rsroLAiRtRueRitü
Spionnagedienst tijdens den wereldoorlog.
498
VAN ZATERDAG 8 AUG. 1931.
Verloofd.
Vacantie.
Tl LJ TT EET IE
(AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN)
De slachtoffers van de electrische draad.
Een gevaarlijk beroep.
Een natte koude Februari-nacht in
1918 op de Belgische zijde van de Hol-
landsch-Belgische grens. De straatweg
van Zielebeek naar de grens is vol
komen leeg. Een boer loopt op zijn
klompen met luide stappen naar het
Noorden. Plotseling staat hij stil, luis
tert^ springt in een kleine greppel en
verdwijnt in een drassige weide.
De man werkt zich tot aan de knieën
in het watex', door de weide. Hij krijgt
vasteren bodem onder zijn voeten,
sluipt door een klein bosch, steekt een
andere weide over, alles met de doel
bewustheid van den man, die in deze
streek volkomen thuis is.
Zijn bewegingen worden steeds lang
zamer, ten laatste kruipt hij nog slechts
op handen en voeten naar een donkere
schaduw, die zich tegen de zwarte lucht
zwak afteekent. Het is een klein bosch-
je, waardoor juist de grens loopt. De
kleine boompjes zijn nu duidelijk te
onderscheiden. De man wacht. Het is
even drie uur in den morgen. Voor
zich weet hij den draadgordel, die de
Duitsche soldaten hebben gespannen,
om de grenzen naar Holland volledig
te verspex-ren. Eerst komen gewoonlijk
de Spaansche ruiters, daarna een tus-
schenruimte van ongeveer twintig
meter, doch daarachter schuilt het
groote gevaar; deze draden zijn met
electrische stroom geladen. De man
trekt zijn klompen en zijn boerenklee-
ding uit; daaronder bevindt zich een
eng-sluitende kleeding van caout
chouc. Precies om drie uur vlamt aan
zijn rechterhand, op ongev. 200 schre
den van hem verwijdert een vuurpijl
omhoog. Dat is zijn helper, die de ge
vaarlijke opgave heeft den Duitschen
landstormpost af te leiden. In de rich
ting van het posthuisje ontstaat een
rumoer. Een schot verbreekt de stilte
van den nacht. De man in gummi baant
zich een weg door de Spaansche ruiters
en gaat langzaam voorwaarts. In en
kele sprongen begeeft hij zich in de
méést gevaarlijke zóne, hij wringt zich
langzaam door de electrisch geladen
draden en staat plotseling roerloos. De
Duitschers hebben nieuwe draden ge
trokken, met lange punten. Hij kan niet
verder. Uit het donker komen snelle
schreden naderbij. De man trekt iets
uit zijn zak en maakt een onvoorzich
tige beweging, zijn mouw wordt open
gereten enop hetzelfde oogenblik
slaat een korte vlam door den nacht.
Een doodskreetde electrische draad
heeft weer een slachtofferslingert
het met alle kracht naar den overkant.
door
CLARA STALONI.
Gedurende de drie jaar, dat Vera
^a'mequin-verkoopster was bij Maison
faillou, had ze zich nog nooit over
naar werkkring beklaagd. Integendeel,
H 'yekl van dit werk. Ze vond het
u ^even midden in deze sfeer
rv.„ weeide;. van chique, kostbare klee-
uimntPi ?ydden van de voorname
e' (he de zaak bezocht. Ze hield
p„no ar werk, ook al zuchtte ze wel
Int VTï de grilligheid van het nood-
aat haar maar beperkte middelen
t°r haar garderobe 'oestond.
"et was werkelijk niet altijd even
prettig. Hoe vorstelijk had haar niet
Het belangrijke geldstuk.
Den volgenden morgen trekken
Duitsche soldaten het lijk uit het prik
keldraad. Onophoudelijk gelukt het aan
spionnen om door te sluipen, doch
deze is als slachtoffer van zijn beroep
gevallen
Na eenigen tijd kruipen van den an
deren kant twee mannen naderbij en
beginnen op den grond te zoeken. Na
uren vinden zij het gewenschte. Een
oude leeren beurs, open, de geldstuk
ken liggen in de nabijheid. De zoekers
verzamelen enkele franken, enkele
marken en een afgesleten 5 francstuk.
Dienzelfden avond vult de Engelsche
agent in Rotterdam Alfred Meunier op
zijn doodenlijst in. Zijn familie moet
voorzichtig woi'den voorbereid. Het
5-fi-ancstuk ligt voor den agent, open-
gevijld, hol. De boodschap, die het be
vatte is reeds op weg naar het hoofd
kwartier van het vijfde Engelsche
leger. Het was maar een klein briefje,
met aanteekeningen over verschillen
de detaillons, die de Duitschers tegen
de Engelschen in het veld hadden ge-
stuurd.
Sir Herbert Gouch, de bevelhebber
van de vijfde divisie, wist, wat dat te
beteekenerï had. Zijn leger wachtte op
den Duitschen aanval, die zooa's men
weet, onverwacht moest komen. Ieder
bericht over den vijand was goud en
bloed waai-dHet leven van een
spion achtte men van geringe waarde
vergeleken met dat der duizenden,
die hen had moeten opofferen, wan
neer men door een doorbraak de vij
andelijke krachten had moeten taxee-
ren
Een kleine Duitsche krant.
Het bericht in de munt was slechts
een van de vele waarmee de Engelsche
spionnagedienst in den oorlogstijd het
Engelsche front verzorgde. Sir Herbert
kreeg tegelijk met de munt een Duit
sche krant uit het zwarte Woud. Een
arme moeder gaf daarin kennis van
den dood van haar zoon, die in de na
bijheid der vijfde Engelsche divisie
was gesneuveld. De arme jongen had
nog even voor zijn dood een eervol
schrijven van zijn generaal ontvangen.
Dit was afkomstig van generaal Hu
tier, den overwinnaar van Riga. De
Engelsche spionnagedienst in Zwitser
land had het blad ontdekt en naar het
hoofdkwartier opgezonden. De Engel
sche generaal kon hieruit snel een
conclusie trekken: Hutier binnen zijn
bereik? De Duitsche troepen van het
Russische front naar het Westen ge
trokken? De opheldering van beide
de avondjapon gekleed, de creatie, die
men „La Reine Iris" had gedoopt. Zij
had er een persoonlijke eer in gesteld
de japon aan de clientèle te toonen en
zooals zij haar droeg, was het een
droom van zacht paars cn schuimend
wit. „La Reine Iris" was tenslotte in
handen gevallen van een parvemi-ach-
tige dame, die bovendien geen figuur
had. Vera had het gevoel gehad of
haar een waardevol eigendom was af
genomen.
Met langzaam, wat wiegenden pas
liep ze naar de toonkamers, bet was
een van de gewoonten die ze zich in
haar werkkring eigen had gemaakt. De
snelle, alziende blik in den smallen
wandspiegel was een tweede.
Een derde gewoonte was haar tact
tegenover mannen. Wat dan in hoofd
zaak beteekende, de echtgenooten van
haar cliënten. Er was werkelijk een
buitengewoon geduld en zeer veel fijn
gevoel voor noodig, om alle uitnoodi-
gingen te behandelen en te kiezen: af
slaan, aannemen.
Al die verschillende soorten man
nen, die haar vroegen te gaan tea-en,
die haar uitnoodigden voor soupers,
schouwburgen. Dat alles vroeg de volle
aandacht. Vera beschouwde deze din
vragen was van zeer groot belang. De
generaal verzocht om versterkingen.
De geschiedenis is bekend. De gene
raal kreeg geen versterkingen; de Duit
schers braken door de Engelsche linies
en bereidden het Engelsche leger de
grootste nederlaag, die zij ooit heeft
geleden.
Het holle frankstuk en de Duitsche
krant zijn kort geleden in Londen ten
toongesteld.
Vliegtuigen veroveren post
duiven.
Men stapt in Londen in een trein
van de Picadilly-lijn, rijdt tot South
Kansington en stapt daar uit. Binnen
i enkele minuten staat men voor het
imposante Imperial gebouw. Op de
eerste vei'dieping van dit gebouw
heeft het krijgsmuseum een merkwaar
dige tentoonstelling geopend. De En
gelsche berichtendienst exposeert en
ook de geheime afdeelingen van dezen
dienst vullen de vitrines.
Het gx-ootste gedeelte van deze ten
toonstelling wordt wel ingenomen door
de „Intelligence Service", den berich
tendienst, foto's-plannen en kaarten
bedekken de tafels. Een reuzenkaart,
van veertien meter lengte omvat het
geheele Engelsche loopgraverssysteem
van het Westfront, volgens den stand
van Maart 1918. Een andere kaart be
vat de aanteekeningen van alle plaat
sen, waar de berichtenoverbrenging
plaats had door middel van legerhon-
den en postduiven. Eveneens voor de
spionnage. Door de spionnagedienst
werden door middel van vliegtuigen
duivenkorven, bevestigd aan parachu-
te's achter de Duitsche linies uitgewor
pen. De vinders moesten de dieren met
berichten belasten en dan naar Enge
land terugsturen.
Spannende geschiedenissen van deze
wijze van berichtgeving zijn bekend.
Een Fransch schoolschrift bevat de
stellingen der Duitschers voor La Bassé
door twee kleine meisjes geteekend en
in den schooltasch op den vlucht naar
Holland meegenomen en door de leger-
consul bij toeval in handen gekomen.
Postzegels als oorlogsschepen.
De Engelsche spionnagedienst houdt
op deze tentoonstelling niets achter
baks. De tentoongestelde correspon
dentie van een Deen in Berlijn met
een vriend in Kopenhagen schijnt vol
maakt onschuldig te zijn. Beiden waren
postzegelverzamelaars -en verzonden
elkaar regelmatig in hun brieven bij
zondere exemplaren. In werkelijkheid
waren beiden agenten van de Engel
sche admiraliteit.
De in iederen brief overgezonden
zegels, stelden Duitsche oorlogssche
pen voor wier aantal en plaats van
verblijf volgens 'n ingewikkeld systeem
op deze manier werd medegedeeld...
De tentoonstelling vertoont niet alleen
de true's van Engelsche doch tevens
van Duitsche spionnen. Naast de tro-
feën der Engelsche spionnage, troonen
die der Duitsche, welke den Duitschen
agenten werden afgenomen. Zeepen en
parfums, medicamenten, versierselen,
barnsteen pijpen met berictiten op de
een of andere manier verwerkt. Stuk
ken lirinengoed met ingenaaide brieven
alles ligt daar in de glazen kasten
Overal geheime dienst.
De Engelsche marine bezat tot 1887
geen berichtendienst. De autonomie
van de Engelsche vloot boven alle an
dere vloten was de aanleiding tot deze
nalatigheid. De marine-spionnage
werkte vooral later vanuit Holland en
Noorsche staten.
O wee, het regent!
Wanneer we volop in den zomer zijn
en de vacanties zijn begonnen, vinden
we min of meer, dat daaraan ten nauw
ste verbonden is ons goed recht en
mooi, zonnig weer en zijn we geneigd
iedere regendag, die gedurende dien
j tijd ons komt overvallen, als een ver-
loren dag te beschouwen; dan vindt
men een dergelijke onderbreking van
de zonnige dagen verschrikkelijk! En
het telexxrstellende: „O wee, het regent"
wordt soms een ware jammerkreet,
vooral wanneer het een aaneenschake
ling van regendagen wordt.
We moeten deze regen-periode met
geduld door zien te komen, jammeren
De zuinige Schotten.
De pensionhouder: „En dit hier is
de douche-inrichting".
gen als een van de dikwijls lastige ge
beurlijkheden, die haar werkkring mee
bracht.
Ze was een wilskrachtig, levenslustig
meisje, dat in de drie laatste jaren
veel 'had geleerd. Ze hield er misschien
moderne opvattingen op na. Ze accep
teerde menigmaal invitaties, die haar
prettig toeschenen. En ze deed dat
hoewel ze wist, dat Charles het niet
prettig vond. Ze hield van Charles en
na langen of korten tijd zou ze met
hem trouwen. Maar op het oogenblik
was zijn betrekking op de bank nog
van dien aard, dat ze maar twee keer
in de week samen uit konden gaan.
Vera vond dat niet erg, maar Charles
moest dan ook begrijpen, dat ze de
kans om wat meer te zien zonder
eenige verplichting, niet voorbij liet
gaan. Na iedere keer vertelde ze Char
les hoe het geweest was. Ze verzweeg
niets. Er viel eenvoudig niets te ver
zwijgen.
Charles was de eenige man, waarvan
ze hield, bijna de eenige waarvan ze
ooit gehouden had. Bijna. De vorige
telde eigenlijk niet mee. Of toch wel?
Af en toe dacht ze nog wel eens terug
aan den tijd, toen ze achttien was. Dat
was vooral als ze de foto zag uit dien
tijd, een klein meisje, dat een breeden
zomerhoed dxoeg met bloemen. Het
was vooral die groote, witte hoed ge
weest, had Reggy later verteld, die
hem opmerkzaam had gemaakt
Had ze den hoed maar niet gedra
gen, dan was haar veel verdriet ge
spaard gebleven. Maar ook veel ge
luk! Neen ze had die maanden toch ook
niet willen missen eigenlijk. Ze behoor
den toch tot de mooiste herinneringen.
Een kort geluk, snel opengebloeid en
even snel weer voorbij
Dide maanden lang weelde, uitgaan,
lange autotochten, lange gesprekken,
theaters, dancings, wandelingen langs
een verlaten strand. En altijd Reggy's
vriendelijke, wat vermoeide stem. Tot
het wreede slot van dezen inooien
droom, Reggy's woorden, moeilijk,
bijna verontschuldigend.
„Dit moet eindigen, Verry. Ik heb
thuis geen leven meer, je bent niet van
onzen stand, zeggen ze. En dan, ik ben
geen man voor het huwelijk, Verry. Ik
voel me er nog veel te jong voor. Later
misschien, later. Als ik ooit trouw, dan
met een vrouw, waarvan ik zeker weet
haar nooit ontrouw te zullen zijn."