KAPITEIN KLAKKEBOS OP DE LEEUWENJACHT xxxxx Een tooverkunstje. De slimme bedelaar en de agent. De kenteekens van de auto's. n RAADSELS. X X gage en alle instrumenten. V» fj ston den daar heelemaal alleen in de wil dernis. Vreeselqke tijden waren dat! Ons eenig bezit was een doek, waarin we de diamanten bewaarden. Verder bezaten we samen één geweer en een zeer beseheiden aantal kogels. Ve moesten dus voorzichtig zijn met schie ten. Joe Barke, verreweg de beste schutter, die ik ooit heb gekend, schoot eiken dag één keer. En één keer raak. Altijd tuimelde het wild, of de vogel waarop hij had geschoten naar bene den en konden wij het beest voor ons maal gebruiken. Eenmaal schoot hij in een vlucnt vogels. Een groot beest tuimelde g troffen naar beneden en hoe het kwam weet ik nog niet ook een iva- raba viel vlak voor onze voeten'. L>ie was echter nog heelemaal gaaf. mo- als u weet is het vleesch van een Ka- raba niet te eten. Joe Barke wist den vogel zoo te bewerken, dat hij te be waren was. Ook kwam hij op het idee de buik van het beest op te vullen met diamanten. Ze waren dan in ieder geval goed bewaard! Laat ik kort zijn. Joe Barke is een ellendeling geweest. Op een nacht, toen ik lag te slapen, is hij alleen ver trokken. Met de Karaba en het geweer. Hoe ik, alléén, zonder geweer om me te beschermen tegen alle gevaren, in leven ben gebleven, begrijp ik nog niet. Het werd een geweldige „strijd om de kust", zooals ik het zou willen noemen. Maar ik heb dien strijd gewonnen. De ontzettende worsteling heb ik volbracht. Ik heb de kust be reikt. Daar was het leven minder slecht. Ongeveer één jaar bleef ik er. Toen kwam eindelijk een schip in zicht dat me oppikte. Ik moest echter met dat schip een wereldreis meemaken, en zoo kwam het, dat ik eerst vier jaren later thuis kwam. Mijn vrouw heeft me niet dadelijk verteld dat u is gekomen met een karaba voor mij. Ik hoorde het toeval lig eenige maanden geleden van haar. En dadelijk ben ik op zoek gegaan. In de buik van de karaba zitten de diamanten van professor van Gelder. Een kapitaal meneer! Een vermogen!" De verteller zweeg even en keek naar de karaba. Oom trad op den vo gel toe, sneed de buik voorzichtig open en haalde de diamanten eruit. Het was dus waar wat Stuivema had verteld! „Ga verder", zei oom. „Verder? verder? Er is geen ver der. Dat was mijn verhaal." Weer viel een zwijgen. „De moordenaar van professor van Gelder was...begon oom. „Joe Barke", vulde Stuivema haastig aan. „Ik hoop dat ze 'm gauw te pak ken krijgén. Hij verdient niets beters. En wat u met mij doet. ik verdien een hoop straf.... dat weet ik. maar... Oom onderbrkak hem. „Joe Barke is dood. Geen aardsche rechter kan hem meer straffen. En jij, Hendrik Stuivema, ik geloof dat jij berouw hebt van hetgeen je deed." Stuivema knikte en staarde naar den grond. .„Hendrik Stuivema," ging oom voort, „de diamnten zullen worden verkocht. En de opbrengst van die diamanten is voor de weduwe van den professor, die het niet al te breed heeft. En nu: door het raam ben je binnengekomen, door het raam ga je er ook maar weer uit. En gauw, voor dat ik van gedachten mocht verande- r6Even keek Stuivema stom verbaasd. Toen greep hü plotseling oom s hand, drukte die stevig en rende de gang op. De jongens konden hem nog door het raam zien verdwijnen. En, hoe was het nu in Elsbosch," vroegen vader en moeder toen de jon gens thuis kwamen. „Véél pleizier geyeel avonturen beleefd," verbeterde George. „Misdadigers gevangen," sprak Henk. „En weer losgelaten," lachte zijn broer. Vader en moeder begrepen er niets van. En daarom begon George precies te vertellen, wat er in hun vacantie te Elsbosch was gebeurd.... (Nadruk verboden). De electrische bouquet. Om dit kunstje te kunnen uitvoeren, knipt de kleine toovenaar voor de oogen van zijn publiek eenige stuk ken stevig papier in zoo mogelijk even groote, ongeveer 1 c.M. breede strooken. Men neemt de streoken nu in de hand aan het eind van den bun del. Dan houdt men ze voorzichtig bo ven een kachel of een andere warmte bron. Nu trekt men de verwarmde strooken meerdere malen door de droge hand, die men van te voren ook eenigszins heeft verwarmd. Strijkt men met die verwarmde hand nu een paar maal zooals ik boven reeds aangaf dan zullen de einden zich in de zonderlingste boch ten krommen. En in je vuist hëb je dan een mooie bos bloemen. Een aardige ruiker van.... papier! Probeer het maar eens. Het zal je zeker wel gelukken. (Nadruk verboden.) Verstrooide onderwijzer: „Alle kin deren, die niet aanwezig zijn, moeten even hun vinger opsteken zoodat ik ze in het absentenschrift kan op schrij ven." 1. Op de stoep zit een arme man. Een bedelaar zonder beenen. Hij zit in een wagentje, zien jullie wel? 2. Daar komt een rijke dame aan. Ze geeft den armen man een dubbel tje. In zijn hoed gooit ze het 3. Maar wat is dat? Daar staat een agent op den hoek. Er er mag niet ge bedeld worden op de hoeken der straten. 4. Nu zien we pas hoe de bedelaar ons heeft bedrogen. Hij heeft wèl bee nen. Ze zijn alleen verscholen in die put. En in het wagentje zit geen bodem! 5. Daar gaat hij er van door. Weer naar een ander gedeelte van de stad. Waar wél medelijdende dames en géén politieagenten zijn. Een slimmert. Rechter: Waarom hebt u den misda diger niet direct aangewezen? Getuige (gemoedelijk): „Och, ik dacht, laat ik maar liever wachten tot er pen hoo^e belooning wordt uitge loofd. Jullie zien dikwijls auto's op straat met vreemde letterteekens er achterop. En dan zouden jullie wel eens willen weten uit welke vreemde streken die wagens kwamen, nietwaar? Welnu, ik zal jullie een lijstje geven: Duitsohland D Monaco MC België B Nederland NL Bulgarije BG Ned.-Indië IN Denemarken DK Noorwegen N Danzig DA Oostenrijk A Finland SF Polen PL Frankrijk F Portugal P Griekenland GR Roemenië RM Gr. Brittannië GB Rusland R Britsch Indië BI Zweden S Ierland SE Zwitserland CH Italië I Spanje E Liechtenstein FL Tsj. Slowakije CS Litauen LT Hongarije H Luxemburg L Hier zijn dus de nationaliteitsaan duidingen der auto's. Als je dus nu een vreemde wagen ziet, dan haal je maar even de lijstjes uit je zak en je weet meteen uit welk land die vreem deling komt. (Nadruk verboden.) Oplossingen der vorige raadsels. Als er een schaap over den dam is volgen er meer. Schoorsteenmantel. III Fluitketel. Nieuwe raadsels. x x Op de kruisjeslijnen komt de naam van een vlug, slank diertje. Op de tweede lijn 'n tijd. Op de 3e lijn 'n hemellichaam. Op de 4e lijn 'n leng temaat. Op de 5e lijn 'n medeklinker. (Ingez. door G. M.) II Het geheel is een woord van zes letters en een heel leelijk iets, neemt men de eerste letter er af, dan is het een bloem, neemt men daar dan weer de eerste letter af dan blijft er een hemellichaam over. HL Welk spreekwoord staat hier? .e.e.-.e. .al. e. da. 6 6 6 O (Ingez. door L. V.) Goede oplossingen werden deze week ontvangen van: H. A., M. B„ A. B., M. B„ B. B., A. de B. te IJmuiden, J. B„ I. B., C. D., G. D., J. d. 1. F., M. G., N. v. d. H., L. H., T. v. d. H., A. J., A. K., J. K., T. K., N. K., H. K., A. K. te IJmuiden, K. en J. K. te Texel, A. v. L., S. en D. L., H. L„ A. M„ C.M., G. M., J. de M„ T. N., A. S„ J. S., C. v. S., L. v. S., A. v. S., M. T., A. T„ S. T., W. V., C. V., H. V., T. W., A. W., B. Z. en een zonder naam. Eigengemaakte raadsels ontvangen van: I. B. en D. L. door G. Th. ROTMAN. 27. De kapitein stuurde regelrecht op den Ei fl'el toren aan, om te vragen ?n Holl»naadl^eri0ht naar z'n zustei' in Holland wilden sturen om ziin bp 5ngSkavinoo0o-m^te Tklen- Maar P"' de heele schroef teg^6^?3'"' Z°°dat vaai-te in stukken gi^. y2ereü *e" v^e?machine zweefde schuin en kwam terecht bovenop de on de r»? of obelisk, die midden Deze ohpiia?e»de -la Concorde" staat. ..is afl-nmli^' z6i kapitein plechtig, Egyptische '"tem" ien <ler ''''"'yPPP'nJ'' lÖS we"! ih 1836 29. Nu, dat was buitengewoon inte ressant, en ze hadden er 'n prachtig uitzicht. Maar hoe kwamen ze er af? De steeds aangroeiende menigte op straat wist het ook niet. Tot opeens een der politie-agenten op een inval kwam. Hij had n.1. tusschen het pu bliek een ballonetjes-koopman ontdekt. 30. „Geef die ballonnetjes maar eens hier!"- zei hij en meteen had hij den heelen voorraad al te pakken. „Beta len!" schreeuwde de koopman. „Asje- r»rt '-er b-b ïp a'i'ift voorschot: de rest kun je op 't stadhuis halen!" njj den siakker 'n tik op z'n hoed gaf.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1931 | | pagina 17