SSSSÜ "AS-
WAAR ZIJN DE OLIFANTEN?
Ons kinderverhaal.
Het geheim van Joe Barke.
ONS KiNDgRHomraj
Beste jongens en meisjes!^
,6jtn «SSmT dle'ïW 'U^
Maar dat geelt niet, ik vond het leuk,
dat er de eerste de beste keer rooveol
oplossingen waren binnengekomen.
Een dikke envelop vol en een he
massa briefjes waren er bp, die ga ik
hieronder beantwoorden, n
moet ik nog iets aan jullie
--fViriiven en wel cfit. t Is al zoo lang
geleden dat jullie het natuurlijk ver-
feten zijn, mlar daarom herinner ik
je er maar even aan. In de
plaats dan moet je er vwr zorgen, da
de raadseloplossingen Woensdags
avonds vóór zes uur op kantoor zijn,
raadsels die later binnenkomen, kun
nen niet meer nagekeken worden. Dan
wilde ik jullie nog eens vragen om je
oplossingen niet in een envelop te
doen, dat houdt maar tijd op. Dus ge
woon op een los velletje papier inzen
den en ten derde:> ik heb een heele
massa noten op mijn zang, he, ol je
vooral je naam voluit wilt schrijven
en ie adres erhij vermelden. Als je
soms een beetje slecht van geheugen
bent, dan moet je dit briefje maar uit
knippen, dan kan je het iedere week
even doorlezen, want ik kan het
heusch niet iedere week schrijven,
hoor.
En nu jullie briefjes.
Annie Walboom. Ik vind het
heusch niet erg, dat je een beetje gefanta
seerd hebt in je reisverhaal Annie, en de
plaatsvervangende kindervriend ook niet,
zooals je uit onderstaand versje ziet. Je
hebt toch wel gelezen, dat het verhaal
van Annie Koningstem heelemaal verzon
nen was en dat was toch ook erg leuk. Je
hebt de maand October goed ingezet, met
zoo'n aardig versje. Ik denk dat je er van
den winter weer een heele massa maakt,
is 't niet zoo?
Nanda Visser. Wel, wel, Nanda, dat
is deftig hoor, vier maanden op reis. Ben
je ook op school geweest? Anders zou je
heelemaal vergeten dat er nog zooiets als
een school was, maar ik zie wel aan je
nette briefje, dat dat niet zoo is.
Henk Verheul. Dat dacht ik wel,
Henk, dat je dat boek prachtig zou vinden
en het fijne ervan is dat het „echt waar
gebeurd" is, misschien maak jij in de toe
komst ook nog wel eens een wereldreis.
Wie weet. Of die eigengemaakte raadsels
van je niet goed waren, weet ik niet meer,
maar ik heb er nog een heele stapel en
daar kunnen ze best bij zijn. Heb dus maar
wat geduld, "t Eten op de „Heemskerck"
was wat lekker, hoor, maar dat kwam mis
schien ook wel omdat de ministe aan
boord was en de kok dus extra zijn
best heeft gedaan.
Antje Tijdeman. Wat een groote
brief heb jij me geschreven, Antje, de
grootste van deze week en wat een massa
heb je me verteld. Eerst je verjaardag. Dat
is een fijne dag geweest. Zon van buiten
en zon van binnen en dat laatste is nog
veel fijner dan zoo'n massa cadeaux. Brrr,
wat heb je in angst gezeten voor je over
gang. Wat zal je blij zijn geweest, toen je
onderwijzer je naam aflas. Wel jammer,
dat het met je vacantiereisje in de war ge-
loopen is, hè. Maar ik kan me begrijpen
dat je grootmoeder jullie alletwee niet kon
logeeren. Van dat neefje van je, dat ver
dronken is, is verschrikkelijk. Pas vijf jaar
en dan zijn ze juist zoo lief. Ja, dat is wel
heel erg. Je tante heeft het goed geraden
dat ik voor de courant mee geweest ben en
ik heb ook nog een dag op de Z 8 gevaren
en zal dus je oom wel gezien hebben.
A t i v. S t r ij e n. Ik vind het leuk dat
je schrijft dat je het fijn vindt dat we weer
met de raadsels begonnen zijn, Ati, maar
dat je zegt, dat je anders niets aan 't Jut-
tertje vond, vind ik niet zoo aardig van je,
want er stonden toch verscheidene leuke
verhaaltjes in en aardige plaatjes? Fijn dat
je overgegaan bent naar de vierde klas.
Doe nu maar flink je best met je huis
werk. Als je een fijne vacantie hebt gehad,
moet je daarvoor zoo blij zijn, dat je nu
ook flink wil aanpakken.
Louise v. Schaik.
Ja, Annie Koningstein
ken ik net zoo goed als
jou, Louise, ik denk dat
ik van haar ook zoowat
iet zooveel briefjes heb
gehad, 't Is wel jammer
dat je je vriendinnetje
Lea kwijt bent, doordat
ze naar IJmuiden ver
huisde, maar 't is toch
ook prettig om elkaar te schrijven, 't Is
zoo fijn, hè, om een brief met de post te
krijgen.
Harm Leyen. Hoe of het met me
gaat, vraag je, Harm. Nu, best hoor, ik
eet goed, ik slaap lekker, en ben gezond
en ik ben bijna altijd blij dus wat wil je nog
meer? O ja, ik heb ook een fijna vacantie
gehad, net als jij en ik vind het ook jam
mer dat de zomer voorbij is, dus ook al
net als jij, maar, maar, de winter is ook
gauw voorbij, over twee maanden hebben
we alweer de kortste dag en een maand is
o zoo gauw voorbij.
Annie Konningstein, IJmuiden.
Dus je vindt het boek mooi, Annie. Geluk-
ki Alle kinderen hebben natuurlijk niet
zooveel tijd gehad om verhalen te schrij
ven. Je hebt me niet geschreven of je
alweer beter bent, dat moet ik nog van je
weten, hoor, en mag je dus volgende week
niet vergeten.
Laura Hagen. In Leidschendam ben
ik ook wel eens geweest, Laura, je kan
daar heerlijke roei- en zeiltochtjes maken.
Dat heb jij zeker ook wel gedaan, als je
dan maar niet te water geduikeld bent,
want het water is daar even dun als in
Den Helder.
Annie Jansen. Jij wil dus een
Fransch-babbeltje met me houden, Annie.
Dat kan ik heusch niet, hoor, ik heb wel
Fransch geleerd, maar dat is al heel lang
geleden en je moet wel minstens een jaar
of zes ieeren voordat je het behoorlijk
kunt spreken, want het is heusch niet ge
makkelijk, hoor, doe daarom maar heel goed
je best. Jij wil dus graag onderwijzeres
worden? Dan moet je nog een massa loe
ren, hoor.
N annie Grande. Dat is net fijn,
Nannie, dat je 's morgens alweer een
uurtje buiten mag en dat is veel fijner dan
wanneer je een boek gewonnen had en
nog op bed zou liggen. Wees dus maar
blij.
Ina Boels. Nu de raadsels weer be
gonnen zijn, Ina, krijg ik zeker van jou
ook weer eens een versje, hè, want ik ben
nog niet vergeten, dat jij zulke aardige ge
dichtjes hebt gemaakt en dus moet je er
van den winter ook weer eens een sturen,
hoor. In een onderzeeboot heb ik niet ge
varen, dat dacht de „Konijnenvriend"
maar, ik ben steeds boven water gebleven,
al had ik wel eens graag willen zien hoe
de haringen het maakten. Misschien een
volgenden keer.
Agatha de Bie, IJmuiden. Wat een
wandelingen heb jij in de vacantie gemaakt,
Agatha, als je dat een paar vacanties ach
ter elkaar doet, kan je meedoen met „de-
Vierdaagsche". 't Is gezond, hoor, wande
len, en vooral heel dicht langs de zee, zoo
dat je de zeelucht heerlijk diep kan op
halen, dat is net zoo goed als melkdrinken.
M o n Bonte. Jij bent zeker de Benja
min thuis, Mon, dat je zoo maar een
nieuwe fiets gekregen hebt. Je hebt zeker
wel op je hoofd gestaan van blijdschap, en
wat zal je er veel op rijden, denk er maar
om dat je het loopen niet verleert.
Beppy Zwierstra. Ik denk dat jij
iederen dag wel een Indische tante zou
willen zien, Beppy, vooral als ze je zoo
goed bedenkt als de tante die van den
zomer kwam. Wat een fijne dingen heb je
gehad, dat heeft je vacantie alleen al goed
gemaakt, en dan zal je even goed nog wel
een massa pleizier hebben gehad met spe
len en naar het strand en de duinen gaan.
ALS TWEE VECHTEN OM
EEN BEEN.
Mijn buurmans hond en onze poes
Dat waren goede maatjes.
Ze aten samen van een bord
En deelden zelfs de graatjes.
Eens lag er op het beestenbord
Een stukje visch, maar klein;
De hond die zei: „dat lust ik wel"
De poes die zei: ,,'t is voor mijn".
De hond die blaft en poesje blaast,
Toen gingen ze elkander slaan.
En in het heetst van het gevecht
Dwaalden ze bij het bord vahdaan.
Dat zag een hondje van de straat
En weet je wat die dee:
Hij at het heele bordje leeg
En 't vischje nam hij mee.
ANNIE WALBOOM.
VAN EN VOOR ANNIE WALBOOM.
De plaatsvervangende Kindervriend ont
ving onderstaand versje van Annie Wal
boom:
Beste vriend.
k Schreef dien vorigen Kindervriend
Van mijn reis, die niet zoo was.
Er stemden enkele dingen in,
Op het plaatje zien jullie een feestje
in het dierenrijk. Ja, ja een feest,
want Ilenkie, 't aapje, dat rechts voor
aan zit is jarig. Elf jaar is hij gewor
den en je kunt aan zijn gezicht wel
zien dat hij er erg „grootsch" op is.
Want elf jaar.... dat is voor een
aapje oud hoor.
Nu heeft hij, zooals ik al zei, een
feestje belegd. Daarop zijn bijna alle
dieren gekomen behalve het varken.
Die had geen tijd zei hij.
De dieren weten zich anders op het
feest van Henkie best te vermaken.
Nu (op het oogenblik dat dit plaatje
„genomen" is) zijn ze juist aan het
verstoppertje spelen. Twee olifanten,
Kareltje en Dirk hebben zich verstopt
en de anderen zijn aan het zoeken.
Maar het gaat niet erg snel, want de
olifanten hebben zich goed verstopt.
Weet je wat.... helpen jullie eens
mee. Kijk eens of je ze vinden kunt.
Ate je goed zoekt zal het best gaan.
Die ik uit boeken las.
Ik gebruikte deze dingen maar,
Daar 'k naar een rijmwoord zol
Mijn Vader zei mij echter nu,! RJ
Dat ik niet jokken mocht.
Ik hoop maar, dat u dezen keer
Mijn jokken zal vergeven,
'k Beloof dat, in 't vervolg, door mij
Slechts waarheid wordt geschreven.
Hij stuurt Annie het volgend
antwoord:
Lieve Annie, het is waar:
Jokken vind ik vrees'lijk naar!
En k ben echt erin gevlogen
Dat je ons hebt voorgelogen'
Over Zand- en Amersfoort:
Vader heeft gelijk, dat 's niet zooals 't
klioon
Maar er is toch, lieve meid, I
Nog een heel groot onderscheid,
Want jou jokken was een grapje,
In je geest deed je een uitstapje,
Toen kwam je in Zandvoort aan den
En zie je Annie, dan wil ik wel met je met
Aan echt jokken doen we niet.
Want dat geeft alleen verdriet,
Jokken doen geen flinke meisjes,
Maar wel in gedachten reisjes
Al was het heel naar Afrika,
En, Annie, ik reis je dadelijk achterna!
(een vervolgverhaal voor jongens)
door
ESSAY.
TWEEDE HOOFDSTUK
Het was op den vooravond van Ie
vertrek naar Elsbosch.
In het huis van de familie Verdi
heerschte een groote drukte en hijs
had ik geschreven een algemeene wan
orde. De jongens gingen „op reis" et
van dat feit was iedereen onder den in
druk. In het midden van de slaapkamer
stond vaders bruin lederen koffer reeds
voor de helft gevuld met allerlei dingen
die de jongens zeker „noodig" zouden
hebben op hun „buitenverblijf, zooals
vader het deftig noemde. Nu zalen er
in die koffer ook wel eenige dingen,
die nu niet zoo heel erg noodig waren.
Dat was de schuld van de jongens, d;e
a! hun heerlijkheden naar Elsbosch mee
wilden sjouwen. Zoo wilde Henk zijn
voetbalschoenen inpakken, maar daar
kwam George met groote beslist-hes
tegen op. Hij vond, dat die dingen
te veel plaats innamen en vroeg
zijn broer of hij soms dacht dat hij
leen naar Gelderland ging. En toffl
kreeg je natuurlijk een heel debat!
„Maar als we nu een freedikeetje ®et
de jongens van Elsbosch willen spe
lenzei Henk.
„De jongens in Elsbosch voetbalen
niet," verklaarde George beslist, terwiu
bü zjjn inschuifbare hengel in de
fer legde.
„Ik zou wel eens willen wet®
om niet," kwam Henk weer. „Ah® j?
geus op de heele wereld voetbad n,
anders zijn het geen jongens."
Daar kon George eigenlijk weirug
tegen inbrengen. Hij was namelijk^
leen tegen het meenemen van
avi ïuüüiiviuv*» A0
schoenen of „turftrappers"» f0081' r
vakterm luidde, omdat er dan
plaats zou overblijven in de kofie
zjjn boek met postzegels mede te n
Daarom zei hü maar: „Er zijn nie
jongens in Elsbosch, tenminste
jongens waarmee je kunt voet
Je moet niet vergeten jö, voegde
aan toe, terwijl hji zijn stem tot ee
heimzinnige lage klank liet daie
we daar midden in de bosschen n
stilte zitten. D'r wonen daar bjjn»
menschen, zie je. „We zitten e'^KJ
zoo'n beetje van de bewoonde
afgesloten
wad' 1
nenx was er dadelpK „ui yu.nffi-
hij had een geweldig aantal
boeken verslonden. in
»,Er zjjn misschien wel nen
Gelderland. Van die BosoMïff2j{p-
of zooietsveronderstelde
heimzinnige fluistertoon, maaT ujoot
maakte een einde aan het g<«Pr
plotseling te zeggen: ty'ib
„Je bent geloof ik niet lekke -
den in Gelderland. Ze zullen ie 8
komen...."