^SFvSSSSB
KERSTPOEZIE.
Kerstgebruike...
Waar worden de Kerstartikelen
gemaakt
Kerstklanken.
Onder de Mistletoe.
onpe,{feept,frS2,ÏÏee'W' *-•
WmLT^br'waï^o.S Va" S"
y Ü3 «■SJSVll "'hf -
dat w
De dichters van het kerstlied van vroeger en nu.
Te allen tijde hebben kunstenaars de
behoefte gevoeld om uiting te geven aan
hun bewondering voor het groote gebeu
ren, dat zich in den Kerstnacht heeft vol
trokken. Naast de groote schilders Jan
van Eyk, Brenghel, Rembrandt, Correggio
e.a., hebben de diohters het als hun roe
ping gevoeld om de geboorte van Christus
in teeclere strophen te bezingen, en zoo
zijn er een groot aantal kerstliederen ont
staan. De meeste van deze kerstliederen
zijn in den ouden tijd aan de pen van onze
poëten ontsproten, in de 16e en 17e eeuw
bloeide de poëzie van het kerstlied, niet
alleen als huiselijk lied, doch tevens als
kerkelijke hymne. Onze nationale dicht
kunst heeft aan de verrijking van net
kerstlied niet weinig bijgedragen, doen
11a de 17e eeuw kwam plotseling de ken
tering. Na dien tijd kwam de stroom van
kerkelijke poëzie tot rust en afgezien van
enkele noviteiten heeft onze nationale
poëzie nog slechts heel weinig vrucht ge
dragen.
De oorzaak van deze kentering kan ge
zocht worden in de verandering, die in
den loop der eeuwen langzaam maar zeker
de mentaliteit van onze dichters heeft ge
wijzigd.
De gedichten uit de 16e en 17e eeuw
gaven bijna alle uiting aan een diep ge
meenschapsgevoel; stroomingen, zoowel
kerkelijke als politieke, die onder het ge-
heele volk leefden, weiden bezongen en de
dichter nam dus, evenals bij de oude Grie
ken, een belangrijke plaats in het gemeen
schapsleven in. In den huiselijken kring
werd hij besproken als een man van gezag,
die eenzelfde, zelfs nog belangrijker,
plaats innam als de politicus en de krijgs
man. Het meest sprekende voorbeeld voor
het gezag van den ouden dichter vinden
wij wel in de vereering van de gedichten
van vader Cats.
Van Jiet gemeenschapsterrein is de
diohter langzaam maar zeker door allerlei
omstandigheden op den achtergrond ge
drongen en meer en meer als zelfstandige
persoonlijkheid in het leven komen te
staan. Hij benutte niet langer de wen-
schen, idealen en verlangens van het volk
voor de belichaming van zijn verzen, hij
was plotseling tot de ontdekking gekomen,
dat zijn eigen zieleleven nog talrijke ge
heimen rijk was. waarvan hij zich vroeger
nauwelijks bewust was geweest. Zoo deed
het individualisme in de dichtkunst zijn
intrede; met de oude vormen verdwenen
tegelijkertijd vele gewoonten en gebrui
ken, die tot dusverre als criteria het ter
rein der dichtkunst hadden begrensd.
Hieraan is het eensdeels te wijten, dat
de kerstpoëzie langzaam maar zeker ver
dween, anderdeels waren er natuurlijk tal
van tijdsomstandigheden, die het lot der
kerstpoëzie hebben bepaald.
De oude kerstdichters hebben de groote
gebeurtenis ongeveer op dezelfde wijze be
schouwd als de schilders; de een bezingt
de voorgeschiedenis, de ander de geboorte
zelve, terwijl een derde de komst der drie
koningen als onderwerp voor zijn strophen
heeft gekozen.
Een typische uiting van de tweede cate
gorie is wel het volgende vers van een
öribekend gebleven dichter:
Joze/ en Maria samen
Naar het keizerlijk gebod
In de stad van Davïd kwamen
En geen plaats was hier voor God.
David's Heer, de Heer van al,
Vond zijn leger in een stal.
Voor den hoogsten Heer der Heeren
Wordt de laagste plaats bereid!
Om ons needrigheid te leeren
Wordt een stroobed hem gespreid.
Ach dat zonder praal en pracht
Hem de wereld nu niet acht!
Onze groote nationale dichter van het
Kerstlied is Joost van den Vondel geweest.
Zijn liederen waren grootsch van strek
king en rijk van klank, men vergelijke
bijvoorbeeld het volgende vers met boven
staande coupletten, die 'VV 'j e ei 1 s-
vcudig van dictie, toch een d^evens
waarheid in zich verborge
Emanuel is nu geboren,
zoo langk geleên.
Den Vaderen belooft te voren
Eer hij verscheen.
Toen Gabriel de Maeght ontvoude
In haar gebedecel
De boodtschap die hem Godt betroude
Een Goddelijk bevel:
Aenhoorde dezo bloom dör Joodtscliap
De maer en stont
Verbaast voor zulk een bliide boodschap
Uit 's Engel's mont.
Naast Joost van den Vondel mogen wy
zeker de volgende dichters niet vergeten:
Revius, Stalpaert van der Wielen, Dirk
van Herxen, zuster Bertken. Jan Albert
Ban, Adriaan Poirters en zoo menig be
kend en onbekend dichter. Van de Vla-
mingen zijn ons het meest bekend: Guido
Gezelle en Pol de Mont. Wü citeeren eeni-
ge strophen uit een bekend kerstgedicht
van Gezelle:
Aanschouwt den Weg, de Waarheid en
[het Leven,
Die 't ballingschap en 't slavenjok verkoos,
Om ons genade en vrijheid weer te geven,
Die Adam's schuld in "t Paradijs verloos
Van Oost en West....
Van de dichters van onzen tyd moet
men zeker P. O. Boutens of Leopold citee
ren. By Leopold vinden wü de zuivere
naïeve traditie van het Kerstlied.
Een van zijn liedjes luidt:
Zij waren den dag zich moe gegaan
Met zwoegen en met gezucht
In den laten avond kwamen zij aan,
In Betlilehem, het gehucht.
Martha en Jozef liepen tesaam
De donkere straten door
En vroegen bij alle menschen aan
En kregen geen gehoor.
En hadden eindelyk in een stal
Hunnen intrek genomen
En zochten zwijgend zich terecht
In dit hun onderkomen.
enz.
De beperkte plaatsruimte verbiedt ons
om dit gedicht in zijn geheel te citeeren,
doch de enkele strophen bewijzen, dat een
strenge, traditioneeie eenvoud ons uit dit
vers tegemoet spreekt.
Over kerstpoëzie valt niet zoo heel veel
te schrijven en men zou slechts een ieder
dan raad willen geven om op den gewij-
den avond de gedichten stil voor zichzelf
te lezen. Die weerspiegeling van een feest
in verzen zegt genoeg voor wie ze begrij
pen wil.
Vooral in Duitschland zijn er vele ge-
bruiken aan te wijzen, die oiigetwufeU
tot een heidenschen oorsprong zyn terug
te brengen. Het Kerstfeest, dat vanu.t
Home tot de Germaanschei vo'keren kwam,
valt in den heiligsten tijd der Gei manen.
Geen volk van het Zuiden meit zy 1
'ren hemel en zijn heerlyk zacht Wimaat
leefde zoo innig verbonden me
Woriln op zijn acht-beenig wit paard door
(lebanden begeleid door zijn gemalin
Berchta en gevolgd door een woest leger.
De heilige vuren vlamden dan hoog op,
hrtndende wielen werden van de heuvels
„aar omlaag gerold en fakkels verlichtten
alle velden. Het haardvuur, dat tevoren
zorgvuldig was uitgedoofd, werd dan op
nieuw aangestoken. In de middeleeuwen
werden nog op talrijke plaatsen kei stvu-
ren gebrand en nog lang is er van een
„kerst- of Julblok" sprake.
StilU Nadii
In verschillende landen.
Kerstzeden., kerstgebruiken., welk
een omvangrijk gebied zoowel in het ver
leden als in het heden doemt als een mo-
zaiek voor ons oog op. De herdenking van
Christus' geboorte heeft, behalve in ge
wijde spelen, in vele volksgewoonten haar
weerklank gevonden.
Aan volksgewoonten is veelal een eigen
aardige geschiedenis verbonden. Zy weten
zich met een verbazingwekkende stand
vastigheid en taaiheid van geslacht op ge
slacht te handhaven en verliezen maar
zelden iets van hun oorspronkelijke kleur,
zoodat het thans nog mogelijk is om veler
lei gebruiken den aard en den «mest van
de volkeren van eeuwen her te bestudee-
ren. Vele Kerstgebruiken stammen bij
voorbeeld van heidenschen oorsprong en
zijn eerst eeuwen later door den ohriste-
hjken godsdienst gekerstend.
Toch is het heel moeilijk om precies
den oorsprong te ontdekken en met.een
oordeel moet men vaak heel voorzichtig
zijn, geschiedkundige voorbeelden zijn er
te over om te bewijzen, dat men niet zel
den juist daar naar den heidenschen oor
sprong zocht, waar deze in het geheel niet
aanwezig was. Dat heidensche gebruiken
in het Christendom zijn overgegaan, kan
echter niemand loochenen. In de eerste
eeuwen van het Christendom heeft de re
ligie de volksgebruiken niet van zich af-
gestooten, doch integendeel in zich opge
nomen en daardoor als het ware de volks
ziel in nauw verband met de diepe begin
selen van den godsdienst gebracht. Be
kend is bijvoorbeeld, dat zelfs de herden
king van Christus' geboorte, het prachtige
Kerstfeest, ontstaan is uit de heidensche
viering van het Zonnefeest. Dit geschiedde
bij de Romeinen, doch toen later de Ger-
maansche volkeren tot het Christendom
bekeerd werden, groeide eveneens uit de
heidensche gebruiken de godsdienstige
plechtigheden.
ZOEKPLAATJE.
Het kerstmannetje is op zoek naar zijn eigen kerstboom en heeft er blijkbaar een gevonden, die
hem wel aanstaat. Hij weet niet, dat vier kinderen zich in de buurt hebben verstopt om naar hem te
kijken. Kunnen jullie de vier kinderen vinden
ommegang op Kerstavond. Meestal nemen
aan dergelijke tochten vermomde gestal
ten deel, die van huis tot huis trekken en
aan de bewoners een kleine gift vragen.
Niet zelden worden op dergelijke omme
gangen baldadigheden bedreven. Dit oud
en van oorsprong onschuldig vermaak is
in de meeste plaatsen ontaard in een aan
eenschakeling van schelmenstreken, die
Een typisch Duitsch handwerk.
Neurenberg en Sonneberg de centra.
Duitschland is althans op één gebied
niet van zijn oude plaats op de wereld-
Op zijn tocht door de bosschen had het Kerst
mannetje een vreemde ontmoeting. Op de sneeuw
vlakte was een hert hem achternageloopen en
vroeg hem met kerstmis niet te vergeten. Als je
nu netjes de cijfertjes met lijntjes verbindt, be
ginnende met 1, dan zul je het hert zien ver
schijnen.
De tijd van de twaalf nachten is een tyd
van vrede en het gebruik der heidenen
was dus in treffende overeenstemming
met „Vrede op Aarde" der Christenen.
Voorts stonden deze dagen in het teeken
der vreugde; gewerkt mocht er niet wor
den en de meisjes wier spinnewielen niet
rustten, werden door de godin Berchta
bestraft.
Een heidensch gebruik, dat later in ge
kerstende gedaante door vele volkeren is
behouden en bijvoorbeeld thans nog in
Scandinavië en Engeland bestaat, was het
aanrichten van feestmaaltyden. Dat ook
dit gebruik hier en daar aanleiding gaf tot
buitensporigheden, valt niet te betwijfelen
en in enkele streken van Duitschland werd
het woord „Weihnachten" zelfs veranderd
in „Weinnacht".
In Noord-Duitsohland heette de heilige
avond vanwege den rijken maaltijd
„Abend", wat zooveel beteekent als de
avond van „de volle buik". Ook de kinde
ren kregen een rijken en overdadigen
maaltijd, dien avond mocht Iedereen zoo
veel eten als hy zelf wilde. Het vee in de
stallen en de huisdieren werden dan even
eens goed bedacht en kregen behalve een
overdadigen voedermaaityd, een lichtje
voor de krib. In Noorwegen vergeet de
boer in den Kerstnacht ook de vogels, die
buiten zijn, niet en zorgt voor rijkelijk ge
vulde voederbakken.
De keuze der kerstgerechten is nogal
verschillend. In enkele streken van Thu-
ringen moeten bijvoorbeeld op kerstavond
haring op tafel staan, in Saksen wordt op
kerstavond haringsalade gegeten. „Wie dit
gebruik volhoudt zal eens veel geld krij
gen... In Silezië heerscht thans nog het
gebruik om des nachts de tafel gedekt te
laten staan, opdat de engelen zich kunnen
spijzigen. In Stiermarken laat men des
nachts de schotels met de gebruikte lepels
staan. Valt er 's nachts een lepel op den
grond, dan is de gebruiker van dezen lepel
gedoemd om binnen het jaar te sterven.
De populariteit van het kerstgebak is al
gemeen bekend. Omstreeks 1400 werden
er voor het Kerstfeest reeds groote, lang
gerekte brooden gebakken. In een kerst
preek uit het jaar 1593 is reeds van kerst
gebak met diverse figuren. Nog thans is
stollen sprake, peperkoeken en besuikerd
het gebruik van kerststollen in den vorm
van het Kerstkindje in Saksen algemeen
bekend en zelfs in het armste huisgezin
zal men deze op Kerstavond aantreffen.
Dat ook dit gebruik van heidenschen oor
sprong is, bljykt wel hieruit, dat hier de
Germaansche goden en de heilige dieren
eens uit deeg zijn vervaardigd en door de
vrouwen in de tempels werden gebakken.
Een bekend gebruik is voorts nog de
niet alleen van den laatsten tyd zijn. In j markt verdrongen: het heeft de eenige
een oud geschrift kunnen wy nog lezen: kerstindustrie van beteekenis in de ge-
„De heilige avond wordt door den omme- j16ele wereld. De artikelen, die het geheele
gang een heidensche tier- en drink- |jaar <ioor vlijtige handen worden
avond." Veelal eindigt een ommegang in gemaakt, gaan eenige weken voor Kerst
een algemeene scheld- en vechtpartij, aan J n)jgj zorgvuldig in houtwol verpakt, naar
den eenen kant de geplaagde burgers en alie' wereiddeelen. Dat deze industrie el
ders nog niet met succes nagevolgd is,
komt doordat ondanks alle rationalisatie
handenarbeid de hoofdzaak gebleven is,
waardoor de artikelen een eigenaardigheid
en een persoonlijk cachet behouden, dat
niet te imiteeren is door burgers van een
ander land en zelfs niet door de Duit-
schers zelf, voor zoover zij buiten de cen
tra dezer industrie wonen. Door hun pri
mitieve arbeidstoestanden zyn hier dus
tal van menschen werkzaam gebleven in
een land, waar overigens de werkloosheid
verontrustend is toegenomen.
aan den anderen kant de vermomde bel-
hamels, die avonden lang de bewoners
treiteren met „belletje-trekken", kinderen
schrik aanjagen, „ruiten-tikken" en wat
dies meer zy.
In Holstein is het evenals in vroeger
jaren bij ons op Sinterklaasavond nog de
gewoonte om met den rommelpot rond te
gaan. Dan wordt in Duitsche woorden het
liedje gezongen, dat bij ons bekend is als:
Rommelpottery, Rommelpottery,
Geef mij een centje, dan ga ik voorbij.
Doch wee den armen bewoner wanneer
deze de kleine gift weigert.
In dezen zelfden geest zyn dan bekend
de ommegangen van de drie koningen. Dit
is geen specifiek kerstgebruik en zou
eigenlijk pas op 1 tot 5 Januari plaats
moeten vinden, doch in Brabant ziet men
ze op sommige plaatsen met lampions
De centra.
Ideaal zijn hun levensomstandigheden
daarom niet. In meer normale tijden valt
dit sterker op dan nu, waar de menschen
al blij zyn, dat zij hun brood kunnen ver-
langs de huizen trekken en hun liedje di«"en- Men ka" hoofdzaak drie indus
I-k, 1 nnl AAntnn A«rlrtnonV» nirlom nnpün hnnrf
zingen.
In den Kerstnacht
Hoe vredig was die roerloos-stille nacht,
bij 't zilveren licht van 't lachend maneglorenl
Hoe heerlijk moet dat zijn geweest, dat zacht
gezang dier lieflijk ruischende Englenkoren!
i
De herders hielden bij hun kudden wacht;
dan eensklaps treft der engelen lied hun ooren,
en bij die wonderschoone hemelpracht,
klinkt door het veld: Uw Heiland is geboren.
De adem Gods voert hen geruischloos mee,
al deinend, door het laaggelegen dal,
want Hij waakt over 't witgewolde vee.
Dan zien zij in dien stil-verlaten stal
Gods ééngeboren Zoon, die licht en vree
kwam brengen in dit donkere heelal.
De wijzen uit het Oosten.
De nacht bloeit weder, ademloos en' teer,
en iedere murmeling wordt zwaar gewogen,
als ginds die ster, uit 's hemels reine sfeer,
opsprankelt aan de wijde hemelbogen:
De Oosterwijzen knielen zwijgend neer,
want in dien verren, onbegrensden hooge
zien zij, als bode van den Opperheer,
die vreemde lichtster met ontroerde oogen.
Zooals die ster in 't wazig avondmeir
met fijne sluimerwade wordt omweven,
zoo dale in mij uw zoete vrede neer.
O, Heiland, bron van 't eeuwig hemelleven!
door U verschijnt een nieuwe daagraad weer,
een nieuwe aard met sappig-groene dreven.
T. J. Dekker.
trieele centra onderscheiden: Neurenberg,
waar speelgoed gemaakt wordt met behulp
van machinerieën, Sonneberg, waar de
speelgoedindustrie bijna uitsluitend dryft
op handwerk en het Thuringerwoud, waar
vooral Kerstboomversieringen worden ge
maakt. Hierbij doen zich ernstige wantoe
standen voor. Het is wel algemeen bekend,
dat glasblazen zeer ongezond is, doch met
het glasblazen is men er niet. Terwyl do
man de voorwerpen blaast, is de vrouw
bezig met het kleuren of verzilveren ervan
en na schooltijd helpen de kinderen met
het inpakken der afgewerkte artikelen. De
vrouw verzilvert de glazen bollen en an
dere versierselen, door uit een diepe kom
heet water met een zilverige stof erin op
te zuigen in een glazen buis met een bol
letje halverwege. Als de vloeistof bijna
haar mond heeft bereikt, houdt zij het
boveneinde van de buis dicht met haar
vinger. Het ondereind wordt nu in een
voorwerp geplaatst, dat verzilverd moet
worden, de vinger wordt opgelicht en de
glazen bol is bijna oogenblikkelyk geheel
verzilverd. Het schijnt niet mogelijk te
zyn, de vloeistof anders dan met den mond
op te zuigen, doch dit is zeer slecht voor
de tanden; de vrouwen der glasblazers
hebben dan ook slechts gele stompje*
over. Zi,i berusten hierin echter zonder er
veel over na te denken.
Het werk van één gezin.
Een echtpaar met één kind om te hel
pen bil het inpakken levert dagelijks on-
geveer 40 dozijn voorwerpen af van de
kleinste soort en ongeveer 25 dozyn van
de grootste. Daarvoor moeten zij echter 12
of 13 uur per dag werken, wat by den
arbeid in het gezin ook regel is. Slechts
'"de kleine fabriekjes, die met gehuurde
arbeidskrachten werken, wordt de 8-urme
werkdag in acht genomen. Daar wordt ook
geen kinderarbeid toegestaan, zooals in de
gezinnen nog geregeld voorkomt. Het is
wel verboden by de wet, doch dat herin
neren de ouders zich pas, als men pp,'
foto van de werkkamer wilmaken. De v
diensten van een gezin bedragen op d °r'
wyze 6 mark per dag. Toen de familie rfn
tafel ging, bleek het beroep nog een an
der nadeel te hebben. De vader at staande"
omdat hij zoo nog het beste uitrustte. Hij
zat den geheelen dag bij het glasblazen-
de glasblazers krijgen dan ook vroeg last
van rheumatiek.
In Sonneberg, waar de speelgoederen
nog grootendeels met de hand gemaakt
worden, heeft men eveneens gezinsarbeid
en kinderarbeid, doch het werk is tenmin
ste niet op zichzelf schadelyk voor de ge
zondheid. Hier worden b.v. door de vrou
wen, die de speelgoedindustrie als bijver
dienste beschouwen, groote manden half
afgemaakte poppen van de fabriek afge
haald. Zij doen één bewerking eraan en
brengen dan de heele mand weer terug
naar de fabriek, waar een andere vrouw de
poppen in ontvangst neemt voor de vol
gende bewerking. Het grootste bezwaar
is, dat al deze stukwerkers en zelfs de
fabriekjes niet rechtstreeks leveren aan
de groote exporteurs, doch dat er een ge
heel tusschenhandelsysteem bestaat van
opkoopers. In Neurenberg, waar meer
machinaal gewerkt wordt in grootere fa
brieken, bestaat dit bezwaar niet in die
mate, al is ook daar het opkoopers-systeem
nog lang niet uitgeroeid.
Mechanisatie.
De mechanisatie te Neurenberg ge
schiedt niet op zoodanige wyze, dat de
waren daardoor minder aantrekkelijk
worden voor het publiek. Nog steeds be-
heerscht de Duitsche industrie op dit ter
rein de wereldmarkt, al is de uitvoer nog
niet geheel teruggebracht op het peil van
vóór den oorlog. Toen in die jaren geen
artikelen uitgevoerd konden worden, int-
stond er in vele landen een zelfstandige
speelgoedindustrie, vooral de fabricatie
van mechanisch speelgoed in de Veree-
nigde Staten moet in dit verband vermeld
worden. De uitvoer uit Duitschland heeft
echter nog de aanzienlijke waarde van 121
millioen mark of 72 millioen gulden. Door
deskundigen wordt de Duitsche speel
goedindustrie een nog betere toekomst
voorspeld, omdat er algemeen by het pu
bliek waardeering bestaat voor de paeda-
gogische waarde van dit speelgoed, dat een
rijkdom van frissche ideeën vertegenwoor
digt en natuurgetrouw is.
dat alles is wat je voor me kunt doen, dan
is liet verloren moeite dat ik je alles ver
teld heeb."
Hij liet zich weer op den divan vallen
en vervolgde:
„Kijk eens, Violet. Clinton is dol op je.
Ontken het maar niet-, iedereen die oogen
heeft kan het zien. Begrijp je nu wat ik
bedoel? Als je belooft met hem te trou
wen, zal hij zijn mond wel houden."
Violet sprong uit haar stoel; haar ge
zicht gloeiend van verontwaardiging.
„Hoe durf jel" riep ze uit. hoe
durf je! Waarom moet mijn leven bedor
ven worden omdat jij
Hij maakte een hulpelooze beweging.
„Zie je nu wel dat je het niet ernstig
meent dat je me wilt helpen", zei hy met
droef verwyt in zijn stem.
Er was in de verslagen figuur van haar
broer iets, dat haar diep trof. Was het de
stemming van het naderende Kerstfeest,
die haar week en licht-ontroerbaar maak
te? Ze ging op haar broer toe en nakte
hem by den arm.
„Wacht Harry", zei ze. „Laat me even
fladenken. Maar waarom vroeg je me niet
eerder te helpen. Vader zou je misschien
het geld wel gegeven hebben."
„Ik geloof er niets van. In ieder geval,
ik koos den anderen weg. Ik was gek, dat
geef ik toe, maar niemand scheen om mij
te geven. Ik ben altyd een soort verschop
peling geweest, altyd alleen; ik geloof dat
het wel anders was geweest als moeder
niet gestorven was. Vader heeft liet nooit
op my begrepen gehad, misschien omdat
moeder stierf toen ik geboren werd. Of
omdat ik net zoo plomp en grof ben als
hij zelf en niet zoo'n aristocraatje als jy.
Maar is dat m ii n schuld?"
Zijn gezicht was een oogenblik kramp
achtig verwrongen. Violet vol diep mede
lijden, begreep hem voor het eerst van
haar leven. Zij stak haar hand uit en
greep de zijne, die bevend naar haar uit
gestoken werd. Als kleine kinderen zaten
zy een poosje zwijgend hand in hand en
toen Violet begon te spreken, was het
.ïeugdjg-vroolyke uit haar stem ver
dwenen.
„Luister Harry", zei ze. „Ik zal doen wat
ik kan om je te helpen! Ik wilde dat we
elkaar altijd beter begrepen hadden. Maar
nu zal ik doen wat ik kan terwille van
jou en van vader."
Haar stem brak in een snik.
na^ "aaf d« deur, onhandig, zonder
Hü onenflft a ^iken di«P beschaamd.
heerschte een echt fcc«i^r-i 1,®? en er
stem™ine. D. iïmïT'Z
kSmiMfMr"11 hS p,1''"1™ rare
Kerstmis sieer. Hugh Clinton had den
heelen avond het gezelschap van VinW
Alcott gezocht en eindelijk had hij
genheid gevonden haar mee te nemen naar
een rustig hoekje en had hy haar gezead
wat hii sinds weken op het hart had. En
zij had het antwoord gegeven dat hy zoo
vurig begeerde en dat Harry van schande
moest redden. Haar ziel kwam in opstand
want, ofschoon ze tegen den strengen,
koelen Hugh Clinton met respect opzag;
ze re..liseerde zich dat ze hem niet aannam
uit de volheid van haar hart, maar met
een bijoogmerk.
En Hugh, van zijn kant, in de volheid
van zijn geluk, ontveinsde niet, dat er een
zekere koele gereserveerdheid was in het
meisje, dat zoo juist beloofd had zijn
vrouw te zullen worden.
„Je behoeft niet zooveel van mij te hou
den als ik van jou houd", zei hij een beetje
aarzelend, maar ik zweer je, dat er een
tijd zal komen, dat je van my houden
zult."
Hij verlangde ernaar om haar in zijn
armen te nemen om haar te kussen; maar
hy ging rustig naast haar zitten en legde
zijn hand over de hare, die in haar schoot
lagen.
By deze aanrakhfè schrok ze op en het
ontging hem niet.
„Je bent toch niet op een of andere ma
nier gedwongen?" vroeg hy. „door je va
der misschien?"
Ze schudde het hoofd. Maar inwendig
vroeg Violet zioh af of het niet beter zou
zijn om hem alles te zeggen; zichzelf en
Harry aan zijn genade over te leveren.
Maar hij begon weer te praten en daarmee
verdwenen haar vage voornemens.
„Je vader zal, geloof ik, blij zijn, dat wy
gaan trouwen", zei Clinton langzaam. „Hy
sprak er my over toen hy merkte, dat ik
van je hield. Hy heeft je toch heusch niet
°P de een of andere manier geforceerd?"
violet maakte haar handen vrij van de
?ine". en zat rechter op. Zy moest haar
rol beter spelen.
ik"X!|'f er-Z?U me niet 401 iets dingen dat
ze^-oorf eCn k°rt 8t,lrwÖgen en toen ging
„Wat ik voor .je voel is op bet oogenblik
misschien meer respect dan liefdef- Ik
ken je nog maar zoo kort maar ik voel
dat je gelijk hebt en dat ik mettertijd veel
van je zal gaan houden. Maar je wilt toch
niet zoo heel gauw trouwen? Vooreerst
zeker nog niet? Ik moet eerst aan de ge
dachte wennen."
Hij schudde zyn hoofd, verbaasd en te
leurgesteld, maar hy wist tenslotte zoo
weinig van vrouwen af en hy eerbiedigde
wat hij als beschroomdheid beschouwde.
„Wanneer je wilt. Ik zal probeeren niet
veeleisohend te zijn. Ik zal je zelfs niet
vragen mij een kus te geven."
„O, neen!" Zy schoof een beetje achter
uit, hevig kleurend. Toen, als in een plot
selinge ingeving, waarvan zij zich geen
rekenschap gaf, ging ze dichter naar hem
toe en hield als een kind haar gezicht naar
hem op. Hü bukte zich en kuste de half
afgewende wang heel zacht, terwijl hij zijn
vuisten krampachtig samenkneep.
Hugh bracht het meisje op haar verzoek
weer naar het gezelschap terug, maar ze
voelde zich te bezwaard en te bedrukt om
het lang tusschen de vroolijke, feestelijk
gestemde gasten te kunnen uithouden. Ze
vroeg haar vader haar mee naar huis te
nemen ze was moe en had hoofdpijn,
zei ze en John Alcott, die van Clinton
het nieuws gehoord had, verklaarde de
agitatie van zijn dochter daaruit. In de
auto, die hen naar huis bracht, gaf hij zyn
groote ingenomenheid met de verloving te
kennen, dat was het mooiste kerstcadeau,
dat Violet hem had kunnen geven, zei hy.
Ook Hugh Clinton bleef niet lang, een
half uurtje na Violet's vertrek ging' ook
hij heen en door den killen nacht ging hy
te voet naar zijn huis terug, jn ernstig e-
peins verzonken. Hy was diep gelukkig
dat Violet hem had aaygenomen, maar
haar koele terughouding wierp een don
kere schaduw over zijn geluk. Wat kon het
meisje toch hebben?, vroeg hii zich tel
kens met een beklemd gemoed af.
Nog steeds in gedachten li«P "tl "e
stoep op en stak den sleutel in de voor
deur, ging zijn stille huis door naar zijn
studeerkamer, waar hy meestal zyn een
zame uren sleet. De bedienden wachtten
nooit op hem. Het licht was op toen hy
binnenkwam en uit een gemakkelyken
stoel stond iemand op om hem te begroe- j
ten. Tot zijn onuitsprekelijke verbazing
was het Harry Alcott.
„Zoo, Alcott, ben jy het?" vroeg hy, op
den jongen toeloopend met uitgestoken
hand. Maar Harry deed of hij die niet zag;
hy had zyn handen diep in zyn zakken,
zijn gezicht was vaal, zijn oogen hadden
roode randen hy was het toonbeeld van
diepe ellende.
Clinton, die hem op kantoor had geno
men op John Alcott's verzoek, wist eigen
lijk met veel van den jongen af; hij vond
hern een echten slungel. Maar nu was hij
"roer van het meisje, waarmee Hugh
ging trouwen; dat maakte de zaak wel an
ders en toen hy zijn onverwachten bezoe
ker eens goed opnam, zag hij echt verdriet
en een geweldige tragedie in de oogen
van den joneen. Harry keerde zich met
zichtbare moeite naar Clinton toe, als om
zichzelf aan te sporen te zeggen wat hy
op het hart had.
Op een zijtafeltje stond een blad met
een whiskevflesch, een syphon spuitwater
en een kistje sigaren. Clinton zette het
tusschen hen in en noodigde Harry met
oen handbeweging uit zich te bedienen,
maar de jongen bedankte.
„Ik zou stikken", mompelde hij. Hii had
altijd moeite om zyn woorden te vinden,
maar nu leek het hem haast onmogelijk.
„Ik ben gekomen om op te biechten
kwam er eindelijk uit. „Hindert het u als
ik rondloop, terwyl ik zeg wat my op het
hart ligt? Ik geloof dat het my dan minder
moeilijk zal vallen."
„Zooals je wilt, natuurlijk", antwoordde
Clinton verbaasd, niet begrijpend waar
zyn bezoeker heen wilde. Hii ging zitten,
nam een sigaar, stak deze aan en keek vol
aandacht naar den zenuwachtigen jongen.
Met inspanning van al zyn geestkracht,
slaagde deze erin zijn bedremmeldheid van
zich af te werpen en in een vloed van
woorden, haast onsamenhangend door do
hevigheid waarmee ze geuit werden, 'ver
telde Harry de heele waarheid. Voor n
eerst in zijn leven misschien sprak ny
vloeiend de verongelijking en acnte -
uitzetting, die jarenlang in zijn ziel ha -
den gebrand, verbraken alle grenzen e
de wilde stroom van zijn leed woedde lang
Clinton, die met diep medelijden voor den
jongen vervuld was. Hij vergat een oogen
blik dat het Violet's broer was, hii *a3
een medemensch. die folterende zieleang-
sten had uitgestaan en die tenslotte nog
maar een jongen, een stuntelige hulpe
looze jongen was.
Wordt vervolgd in het nr. van Dinsdag-