hoeder is ziek.
Zijn we veilig in huis?
Wees voorzichtig met benzine.
Verbiedt de kinderennietteveel.
Het menu van de week.
De lichtzijde ervan.
De kleintjes zijn ter ruste; alles is
stil en vader en moeder zitten rustig
aan tafel; de eerste leest zijn avondblad
en de laatste heeft een volle stopmand
voor zich staan. Ze is niet zoo vol lust
als anders en zucht van tijd tot tijd.
Vader vraagt haar boven zijn krant uit
of haar iets scheelt, maar zij antwoordt
een weinig lusteloos: „Och neen, een
beetje keelpijn!"
Het werk vlot maar niet en toch de
kleine kinderkousen hebben gaten als
aardappelen in hielen en knieën; alleen
de avonduren blijven over voor het
noodige verstelwerk; het moet af en
moeizaam gaat het ijverig vrouwtje
verder.
Na een tijdje kijkt vader weer eens
naar zijn vrouw en vindt haar niet zoo
als anders, grijpt haar hand en zegt:
„Je bent erg warm; je hebt koorts".
Moeder weert af en vader zet de le
zing van zijn interessante artikelen
voort. Moeder zucht, innerlijk teleurge
steld en vindt, dat hij nu heel goed
moest zien, dat zij zich ellendig ge
voelt; ze is een weinig verbitterd, dat
hij verder geen notitie van haar neemt.
Ja, ze weet heel goed, dat ze niet
meer in de wittebroodsweken is, maar
daarom behoeft hij haar niet te verwaar-
loozen, zoo gaat het in haar gedachten-
gang om!
O, wat doet haar hoofd een pijn!!
Maarhet stopwerk moet af; de kin
deren hebben de kousen morgen
noodig!
Volgenden morgen voelde Moeder
zich ellendig en vader liet den dokter
komen, die bedrust voorschreef, daar
moeder een lichte keelontsteking had.
Om te beginnen moest zij minstens
vier dagen in bed blijven; de kinderen
mochten niet op de slaapkamer komen
en vader werd naar de divan verbannen.
Moed was hopeloos en ten einde
raad hoe alles nu in een gezin met een
enkeb maal per week hulp, moest
gaan. Wie zou nu voor de huishouding
en voor de kinderen moeten zorgen?
En dan voor haar man, die zoo gewend
was, dat alles voor hem klaar stonnd?
Enfin, ze moest maar berusten en alles
laten gaan, zooals het liep.
In de huiskamer hoorde zij haar man
telefoneeren met zijn kantoor en met
den apotheker, daartusschendoor klon
ken de kinderstemmen, Het was of ze
met elkander krijgsraad hielden. Nu
was het de oudste, de achtjarige Ma-
rietje. die tegen vader zei, dat zij de
twee kleintjes,'s middags wel van de
fröbelschool zou halen, als zü uit
school kwam, en dan moest vader maar
aan tante Anna telefoneeren of het
goed was, dat zij met de kleintjes daar
kwam eten. Voor het naar school bren
gen der kinderen had ze geen tijd; ze
moest nu hoog noodig zelf weg.
Vader stelde voor om n>u maar een
soort bond te stichten, waarvan elk lid
zooveel mogelijk voor zichzelf zorgde,
hetgeen met algemeene stemmen werd
aangenomen.
Wat waren de rollen nu veranderd,
't Was vader hier en vader daar, vader
was ineens veranderd in dienenden
geest; moest de kinderen met het ont
bijt helpen, nadat Marietie nethes ge
dekt had, veters van de schoenen vast
strikken, ia, ik weet al niet wat. Tante
Anna had graag willen komen helpen,
maar het was met het oog op haar
^huishouden, absoluut onmogelijk.
n, de kinderen naar school wa-
behoedzaam de kamer
terverbanö v srorffeldrank en het wa-
zoo handig moeder's keel en hielp
gelüksche werk wis8' alS°f h6t m da"
er^2SVnu alles was' (lat alle"
er zoo gelukkig uitzagen; het leek wel
of ze nu eerst beseften, wat moeder Al
tijd voor hen deed en zij blij waren nu
op hun beurt eens voor moeder te kun
nen zorgen. De kinderen, die niet biï
haar mochten komen, konden zich toch
niet laten weerhouden om
zoo nu en dan eens even met
een handje om de deur naar
moeder te wuiven.
„Je ziet, je kunt op je ge
mak uitzieken, hoor vrouw
tje, alles marcheert best!"
zei vader bij wijze van troost
en dat was het inderdaad
ook.
Wat hinderde het of de
scheiding van een der kleinen, links
zat inplaats van rechts en of de mid
delste, Piet, zijn beste pak een paar
dagen aan had, omdat hij zijn broek
gescheurd had; het ging alles prachtig
en de bondgenooten werkten uitstekend
samen met elkander.
De kinderen waren nooit modelkin
deren geweest, maar nu ging het er
heusch op lijken.
En vader?
Och, moeder zag het nu zelf in, dat
zij den avond voor zij ziek werd alles
te ernstig had opgevat. Had haar man
nu niet alle blijken gegeven van een
goed en zorgzaam echtgenoot te zijn,
die in tijden van nood wist te handelen
en te verzorgen? Het huilen stond moe
der nader dan het lachen om zooveel
moois en liefs, dat zij ondervonden
had. Nu nog eenige dagen rusten, dan
zou zij zelf weer op kunnen staan om
de hand aan den ploeg te slaap en vol
ijver en lust aan den arbeid te gaan,
dankbaar voor de liefde, die zij onder
vonden had.
Waarop moeten we letten
om ongelukken te voorkomen?
Het vallen.
Is ons huis inderdaad in alle opzich
ten veilig? Wü beschouwen dit althans
altijd als zoodanig en toch is het niet
ontbloot van gevaren. Statistieken too-
nen aan, dat honderden menschen juist
door ongevallen in huis Om het leven
kwamen.
Het meerendeel dier ongelukken, die
in huis gebeuren, had echter voorko
men kunnen worden. We willen u eens
eenige voorbeelden aangeven: Ruim
een derde van de ongelukken, die in
huis plaats vinden, worden door vallen
veroorzaakt, wat vooral bij oudere men
schen nogal eens het geval is.
Heeft men een of ander op te han
gen, dan neemt men inplaats van een
huistrap een stoel, die in den regel niet
als plaatsvervanger van een stevige
trap kan dienen.
Slecht verlichte trappen of gangen,
kunnen vaak gevaar opleveren; evenals
losse traproeden, of gladde vloeren, die
men zelfs onder de kleine kleedjes of
matjes boent en waardoor reeds meni-
gen arm werd gebroken.
Het zoo oogenschijnlijk ongevaarlijke
laten slingeren van kinderspeelgoed
kan een leelijke val ten gevolge heb
ben; denken we eens aan een gewonen
knikker, die op den grond blijft liggen
en waarover we uit kunnen glijden,
zoodat een leelijke smak achterover
het pijnlijke gevolg is.
Een beroemd natuurkundige, die
vaak groote onderzoekingsreizen maak
te door oerbosschen en wilde streken
vertelde ons, dat hem daar nooit eenig
ongeluk was overkomen, doch dat hij,
toen hij weer in de beschaafde wereld
terugkwam, bü het nemen van een bad
uitgleed en een leeliiken smak maakte!
We zien dus, dat oogenschijnlijk klei
ne oorzaken dikwijls groote gevolgen
kunnen hebben en dat we deze o. a.
kunnen voorkomen door nooit op stoe
len, kisten of vensterbanken te gaan
staan, indien we hoog moeten reiken,
doch even de moeite zullen nemen om
de huistrap voor den dag te halen.
2ë. door het goed verlichten van gan
gen, trappen en portalen.
3e. door het niet laten slingeren van
speelgoed en andei- voorwerpen.
4e. door te zorgen, dat de traproeden
niet los liggen en een losse roede zoo
noodig dadelijk weer vast te zetten.
5e. door geboende vloeren flink uit te
wrijven en geen was onder kleine
6e. door steenen vloeren, drempels,
kleedjes en matjes op den vloer te doen.
stoepen, enz. steeds goed droog op te
dweilen.
7e. door te voorkomen, dat schillen
van fruit enz. buiten den aschbak ge
worpen worden en men zoodoende op
het achterplaatsje uit kan glijden.
We zouden nog verder kunnen gaan
met u een reeks op te noemen, maar
meenen u al aangetoond te hebben, hoe
we mede kunnen werken om ongeluk
ken te voorkomen.
Onlangs werden er door een firma
tien geboden uitgegeven voor het vak
kundig schoonmaken van tapijten,
waarbij werd aanbevolen om door het
reinigen o. a. belangrijke hoeveelheden
benzine te gebruiken.
Niet genoeg kunnen wü er echter
voor waarschuwen, het leven en de ge
zondheid van de huisgenooten onnoodig
in gevaar te brengen. Het gevaar ligt
daarin, dat de zich ontwikkelende ben
zinedampen met de ons omringende
lucht vermengd, buitengewoon ont
brandbaar zijn. De benzinedampen zijn
zwaarder dan de lucht en bewegen zich
langs den grond en kunnen zoo vanaf
de plaats, waar zij gebruikt worden, in
aanraking komen met de soms veel ver
der verwijderde vlam van gas- of petro
leumstellen, van lucifers, enz. 25 deel
benzine op 100 deelen lucht, dus oogen
schijnlijk een zeer geringe hoeveelheid,
kan reeds een gevaarlijke ontploffing
ten gevolge hebben. Het open houden
van vensters bij het gebruiken van
benzine is niet genoeg als voorzorgs
maatregel, daar de zwaardere benzine
dampen dan toch op den grond blijven
en niet weg kunnen trekken, zoodat het
noodig is bok buitendeuren op te zet
ten. Absoluut verboden is om de ge
bruikte benzine in gootsteen of W.C.
weg te gooien, daar zich hierdoor licht
ontplofbare gassen in de riolen kunnen
ontwikkelen, die bij ontbranding de
ernstigste gevolgen zouden kunnen
hebben.
Wij verbieden de kinderen veel te
veel en willen te veel aan hen opvoeden.
Er zouden veel minder „ondeugende"
kinderen zijn, wanneer de opvoeders
niet altijd weer andere eischen aan hen
stellen, die vaak overbodig zijn.
Is het inderdaad noodig, dan zullen
wij de kinderen moeten verbieden, maar
door het onophoudelijk „dit mag niet
en dat mag niet" worden de kinderen
onhandelbaar, hetgeen begrijpelijk is,
want als de kinderen de vermaningen
zoo dikwijls moeten hooren, berinnen
ze er aan te gewennen. Ze nemen het
verbieden niet serieus meer en storen
zich ook niet aan een werkelijk noodige
vermaning!
Zjjn de kinderen aan het spelen en
gaan zij daar geheel en al in op, laten
wü er hen niet opeens uithalen, want
hun spel is hun heilige ernst.
Een dominéé die vroeger rechtskun
dige was geweest verrichte zijn eerste
huwelijkswijding.
„Wilt gü met dezen man trouwen?"
vroeg hij de bruid en deze antwoord
de: „Ja!"
„En gü," vroeg Inj den bruidegom,
„wat hebt ge ter uwer verdediging
aan te voeren?"
„Mijnheer, er is een inbreker in de
kamer van uw vrouw doorgedrongen?"
„Ben ik verplicht inbrelcers te hel
pen, die in moeilükheden geraken?"
De onbestorven weduwnaar en de
vaatwassiherij.
Zondag:
Tomatensoep.
Biefstuk, snüboonen, aardappelen.
Blanc manger.
Maandag:
Runderlapjes.
Prinsesseboonen, aardappelen.
Bessenvla met biscuits.
Dinsdag:
Rosbeef.
Andijvie^ aardappelen.
Chocoladepudding met vanillesaus.
Woensdag:
Tomaten vla.
Koud vleesch.
Postelyn, aardappelen.
Banaan.
Donderdag:
Saucijsjes.
Bloemkool, aardappelen.
Griesmeel met gestoofd fruit.
Vrijdag I:
Bloemkoolsoep.
Gebakken schelvisch.
Sla en komkommer.
Gebakken aardappelen.
(Watergruwel).
Vrijdag II:
Bloemkoolsoep.
Rijst met gestoofde tomaten.
Sla met komkommer en eieren.
Gebakken aardappelen.
Zaterdag:
Varkens karbonade.
Worteltjes, aardappelen.
Hangop met beschuit en suiker.
Zooals ik u bij voorlaatste recepten
beloofde, zou ik dezen keer de inmaak
van uitjes en augurkjes met u behan
delen, terwijl ik dan tevens nog eenige
recepten geef voor het maken van zoet
zuur.
200 Augurken, 1 fl. azijn, een paar
takjes venkel, gemberwortels, 2 Spaan-
sche pepers, 20 gr. zout, eenige laurier
bladen, perkamentpapier.
De augurken worden flink afgebor
steld en een nacht in zout gezet en
daarna in een vergiet gedaan om ze uit
te laten lekken. We koken de azijn en
laten ze daarna geheel afkoelen.
Een keulsche pot hebben we terdege
gereinigd met warm sodawater en flink
na gespoeld en daarna worden de
augurkjes er in geschikt met de krui
den er tusschen, waarna de koud ge
worden azijn erop wordt geschonken.
Het perkamentpapier maken we voch
tig en sluiten er de pot stevig mee af.
We kunnen dit doen door een touwtje
om den rand van de pot en het perka
ment te binden, maar gemakkelijker
nog is elastiek of gummi.
1 kg uitjes, 1 flesch azijn, 1 Spaan-
sche peper, 1 stukje mierikswortel, een
paar laurierbladen, mosterdzaad, 25 gr
zout, perkamentpapier.
De uitjes worden pedu-ende een uur
of zes met zout bestrooid weggezet en
daarna worden de buitenste velletjes er
met een vruchtenmesje of roestvrij
aardapnelmesje afgenomen en laten we
ze oo een vergiet zoo droog mogelijk
uitdruipen.
We hebben de azijn gekookt en koud
laten worden. De uitjes komen in de
potten of glazen flesschen, terwijl wij
de kruiderijen er tusschen schikken en
de azijn er over gieten. Tenslotte wor-
den de potten goed afee^Men met nat
gemaakt perkament papier.
Op dezelfde wijze Klunen we ook
komkommer in het zuur en bieten in
het zuur maken.
Stukjes bloemkool, worteltjes, dop
erwten, stukjes prinsesseboonen, kom
kommers, uitjes en augurkjes. Alles te
zamen 2 flesschen azqn, een paar
Spaansche pepers, 10 gr kurkuma, 10
gr gemberpoeder, 1 eetlepel zout (afge
streken), 1 blikje mosterdpoeder.
We maken de groenten schoon, ver-
deelen ze in nette stukjes en koken ze
in water met zout gedurende pl. m. 5
minuten, gieten ze op de vergiet en
laten het water daarna wegloopen.
De azijn koken we, maar houden een
weinig achter om de mosterdpoeder en
de krulden aan te maken, die we bij de