men wil er ook gemeen schappelijke, coöperatieve winkels, een dito bar, restaurant, keuken, kappers zaak, inrichten. Het staat te bezien of ook deze proef wei aanstonds slagen- zal. Met het oog op genoemde nat» nale, individualistische woon-zucht, - bestaat er ten dezen gerechtvaardigde twijfel! En toch zegt het gewone, nuchtere verstand, dat we eens die richting op moeten! Zegt dit ver stand ook, dat het toch eigenlijk nel heel gek is en een volmaakt noode- looze verspilling van tijd en arbeid, dat b.v. in een woningblok om de paar meter een keukentje gevonden wordt waar iedere „afzonderlijke" huisvrou» zich eiken dag weer uitslooft met te koken van een stuk of wat aardapp1 len, en kleine hoeveelheden ant eten en daarbij tallooze vaten en p» nen en wat dies meer zij vuil maakt.- terwijl een fiksche keuken voor te» geheele blok, beheert door een vak kundige kok met maat, een en anjer in een paar uur, met oneindig minder rompslomp en daarbij ook nog l)eter en hygiënischer, voor elkaar zou kun nen krijgen!.... L V Misschien dat de nog steeds, h811® over hand toenemende liefhehheru voor het kampeeren, die ook deze zomer door een groot deel van Am- sterdam's bevolking bedreven 'aï. mee zal helpen onze overdreven ticularistische begrippen inzake huishouden en de kokerij te doen dwijnen. In de gemeenschappen, kampen toch, waarin gedurende enkpl® zomerweken de aanhangers en volge" lingen van steeds meer vereenigin£etl' bonden, enz. een onderdak vindeft moet men wel haast meer en meer he nut, het gemak, de voordeelen, leere» inzien van samenwerking op huishou delijk terrein, een samenwerking die allerminst, naar men veelal vos verkeerdelijk meent! afbreuk w\ hoeft te doen aan de intimiteit van 8 gezin, de gezelligheid, de. heid". Het tegendeel is waar! ')ieit gen worden juist bevorderd als het al te zeer knellen van de ban van de „huishoudelijke bezighedi nloor een logisch toegepaste coöpe» weet te ontgaan! Verhuizing van kunst*® ken. Een modern euvel- De verhuiswagens, om dan n' bij het onderwerp „verhuizen" te tste ven, vertoonden zich de 1>*^J weken ook weer druk voor de de' van het Koloniaal Instituut aan Mauritskade, waar zij, die wagens, den volgeladen met allerlei schoon-^ merkwaardigs uit onzen Indischen chipel dat in het, zoo energiek bouwde Nederlandsch paviljoen op

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1931 | | pagina 10