HET VRUCHTELOOS OFFER Koopt bi| NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA BuitenSandsch overzicht P. 7017. EERSTE BLAD ZATERDAG 19 SEPTEMBER 1931. 59ste JAARGANG HEEREN-BAAI De onrust op de Engelsche vloot. 33 99 Dr. Pfriemer over zijn staatsgreep. BINNENLAND. COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel! 1.65; binnen land f 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70, f 1.—. Modeblad resp. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.35. Lossenos. 4 ct.fr.p.p.6ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIÊN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewijsno. 4 ct. Gunstiger indruk over de economische besprekingen te Genève. - De onrust op de Engelsche vloot. - Het vraagstuk der algemeene verkiezingen in Engeland. De stand der Fransch—Italiaansche vlootbespi ckingen. De vacantie in den vlootbouw. De economische besprekingen te Genève, die tot op heden niet tot optimisme stem den schijnen een keer ten goede te heb ben genomen, althans zoo deelt een corr. van de N. Rott. Crt. aan zijn blad mede. Wij laten den correspondent hier aan het woord: „Terwijl tot dusver de overtuiging hier vrij algemeen bestond en ookvoort uden sterker werd. dat deze twaalfde Volken bondsvergadering niet alleen geen enkel lanq van de verbetering der economische lang van de verbetering der oeconomische crisis zou opleveren, doch dat zelfs van haar geen aandrang in de goede richting zou kunnen uitgaan, is de kans op dit laat ste door de redevoeringen vanochtend van den Franschen en den Duitschen ge delegeerde wel wat verbeterd. Bemoedigend stemde ook de welwillen de wijze, waarop de Fransche en de Duit- sche gedelegeerden elkaar bejegenden, evenals de harmonie, die in vele opzichten tusschen eikaars plannen bestond. Dit alles schijnt op verbeterde vooruitzichten voor een Fransch-Duitsche toenadering, althans op economisch gebied, te wijzen. Laten we hopen zoo besluit de corr. zijn bericht dat de gunstige indrukken van Donderdag niet een eendagsvlieg zul len blijken te zijn.'' De onrust op de Engelsche vloot heeft al heel wat stof doen opwaaien en dat is niet te verwonderen, omdat zooiets bij de Britsche vloot „noch nie war dagewesen Daaruit blijkt weer eens, dat op dit onder- maansch niets onaantastbaar is. De gage- vermindering schijnt de bemanning van de vloot nogal sterk te hebben aangegrepen en unaniem was het verzet op de vloot, zooals uit berichten elders in dit blad blijkt. „Het departement van marine schijnt de bezuiniging op zijn onkosten meer in de bezoldiging van de manschappen dan in de inkrimping van materieel te hebben gezocht," schrijft de N. Rott. Crt. En het blad vervolgt dan: Sir Austen Chamberlain, die nu minis ter van marine is, heeft wellicht een voor beeld willen geven, hoe men drastisch be zuinigen kan, als men de bezoldiging maar flink durft aantasten. Maar deze Cham berlain is een man, die menigmaal een wei nig gelukkige hand heeft gehad. Hij is nu te ver gegaan en zijn experiment heeft be denkelijke gevolgen gekregen. De disci pline der Engelsche vloot is niet tegen deze beproeving bestand gebleken. In deze dagen is waarschijnlijk een nieuwe zorg voor de Engelsche marine geboren, waar tot nog toe minder dan bij eenige andere marine werd geklaagd. Dat de regeering inderdaad te ver moet zijn gegaan, blijkt uit haar houding, die voor- ECHTE FRIESCHE 20 - 50 ct per ons t-4ielang< e wm >ype tabakken FEUILLETON Een verhaal uit een Nabij Verleden. Naar het Deensch van CARL MUUSMANN. (Nadruk verboden). 15) haar mo^erTag^den'hfell/nacht mibe weeglyk, met wyd-open oogen klaar" wakker en haar geest strak gespannen tot het eerste grijze morgenlicht door de gordynen begon te dringen. HOOFDSTUK IX. Reeds heel vroeg den volgenden och tend, kwam een stalknecht den kleinen mandenwagen van den ritmeester op „feeehofterugbrengen. Mevrouw Bruhn was allang op. Haar houding en optreden waren even koel en on >ewogen als altijd. Toen ze het wagen- SiU a,a" u0"'un' liet ze den stalknecht gg ii, dat hij het niet moest uitspannen vi w"? "aar boven> naar Astrid's kamer. i\adat het meisjes vroeg in den ochtend uit naar onrustigen slaap was wakker geschrikt, koud en ellendig, had ze be sloten zich toch maar uit te kleeden en loopig sprekend op een terugtocht lijkt. De raad der admiraliteit stelt op het oogenblik een nauwkeurig onderzoek in naar de rechtmatigheid van de klachten der manschappen. De raad is bereid wijzi gingen voor te stellen als de klachten gerechtvaardigd mochten blijken. Het experiment is dus principieel mis lukt, en het heeft de waarde van de Engelsche vloot wellicht meer afbreuk gedaan dan mogelijk zou zijn geweest met de inkrimping van materieel, die men daarmede meende te kunnen vermijden. Voor den minister-president en zijn po litieke vrienden in het kabinet moet het gebeurde uitermate pijnlijk zijn. Hun partijgenooten in de oppositie hebben niet nagelaten dat te laten blijken. Zoo schrijft b.v. ook de „Morning Post": Snowden sprak van den ontembaren geest tegenover moeilijkheden. Het op de vloot gebeurde bewijst in dit geval, dat die ontembare geest tegenover wat van boven beschikt wordt niet tot iedere grens blin delings volgzaam is. en wanneer conces sies gedaan zijn zonder dat van discipli naire maatregelen sprake is, bewijst dit wel, dat men de beteekenis van het ver zet op de vloot begrepen heeft. De vrees dat het een symptomatische beteekenis zou hebben, zal daarbij ongetwijfeld haar invloed hebben doen gelden. De kwestie van de algemeene verkie zingen in Engeland houdt de gemoederen lijk heeft ook de pers daar groote inte- van de diplomaten druk bezig, en natuur- resse voor. Alle conservatieve bladen gaan er van uit, dat de algemeene verkiezing nabij is, en sommige hunner betoogen, dat, wanneer een Lagerhuisontbinding onver mijdelijk geworden is, deze dan ook in het belang van de financieele positie, zoo spoedig mogelijk moet plaats hebben. De Daily Mail beweert nog, dat de voorstanders van een onmiddellijke verkie zing door de vloottroebelen in hun plan nen ernstig gedwarsboomd zijn. In een ge val met zooveel gevaren zou het volgens haar de plicht van iedereen zijn om de re geering te steunen, en alle praat over een algemeene verkiezing te laten vallen. Echter doet de manier, waarop de Mail er verder over schrijft, aannemen,- dat het voorafgaande maar een dekking van den terugtocht is. Met volledig gezag kan zij naar het schijnt mededeelen, dat de prime minister ten aanzien van de positie geen twijfel kent. Volgens MacDonald zou een spoedige algemeene verkiezing noodlottig zijn, en zal hij alles doen wat hij kan om deze te verhinderen. Men zou daaruit afleiden, dat MacDonald dus, wanneer de conser vatieven een algemeene verkiezing eischen, éérder zou aftreden dan tot iets zoo nood lottigs medewerken. Niet aldus, volgens de Daily Mail. Deze deelt mede, dat Mac Donald bereid is om een algemeen tarief als deel van de politiek eener nationale regeering voor te stellen. Wanneer dit enkel mogelijk zou wezen door verande ring te brengen in de liberale vertegen woordiging in het kabinet, en wanneer SnowcTen door een aiTderen minister van financiën vervangen zou moeten worden, zou MacDonald ook tot deze verandering bereid zijn. Is dit juist, dan ziet het er wel naar uit, of de sarcastische bewering toch juist was, volgens welke MacDonald de eerste-minister van Groot-Britannië en Baldwin de eerste-minister van Mac Donald is. MacDonald zou volgens de Mail dus in een gewijzigd kabinet een algemeen tarief willen voorstellen. De Times en Telegraph, de twee grootste conser vatieve bladen, meenen echter, dat dit in het tegenwoordige parlement niet mogelijk is, omdat dit geen mandaat heeft en zij wenschen een algemeene verkiezing. Over den stand der Fransch-Italiaan- sche vlootbesprekingen wordt van wel ingelichte buitenlandsche zijde uit Genève meegedeeld, dat tijdens de bespreking van Briand en Grandi de vlootkwestie slechts kort en in algemeene lijnen is behandeld. Daarentegen heeft de laatste dagen een gedachtenwisseling plaats gehad tusschen den Franschen expert Massigli en den Italiaanschen deskundige Rosso inzake de technische kwesties op de basis van het memorandum der Fransche regeering, dat te Rome is overhandigd. De officieele deskundigen-besprekingen over de voorstellen, welke in dit memo randum vervat zijn, zullen eerst wanneer de Italiaansche marine-staf zijn houding heeft bepaald, aanvangen. De Fransche regeering moet bereid zijn, Italië zekere concessies te doen door den bouw in het bizonder van duikbooten ge durende de jaren 1934, 1935 en 1936 op te schorten. De Ver. Staten en de vacantie in den vlootbouw. Het departement van Staat heeft Woensdag zijn volle instemming verklaard met de door Senator Borah voorgestelde vijfjarige vacantie in den vlootbouw. Men verwacht daarvan al da delijk drie belangrijke voordeelen: 1. De ontwapeningsconferentie te Ge nève, aan welker opening op den vast- gestelden datum men te Washington streng vasthoudt, kan dan bijeenkomen in een veel vriendschappelijker gestemde at mosfeer. 2. Een dergelijke pauze (vijf jaar) schept betere voorwaarden voor de be spreking van de verschillende politieke vraagstukken. 3. De vacantie in den vlootbouw zal, met het oog op den oeconomischen nood toestand ongetwijfeld van groot nut zijn door de besparing op de uitgaven. De in de Cromarty Firth liggende sche pen van de Atlantische vloot hebben Woensdagnacht zee gekozen om naar de thuishavens Portland, Devonport en Chatham terug te keeren. Woensdagmiddag tegen half 5 werd bij de vloot het bericht ontvangen, dat de Britsche Admiraliteit bereid was in zekere mate een onderzoek in te stellen naar de moeilijkheden, die door de vermindering der soldijen op de vloot waren ontstaan. De officieren lieten de menschappen aan treden en deelden hun de beslissing mede, die met gejuich werd begroet. Niettemin hadden de officieren al hun overredings kracht noodig om de manschappen er toe te krijgen, de betels op stoom te brengen en de schepen zeeklaar te maken. De be manningen maken er bezwaar tegen., dat de schepen van elkaar gescheiden zouden worden, wat echter geschieden moest, om dat zij in verschillende havens thuis hooren. Volgens de Daily Herald duurde het op sommige schepen meer dan twee uur voor de manschappen zich met het zee kiezen van het schip accoord ver klaarden. Op het linieschip Vaillant duur den de onderhandelingen hierover het langst. Te ruim 10 uur liep het eerste schip, een torpedojager, de Baai van Cro marty uit. Tegelijkertijd met het antwoord, dat de beiwaren der manschappen onderzocht zouden worden, liet de Admiraliteit mede deelen, dat degenen, die zouden weigeren hun plicht te doen, streng gestraft zouden worden. De bevelhebber van het tweede lichte kruisereskader, vice-adm. Astrley Rushton, onder wiens commando nog on langs twee kruisers een bezeok aan Kiel hebben gebracht, kwam persoonlijk aan boord van alle kruisers, om de manschap pen aan hun plicht te herinneren. Onder de manschappen heerscht de hoöp, dat hun looneischen vervuld zullen worden. In hun brief aan de Admiraliteit, waarin zij bezwaren maakten tegen ver laging van hun soldij, hadden zü er op gewezen, dat de aldus verkregen bezuini ging tot ernstige ontberingen voor de ge zinnen der zeelieden en tot toeneming der immoraliteit onder de zeelieden zelf moest leiden. Wanneer geen schriftelijke garan tie van de Admiraliteit werd verkregen, die door het Parlement bevestigd zou moe ten worden, zouden zij opnieuw weigeren hun plicht te doen. In principe waren de manschappen van de vloot niet ongeneigd een geringe vermindering der soldijen te aanvaarden, doch de voorgestelde soldij verlagingen moesten zii beslist afwijzen. Journalisten, die aan boord van eenige slagschepen zijn geweest, deelen mee, dat de matrozen allerlei verboden liederen zongen, hoewel hun officieren in de na bijheid waren. Besprekingen in het Kabinet. Ook onrust bij het leger en bij de politie? In een buitengewone kabinetzitting is gisterenavond de onrust op de Atlantische nHnnH i BS i Si BH - '»'V Het zoo opvallend stijgend debiet van onze Wasch- cliënten danken wij aan onze PRIMA AFWERKING. Wat U zich kiest doet er niet toe, doch neem steeds het BESTE. Zendt Uw wasch naar INSULINDE nog een paar uur in bed te blijven. Ze was weer ingedommeld, maar ontwaakte toen haar moeder binnenkwam. Haar oogen waren rood en gezwollen van het schreien. Mevrouw Bruhn drukte haar een kus op 't voorhoofd. „Adieu kind!" „Dag moeder! Gaat u al weg?" „Ja, ik moet naar de stad, hoe eerder ik er ben, hoe beter. Blijf nog wat liggen; je hebt een langen dag voor den boeg." „Komt u laat terug?" „Ik weet het niet, maar ik heb in ieder geval het vaste vertrouwen dat vader nog vóór den avond weer thuis zal zijn. Hij is immers je beste steun." Er was iets in haar moeder's stem dat het jonge meisje plotseling met angst vervulde. Met ongewone heftigheid sloeg ze de armen om den hals van haar moeder en snikte: „U ma? niet van me weggaan, moeder. Toe, bly'ft u alstublieft hier! Als u iets overkomt, ben ik heelemaal alleen op de wereld." „Maak je maar niet ongerust, kindlief," troostte de oudere vrouw, terwijl ze haar dochter zacht over het haar streek. „Alles komt terecht en jou zal geen leed geschie- X5n- (;a nog maar wat slapen, dat zal je goed doen. Mevrouw Bruhn keek haar lang en innig aan; het was alsof iets fluweeligs zich over den anders zoo kouden en scherpen blik legde. Toen kuste ze Astrid nogmaals en streelde haar liefkoozend over de wan gen. „Adieu, kind...en tot ziens. Tot ziens, zoo gauw mogelijk. God zegen je...." Kaarsrecht, met iets vorstelijks in haar houding; ging mevrouw Bruhn de kamer uit. Astrid keek haar verbijsterd na; het RIJKSWEG 11 TELF. 456 leek of haar moeder driemaal zoo groot was als anders! Een half uur later was mevrouw Bruhn op weg naar de stad. De kleine staljongen zat naast haar en mende. Ze scheen niets te zien van de meewarige en nieuwsgie rige blikken, die van alle kanten naar haar staarden, toen ze voor de stalhouderij uit het rijtuigje stapte en met vasten tred moetten elkaar. De rechter, die zich ver beeldde een geraffineerde menschenken- ner te zijn,, was stomverbaasd; het raadsel van deze klare, ondoorgrondelijke oogen kon hij zelfs niet oplossen, de diepten van deze menschenziel bleven ook voor hem een onopgehelderd geheim. Met een handbeweging gaf hij de bin- nengetredende te kennen, dat ze zou gaan - - 7O" gnig ze den korten weg dien haar man zitten, maar ze negeerde den wenk en den vorigen dag was gegaan; ze stak het marktplein over naar het gerechtsgebouw. Mevrouw Bruhn vroeg naar den presi dent van de onderzoekingscommissie, Dr. Thingsted was juist gekomen; vertelde de gemoedelijke bewaarder, maar hij had het heel druk. „Zeg hem dat ik hem een uiterst-belang rijke mededeeling heb te doen." „Och, die eeuwige jammerende vrou wen," mopperde de rechter, toen de ge rechtsdienaar de bezoekster kwam aan dienen," wat schiet ik ermee op!" „Mevrouw zegt dat ze een uiterst-be langrijke mededeeling heeft te doen." „Nu, vooruit maar, laat ze dan maar even hier komen!" Thingsted liep ongeduldig het vertrek op en neer. Hij was aan dergelijke nutte- bleef staan. „Ik heb u een mededeeling te doen." „In verband met de arrestatie van uw man?" „Ja." „Waarop heeft die mededeeling betrek king?" „Ze vormt het bewijs dat hij onschuldig is." „Ik kan me niet voorstellen dat dit be wijs door een simpele mededeeling gele verd zou kunnen worden, tenzij daardoor kort en bondig wordt aangetoond dat een ander de dader is." „Dat houdt de mededeeling juist in." Thingsted was nu één en al belangstelling. „Wie heeft de brand dan aangestoken?" „Dat heb i k gedaan." Mevrouw Bruhn deed deze ontzettende vloot aan de orde geweest. Volgens de Daily Herald waren ook berichten ontvan gen, dat bij het leger en bij de politie teekenen van onrust waren waargenomen. Er is geen enkel teeken van onrust te bespeuren onder de matrozen van het Engelsche eskader in de Chineesche wa teren. Verraad. De Prawda van Belgrado bevat een in terview van een specialen correspondent met dr. Pfriemer, toen deze nog te Mari- bor (Marburg) vertoefde. Dr. Pfriemer toonde zich over de Oos- tenrijksehe gebeurtenissen zeer terneer geslagen en verbitterd. Op de vraag van den journalist, waardoor de staatsgreep mislukt was, verklaarde dr. Pfriemer, dat de zaken in Oostenrijk er thans heel an ders zouden uitzien, wanneer er geen ver raad was gepleegd. De schandelijkste rol heeft baron Frank gespeeld, die aan den eenen kant is ingewijd geweest in alle plannen van de burgerwachten en ander zijds met de regeering in contact stond. Het voornaamste gevolg van dit verraad is het mislukken van den staatsgreep ge weest. „Wij hadden de beschikking over 10.000 tot alles bereide mannen. Ónze be doeling was het uitvoeren van een concen- trischen aanval op Graz en daarom heb ben wij Opper-Stiermarken tot aan den Semmering bezet. Te Graz stonden wij in contact met militaire kringen, die in ver trouwen waren genomen. In het geval van een aanvankelijk succes, zouden deze militaire kringen zich bij de beweging hebben aangesloten en onze actie hebben gesteund. De verdere plannen waren een gezamenlijke opmarsch met de Neder- Öostenryksche burgerwachten naar Wee- nen, Starhemberg moest in Opper-Oosten- rijk de dekking in den rug vormen, inge val de regeering in Salzburg tot mobili satie zou zijn overgegaan. Met Tirol be stond, door den afstand, geen contact. Na het innemen van Graz zou een blokkade van Weenen hebben moeten volgen. Wij waren voorbereid op hindernissen, en zouden, in geval van moeilijkheden, ook een strijd in grooten stijl niet uit den weg zijn gegaan. Maar de actie mislukte, aan gezien de militaire kringen niet voldoen de overtuigd waren van de noodzakelijk heid van den staatsgreep. Dr. Pfriemer besloot zyn verklaringen met te zeggen, dat de burgerwachten misschien te vroeg begonnen waren, maar dat "zij daartoe w a ren gedwongen door den loop van zaken in de buitenlandsche politiek." DE MUITERIJ OP DE CHILEENSCHE VLOOT. Zes aanvoerders ter dood veroor deeld. Zes aanvoerders van de jongste muiterij op de Chileensche vloot zijn door den krijgsraad te Santiago ter dood veroor deeld, twee anderen tot levenslange ge vangenisstraf, zes tot straffen, afdalende van 15 tot 10 jaar gevangenisstraf. DE BRITSCHE RADIO-OMROEP EN DE FINANCIEELE MOEILIJKHEDEN. De kanselier van de schatkist heeft in het Lagerhuis medegedeeld, dat de maat schappij van den Britschen radio-omroep erin had toegestemd het volgend jaar vap de opbrengst der radiovergunningen ten bedrage van twee-en-een-kwart millioen pond aan openbare stichtingen een milli oen af te staan. HET ONTWAPENINGSPETITIONNE MENT VAN DE NEDERL. DAGBLADPERS. Donderdag overhandigd. Uit Genève wordt gemeld: De delegatie van de Nederl. Dagblad pers, bestaande uit de heeren J. W. Hen- ny, voorzitter van de vereeniging De Ne- derlandsche Dagbladpers; Robert Peere boom, voorzitter der petitionnementscom missie, en mr. W. G. J. Veenhoven, secre taris van de vereeniging De Nederland- sche Dagbladpers, is Woensdagmiddag door minister Beelaerts van Blokland ontvangen. De aanbieding van het petitionnement aan den heer Titulescu, voorzitter van de vergadering van den Volkenbond, heeft vanmiddag om half vier plaats gehad. Daarbij heeft de heer Henny een rede gehouden. Waardeering voor het petition nement. Op het te Genève gehouden congres van de Internationale Unie van Volken- bondsvereenigingen heeft professor Cas- sin, een der Fransche gedelegeerden bij den Volkenhond, gewezen op het succes van het Nederlandsche petitionnement. Professor Cassin hield zijn rede aan een diner waarbij 300 afgevaardigden van alle landen aanwezig waren. In het algemeen kon, zoo zeide hij, opgemerkt worden, dat de belangstelling in Volkenbondskrin- gen voor het Nederlandsche petitionne ment zeer groot is en dat men bewonde ring koestert voor de samenwerking, waardoor het tot stand is gekomen. looze bezoeken van de weeklagende fami-1 bekentenis met dezelfde rust, al waarmee lieleden der arrestanten gewoon. J ze al dien tijd was opgetreden. De deur ging open en wat hy zag, was „Zoo!" riep de rechter verbaasd. Hy was in geen enkel opzicht in overeenstemming nog niet in staat de nieuw-ontstane situa- met hetgeen hij had verwacht. Dit was tie te overzien. Was dit de waarheid of geen zielige roodbehuilde, door kommerjprobeerde deze koelbloedige vrouw hem en angst gedrukte echtgenoote, maar een op een dwaalspoor te brengen, om zóó den rustige, voorname, haast-koninklykc) werkelyken schuldige straf te doen ont- vrouw; in elk opzicht een dame uit de gaan? groote wereld. Onwillekeurig was hij ge-j In gedachten verzonken liep hij de imponeerd, toen ze met kalme waardigheid rechtzaal op en neer; mevrouw Bmhn en met ongebogen hoofd op de afscheiding bleef al dien tijd onbeweeglijk bij de af- j toeliep. scheiding staan. Thingsted, die anders Hij keek haar aan en hun blikken ont- zoo uitstekend de kunst verstond, ver dachten in verwarring te brengen, wist niet zoo spoedig, wat hij op deze onver wachte zelfbeschuldiging moest zeggen. Eindelijk staakte hij zijn rondwandeling en bleef voor mevrouw Bruhn staan. „Dus u hebt het werkelijk gedaan?" „Ja." „Bent u zich bewust van de gevolgen van deze bekentenis?" „Die heb ik terdege overwogen. Maar ik ben tot de slotsom gekomen dat ik een onschuldige, in dit geval nog wel mijn eigen man, niet onder een onverdiende verdenking mag laten lijden. Maar mijn bekentenis komt eigenlijk al te laat; ik had eerder de waarheid moeten zeggen." „Wanneer hebt u het besluit genomen om te spreken?" „Vannacht." „Was het plan nog niet bij u opgekomen toen uw echtgenoot de oproeping ontving om hier te verschijnen? Daaruit had u toch kunnen afleiden dat er verdenking tegen hem bestond?" „Zeker heb ik er toen al aan gedacht te bekennen, maar ik kon er den moed niet toe vinden. Bovendien wist niemand beter dan ik, dat mijn man onschuldig was. Ik hoopte dat hy erin zou slagen zijn onschuld te bewijzen en dat we zoo allebei vrjj-uit zouden gaan." „Dus pas toen u hoorde dat uw man ge arresteerd was, rijpte het voornemen bij u?" „Ja." „Als hij dus niet in hechtenis was ge nomen, zou uw bekentenis achterwege zjjn gebleven?" „Zoo is het." Eén glimlachje van voldoening speelde om de lippen van den rechter. De arresta tie was dus niet nutteloos geweest, al had een onschuldige er onder moeten lijden! Gebogen, pijnlijke lendenen, rheurna- tiek in de gewrichten en urinekwalen behoeven niet beschouwd te worden als een natuurlijke last van den ouden dag. Opgewekte en levendige menschen op leeftijd toonden hoe zij door middel van Foster's Rugpijn Nieren Pillen bovengenoemde ellendige kwalen ver dreven. Dit speciaal niermiddel kan aan over werkte nieren de opwekkende, verster kende hulp geven, die zij zoo dringend noo-dig hebben. Dan blijven niet langer schadelijke onzuiverheden in het bloed achter, en kan het gevaar van rheuma- tiek, ischias, spit en graveel afgewend worden. Foster's Pillen kunnen zoowel door mannen als vrouwen veilig gebruik worden. Zij bevatten geen schadelijke bestanddeelen. -!S „Denkt u, dat uw man er eenig idee van heeft, dat u den brand hebt gesticht?" „Absoluut niet. Ik ben ervan overtuigd dat het hem een ontzettenden schok zal geven wanneer hij het hoort." „Hoe bent u op die ongelukkige ge dachte gekomen?" „Dat zou ik niet precies meer kunnen zeggen. Ik geloof dat het kwam door ge ruchten, dat op een hoeve in de buurl brand was gesticht en de bewoner de ver zekeringssom uitbetaald had gekregen. „Welke hoeve was dat?" vroeg de rech ter snel. „Dat herinner ik mij niet; er zijn im mers z el branden in de streek ge- wees.! Wel weet ik, dat ik by mezelf dacht, dat dit een gemakkelijke manier was om uit de moeilijkheden te komen." „Had u toendertyd moeilijkheden?" „Ja." „Had uw man u daarvan op de hoogte gebracht?" „Neen, er bestond geen bijzonder ver trouwelijke verhouding tusschen ons." „Hoe wist u er dan van?" „Ik merkte het aan zyn slecht humeur, zyn prikkelbaarheid en zijn voortdurende onrust; in bijzonder aan zyn angstige droomen." „Hebt u een gemeenschappelijke slaap kamer?" „Ja. Zoolang we getrouwd zyn." „Hoe uitte uw man zich dan in zijn droomen?" „Hy praatte vaak in zijn slaap, schrikte dan opeens wakker en ging, badend in het zweet, overeind zitten. De woorden waren meestal verward, maar sommigen kwamen telkens terug en daaruit maakte ik mij een voorstelling van zijn zorgen." (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1931 | | pagina 1