hei r binnenhof! |®week. ■'kroniek Nog meer persoons-wisseling. - Instal latie. - Het groot politiek debat. - Nieuwe griffier. schappen en gemeenten (waaronder ook Den Helder) beschikbaar gesteld en die thans de muren van de Statenzaal, de koffiekamer en anti-chambre sieren. In de groote zaal hangt, achter de tafel van Ged. Staten het groote tapijt door Amsterdam geschonken. Rondom treft men dan een aantal kleinere tapijten aan, allen met ingeweven wapen van de goedgeefsche schenksters, de gemeen ten Alkmaar, Den Helder, Bussum, Haarlemmermeer, Hilversum, Hoorn, Zaandam en Velsen. De ontwerper van deze moderne gobelins de kunstschil der Arondeus bereikte, in samenwer king met den uitvoerder J. F. Semep, die in zijn ateliers voor handweefkunst in Den Haag aan een en ander onge veer een vol jaar werk had, ongetwij feld een fraai geheel. Men heeft thans voor de, ben ik goed ingelicht, 32 mille, die de restauratie en aankleeding van dit centrale vertrek van heel ons pro vinciale leven kostte, inderdaad iets schoons en de koude, min of meer ka- rakterlooze zaal werd met de warme kleuren en decoratieve motieven die deze gobelins er in brachten, en die goed harmonieeren met het meubilair, de gordijnen en de vloerbedekking, ge maakt tot een vergaderzaal de Staten en de gemeenten uit ons gewest waar dig. De erfgooiers, oftewel „Stad en Lande van Gooiland", het Hoogheem raadschap Noord-Hollands Noorder kwartier en nog een groot aantal ge meenten zorgden voor de wandkleeden in koffiekamer en anti-chambre die voor rekening kwamen van Chr. de Moor als ontwerper en mevr. Laman Trip met haar weefschool, als uitvoer ster. In tegenstelling met Arondeus, die, met zqn ontwerpen een geheel eigen weg bewandelde, sloot de Moor zich meer aan bij de oude, Middeleeuw- sche gobelin-traditie. Maar ook hij kwam in zijn werk, dat dichter en vlakker van kleur en meer naïef van compositie is, tot voortreffelijke voorbeelden van wat onze moderne kunstnijverheid vermag. Men kon, in ons land vooral, den laatsten tijd spreken van een zekere herleving van de z.g. ambachts- en nijverheidskunsten en daarbij wijzen op hetgeen een aantal moderne kunstenaars reeds op het ge bied der glas- en muurschilderkunst hebben tot stand gebracht. Weinig voorbeelden stonden ons daarentegen tot nu toe nog voor oogen van het moderne wandtapijt. We hebben er nu, in dit Provincie gebouw, enkele gelukkige stalen bij ge kregen, stalen die doen zien dat ook het oude ambacht der handweefkunst, eens van ons land, vooral in het Zui den, een der glories, aan het her leven is. Naast deze gobelins wordt, zooals gezegd, dit Provinciaal tehuis nog een groot aantal andere geschenken rijk, zooals daar zijn lichtkronen, glas in loodramen, banken, schilderijen, statie-klokken, en wat niet al Is alles binnen, dan zal er, alhoewel reeds thans het gebouw in gebruik is, nog een „officieele opening", ter ge legenheid van een avóndreceptie plaats hebben, waarop de vertegenwoordigers der betrokken gemeenten en instellin gen zullen worden genoodigd. Dat zal dan misschien zoo omstreeks St. Ni- colaas zijn. En velen zullen dan waar- schijlijk al het schoons dat zij te zien krijgen als een aangename verrassing van den goeden Bisschop ondergaan.. I „De Bisschop" en „Flora". „De Bisschop", nu niet de Sint uit Spanje, maar de café-ruïne waar mede we zoovele jaren op den hoek van Dam en Damrak opgescheept zaten, ook aan hem gaan we bin nenkort, alhoewel het scheen dat het nooit meer zou geschieden, weer iets doen. Ditmaal dan gelukkig op afdoende en definitieve wijze. Men is thans, eindelijk, van gemeentewege in onderhandeling met gegadigden ge treden teneinde het terrein dat na af- 1 braak vrij komt, in erfpacht uit te [geven. Wat er tenslotte aan nieuw bouw zal verrijzen staat natuurlijk nog niet vast; dat moet voorloopig nog een j verrassing blijven. Maar wat er ook komt, het zal in alle geval beter zijn dan de tegenwoordige lugubere, dood- sche ruïne, zelfs al wordt het ook thans weer een broeken-paleis. Een soort St. Nicolaas-verrassing voor groote menschen, men ziet het, zelfs zij blijven dit jaar niet hee- lemaal onbedacht, mag de weder opbouw van het destijds afgebrande „Flora" in de Amstelstraat heeten, dat men in zijn oude glorie van variété theater hoopt te herstellen... Het is wel zeker dat er in Amsterdam, ook al zijn de tijden voor het tooneel en voor de amusementsbedrijven zeker niet rooskleurig, voor een echt, „ouderwetsch" café-chantant, met af wisselende, korte „nummers", zon der het programma voor een deel vul lende revue's, films, enz. plaats is. En men kan de exploitanten die het thans aandurven „Flora" weer te doen herrijzen bij voorbaat succes voor spellen mits zij zich ook angstvallig aan het zuivere café-chantant-karakter .houden. „Flora", het woord staat onder groote kringen Amsterdammers nog altijd voor de populaire uitgang bij uitnemendheid. En ook die omstan digheid kan aan het, nieuwe, succes ten goede komen! I. OP EN OM I St. Nicolaas en de tijdsom standigheden. Die verrassingen zullen overigens, naar het zich laat aan zien, dit keer in het particuliere leven.... vrij schaarsch zijn! Anders bereiken ons, tegen dezen tijd van het jaar, langza merhand de berichten van het gereed maken van het schip waarmede de Sint gewoon was vanuit Spanje tot ons te komen. Deze keer blijven die berich ten uit.... Wat men wel hoort ïn tallooze familie-kringen, is: we doen dit jaar niet aan St. Nicolaas.... En ook, in even tallooze winkelierskringen we slaan dit jaar niet voor St. Nico laas inT°ch zal, daar kon men zeker van zijn, vaart ook ditmaal de „stoomboot uit Spanje" naar ons land af en tegen dat 5 December naakt zullen vele families en winkeliers tegen hun aanvankelijk voornemen ln' iets gaan doen voor den Kindervriend' Onder het, ten dezen alleszins ge rechtvaardigde motto: „de kinderen kunnen er immers niets aan doen dat de groote menschen-maatschappij in de., put is geraakt; zij mogen er pas in de allerlaatste plaats onder te lil den krijgen!" Den Haag, 5 Nov. Wederom heeft een Tweede Kamer lid tusschentijds zijn mandaat als Volksvertegenwoordiger ter beschik king gesteld. Ds. Lingbeek, de „enke ling" van de Staatk. Geref. Partij in ons Lagerhuis, heeft een beroep naar I Urk aangenomen, waardoor hij krach- tens de geldende bepalingen bij de Ned. Herv. Kerk genoodzaakt is, als j Kamerlid ontslag te nemen. Men weet, de heer Lingbeek heeft zich gedurende den tijd, dat hij zitting jhad in het Lagerhuis, vooral doen ken nen als een hartstochtelijk anti-papis- tisch gestemd man. ook als felle tegenstander van de voormalige Recht- sche Coalitie. In die laatste hoedanig- 1 held kwam hij herhaaldelijk in botsing j met dr. De Visser, die zijn collega-pre- dikant vaak op zeer scherpe wijze be streed. Ds. Lingbeek is eenigen tijd lid j van den Haagschen Raad geweest. Toen trok hij zich terug naar het lan delijke Barneveld. Zelden mengde hij zich nog in het parlementair debat. En thans zal deze politicus-theoloog zich, gelijk reeds aangestipt, ge heel gaan wijden aan zijn kerkelijk herdersambt. Dinsdagmiddag j.1., vlak vóór den aanvang der Algemeene Beschouwin gen over de Rijksbegrooting voor 1932, zijnde het groot-politiek debat is ds. Faber, de opvolger van den heer Kleerekooper in de Kamer geïnstal leerd. Hierbij deed zich het bijzondere voor, dat de heer Faber, lid van de S.D.A.P., den eed aflegde. De nieu we afgevaardigde verzuimde, daarbij de twee voorste vingers van de rechterhand op te steken, zoodat hij ten tweeden male, nu in den juisten vorm moest zweren. Iets, wat daar eed afleggen nu juist geen „dagwerk" is, den beste kan gebeuren De eerste dag van het groot-politiek November-debat-1931 is op bijzonder vroeg uur, 't was kwart over vieren toen de zitting werd verdaagd, - ge ëindigd. Wat het gevolg hiervan was, dat de sprekerslijst nadat ir. Albarda, de heer Braat en de heer Floris Vos hadden gesproken, was „uitgeput". Wel stond dr. Colijn druk met den Presi dent te spreken, wat het vermoeden wekte, dat de leider van de anti-revolu- tionnaire fractie aan de spreekbeurt was gekomen, maar de heer Colijn liet zich niet inschrijven. Zooals steeds, waren ook nu voor de Algemeene Beschouwingen alle ministers aan de groene tafel present. Exc. De Graaff versohen in de zaal toen ir. Albarda al een uurtje had ge redevoerd. 't Ligt voor de hand, en de heer Albarda wees daar dan ook op, hoe de qitvoerige behandeling van de crisis interpellatie, zoo kort geleden door dr. Van der Tempel uitgelokt, een be duidend brok van hetgeen met de Re geering over de heerschende crisis en haar oorzaken zou verhandeld worden, had uitgeschakeld. Toch restte er nog heel wat vooral t. o. van hetgeen minister De Geer's gestie betreft, m lu.i het groot-politiek debat te-berde hJET."1WI1, 80110011 het vervallen in ting van pas-vernomen bespiege lingen daarbij schier onvermijdelijk zal blijken! Ir. Albarda zoekt de oorzaken der crisis, ons nu teisterend in het kapitalistische stelsel. Voor het be toog, dat hij gebruikte om deze thesis toe te lichten, verwijs ik naar het ver slag. Het tegenwoordig proletariaat, - aldus de soc.-democratische leider, dat het besef van zün hoogere waarde en van zijn kracht heeft, verdraagt de armoede niet. Wat niet beteekent voegde de heer Albarda erbii, dat wanneer men de boeken overlegt, hier of daar de arbeiders ontoegankelijk zullen zijn voor een bewijsvoering, dat door een verlaging van loon in een be paald bedrijf de werkgelegenheid zal toenemen. Welke woorden den heer Wijnkoop deden uitroepen: „Ga dan maar naar huis!. Ir. Albarda wil niets weten overi gens van loonsverlaging, waartoe de Regeering het voorbeeld geeft. Even min begrijpt men van korting op de salarissen der ambtenaren en van vermindering der Rijks-uitkeering aan de gemeenten. Nederland's financieele positie ziet de afgevaardigde niet zoo heel pessi mistisch in. We hebben de belangrijke overschotten van vroegere dienstjaren, de handels-balans is vrij gunstig. Voor inflatie behoeven wij momenteel niet beducht te zijn. Voor panischen angst is geen reden. Ir. Albarda gaf toe, dat het streven moet zijn naar: het sluitend maken vdn de Begrooting. Zeker, maar niet volgens de denk beelden van de Regeering! Wel gaat ir. Albarda accoord met het gebruiken van saldi uit vorige jaren, alsook met bezuinigen op de defen sie-uitgaven en de benzine-belasting. Maar overigens noemde hü drie mid delen tot versteviging van ons Budget, namelijk: gebruik der saldi van vóór 1929, sterker besnoeiing op de Defen sie-uitgaven, een crisis-belasting. De militaire uitgaven moeten met 25 pet. omlaag. De heer Albarda maakte een motie aanhangig, waarin dat „deside ratum", deze wensch, vervat is. De cri sis-heffing wil hü gieten in den vorm van een tijdelijke verhooging der In komsten-belasting. Eindelijk betoogde de soc.-democratische woordvoerder, dat waar Vader Staat ten plicht heeft het bedrijfsleven, de gemeenten, Indië te steunen, de Regeering moet over gaan tot een leening met „stok achter de deur", dus: een gedwongen lee ning. Uit de rede van den Plattelander Braat teeken ik slechts aan, dat hü, zich op verwoede wijze kantend tegen een benzine-belasting, o. a. de Kamer in allervroolükste stemming bracht door uit te roepen, dat de Regeering deze „op satyrische wijze" heeft verde digd. Vermoedelijk wilde de afgevaar digde iets als „demonisch" zeggen. Wii leven veel te hoog!, riep de Plattelander uit. Hü wil veel minder ambtenaren, en korting van des noods 20 pet. en meer op de salarissen, vooral de hoogere ambtenaren zijn er zat te krijgen!, aldus de heer Braat, in dezen tijd willen er wel duizenden, kilometers op hun knietjes voortkrui pen voor een baantje van 1500! De Plattelander wil besnoeiing op alle salarissen, te beginnen met de in komsten der leden van het Koninklijk Huis. Hij gispte 't, dat zoovele Kamer leden naast de 5000 vergoeding ook nog diverse andere inkomsten uit 's Rüks kas genieten. De Griffier heeft J 9000 'salaris, de commiezen-griffier der Kamer eventjes 6500. „Dat is geen salaris!" riep de heer Braat met stentor-stem uit, „maar een jaarlijk- sche erfenis! De dag werd besloten door een korte beschouwing van den heer Floris Vos, die o. a. bezuinging bepleitte op de uitgaven voor onderwijs en defensie, zich tegenstander betoonde van ver- li oogir~ der Invoerrechten, alsook van bezuiniging op de Zuiderzee werken. De Kamer heeft in hare zitting van Woensdag 4 November allereerst mr. L. A. Kesper, den commies-griffier, met zoo goed als algemeene stemmen (59 en twee blanco's) benoemd tot opvolger van mr. dr. De Vos van Steen wijk als griffier. De heer Kesoer, die in 1917 benoemd werd tot adjunct-commies bü de bibliotheek der Kamer, daarna opklom tot commies-griffier als opvol ger van mr. dr. Van Sonsbeeck, die be noemd werd tot burgemeester van Breda, heeft een inderdaad schitte rende carrière gemaakt. Hii is nog geen veertig jaar. Met veel sympathie en vertrouwen ziet de Kamer dezen noj jeugdigen, vrijz.-democratischen jurist kenner van het Volkenrecht, de Grii- fiers-plaats innemen. De heer Kespe krijgt een taak te vervullen, waarvooi naast uitgebreide kennis en warme toe- wüding ook veel tact wordt vereischt. Het algemeen gevoelen is, dat Griffiei Kesper aan de gekoesterde verwachtin gen zal voldoen. In de zitting van 4 November j.1 heeft de opvolger van wijlen Nolens alt voorzitter van de Katholieke Kamer fractie, de oüd-minister «prof. mr Aalberse, voor de eerste maal in ziji kwaliteit van fractie-leider bij het groot politiek debat het woord gevoerd. Dt heer Aalberse, werd algemeen er kend, deed 't op heldere en pakkijdr wjjze. Voor den inhoud der rede-Aal- berse verwijs ik naar het verslag. Evenals voor hetgeen na hem door den president van de Vrijheidsbond- fractie, mr. Knottenbelt, en den com munist L. de Visser werd betoogd. Laatstgenoemde maakte niet minder dan zeven moties aanhangig. Die geen van alle werden ondersteund. Het betoog van mr. Aalberse gaf kijk op de nieuwste wenschen en voor nemens van de Katholieken. Niet zon der gespannen belangstelling zal wor den tegemoet gezien wat de ministers Ruys de Beerenbrouck en De Geer, laatstgenoemde vooral niet te ver geten! ook en speciaal daarop zullen antwoorden. Er zijn tal van onderwerpen waar over 't nu tusschen Regeering en Par lement tot klaarheid en overeenstem ming moet komen. Zelden of nooit? in onze parle mentaire historie, was het groot-poli tiek najaars-debat in de Tweede Kamer van zóóveel gewicht als nu. Van het verloop en de uitslag ervan hangt zéér veel af voor de naaste toekomst des lands en het welzijn van ons volk. Mijn eerstvolgende week-kroniek zal zeer waarschijnlijk daaromtrent wat meer klaarheid kunnen brengen. Mr. ANTONIO. Gevat. Toen de oude dame haar hoofd buiten de coupé-opening stak en vroeg aan een geuniformden jongen op het perron, waarom de trein stopte, meende dit jongmensch, dat hij zich wel een grapje kon veroorloven. De machine is gisteravond uit geweest, mevrouw, merkte hij op, nou heeft-ie dorst en moet 'n druppie watei hebben. O, krijgt-ie water? zei de orde dame. Nu, als u nog even wachten wilt, dan zal ik wel effe gaan vragen, o'ie soms anisette vandaag krijgt. Och laat dat maar. was het ant woord, geef je geen moeite. Ik zei 1 i maar zoo, omdat ik dacht, dat ze ge voerd werd met zoetemelksche pap. We gaan zoo langzaam, weet je. L: ventje!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1931 | | pagina 15