Koopt bij
HET HMTFLIIS OFFER
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Suiteniandsch overzicht
F0STER3 MAACPi LLEN
Nr 7021. EERSTE BLAD
DINSDAG 29 SEPTEMBER 1931.
59ste JAARGANG
"Bezoek van Fransche ministers aan Berlijn. - De
kwestie der verkiezingen in Engeland. - Het Lhi-
neesch-Japansch conflict.
China en Japan.
j Twee dagen geleden had de consul-ge-
I neraal aan den commandant van de Japan-
1 sche legers verzocht, slechts op zijn uit
drukkelijk verzoek troepen te zenden, daar
j hü dit toen nog niet noodig achtte.
OOST-IND^E.
De nieuwe werking van
den Krakatau.
BINNENLAND.
De positie van den gulden veilig.
breit alles best.
URAN
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65; binnen
land f 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0. .0,
i i._. Modeblad resp. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.35. Losse nos. 4 ct.fr.p.p.6ct.
Verschqnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewijsno. 4 ct.
De Fransche minister-president ^aval
en de Fransche minister van buitenlana-
sche zaken, Briand, brengen op 't oogen-
blik het beloofde bezoek aan Berlijn, no
pen we, dat deze samenkomst de onder
linge betrekkingen mogen versterken,
want daaraan mankeert nog wel een en
aimer. Aan net verslag, dat wil' van de aan
komst in de Duitsche hoofdstad in ,,-L)e
Telegraaf" vinden, ontleenen wij een en
ander, waaruit blijkt, dat de begroeting
ook niet zoo spontaan was als wel g
wenscht was.
De eerste verwonderde en bedeesde blik,
dien La val in de straten van Beilyn wierp
zoo schrijft dit blad m°et de menigte
politieagenten hebben gegolden, die met
hun strakke, blauwe uniformen, hooge
beenkappen en militaire houding het beeld
beheerschten. Zelfs de door de jonge so
cialisten telkens weer gescandeerde woor
den „Vive la paix" schenen te behooren
tot het program. Er was niets spontaans
in deze begroeting. Daar slechts een drie
dubbel gezeefd publiek op het plein werd
toegelaten, was het aantal toeschouwers
zeer beperkt. Ook in de aangrenzende
straten viel geen opeenhooping van men-
schen waar te nemen.
Laval en Briand zijn thans in Berlijn.
Indien men de ontvangst van Laval te
Berlijn vergelijkt met de spontane vrien
delijkheid, waarmede MacDonald bij zijn
bezoek overal werd begroet, waar hij zich
in Berlijn vertoonde, dan gevoelt men, hoe
groot de kloof tusschen Frankrijk en
Duitschland nog is.
Tenslotte laten we hier nog een verkla
ring volgen, door Laval aan de Duitsche
pers afgelegd:
„Ons bezoek aan Berlijn moet een be
langrijke datum worden in de geschiedenis
der Fransch-Duitsche betrekkingen. Ten
einde het vertrouwen weer te doen ople
ven, ten einde het geloof te herstellen, is
oprechte samenwerking onmisbaar."
„Al kunnen wü ons niet vleien met de
hoop, elk misverstand uit den weg te rui
men, dat ons scheidt, al dienen wij ons
thans in zooverre beperking op te leggen,
dat zekere moeilijke vraagstukken niet
worden aangeroerd, zoo hebben wij toch
den wil, alle mogelijke oplossingen te
overwegen, ten einde zoo spoedig als
eenigszins mogelijk is een betere toe
komst voor onze wederzijdsche betrek
kingen voor te bereiden. Op economisch
gebied kunnen wij onmiddellijk tot de daad
overgaan. Wij zullen handelen".
„Ik heb de Duitsche regeering een
methode voor te stellen. Wij willen teza
men het werktuig smeden in den vorm
van een Fransch-Duitsche commissie,
welke het mogelijk zal maken, alle econo
mische kwesties, welke voor onze beide
landen belang hebben, te onderzoeken.
Onze taak van heden lijkt misschien be
scheiden; doch als wü haar vervullen, zul
len wü de zaak der toenadering het beste
gediend hebben.
De wereld verkeert in onrust; een eco
nomische crisis, zooals er nog nooit tevo
ren een was, heeft zich over haar uitge
breid. Alle blikken zijn op ons gericht.
Tenslotte zal onze wederzijdsche toenade
ring toch moeten komen, want zij in de
allereerste plaats moet ons het heil
brengen.
Het vraagstuk der verkiezingen in En
geland heeft nog steeds de volle belang
stelling van de pers en daardoor ook van
het publiek. Het begint meer en meer dui
delijk te worden in welke mate MacDonald
inplaats van schuiver, geschovene is ge
worden zegt de Lonidensche corr. van
de „Nw. Roti Crt." En de „Daily Mail"
schrijft:
Gedurende zijn afwezigheid, en die
voorstelling geldt ook elders, hebben de
gebeurtenissen zich snel voortbewogen en
toen MacDonald thuis kwam, bevond hij,
dat de conservatieve partij tot een alge-
meene verkiezing besloten had. De keuze
staat nu nog aan MacDonald om te beslis
sen, niet dus of het Lagerhuis ontbonden
zal worden, maar of hij aan het hoofd der
regeering blijft ja of neen. Om daartoe te
beslissen is MacDonald naar Chequers
vertrokken. De „Times" verzekert met na
druk, dat het de bedoeling der conserva
tieven geenszins is om MacDonald als lok
eend te gebruiken, maar wanneer een flink
deel der liberale ministers aftreedt om
vervangen te worden, onder andere door
een man als Simon, dien men toch moeilijk
met geen fatsoen nog liberaal kan noe
men, dan kan MacDonald's functie toch
moeilijk anders zijn, daar de fictie van een
nationale regeering dan toch heelemaal
niet meer volgehouden kan worden. De
conservatieven gaan voort met den brief,
waarin ruim 20 liberale Lagerhuisleden
MacDonald hun steun toezegden bij zijn
poging om het land uit zijn benarden toe
stand te redden als een manifest voor een
tarief uit te leggen. Waarschijnlük zit
achter dit schrijven juist de vrees voor een
algemeen tarief, zooals na een overwinning
der conservatieven van deze laatsten te
verwachten zou zijn en hebben deze libe
ralen gehoopt, dat zij door MacDonald van
hun steun te verzekeren, hem tot het
voorstellen van een beperkt tarief aan het
tegenwoordige Lagerhuis in de hand zou
den werken en zouden zii MacDonald dan
hebben willen doen zien, waar hg op reke
nen kon, wanneer hij tot ontbinding over
gaat.
Terwijl de conservatieve bladen het
voorstellen alsof het laatst van de vorige
week de beslissing reeds gevallen is, en
de ontbinding van het Lagerhuis vast
staat, verzekert de liberale „News Chro-
nicle", dat MacDonald nog geen definitief
besluit genomen heeft. En zoo zullen we
nog voorloopig wel in het duister blijven
tasten.
„Met een zucht van verlichting"
schrijft de „Nw. Rott. Crt." heeft de
Raad van den Volkenbond Vrijdag te ken
nen gegeven, dat de wereldvrede gered
was. De vreugde sproot waarschijnlijk
meer voort uit de vreugde een netelig ge
val met eenig fatsoen te boven te zijn ge
komen. dan uit het besef een wereldramp
te hebben afgewend, want ook onder de
raadsleden zal menigeen toch ook wel
eenigen twijfel hebben gekoesterd, dat de
wereldvrede op het spel stond. Maar men
kan nooit weten, nietwaar?
gekomen. Zoo lijkt het echter maar; in
w erkelijkheid ziet de toestand er veel beter
uit, zelfs voor degenen, die van het begin
af niet aan het internationaal gevaarlijke
van het -eval hebben geloofd.
H Wlovwa'i
I)e Chineesche muur.
De Chinees tot den Japanner: „Weet je
dan niet, dat het verboden is over den
muur te klimmen?"
Het is in ieder geval geruststellend, dat
Japan verklaard heeft, geen verdere uit
breiding te zullen geven aan het geval en
de posten op het onrechtmatig bezette ge
bied reeds heeft verzwakt, Men kan op-
merken, dat hiermede het karakter van
onrechtmatigheid niet verandert. Minder
of meer troepen op plekken waar zij niet
hooren maakt geenszins een principieel
verschil uit; het onderschei tl is slechts
kwantitatief, doch is ten minste een stap
in de goede richting.
Het conflict is nu tot den oorspronkely-
ken kern teruggebracht. Japan wil recht
streeks met China onderhandelen. De Chi-
neezen zijn daartoe slechts bereid wanneer
alle Japansche troepen weer staan waar
zij thuis hooren. Om China handelbaar te
maken, had Japan de actie ondernomen.
Het handhaaft haar nu in beperkter maar
afdoender omvang met hetzelfde doel.
China daarentegen wil met de Japanners
niet onderhandelen, zoolang dezen den te
rugtocht niet hebben aanvaard. Zij willen
dus ook nu nog, zij het om andere reden
dan vóór de actie, niet met Japan onder
handelen. Men zou dus met een schijn
van recht kunnen opmerken, dat de oplos
sing van het conflict geen stap verder is
DE VOLKENBONDSVERGADERING.
De conventie tegen militaire
verwikkelingen in tijden van
crisis aangenomen.
De Volkenbondsvergadering heeft Za
terdag in voltallige zitting de conventie
aangenomen voor de versterking van de
bevoegdheden van den Volkenbondsraad
om in tijden van crisis militaire verwik
kelingen te vermijden. De conventie zal
open blijven voor onderteekening tot 2
Februari 1932, waarmede de Volkenbonds
vergadering bedoeld heeft het verband
tusschen deze conventie en de ontwape
ningsconferentie duidelijk aan te toonen.
De Spaansohe gedelegeerde heeft ver
klaard, dat de Spaansche regeering de eer
ste zal zijn om deze conventie te ondertee
kenen.
-•-EEN NIEUWE ENGELSCHE
KRUISER.
Donderdag is te Plymouth de kruiser
Leander te water gelaten, het eenige schip
van het programma in 1929, dat niet ge
schrapt is, en de eenige kruiser, die dit
jaar in Engeland van stapel loopt. De
Leander is een schip van 3800 ton en is
voorzien van kanonnen van 15 cm, gelijk
voor dit type schepen gebruikelijk is.
Toch Japansche troepen naar
Charbin?
Naar uit Tokio gemeld wordt heeft de
Japansche consul-generaal te Charbin in
verband met den dreigenden toestand, in
den afgeloopen nacht van Vrijdag op Za
terdag telegrafisch om het zenden van
troepen verzocht, ter bescherming van
het leven en de bezittingen der Japan-
ners.
Volgens een te Londen uit Moekden
I ontvangen telegram is uit Taonan een af-
I deeling Japansche troepen naar Charbin
i gezonden.
I Het Chineesohe ministerie van oorlog
I schenkt aan dit bericht evenwel geen ge
loof en legt er den nadruk op, dat de
j spoorlijn van Soepingkai naar Taonan
onder Chineesche controle staat.
In Japansche regeeringskringen ver
klaart men, dat er eenige ontspanning in
den toestand is ingetreden.
Nieuwe Japansche actie in
Mantsjoerije?
Berichten uit Peking ontkennen, dat de
Japansche troepen hun militaire operaties
in Mantsjoerije hebben stopgezet. Inte
gendeel hebben de Japanners luchtaanval
len gedaan op Poepangtse en in Westelijke
richting op Toengliao. Generaal Tsjang
Sjoe-liang beweert, bewijzen in handen te
hebben,, dat de Japansche en Koreaansche
strijdkrachten in Mantsjoerije op het
oogenblik ongeveer 40.000 man sterk zijn.
dwingen het Chineesche gebied intact te
laten. Er werd een resolutie aangenomen,
waarin verklaard wordt, dat slechts een
militair optreden van Chineesche zijde
Japan zal kunnen dwingen de Chineesche
souvereiniteit te eerbiedigen.
Te Sjanghai is het tot kleine hotsingen
gekomen tusschen Japanners en Chinee-
zen. De internationale politie slaagde er
evenwel spoedig in de orde te handhaven.
Het eiland Anak Krakatau we
der omhoog gerezen. Observa
tie van den vulkaan.
Batavia, 26 Sept. De Krakatau ver
toont een zeer hevige werking. Wederom
worden uitbarstingen waargenomen, thans
tot een hoogte van meer dan 2000 meters.
Het vroegere eiland Anak Krakatau, dat
eerst tot 9 meters boven den waterspiegel
uitstak, is thans 45 meter hoog. Het ob
servatiestation zal dienen te worden ver
plaatst als gevolg van den ongunstigen
wind, waardoor wateropspuitingen zouden
kunnen worden veroorzaakt. Den residen
ten van bantam en de Lampongs werd te
legrafisch verzocht kustwachten in te stel
len teneinde voorbereid te zijn op moge
lijke eventualiteiten.
Er bestaat echter geen reden tot onge
rustheid.
Personeel van den Vulcanologischen
Dienst is naar het observatiestation op
Lang-eiland vertrokken ter observeering
van de nieuwe werking van den Krakatau
en ter beoordeeling of voortgezette obser
vatie noodig is.
De crisis van het pond.
Frankrijk: „Ach, die arme John Buil!"
Amerika: „Zie je dan niet, dat hij erg
blij is met zijn pakje stofgoud, tcrwyl wij
misschien nog eens onder onze goudlast
bezwijken!"
(„Daily Express").
Manifestaties
Nanking.
te Sjanghai en
Te Nanking en Sjanghai hebben groote
tegen Japan gerichte nationale manifesta
ties plaats gehad, waaraan te Nanking
meer dan 100.000 personen hebben deelge
nomen.
De woordvoerders verklaarden, dat
China Japan eindelijk eens een scherp
antwoord moet geven en Japan moest
LEDEN TWEEDE KAMER.
Bii het centraal stembureau is bericht
ingekomen van de heeren Maenen en J.
ter Laan, dat zij hun benoeming tot iid
van de Tweede Kamer, resp. in de vaca-
ture-Nolens en de vacature-Brautigam,
aannemen.
BEGROOTING VAN NOORD-HOL AND
Verhooging van de opcenten
op de inkomstenbelasting.
De Haarlemsche correspondent van het
„Handelsblad" meldt:
In aansluiting op de mededeeling, die
wij enkele weken geleden deden over de
Provinciale begrooting voor 1932, kunnen
wij thans melden dat de begrooting deze
week verschijnen zal.
De opbrengst van de inkomstenbelas
ting is belangrijk lager dan verwacht
was. Daarom wordt het noodzakelijk ge
acht het aantal opcenten op de inkom
stenbelasting, dat thans elf bedraagt met
enkele te verhoogen.
Een zeer geruststellende ver
klaring. De gouden standaard zal
onvoorwaardelijk worden ge
handhaafd. Voor de toekomst
geen verlies op het pondenbezit
geducht
De directie van de Nederlandsche Bank
bericht het volgende:
Naar aanleiding van vragen, die tot ons
gericht worden, berichten wij hierbij, dat
er voor ons geen enkele aanleiding bestaat
te verzwijgen, dat onze buitenlandsche
wisselportefeuille voor een deel bestaat
uit ponden sterling.
Wü hebben op grond, van besprekingen,
nog zeer onlangs met de Bank of England
gehouden, en gezien het bijzondere karak
ter van ons pondenbezit als goud wissel
portefeuille van een circulatiebank, alle
reden om aan te nemen, dat voor ons in
do toekomst geen verlies op dit bezit is
te duchten.
Verder brengt het ponden-gedeelte van
onze buitenlandsche wisselportefeuille
rente op, die in den tusschentijd een even
tueel tijdelijk boekwaardeverschil vanzeli
amortiseert.
Voor De Nederlandsche Bank als circu
latiebank kan zich nooit een reden voor
doen om zich op een ongelegen oogenblik
van haar pondenbezit te ontdoen.
Wq verklaren met de grootste stellig
heid dat ons bezit aan ponden sterling
nimmer eenige belemmering kan zijn voor
De Nederlandsche Bank om haar functies
als circulatiebank en centrale bank in haar
vollen omvang uit te oefenen.
Tevens verklaren wü, dat wij den gou
den standaard onvoorwaardelijk zullen
handhaven.
Inflatie van het ruilmiddel is niet aan
wezig en niet te verwachten.
De goudpositie van De Nederlandsche
Bank is sterker dan ooit tevoren.
Na de redelooze opwinding in de laatste
dagen, zal deze verklaring van de directie
der Nederlandsche Bank ongetwijfeld een
groote geruststelling brengen, zoowel in
ons land als over onze grenzen schrijft-
het „Hbl."
Deze mededeeling onderscheidt zich in
zooverre gunstig van andere officieele
verklaringen, die soms door instellingen
worden afgegeven, als men 't publiek wil
geruststellen, dat zii inderdaad iets zegt.
Zeer terecht wordt het punt naar voren ge
bracht, dat in financieels kringen druk
werd besproken, n.1. dat ook de Nederland
sche Bank als zoovele andere circulatie
banken Pondenwissels in portefeuille
heeft. Een geheim was dit trouwens niet
en kon dit ook niet zijn. Uit de verklaring
van onze circulatiebank blijkt evenwel,
dat de directie goeden grond meent te heb
ben, dat hieruit geen ernstige verliezen
JAAP SNOR
Vraagt onze Schoolkousen met dubbel gebreide knieën
ZUIDSTRAAT 19.
Let op den gelen winkel.
Voor Texel: Wed. SCHUMAKER.
Verstopping en slechte
spijsvertering maken U
ellendig en humeuriq.
Neem bijtijds de zeer
zacht werkende Foster's
MaagpilleD, het bekende
en beste laxeermiddel.
Alom verkrijgbaar f0.65 per flacon.
FEUILLETON
Een verhaal uit een Nabij Verleden.
Naar het Deensch van
CARL MUUSMANN.
(Nadruk verboden).
19)
„Aanstaande Zondag mag ze bezoek
hebben."
Tbalberg knikte alleen maar. Hij wist
maar al te goed, wie met „ze" bedoeld
werd.
Weer viel er een klemmende stilte. Toen
begon de ritmeester opnieuw:
„Ik kan er niet toe besluiten te gaan.
Het zou me te veel aangrijpen en ik weet
ook niet wat ik tegen haar zeggen moet.
Wat ze gedaan heeft is me nog altijd een
raadsel. Mijn bezoek zou ons allebei noo-
deloos overstuur maken."
„En Astrid?" vroeg de kolonel aarzelend.
„Neen, Astrid in geen geval!" klonk
het heftig. „Het arme kind heeft al meer
dan genoeg emotie gehad. Vóór alles moet
ze nu tot rust komen. Maar de tijd valt
lang, ontzettend lang."
Nogmaals knikte Thalberg en voor de
derde maal was er een lange pauze.
„Maar toch", hernam de ritmeester ten
slotte, „zou ik dolgraag iets van haar hoo
ren, weten hoe het haar gaat, of ze zich
'n beetje in haar toestand kan schikken,
of ze denkt in staat te zijn mettertijd bij
ons terug te komen en een nieuw leven
te beginnen. Ik word tegenwoordig zoo
dikwijls door een soort onrust overvallen,
door een duister voorgevoel, dat ik niet
ang meer leven zal".
„Kom. kom", suste de kolonel, die niet
zoo gauw iets anders wist te zeggen.
„Neen, beste kerel, probeer maar niet
me te troosten, ik heb trouwens geen
troost noodig. Ik heb me met de gedachte,
dat ik mijn tijd heb gehad, vertrouwd ge
maakt en zie de toekomst met gerustheid
tegemoet, ook als die mij een spoedigen
dood brengt. Ik geloof nu eenmaal aan
voorgevoelens en als je er aan gelooft,
gaan ze ook in vervulling. Het willen le
ven speelt nu eenmaal een belangrijke rol
bij den mensch."
Thalberg wilde iets in het midden bren
gen, maar de ritmeester beduidde zijn
vriend met een handgebaar hem te laten
uitspreken.
„Toen het ongeluk over mij kwam, heeft
het mij met één slag bijna verpletterd.
Mijn sterke natuur hielp mij weer op de
been, maar ik heb toch een geweldigen
knauw gekregen en het zal niet lang meer
duren, of mijn kracht is opgebruikt. Het
gaat my als sommige kameraden, die in
den slag- doodelijk gewond worden en zon-
der op hun verwonding te letten door
vochten. Maar op het oogenblik dat de
spanning voorbij was, zakten ze zonder
geluid te geven in elkaar. Iets dergelijks
zal ook met mij gebeuren."
Ik heb mij van iedere verdenking kun
nen zuiveren, ik heb de eereschuld, die
mij drukte, geregeld. Mijn eenig verlangen
is nog te weten, hoe het met de vrouw
gaat, van wie ik zoo zielsveel hield, maar
die ik nooit begrepen heb. Als die wensch
bevredigd is, is het gedaan. En dan is de
wü, die me al deze vreeselijke maanden in
het leven heeft gehouden, opgeteerd. Want
het oogenblik, dat ze vrij-komt, is een te
vèr verschiet, dan dat de gedachte dadr-
aan me overeind zou kunnen houden."
Thalberg poogde nogmaals zijn vriend
gerust te stellen, maar hij voelde zelf wel,
dat tegen de onwrikbare overtuiging, die
uit de woorden van den ritmeester klonk,
kalmeerende gemeenplaatsen niets betee-
kenden.
Hü dacht kort na, toen vroeg hij:
„Wil je dat i k ga?"
Bruhn stond op en greep Thalberg's
beide handen..
,Jk dank je", zei hij ontroerd, „dat is
mijn liefste wensch, maar ik heb het je
niet durven vragen. Je bent een vriend"
uit duizenden, Christian, je hebt ons
steeds de zwaarste lasten van de schou
ders genomen
„Je weet dat ik het met liefde gedaan
heb", antwoordde de kolonel eenvoudig
en hij drukte zijn vriend warm de hand.
Er was niets meer te zeggen en Thalberg
maakte zich gereed om heen te gaan. Het
gesprek voortzetten zou een pijniging voor
hen beiden zijn geweest.
De g-edachten, die den ouden officier
op den weg naar huis bestormden, waren
verre van vrooliik; hij zag de toekomst
donker in. Wat zou er gebeuren als Hol-
ger thuiskwam? Hij had den brief van
zijn zoon niet mee naar „Seehof" geno
men, uit vrees dat ze zouden vragen hem
te mogen lezen.
Aan het slot stonden namelijk deze
woorden:
„De hartelijke groetei V oor alle vrien
den en hekenden, in 't bijzonder voor de
familie Bruhn. Ik hoop dat het ze goed
gaat en dat op „Seehof" alles bij het
oude is."
„Alles bij het oude!" Gave de hemel dat
het zoo was, dacht de kolonel weemoedig.
Holger had dus geen idee van het leed,
dat zijn oude vrienden getroffen had. En
hoe zou hü het ook kunnen weten? Thal
berg pijnigde zijn hersens lang met het
probleem en kwam tot de slotsom, dat hij
er den jongen in zijn volgenden brief ook
niets van vertellen zou.
En als hü thuiskwam? Als officier kon
hij toch moeilijk trouwen met de dochter
van een vrouw, die gevangenisstraf had
ondergaan wegens een ernstig misdrijf!
Zou Holger voor zijn liefde het groote
offer willen brengenwant dat het een
offer zou zijn stond voor den kolonel
vast.en ontslag uit den dienst nemen?
Voor het eerst van zijn leven werd de oude
man zich bewust, dat hij, ondanks de
groote vertrouwelijkheid, die altijd tus
schen hen had bestaan, het karakter van
zijn jongen toch niet door en door kende.
HOOFDSTUK XII.
Het was een heldere, mooie vroeg-win-
terdag, toen kolonel Thalberg zich van het
dichtstbijzijnde station naar de gevan
genis liet brengen. De velden waren be
dekt met een ongerept-blank sneeuwkleed
en de rijp had de takken der bladerlooze
hoornen omgetooverd tot fijn kantwerk,
dat schitterde in de zon. De slede was
ruim, de zitplaats gemakkelijk, de bellen
van de paarden rinkelden vrooliik in den
klaren dag en Christian Thalberg zou ge
noten hebben van den tocht, als het doel
daarvan niet zoo onuitsprekelijk droef was
geweest. En hoe dichter hij bij het uitge
strekte sombere gebouwencomplex kwam,
hoe gedrukter zyn stemming werd.
De kolonel liet de slede stilhouden voor
de groote gevangenispoort en stapte uit.
Hy' trok aan de bel en luisterde met be
klemd hart naar de voetstappen, die in de
richting der met ijzer beslagen deur kwa
men en dof echoden onder de hooge ge
welven.
Een sleutel knarste in het slot en de
deur zwaaide open.
„Wenscht u iemand te spreken?" vroeg
de portier beleefd.
Thalberg wilde juist antwoorden, toen
een heer, die het ruime voorplein van de
gevangenis was overgestoken, op hem
toekwam. Een oogenblik later waren de
beide mannen, na een hartelijk-verraste
begroeting, in druk gesprek en de portier
sloot de deur weer.
„Hoe komt hier, dokter?" vroeg de
kolonel verbaasd. „Ik dacht dat u, toen u
uit ons garnizoen werd overgeplaatst, naar
Fredericia was gegaan?"
„Daar ben ik ook een aantal jaren ge
weest. Maar ik had geen lust mijn heele
leven officier van gezondheid te blijven
en toen hier in de centrale vrouwengevan
genis de betrekking van gestichtsarts
openkwam, heb ik gesolliciteerd. U weet,
ik heb altijd veel gevoeld voor werk met
een socialen kant. We hebben elkaar an
ders in jaren niet gezien. Wat vliegt de
tijd toch! Maar, zonder onbescheiden te
zijn, kolonel, wat voert u zoo plotseling
hierheen? Moet u iemand spreken t
„Ik kom een gevangene bezoeken.
Och!" kwam het verbaasd over de lip
pen van den dokter. Hü had gedacht dat
zyn vroegere regimentscommandant een
bezoek wilde brengen bii den directeur of
een anderen hoofdambtenaar van de in
richting. „Een gevangene bezoeken? Wie
is het, als ik vragen mag?"
„U moet haar van vroeger kennen....
Mevrouw Bruhn."
„Natuurlijk.... dat spreekt vanzelf! Ja,
nu herinner ik het mü; u was altijd erg
bevriend met den ritmeester. Een treurige
geschiedenis, hé?"
„Hoe maakt mevrouw Bruhn het?" vroeg
Thalberg, weinig geneigd om op de laat
ste opmerking van den dokter in te gaan.
„Ik geloof, dat ze er in geslaagd is zich
in de omstandigheden te schikken. Ze
heeft lichten arbeid gekregen en start,
voorzoover ik weet, bijzonder goed bii de
directie en het bewakingspersoneel aange
schreven. Haar gedrag is voorbeeldig en
zelfs in haar tegenwoordige positie heeft
ze de manieren van een vrouw van de we
reld niet afgelegd. Haar beschaving en
ontwikkeling boezemen het personeel, zoo
als te begrijpen is, respect in."
„U hebt haar natuurliik gesproken?
„Dat wil zeggen, ik zie haar bii de we-
kelijksche controle. Maar een eigenlijk
gesprek heb ik niet met höcir gehad. Och,
het is natuurlijk voor ons allebei pijnlijk,
in deze omgeving weer met elkaar in aan
raking te komen. Om haar persoon, die
zoo heel anders is dan het gewone type,
dat we hier krijgen en om de relatie, inte
resseer ik mii uitteraard voor haar en zoo
heb ik nog al eens met den directeur en
de bewaarsters, die dagelijks met haar om
gaan, over haar gepraat. Hoe lang is ze
nu hier?"
„Zes weken."
(Wordt vervolgd.)