^SFvSSSSB KERSTPOEZIE. Kerstgebruike... Waar worden de Kerstartikelen gemaakt Kerstklanken. Onder de Mistletoe. onpe,{feept,frS2,ÏÏee'W' *-• WmLT^br'waï^o.S Va" S" y Ü3 «■SJSVll "'hf - dat w De dichters van het kerstlied van vroeger en nu. Te allen tijde hebben kunstenaars de behoefte gevoeld om uiting te geven aan hun bewondering voor het groote gebeu ren, dat zich in den Kerstnacht heeft vol trokken. Naast de groote schilders Jan van Eyk, Brenghel, Rembrandt, Correggio e.a., hebben de diohters het als hun roe ping gevoeld om de geboorte van Christus in teeclere strophen te bezingen, en zoo zijn er een groot aantal kerstliederen ont staan. De meeste van deze kerstliederen zijn in den ouden tijd aan de pen van onze poëten ontsproten, in de 16e en 17e eeuw bloeide de poëzie van het kerstlied, niet alleen als huiselijk lied, doch tevens als kerkelijke hymne. Onze nationale dicht kunst heeft aan de verrijking van net kerstlied niet weinig bijgedragen, doen 11a de 17e eeuw kwam plotseling de ken tering. Na dien tijd kwam de stroom van kerkelijke poëzie tot rust en afgezien van enkele noviteiten heeft onze nationale poëzie nog slechts heel weinig vrucht ge dragen. De oorzaak van deze kentering kan ge zocht worden in de verandering, die in den loop der eeuwen langzaam maar zeker de mentaliteit van onze dichters heeft ge wijzigd. De gedichten uit de 16e en 17e eeuw gaven bijna alle uiting aan een diep ge meenschapsgevoel; stroomingen, zoowel kerkelijke als politieke, die onder het ge- heele volk leefden, weiden bezongen en de dichter nam dus, evenals bij de oude Grie ken, een belangrijke plaats in het gemeen schapsleven in. In den huiselijken kring werd hij besproken als een man van gezag, die eenzelfde, zelfs nog belangrijker, plaats innam als de politicus en de krijgs man. Het meest sprekende voorbeeld voor het gezag van den ouden dichter vinden wij wel in de vereering van de gedichten van vader Cats. Van Jiet gemeenschapsterrein is de diohter langzaam maar zeker door allerlei omstandigheden op den achtergrond ge drongen en meer en meer als zelfstandige persoonlijkheid in het leven komen te staan. Hij benutte niet langer de wen- schen, idealen en verlangens van het volk voor de belichaming van zijn verzen, hij was plotseling tot de ontdekking gekomen, dat zijn eigen zieleleven nog talrijke ge heimen rijk was. waarvan hij zich vroeger nauwelijks bewust was geweest. Zoo deed het individualisme in de dichtkunst zijn intrede; met de oude vormen verdwenen tegelijkertijd vele gewoonten en gebrui ken, die tot dusverre als criteria het ter rein der dichtkunst hadden begrensd. Hieraan is het eensdeels te wijten, dat de kerstpoëzie langzaam maar zeker ver dween, anderdeels waren er natuurlijk tal van tijdsomstandigheden, die het lot der kerstpoëzie hebben bepaald. De oude kerstdichters hebben de groote gebeurtenis ongeveer op dezelfde wijze be schouwd als de schilders; de een bezingt de voorgeschiedenis, de ander de geboorte zelve, terwijl een derde de komst der drie koningen als onderwerp voor zijn strophen heeft gekozen. Een typische uiting van de tweede cate gorie is wel het volgende vers van een öribekend gebleven dichter: Joze/ en Maria samen Naar het keizerlijk gebod In de stad van Davïd kwamen En geen plaats was hier voor God. David's Heer, de Heer van al, Vond zijn leger in een stal. Voor den hoogsten Heer der Heeren Wordt de laagste plaats bereid! Om ons needrigheid te leeren Wordt een stroobed hem gespreid. Ach dat zonder praal en pracht Hem de wereld nu niet acht! Onze groote nationale dichter van het Kerstlied is Joost van den Vondel geweest. Zijn liederen waren grootsch van strek king en rijk van klank, men vergelijke bijvoorbeeld het volgende vers met boven staande coupletten, die 'VV 'j e ei 1 s- vcudig van dictie, toch een d^evens waarheid in zich verborge Emanuel is nu geboren, zoo langk geleên. Den Vaderen belooft te voren Eer hij verscheen. Toen Gabriel de Maeght ontvoude In haar gebedecel De boodtschap die hem Godt betroude Een Goddelijk bevel: Aenhoorde dezo bloom dör Joodtscliap De maer en stont Verbaast voor zulk een bliide boodschap Uit 's Engel's mont. Naast Joost van den Vondel mogen wy zeker de volgende dichters niet vergeten: Revius, Stalpaert van der Wielen, Dirk van Herxen, zuster Bertken. Jan Albert Ban, Adriaan Poirters en zoo menig be kend en onbekend dichter. Van de Vla- mingen zijn ons het meest bekend: Guido Gezelle en Pol de Mont. Wü citeeren eeni- ge strophen uit een bekend kerstgedicht van Gezelle: Aanschouwt den Weg, de Waarheid en [het Leven, Die 't ballingschap en 't slavenjok verkoos, Om ons genade en vrijheid weer te geven, Die Adam's schuld in "t Paradijs verloos Van Oost en West.... Van de dichters van onzen tyd moet men zeker P. O. Boutens of Leopold citee ren. By Leopold vinden wü de zuivere naïeve traditie van het Kerstlied. Een van zijn liedjes luidt: Zij waren den dag zich moe gegaan Met zwoegen en met gezucht In den laten avond kwamen zij aan, In Betlilehem, het gehucht. Martha en Jozef liepen tesaam De donkere straten door En vroegen bij alle menschen aan En kregen geen gehoor. En hadden eindelyk in een stal Hunnen intrek genomen En zochten zwijgend zich terecht In dit hun onderkomen. enz. De beperkte plaatsruimte verbiedt ons om dit gedicht in zijn geheel te citeeren, doch de enkele strophen bewijzen, dat een strenge, traditioneeie eenvoud ons uit dit vers tegemoet spreekt. Over kerstpoëzie valt niet zoo heel veel te schrijven en men zou slechts een ieder dan raad willen geven om op den gewij- den avond de gedichten stil voor zichzelf te lezen. Die weerspiegeling van een feest in verzen zegt genoeg voor wie ze begrij pen wil. Vooral in Duitschland zijn er vele ge- bruiken aan te wijzen, die oiigetwufeU tot een heidenschen oorsprong zyn terug te brengen. Het Kerstfeest, dat vanu.t Home tot de Germaanschei vo'keren kwam, valt in den heiligsten tijd der Gei manen. Geen volk van het Zuiden meit zy 1 'ren hemel en zijn heerlyk zacht Wimaat leefde zoo innig verbonden me Woriln op zijn acht-beenig wit paard door (lebanden begeleid door zijn gemalin Berchta en gevolgd door een woest leger. De heilige vuren vlamden dan hoog op, hrtndende wielen werden van de heuvels „aar omlaag gerold en fakkels verlichtten alle velden. Het haardvuur, dat tevoren zorgvuldig was uitgedoofd, werd dan op nieuw aangestoken. In de middeleeuwen werden nog op talrijke plaatsen kei stvu- ren gebrand en nog lang is er van een „kerst- of Julblok" sprake. StilU Nadii In verschillende landen. Kerstzeden., kerstgebruiken., welk een omvangrijk gebied zoowel in het ver leden als in het heden doemt als een mo- zaiek voor ons oog op. De herdenking van Christus' geboorte heeft, behalve in ge wijde spelen, in vele volksgewoonten haar weerklank gevonden. Aan volksgewoonten is veelal een eigen aardige geschiedenis verbonden. Zy weten zich met een verbazingwekkende stand vastigheid en taaiheid van geslacht op ge slacht te handhaven en verliezen maar zelden iets van hun oorspronkelijke kleur, zoodat het thans nog mogelijk is om veler lei gebruiken den aard en den «mest van de volkeren van eeuwen her te bestudee- ren. Vele Kerstgebruiken stammen bij voorbeeld van heidenschen oorsprong en zijn eerst eeuwen later door den ohriste- hjken godsdienst gekerstend. Toch is het heel moeilijk om precies den oorsprong te ontdekken en met.een oordeel moet men vaak heel voorzichtig zijn, geschiedkundige voorbeelden zijn er te over om te bewijzen, dat men niet zel den juist daar naar den heidenschen oor sprong zocht, waar deze in het geheel niet aanwezig was. Dat heidensche gebruiken in het Christendom zijn overgegaan, kan echter niemand loochenen. In de eerste eeuwen van het Christendom heeft de re ligie de volksgebruiken niet van zich af- gestooten, doch integendeel in zich opge nomen en daardoor als het ware de volks ziel in nauw verband met de diepe begin selen van den godsdienst gebracht. Be kend is bijvoorbeeld, dat zelfs de herden king van Christus' geboorte, het prachtige Kerstfeest, ontstaan is uit de heidensche viering van het Zonnefeest. Dit geschiedde bij de Romeinen, doch toen later de Ger- maansche volkeren tot het Christendom bekeerd werden, groeide eveneens uit de heidensche gebruiken de godsdienstige plechtigheden. ZOEKPLAATJE. Het kerstmannetje is op zoek naar zijn eigen kerstboom en heeft er blijkbaar een gevonden, die hem wel aanstaat. Hij weet niet, dat vier kinderen zich in de buurt hebben verstopt om naar hem te kijken. Kunnen jullie de vier kinderen vinden ommegang op Kerstavond. Meestal nemen aan dergelijke tochten vermomde gestal ten deel, die van huis tot huis trekken en aan de bewoners een kleine gift vragen. Niet zelden worden op dergelijke omme gangen baldadigheden bedreven. Dit oud en van oorsprong onschuldig vermaak is in de meeste plaatsen ontaard in een aan eenschakeling van schelmenstreken, die Een typisch Duitsch handwerk. Neurenberg en Sonneberg de centra. Duitschland is althans op één gebied niet van zijn oude plaats op de wereld- Op zijn tocht door de bosschen had het Kerst mannetje een vreemde ontmoeting. Op de sneeuw vlakte was een hert hem achternageloopen en vroeg hem met kerstmis niet te vergeten. Als je nu netjes de cijfertjes met lijntjes verbindt, be ginnende met 1, dan zul je het hert zien ver schijnen. De tijd van de twaalf nachten is een tyd van vrede en het gebruik der heidenen was dus in treffende overeenstemming met „Vrede op Aarde" der Christenen. Voorts stonden deze dagen in het teeken der vreugde; gewerkt mocht er niet wor den en de meisjes wier spinnewielen niet rustten, werden door de godin Berchta bestraft. Een heidensch gebruik, dat later in ge kerstende gedaante door vele volkeren is behouden en bijvoorbeeld thans nog in Scandinavië en Engeland bestaat, was het aanrichten van feestmaaltyden. Dat ook dit gebruik hier en daar aanleiding gaf tot buitensporigheden, valt niet te betwijfelen en in enkele streken van Duitschland werd het woord „Weihnachten" zelfs veranderd in „Weinnacht". In Noord-Duitsohland heette de heilige avond vanwege den rijken maaltijd „Abend", wat zooveel beteekent als de avond van „de volle buik". Ook de kinde ren kregen een rijken en overdadigen maaltijd, dien avond mocht Iedereen zoo veel eten als hy zelf wilde. Het vee in de stallen en de huisdieren werden dan even eens goed bedacht en kregen behalve een overdadigen voedermaaityd, een lichtje voor de krib. In Noorwegen vergeet de boer in den Kerstnacht ook de vogels, die buiten zijn, niet en zorgt voor rijkelijk ge vulde voederbakken. De keuze der kerstgerechten is nogal verschillend. In enkele streken van Thu- ringen moeten bijvoorbeeld op kerstavond haring op tafel staan, in Saksen wordt op kerstavond haringsalade gegeten. „Wie dit gebruik volhoudt zal eens veel geld krij gen... In Silezië heerscht thans nog het gebruik om des nachts de tafel gedekt te laten staan, opdat de engelen zich kunnen spijzigen. In Stiermarken laat men des nachts de schotels met de gebruikte lepels staan. Valt er 's nachts een lepel op den grond, dan is de gebruiker van dezen lepel gedoemd om binnen het jaar te sterven. De populariteit van het kerstgebak is al gemeen bekend. Omstreeks 1400 werden er voor het Kerstfeest reeds groote, lang gerekte brooden gebakken. In een kerst preek uit het jaar 1593 is reeds van kerst gebak met diverse figuren. Nog thans is stollen sprake, peperkoeken en besuikerd het gebruik van kerststollen in den vorm van het Kerstkindje in Saksen algemeen bekend en zelfs in het armste huisgezin zal men deze op Kerstavond aantreffen. Dat ook dit gebruik van heidenschen oor sprong is, bljykt wel hieruit, dat hier de Germaansche goden en de heilige dieren eens uit deeg zijn vervaardigd en door de vrouwen in de tempels werden gebakken. Een bekend gebruik is voorts nog de niet alleen van den laatsten tyd zijn. In j markt verdrongen: het heeft de eenige een oud geschrift kunnen wy nog lezen: kerstindustrie van beteekenis in de ge- „De heilige avond wordt door den omme- j16ele wereld. De artikelen, die het geheele gang een heidensche tier- en drink- |jaar <ioor vlijtige handen worden avond." Veelal eindigt een ommegang in gemaakt, gaan eenige weken voor Kerst een algemeene scheld- en vechtpartij, aan J n)jgj zorgvuldig in houtwol verpakt, naar den eenen kant de geplaagde burgers en alie' wereiddeelen. Dat deze industrie el ders nog niet met succes nagevolgd is, komt doordat ondanks alle rationalisatie handenarbeid de hoofdzaak gebleven is, waardoor de artikelen een eigenaardigheid en een persoonlijk cachet behouden, dat niet te imiteeren is door burgers van een ander land en zelfs niet door de Duit- schers zelf, voor zoover zij buiten de cen tra dezer industrie wonen. Door hun pri mitieve arbeidstoestanden zyn hier dus tal van menschen werkzaam gebleven in een land, waar overigens de werkloosheid verontrustend is toegenomen. aan den anderen kant de vermomde bel- hamels, die avonden lang de bewoners treiteren met „belletje-trekken", kinderen schrik aanjagen, „ruiten-tikken" en wat dies meer zy. In Holstein is het evenals in vroeger jaren bij ons op Sinterklaasavond nog de gewoonte om met den rommelpot rond te gaan. Dan wordt in Duitsche woorden het liedje gezongen, dat bij ons bekend is als: Rommelpottery, Rommelpottery, Geef mij een centje, dan ga ik voorbij. Doch wee den armen bewoner wanneer deze de kleine gift weigert. In dezen zelfden geest zyn dan bekend de ommegangen van de drie koningen. Dit is geen specifiek kerstgebruik en zou eigenlijk pas op 1 tot 5 Januari plaats moeten vinden, doch in Brabant ziet men ze op sommige plaatsen met lampions De centra. Ideaal zijn hun levensomstandigheden daarom niet. In meer normale tijden valt dit sterker op dan nu, waar de menschen al blij zyn, dat zij hun brood kunnen ver- langs de huizen trekken en hun liedje di«"en- Men ka" hoofdzaak drie indus I-k, 1 nnl AAntnn A«rlrtnonV» nirlom nnpün hnnrf zingen. In den Kerstnacht Hoe vredig was die roerloos-stille nacht, bij 't zilveren licht van 't lachend maneglorenl Hoe heerlijk moet dat zijn geweest, dat zacht gezang dier lieflijk ruischende Englenkoren! i De herders hielden bij hun kudden wacht; dan eensklaps treft der engelen lied hun ooren, en bij die wonderschoone hemelpracht, klinkt door het veld: Uw Heiland is geboren. De adem Gods voert hen geruischloos mee, al deinend, door het laaggelegen dal, want Hij waakt over 't witgewolde vee. Dan zien zij in dien stil-verlaten stal Gods ééngeboren Zoon, die licht en vree kwam brengen in dit donkere heelal. De wijzen uit het Oosten. De nacht bloeit weder, ademloos en' teer, en iedere murmeling wordt zwaar gewogen, als ginds die ster, uit 's hemels reine sfeer, opsprankelt aan de wijde hemelbogen: De Oosterwijzen knielen zwijgend neer, want in dien verren, onbegrensden hooge zien zij, als bode van den Opperheer, die vreemde lichtster met ontroerde oogen. Zooals die ster in 't wazig avondmeir met fijne sluimerwade wordt omweven, zoo dale in mij uw zoete vrede neer. O, Heiland, bron van 't eeuwig hemelleven! door U verschijnt een nieuwe daagraad weer, een nieuwe aard met sappig-groene dreven. T. J. Dekker. trieele centra onderscheiden: Neurenberg, waar speelgoed gemaakt wordt met behulp van machinerieën, Sonneberg, waar de speelgoedindustrie bijna uitsluitend dryft op handwerk en het Thuringerwoud, waar vooral Kerstboomversieringen worden ge maakt. Hierbij doen zich ernstige wantoe standen voor. Het is wel algemeen bekend, dat glasblazen zeer ongezond is, doch met het glasblazen is men er niet. Terwyl do man de voorwerpen blaast, is de vrouw bezig met het kleuren of verzilveren ervan en na schooltijd helpen de kinderen met het inpakken der afgewerkte artikelen. De vrouw verzilvert de glazen bollen en an dere versierselen, door uit een diepe kom heet water met een zilverige stof erin op te zuigen in een glazen buis met een bol letje halverwege. Als de vloeistof bijna haar mond heeft bereikt, houdt zij het boveneinde van de buis dicht met haar vinger. Het ondereind wordt nu in een voorwerp geplaatst, dat verzilverd moet worden, de vinger wordt opgelicht en de glazen bol is bijna oogenblikkelyk geheel verzilverd. Het schijnt niet mogelijk te zyn, de vloeistof anders dan met den mond op te zuigen, doch dit is zeer slecht voor de tanden; de vrouwen der glasblazers hebben dan ook slechts gele stompje* over. Zi,i berusten hierin echter zonder er veel over na te denken. Het werk van één gezin. Een echtpaar met één kind om te hel pen bil het inpakken levert dagelijks on- geveer 40 dozijn voorwerpen af van de kleinste soort en ongeveer 25 dozyn van de grootste. Daarvoor moeten zij echter 12 of 13 uur per dag werken, wat by den arbeid in het gezin ook regel is. Slechts '"de kleine fabriekjes, die met gehuurde arbeidskrachten werken, wordt de 8-urme werkdag in acht genomen. Daar wordt ook geen kinderarbeid toegestaan, zooals in de gezinnen nog geregeld voorkomt. Het is wel verboden by de wet, doch dat herin neren de ouders zich pas, als men pp,' foto van de werkkamer wilmaken. De v diensten van een gezin bedragen op d °r' wyze 6 mark per dag. Toen de familie rfn tafel ging, bleek het beroep nog een an der nadeel te hebben. De vader at staande" omdat hij zoo nog het beste uitrustte. Hij zat den geheelen dag bij het glasblazen- de glasblazers krijgen dan ook vroeg last van rheumatiek. In Sonneberg, waar de speelgoederen nog grootendeels met de hand gemaakt worden, heeft men eveneens gezinsarbeid en kinderarbeid, doch het werk is tenmin ste niet op zichzelf schadelyk voor de ge zondheid. Hier worden b.v. door de vrou wen, die de speelgoedindustrie als bijver dienste beschouwen, groote manden half afgemaakte poppen van de fabriek afge haald. Zij doen één bewerking eraan en brengen dan de heele mand weer terug naar de fabriek, waar een andere vrouw de poppen in ontvangst neemt voor de vol gende bewerking. Het grootste bezwaar is, dat al deze stukwerkers en zelfs de fabriekjes niet rechtstreeks leveren aan de groote exporteurs, doch dat er een ge heel tusschenhandelsysteem bestaat van opkoopers. In Neurenberg, waar meer machinaal gewerkt wordt in grootere fa brieken, bestaat dit bezwaar niet in die mate, al is ook daar het opkoopers-systeem nog lang niet uitgeroeid. Mechanisatie. De mechanisatie te Neurenberg ge schiedt niet op zoodanige wyze, dat de waren daardoor minder aantrekkelijk worden voor het publiek. Nog steeds be- heerscht de Duitsche industrie op dit ter rein de wereldmarkt, al is de uitvoer nog niet geheel teruggebracht op het peil van vóór den oorlog. Toen in die jaren geen artikelen uitgevoerd konden worden, int- stond er in vele landen een zelfstandige speelgoedindustrie, vooral de fabricatie van mechanisch speelgoed in de Veree- nigde Staten moet in dit verband vermeld worden. De uitvoer uit Duitschland heeft echter nog de aanzienlijke waarde van 121 millioen mark of 72 millioen gulden. Door deskundigen wordt de Duitsche speel goedindustrie een nog betere toekomst voorspeld, omdat er algemeen by het pu bliek waardeering bestaat voor de paeda- gogische waarde van dit speelgoed, dat een rijkdom van frissche ideeën vertegenwoor digt en natuurgetrouw is. dat alles is wat je voor me kunt doen, dan is liet verloren moeite dat ik je alles ver teld heeb." Hij liet zich weer op den divan vallen en vervolgde: „Kijk eens, Violet. Clinton is dol op je. Ontken het maar niet-, iedereen die oogen heeft kan het zien. Begrijp je nu wat ik bedoel? Als je belooft met hem te trou wen, zal hij zijn mond wel houden." Violet sprong uit haar stoel; haar ge zicht gloeiend van verontwaardiging. „Hoe durf jel" riep ze uit. hoe durf je! Waarom moet mijn leven bedor ven worden omdat jij Hij maakte een hulpelooze beweging. „Zie je nu wel dat je het niet ernstig meent dat je me wilt helpen", zei hy met droef verwyt in zijn stem. Er was in de verslagen figuur van haar broer iets, dat haar diep trof. Was het de stemming van het naderende Kerstfeest, die haar week en licht-ontroerbaar maak te? Ze ging op haar broer toe en nakte hem by den arm. „Wacht Harry", zei ze. „Laat me even fladenken. Maar waarom vroeg je me niet eerder te helpen. Vader zou je misschien het geld wel gegeven hebben." „Ik geloof er niets van. In ieder geval, ik koos den anderen weg. Ik was gek, dat geef ik toe, maar niemand scheen om mij te geven. Ik ben altyd een soort verschop peling geweest, altyd alleen; ik geloof dat het wel anders was geweest als moeder niet gestorven was. Vader heeft liet nooit op my begrepen gehad, misschien omdat moeder stierf toen ik geboren werd. Of omdat ik net zoo plomp en grof ben als hij zelf en niet zoo'n aristocraatje als jy. Maar is dat m ii n schuld?" Zijn gezicht was een oogenblik kramp achtig verwrongen. Violet vol diep mede lijden, begreep hem voor het eerst van haar leven. Zij stak haar hand uit en greep de zijne, die bevend naar haar uit gestoken werd. Als kleine kinderen zaten zy een poosje zwijgend hand in hand en toen Violet begon te spreken, was het .ïeugdjg-vroolyke uit haar stem ver dwenen. „Luister Harry", zei ze. „Ik zal doen wat ik kan om je te helpen! Ik wilde dat we elkaar altijd beter begrepen hadden. Maar nu zal ik doen wat ik kan terwille van jou en van vader." Haar stem brak in een snik. na^ "aaf d« deur, onhandig, zonder Hü onenflft a ^iken di«P beschaamd. heerschte een echt fcc«i^r-i 1,®? en er stem™ine. D. iïmïT'Z kSmiMfMr"11 hS p,1''"1™ rare Kerstmis sieer. Hugh Clinton had den heelen avond het gezelschap van VinW Alcott gezocht en eindelijk had hij genheid gevonden haar mee te nemen naar een rustig hoekje en had hy haar gezead wat hii sinds weken op het hart had. En zij had het antwoord gegeven dat hy zoo vurig begeerde en dat Harry van schande moest redden. Haar ziel kwam in opstand want, ofschoon ze tegen den strengen, koelen Hugh Clinton met respect opzag; ze re..liseerde zich dat ze hem niet aannam uit de volheid van haar hart, maar met een bijoogmerk. En Hugh, van zijn kant, in de volheid van zijn geluk, ontveinsde niet, dat er een zekere koele gereserveerdheid was in het meisje, dat zoo juist beloofd had zijn vrouw te zullen worden. „Je behoeft niet zooveel van mij te hou den als ik van jou houd", zei hij een beetje aarzelend, maar ik zweer je, dat er een tijd zal komen, dat je van my houden zult." Hij verlangde ernaar om haar in zijn armen te nemen om haar te kussen; maar hy ging rustig naast haar zitten en legde zijn hand over de hare, die in haar schoot lagen. By deze aanrakhfè schrok ze op en het ontging hem niet. „Je bent toch niet op een of andere ma nier gedwongen?" vroeg hy. „door je va der misschien?" Ze schudde het hoofd. Maar inwendig vroeg Violet zioh af of het niet beter zou zijn om hem alles te zeggen; zichzelf en Harry aan zijn genade over te leveren. Maar hij begon weer te praten en daarmee verdwenen haar vage voornemens. „Je vader zal, geloof ik, blij zijn, dat wy gaan trouwen", zei Clinton langzaam. „Hy sprak er my over toen hy merkte, dat ik van je hield. Hy heeft je toch heusch niet °P de een of andere manier geforceerd?" violet maakte haar handen vrij van de ?ine". en zat rechter op. Zy moest haar rol beter spelen. ik"X!|'f er-Z?U me niet 401 iets dingen dat ze^-oorf eCn k°rt 8t,lrwÖgen en toen ging „Wat ik voor .je voel is op bet oogenblik misschien meer respect dan liefdef- Ik ken je nog maar zoo kort maar ik voel dat je gelijk hebt en dat ik mettertijd veel van je zal gaan houden. Maar je wilt toch niet zoo heel gauw trouwen? Vooreerst zeker nog niet? Ik moet eerst aan de ge dachte wennen." Hij schudde zyn hoofd, verbaasd en te leurgesteld, maar hy wist tenslotte zoo weinig van vrouwen af en hy eerbiedigde wat hij als beschroomdheid beschouwde. „Wanneer je wilt. Ik zal probeeren niet veeleisohend te zijn. Ik zal je zelfs niet vragen mij een kus te geven." „O, neen!" Zy schoof een beetje achter uit, hevig kleurend. Toen, als in een plot selinge ingeving, waarvan zij zich geen rekenschap gaf, ging ze dichter naar hem toe en hield als een kind haar gezicht naar hem op. Hü bukte zich en kuste de half afgewende wang heel zacht, terwijl hij zijn vuisten krampachtig samenkneep. Hugh bracht het meisje op haar verzoek weer naar het gezelschap terug, maar ze voelde zich te bezwaard en te bedrukt om het lang tusschen de vroolijke, feestelijk gestemde gasten te kunnen uithouden. Ze vroeg haar vader haar mee naar huis te nemen ze was moe en had hoofdpijn, zei ze en John Alcott, die van Clinton het nieuws gehoord had, verklaarde de agitatie van zijn dochter daaruit. In de auto, die hen naar huis bracht, gaf hij zyn groote ingenomenheid met de verloving te kennen, dat was het mooiste kerstcadeau, dat Violet hem had kunnen geven, zei hy. Ook Hugh Clinton bleef niet lang, een half uurtje na Violet's vertrek ging' ook hij heen en door den killen nacht ging hy te voet naar zijn huis terug, jn ernstig e- peins verzonken. Hy was diep gelukkig dat Violet hem had aaygenomen, maar haar koele terughouding wierp een don kere schaduw over zijn geluk. Wat kon het meisje toch hebben?, vroeg hii zich tel kens met een beklemd gemoed af. Nog steeds in gedachten li«P "tl "e stoep op en stak den sleutel in de voor deur, ging zijn stille huis door naar zijn studeerkamer, waar hy meestal zyn een zame uren sleet. De bedienden wachtten nooit op hem. Het licht was op toen hy binnenkwam en uit een gemakkelyken stoel stond iemand op om hem te begroe- j ten. Tot zijn onuitsprekelijke verbazing was het Harry Alcott. „Zoo, Alcott, ben jy het?" vroeg hy, op den jongen toeloopend met uitgestoken hand. Maar Harry deed of hij die niet zag; hy had zyn handen diep in zyn zakken, zijn gezicht was vaal, zijn oogen hadden roode randen hy was het toonbeeld van diepe ellende. Clinton, die hem op kantoor had geno men op John Alcott's verzoek, wist eigen lijk met veel van den jongen af; hij vond hern een echten slungel. Maar nu was hij "roer van het meisje, waarmee Hugh ging trouwen; dat maakte de zaak wel an ders en toen hy zijn onverwachten bezoe ker eens goed opnam, zag hij echt verdriet en een geweldige tragedie in de oogen van den joneen. Harry keerde zich met zichtbare moeite naar Clinton toe, als om zichzelf aan te sporen te zeggen wat hy op het hart had. Op een zijtafeltje stond een blad met een whiskevflesch, een syphon spuitwater en een kistje sigaren. Clinton zette het tusschen hen in en noodigde Harry met oen handbeweging uit zich te bedienen, maar de jongen bedankte. „Ik zou stikken", mompelde hij. Hii had altijd moeite om zyn woorden te vinden, maar nu leek het hem haast onmogelijk. „Ik ben gekomen om op te biechten kwam er eindelijk uit. „Hindert het u als ik rondloop, terwyl ik zeg wat my op het hart ligt? Ik geloof dat het my dan minder moeilijk zal vallen." „Zooals je wilt, natuurlijk", antwoordde Clinton verbaasd, niet begrijpend waar zyn bezoeker heen wilde. Hii ging zitten, nam een sigaar, stak deze aan en keek vol aandacht naar den zenuwachtigen jongen. Met inspanning van al zyn geestkracht, slaagde deze erin zijn bedremmeldheid van zich af te werpen en in een vloed van woorden, haast onsamenhangend door do hevigheid waarmee ze geuit werden, 'ver telde Harry de heele waarheid. Voor n eerst in zijn leven misschien sprak ny vloeiend de verongelijking en acnte - uitzetting, die jarenlang in zijn ziel ha - den gebrand, verbraken alle grenzen e de wilde stroom van zijn leed woedde lang Clinton, die met diep medelijden voor den jongen vervuld was. Hij vergat een oogen blik dat het Violet's broer was, hii *a3 een medemensch. die folterende zieleang- sten had uitgestaan en die tenslotte nog maar een jongen, een stuntelige hulpe looze jongen was. Wordt vervolgd in het nr. van Dinsdag-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1931 | | pagina 14