BE DOLENDE IIWEELEN.
'onstinatie
IS ALTIJD GOEDKOOPER
f^s iUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Buitenlandsch overzicht
10 65 flacon'
MfltEPIllEM
OOK VOOR DAMES-CONFECTIE
r. 7080
DINSDAG 5 JANUARI 1932
60ste JAARGANG
De nieuwjaarsrede van Hindenburg. - Duitschland op
z'n best. - Dreigende toestand in Britsch-Indië. - De
toestand in Mantsjoerije blijft zorgwekkend.
Ultimatum aan Spanje's
regeering.
China en Japan.
OOST-INDiË.
De salariskorting van het
marinepersoneel.
GEMENGD NIEUWS
Kolendampvergiftiging.
Angstige oogenblikken
in een bus.
breit alles best.
Wr
EERSTE BLAD
r—
COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.60; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65; binnen
land f 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70,
f 1.Modeblad resp. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.35. Losse nos. 4 ct.fr. p. p. 6 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIEN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewijsno. 4 ct.
De nieuwjaarsrede van den Duitschen
rijkspresident, Hindenburg, hebben onze
(ezers in het vorig nummer aangetroffen.
Behalve de aansporing tot het Duitsche
volk, om vol te houden en de opgelegde
ojfers te blijven dragen in het bewust
zijn van de noodzakelijkheid daarvan,
wendde Hindenburg zich tot de vroegere
vijanden met de ernstige waarschuwing
niet te ver te gaan; den boog niet al te
zeer te spannen; den overwonnenen het
herstel en het leven als onafhankelijk
yolk niet onmogelijk te maken.
Het Hbl. schrijft over deze nieuwjaars
rede o.m.:
Zal het beroep van Hindenburg op het
Duitsche volk om onder den druk der
tnden tot eenheid te komen, voldoenden
blijvenden indruk maken om tot resulta
ten te leiden? Sinds zijn aanvaarding van
het ambt van staatshoofd, heeft de oud
veldmaarschalk telkens en telkens weer
op dit aanbeeld gehamerd, echter steeds
Zonder veel merkbaar succes. Hoogstens
beeft de eerbied voor zijn persoonlijk
heid, voor zijn legendarische figuur, de
middenpuntvliedende krachten van het
volk althans in een schijnbare eenheid
bijeen kunnen houden.
Nog is het woord van dezen grooten
Duitscher wet voor zijn in scherpen par
tijstrijd tegenover elkaar staande land-
Senooten. Dat is gebleken, toen hij den
odsvrede voorschreef voor de Kerst
dagen. Maar zoo straks is deze afgeloopen
en dan zullen de tegenstellingen weer
ruimschoots gelegenheid krijgen tot ern
stige botsingen te leiden. Men houdt nog
vrede onder elkander, doch het schijnt de
stilte voor den storm.
En die storm zal ongetwijfeld ook spoe
dig losbreken om den persoon van Hin
aenburg zelf.
Het einde van zijn ambtsduur nadert
thans snel. In Mei moet Duitschland bij
volksstemming zich een nieuw staats
hoofd kiezen. En dan zal de 84-jarige zich
gesteld zien voor de vraag of hij nogmaals
zich ter beschikking wil stellen van zijn
lijdend volk om het voor te gaan op den
Zowaren weg der beproeving. Een niet ge
makkelijk te beantwoorden vraag.
In het belang van Duitschland en het
Duitsche volk, schrijft het blad aan het
eind van dit artikel, mag men hopen, dat
de aftredende rijkspresident zich opnieuw
pandidaat zal laten stellen en dan her
kozen wordt.
Want de persoon van Hindenburg
dat is Duitschland op z'n best.
Hetgeen hij weer getoond heeft in zijn
Oudejaarsavondwoord.
Dreigende toestand ln Britsch-Indië.
In ons vorig nummer is in een bericht de
voorspelling gedaan dat Gandhi wel spoe
dig zou worden gearresteerd. Deze voor-
M
Verstcpplng verstoort
Uw gstel en humeur.
Neem geen sterk pur-
geeretle middelen, doch
van jd tot tijd de
zacht merkende Foster's
MaagptUen, het idele laxeermiddel.
spelling is wel zeer spoedig uitgekomen.
Zondag is Gandhi te Bombay gear
resteerd. Hij heeft deze gevangenneming
zelf aan voelen komen. Zoo lezen we in
„De Telegraaf":
Gandhi had Zondagochtend half vijf
zijn dagelijksche gebeden verricht. Daar
na werden de lichten in zijn woning ge
doofd, terwijl de mahatma diep-ontroerd
verklaarde: „Wellicht is dit onze laatste
gemeenschappelijke ochtend des gebeds".
In hetzelfde blad lezen we:
In een personderhoud, Zondagochtend
georganiseerd ter bespreking van het
jongste antwoord van den onderkoning,
sprak Gandhi, voor zich uitstarend: „Ik
heb mijn best gedaan, maar het is me niet
gelukt". Zich daarna tot de journalisten
wendend, zeide hij: „Ik aanvaard de ver
antwoordelijkheid voor de gevolgen yan
een opleving der ongehoorzaamheids-
campagne, en ik zal alles doen wat in mijn
vermogen is opdat de strijd zonder kwaad
aardigheid en volkomen-geweldloos wor
de gevoerd". Gandhi gaf uiting aan de
verwachting, dat de strijd jaren duren
zal; hij veronderstelde, dat de strengste
onderdrukkingsmaatregelen ertegen zou
den worden genomen, met inbegrip van
stokslagen en kogels.
Gandhi verklaarde het te betreuren,
dat de dreigende ongehoorzaamheidscam
pagne werd gebruikt als motief om het
onderhoud met den onderkoning af te
wijzen. „Indien", zoo zeide hij, „deze cam
pagne werkelijk een misdaad was, zou
lord Irwin er nooit aan gedacht hebben
er met mjj over te correspondeeren om
mij daarna naar Londen te laten gaan. Ik
zie echter", besloot hij, „dat met de tijden
ook de manieren zijn veranderd. Het Indi
sche volk kan niet anders dan de uit
daging van de Britsche regeering aan
nemen". Hij spoorde er de bevolking toe
aan, haar woede niet te richten tegen de
regeering, daar de strijd niet gaat tegen
de bewindvoerders, doch tegen hun daden.
Hoe langer Indië moet lijden, hoe beter
het zich ten slotte zal voorbereiden op
een verantwoordelijk zelfbestuur.
De toestand in Mantsjoerije wordt er
niet beter op. Japan blijft zijn opmarsch
voortzetten, niettegenstaande alle waar
schuwingen. Zoogenaamd is het een
strijd tegen de bandieten, doch dat is een
doekje voor het bloeden en een veront
schuldiging voor de krijgsbedrijven.
Een N. T. A.-bericht van Zaterdag
meldt:
In Mantsjoerije zou een afzonderlijke
regeering gevormd zijn, die Mantsjoerije
tot afzonderlijke republiek heeft laten uit
roepen. In een telegram heeft deze regee
ring de autoriteiten opdracht gegeven
slechts haar orders uit te voeren en niet
meer naar de Chineesche nationalistische
regeering te Nanking te luisteren. Een
bevestiging van dit bericht is echter nog
niet ontvangen. De vorming van een zelf
standige regeering is reeds herhaaldelijk
aangekondigd.
Onder Japanschen. invloed zijn ook
reeds verschillende stedelijke en provin
ciale regeeringen ingesteld.
Over de bezetting van Tsjintsjou wordt
nóg gemeld, dat de verliezen der Japan-
sche troepen gering moeten zijn.
Na de inneming der stad wierpen Ja-
pansche vliegtuigen propaganda-geachrif-
ten omlaag, waarin de bevolking aange
maand werd zich rustig te houden en de
bevelen der Japansche autoriteiten op te
volgen. In Japansche militaire kringen
wordt verklaard, dat na de verovering
van Tsjintsjou het herstel van orde en
rust in Zuid-Mantsjoerije zal geschieden.
UITSTEL VAN DE
HERSTELCONFERENTIE
Te bevoegder plaatse zou men het door
de Engelsche regeering voorgestelde tijd
stip voor de herstelconferentie ongun
stig achten en zou men geneigd zijn uit
stel voor te stellen. Dacht men aanvanke
lijk aan een verdaging tot 25 Januari,
thans gaan er reeds stemmen op om eerst
de resultaten van de besprekingen te
Berlijn af te wachten.
DE NIEUWJAARSBOODSCHAP VAN
KONING GEORGE.
In antwoord op den gebruikelijken
nieuwjaarswensch van den Lord-Mayor
van Londen heeft koning George een te
legrafische Nieuwjaarsboodschap gezon
den, waarin hij o.a. zegt: „We leven in een
tijd van groote moeilijkheden, maar ge
durende de angstige dagen, die we beleefd
hebben, hebben de moed, de vastheid van
wil en de opofferingsgezindheid van alle
klassen om den voorspoed te herstellen
mij met bewondering vervuld. Het is in
een geest van vertrouwen, dat ik mijn
groeten zend aan de burgers van Lon
den, biddende dat de Goddelijke Voorzit
nigheid in het komende jaar het licht van
hoop en sterkte moge brengen in ons
leven en de voorspoed van ons land moge
vernieuwen".
Generaal Sanjurjo eischt op
treden tegen extremisten en
dreigt met ingrijpen.
Naar uit Madrid gemeld wordt, heeft de
commandant der gendarmerie, generaal
Sanjurjo, aan den minister van Binnen-
landsche Zaken een soort ultimatum ge
richt. Generaal Sanjurjo is verontwaar
digd over de gebeurtenissen te Badajoz
en Castilblanco, waarbij vijf gendarmes
het leven hebben verloren. Hij heeft thans
aan den minister medegedeeld, dat hij
als de regeering geen krachtige en snelle
maatregelen neemt in verband met den
chaotischen toestand, zelf deze maatrege
len zal nemen, om het in gebreke blijven
goed te maken van een regeering, be
staande uit radicalen en socialisten, die
zich door radicale elementen de wet laten
voorschrijven.
De voorhoede van het Japan-
sche leger ls Tsjingtsou binnen
gerukt.
Uit Tokio wordt gemeld, dat de voor
hoede van het Japansche leger vanmor
gen om 6 uur Tsjingtsou is binnengerukt.
Japansche pantsertrein ontspoord.
Op het traject TsjangtsjoengMoekden
werd een Japansche pantsertrein tot ont
sporing gebracht. De locomotief en zes
wagons werden geheel vernield. Acht
Japansche soldaten werden gedood, zeven
tien zwaar gewond.
Een Amerikaansche militaire
attaché gearresteerd.
Een N.T.A.-bericht uit Moekden meldt:
Uit particuliere bron wordit medege
deeld, dat een Amerikaansch officier, lid
van de neutrale militaire oommissie in
Mantsjoerije, door Japansche militairen
gearresteerd is.
Hij begaf zich met drie Chineesche
spoorweg-beambten met een locomotief
naar een station, dat kort tevoren door de
Japanners bezet was.
De commandeerende Japansche offi
cier motiveerde de arrestatie met de ver
klaring, dat de Amerikaan en de Chinee-
zen, indien zij weer naar de Chineesche
troepen terugkeerden, de strategische
positie van de Japanners zouden kunnen
verraden.
In de woordenwisseling, die hierop tus-
schen den Japanner en den Amerikaan
volgde, vroeg de Amerikaan of Japan
soms China officieel den oorlog verklaard
had, aangezien een dergelijke arrestatie
slechts in oorlogstijd mogelijk was.
De Japanner verklaarde, dat de hui
dige Japansche militaire operaties niet
als oorlog te beschouwen zijn.
Ten slotte wilde de Japansche comman
dant den Amerikaan wel naar de Chinee
sche troepen te Tsjintsjou terug laten
keeren, docht slechts langs een omweg
over zee. De drie Chineezen wilde hij in
geen geval laten gaan.
De Amerikaansche officier heeft hier
op zijn vrijlating afgewezen en ls naar
het Japansche hoofdkwartier gebracht.
Nanking en de bezetting van
Tsjintsjou.
Naar Reuter uit Nanking meldt, heeft
de nieuwe minister van buitenlandsche
zaken Zaterdag zijn functie aanvaard. Hij
heeft dadelijk een communiqué uitgege
ven, waarin verklaard wordt, dat ondanks
den wil van de beschaafde wereld, zooals
deize in de resolutie van den Volken-
bondsraad werd uitgedrukt, de Japansche
militairisten in Mantsjoerije een toestand
scheppen, die niet verschilt van den
staat van oorlog.
Op de nieuwe Chineesche regeering
rust de taak om dezen oorlogstoestand te
doen eindigen. In afwachting daarvan
heeft zij er bij Tsjang Hsoe-liang op aan
gedrongen om Tsjintsjou tot eiken prijs
te verdedigen.
Het oordeel van Rusland.
Aan de bezetting van Tsjingtsjou door
de Japansche troepen wordt in Moskou
groote beteekenis toegekend. Men is er
van overtuigd, dat de Japansche regee
ring op het oogenblik den oeconomischen
en politieken toestand in Mantsjoerije vol
komen kan beheerschen. In Moskou
wordt niet geloofd, dat Japan verder naar
Peking en Tsjientsin zal oprukken, aan
gezien de bezetting van deze steden voor
Japan van geen groote politieke beteeke
nis is. Men vreest wel, dat de Japansche
troepen ook in Noord-Mantsjoerije hun
invloedsfeer zullen uitbreiden, waarbij de
Russische belangen in het gedrang zou
den kunnen komen.
Protestactie bij dienstorder ver
boden.
De commandant der zeemacht heeft
een algemeene dienstorder uitgevaardigd,
waarin gewaarschuwd wordt tegen een
protestactie inzake de vermindering van
de salarissen met tien procent. Gezegd
wordt, dat „bij de gewone militaire macht
staking onbekend is, doch alleen opzette
lijke ongehoorzaamheid bestaat."
De Nw. Rott. Crt. schrijft:
De salariskorting bij het marineperso
neel levert een bijzondere moeilijkheid
op. Deze schuilt hierin, dat men de bezol
diging van het Europeesch beroepsperso-
neel, dat slechts tijdelijk in Indië vertoeft,
niet kan bezien geheel los van de salaris
regeling in Nederland. Een deskundig
medewerker van het Hbl. heeft dit aldus
uiteengezet: Was de regeling in Indië
vastgesteld op de basis van de hier te
lande geldende, zoodat evenals in vroe
gere tijden een z.g. keerkringstoelage
ontvangen werd, welke een ruime marge
liet tusschen beide bezoldigingen, dan zou
de toepassing der korting allicht niet zoo
veel bezwaren hebben. Maar het tracte-
ment van het Europeesch beroepsperso-
neel in Indië is vastgesteld los van Neder
land en meer in analogie met de bezoldi
ging der overeenkomstige rangen van het
Indische leger. Men kan in het algemeen
zeggen, dat de bezoldigingen bij de ma
rine ongeveer 10 meer bedragen dan
die bij het leger. Daardoor wordt ten op
zichte der salarissen in Nederland een
zekere ongelijkheid in het leven geroe
pen, want terwijl im Groszen und
Ganzen officieren in Indië bijna twee
en een half maal zooveel salaris hebben
als in Nederland, onderofficieren met den
rang van sergeant en hooger iets min
der dan tweemaal zooveel, is het verschil
voor de korporaals en manschappen, die
ongeveer 60 van de sterkte van het
Europeesche beroepspersoneel uitmaken,
nog geringer en vooral voor de gehuw
den. Hiertoe werkt ook de omstandigheid
mede dat in Nederland het gewone sala
ris, waardoor het verschil nog geringer
wordt voor de gehuwde manschappen met
kinderen, zoodat er nu reeds enkele ge
vallen voorkwamen waarin het salaris in
Indië minder zou bedragen dan in Neder
land. Bij de toepassing van een korting
van 10 op het Indische salaris zouden
die gevallen zeker veel talrijker worden.
Het onbillijke, meent schr., daarvan
spreekt te sterker omdat het gehuwde
personeel in den rang van korporaal en
daar beneden in Indië onder ongunstiger
omstandigheden dient dan de officieren
en onderofficieren, voor wien de mogelijk
heid bestaat zich op 's lands kosten door
hun gezin te doen vergezellen, van welk
voorrecht veelvuldig gebruik gemaakt
wordt, terwijl dit voorrecht slechts in zeer
beperkte mate aan de gehuwde korporaals
en aan de manschappen in het geheel niet
toegekend is.
Een andere omstandigheid welke de
korting op het salaris ingewikkeld maakt
is, dat dit salaris vooral bij de lagere ran
gen voor een gedeelte uit toelagen be
staat, verbonden aan het bezit van een
of ander brevet: kanonnier afstandwaar
nemer, seiner, enz. Deze toelagen kunnen
bezwaarlijk buiten de korting blijven en
zoo in Indië een andere kortingsmaat
staf wordt toegepast dan overal elders,
krijgt men den eigenaardigen toestand,
dat dezelfde kundigheden in de verschil
lende gebiedsdeelen verschillend gehono
reerd worden. Is dat billijk waar in Indië
de hoofdtaak der vloot ligt en de kundig
heden daar het beste op hun plaats zijn?
Als laatste en zeker niet de minst be
langrijke omstandigheid, die vooral weer
het lagere gehuwde personeel zoo'n uit
zonderlijke positie doet innemen ten op
zichte van de salariskorting, geldt het
feit, dat dat personeel, dat ver van het
gezin toeft, door bemiddeling van het ma-
rinebestuur het grootste deel van het ver
diende tractement aan het in Nederland
achtergebleven gezin doet overmaken. Op
dat deel kan door den huisvader bezwaar
lijk meer gekort worden dan door de Ne-
derlandsche regeering voor haar ambte
naren is vastgesteld. Wanneer men nu
weet dat het deel van het salaris dat aan
het gezin wordt overgemaakt meestal 2/3
bedraagt, volgt daaruit, dat de hoogere
korting door de Indische regeering vast
gesteld in haar geheel komt te drukken
op het 1/3 gedeelte dat de schepeling ont
vangt. Kort Indië 10 pet. en Nederland
slechts 5 pet., dan drukt de meerdere 5
pet. geheel op het 1/3 gedeelte en bedraagt
dan zelfs 15 pet. Ja, nog sterker: kort
ndië met 1 Januari 10 pet. en treedt de
Nederlandsche korting van 5 pet. eerst
met 1 Maart in werking, dan zou over
de maanden Januari en Februari practisch
de korting op het 1/3 gedeelte 30 pet. be
dragen. Zoo althans zal het door de be
trokken schepelingen gevoeld worden.
Schrijvers meening is dat, waar een
korting van 10 pet. voor de officieren en
hoogere onderofficieren wel te dragen
zou zijn, billijkheidsoverwegingen zich
tegen zoodanige korting voor het lagere
Europeesche personeel wel verzetten. Ten
slotte brengt hij in herinnering, dat vroe
ger bij het passeeren van den keerkring
Steenbok of Kreeft, zulks in den scheeps-
mond betiteld werd als „het passeeren van
de kwartjes-lijn", aangezien van af dat
oogenblik aan eiken gulden salaris in
Nederland genoten een kwartje werd toe
gevoegd. Zou, meende hij, in dien gedach-
tengang een minimumsalaris van 25 pet.
boven het in Nederlandsche niet op een
goed oude traditie berusten waaraan de
marine terecht veel hecht?
Binnenland.
Twee vrouwen bewusteloos ge
raakt.
Toen er hedenmiddag om één uur na
herhaald bellen niet open gedaan werd
bij de weduwe G. in de Johan Camphuis-
straat te 's-Gravenhage, werd de politie
gewaarschuwd. Na openbreking der deur
vond men de 80-jarige weduwe en haar
50-jarige dochter bewusteloos te bed lig
gen. Een kachel, die te veel was afgeslo
ten, had kolendamp in de woonvertrek
ken laten ontsnappen. Door den G.G.D.
werden de vrouwen naar het gemeentezie
kenhuis aan den Zuidwal vervoerd. Voor
al de toestand van de weduwe laat zich
ernstig aanzien.
Zaterdagavond kwart voor 7 is bij de
Nieuwe Vechtbrug te Muiden een auto
bus, welke geheel bezet met passagiers
naar Weesp vertrok, door de gladheid
van den weg bijna in de Vecht terechtge
komen. Even voorbij genoemde brug zag
de bestuurder, die als bekwaam chauffeur
bekend staat, geen kans meer de bus in
het rechte spoor te houden en tot zijn
grooten schrik bemerkte hij, dat de wagen
langzaam maar zeker den smallen gras
berm afgleed. Ook de passagiers bemerk
ten hef gevaar, waarin zij verkeerden en
een doodelijke ongerustheid maakte zich
van allen meester. De bestuurder riep
hun uit alle macht toe, te blijven zitten,
daar anders de gevaarkansen nog ver
meerderd zouden zijn.
Gelukkig was ook op de brug bemerkt
in welk een hachelijken toestand de inzit-
JAAP SNOR
Vraagt onze Truien (ljzersterk) Resultaat y. eigen werk
ZUIDSTRAAT 19.
Let op den gelen winkel. - Onze vertegenwoor
diger den Heer L. ZWART, komt U bezoeken.
FEUILLITON
door
K. R. G. BRCVNE.
21)
,,'t Is gek maar ik ag die vent wel!
Wat 'n lef! Ik heb in mij tijd ook wel het
eén en ander gezien, ma- zoo iets!"
Carmencita's vingers bokkelden onge
duldig het blad van de tel.
„O, aan lef mankeert iet hem niet.
Maar als hij het daarmee t met die mooie
monocle van hem van mijvil winnen, zal
hü vroeger moeten opstat".
George had haar al dii tijd ongerust
en als de waarheid gegd moet wor
den 'n tikje kwajorensachtig-boos
zitten aankijken. Bij dieriendelijkheid
aan het adres van Smith aakte hij een
zucht van verlichting en :hakelde over
op zijn gewone ik.
„Als het contrast niet teijnlijk is", zei
hij, „zou je dan nu nog es met mij...
hè?"
„Natuurlijk, George", zefarmencita.
De volgende anderhalf ir verliepen,
zonder dat er iets bijzones gebeurde.
Het orkest krijschte en bute, de aristo
cratie at en dronk en botsttegen elkaar
op en transpireerde, de albsfeer werd
steeds ondragelijker. Geor;: en Carmen-
cita dansten en Mr. Todd lef het gedoe
aanzien met het air van ei welwillende
godheid met een pencliantoor whisky,
van welke vloeistof hij, zonder eenige uit-
wex-king, hoeveelheden consumeerde. En
zoo kwam het oogenblik, waarop Carmen-
cita verklaarde dat ze het nu genoeg
vond.
„Ik moet de eerste paar volgende dagen
goed bij zijn," voerde ze als reden aan,
„want jullie zullen zien, dat Smith het er
niet bij laat."
„Dan stappe we op," zei Mr. Todd. „Ik
heb der voor 't oogenblik ook genoeg van
en George hier heb ze nachtrust noodig.
Vooruit dan!"
Vijf minuten later stapte het trio door
de glas-en-mahoniehouten deur de bin
nenplaats op. Het begon al te schemeren;
de lauwe, druilerige regen, die den En-
gelschen zomer zoo aantrekkelijk maakt,
doorweekte met groote onpartijdigheid
de rechtvaardigen en onrechtvaardigen.
Onder het loopen door de nauwe tunnel
naar de straat begon George te overden
ken, wat er al niet gebeurd was sinds het
gedenkwaardige moment, waarop hij
Mr. Osbert Phipps aan zijn neus getroK
ren die gedaanten: Byng nummero één,
Mr. Reginald Featherstone Fanshawe-
Smith en Byng nummero twee. En voor
dat George en Mr. Todd begrepen, wat er
aan de hand was, begonnen de gebeurte
nissen elkander snel op te volgen.
Byng numero één trapte Mr. Todd met
het gemak en nonchalance van een ge-
routineerden voetballer, die corners aan
het oefenen is, tegen zijn maag. De vaste-
goederen expert slaakte een jammeren
den noodkreet, greep met bei z'n handen
naar z'n embonpoint, wankelde achteruit,
tot hij met een doffen smak tegen den
muur opkwam, gleed naar beneden en
bleef daar, pijnlijk snuivend, zitten. Om
van een knoopschoen met een laken bo
venstuk 'n trap in je maag te krijgen is
de grootste vernedering, die er bestaat.
Gelijktijdig hiermee boog Byng numero
twee deemoedig het hoofd en chargeer
de, als een woedende stier, die onver
wacht een matador ziet opduiken, op
George af. George kreeg een harden bons
tegen zyn eenen schouder en schoot de
ken had. Het was ongelooflijk dat die tunnel in, draaiend als een tol en rioochet-
repressaille daad nog geen dertien uur teerend van wand naar wand, tot zijn
geleden had plaats gehad. Het leven was vaart opgebruikt was.
plotseling zoo sterk-gekleurd, zoo interes
sant, zoo vol gebeurlijkheden geworden,
dat de makelaar-in-thee-tijd een eeuw ge
leden scheen. Dertien uur geleden wist
hij nog niet dat Carmencita bestond en
nu
Opeens werd hij hardhandig uit zijn
meditaties wakker geschud. Ze liepen
achter elkaar, eerst Carmencita, dan Mr.
Todd en dan George en op het oogenblik,
dat Carmencita het einde van den tunnel
bereikt had, materialiseerden zich drie
gedaanten uit het niets en versperden
Ondertusschen was Fanshawe-Smith
niet stil blijven staan. Terwijl zijn twee
handlangers zich op de hierboven be
schreven manier weerden, sprong hij met
een lenigheid, die een panter eer aange
daan zou hebben, op Carmencita af, tilde
haar op. keerde zich om en ging er met
haar van door, op een groote auto af, die
voor het trottoir stond te wachten. Het
leek wel of alles wat gebeuren moest, ge
beurd was, op het roepen: „Houd 'em!
houd 'em!" na.
Maar een schaking voorbereiden en een
Een paar seconden lang was Carmencita
te verbluft om anders dan lijdelijk te kun
nen zqn. Maar dan begon ze met een
kreet van woede, den tegenaanval. Haar
rechterhand greep het linkeroor van
Fanshawe-Smith stevig beet en begon het
energiek om te draaien. De eigenaar van
het oor gaf een schreeuw en hief instinct
matig, in een behoefte om zich te verde
digen, zijn arm op. Dit had Carmencita
verwacht. Ze wrong zich uit de omklem
ming van zijn anderen arm los, kwam op
het trottoir te staan, greep hem om zijn
pols beet, bukte zich en trok. Fanshave-
Smith rees van den grond omhoog, be
schreef een parabool door de lucht en
kwam met zóó'n smak op zijn rug in de
goot terecht, dat hij machteloos bleef lig
gen. De man, die schakings-plannen
heeft en verzuimt zich er van te verge
wissen, of zijn slachtoffer in spé met jiu
jitsu bekend is, loopt de kans, dat zijn
plannen op niets uitloopen.
Na dezen tour de force keerde Carmen
cita zich met een ruk om, teneinde de ge
broeders Byng, die vastbesloten op haar
afkwamen, warmpjes te ontvangen. Maar
een voor de tweede maal in-actie-komen
was niet noodig, want op dat oogenblik
schoot George, met de snelheid van een
ren, kreeg een rechtsche tegen zijn kin
van iets, dat op een moker leek, zakte in
z'n knieën door en legde zich, in een hou
ding die het duidelijkste bewijs was dat
hij in hetgeen er om hem heen gebeurde
geen belang meer stelde, te ruste op num
mer één.
George staakte hijgend zijn werkzaam
heden en nam het slagveld op. De ge-
heele geschiedenis had zich in een zestig
seconden afgespeeld en dus was hij lich
telijk de kluts kwijt. De stem van Carmen
cita bracht hem tot de werkelügheid
terug.
„Knap gedaan, George! Maar nu moe
ten we weg. Daar komt een politie-agent
aan."
George keek om. Het was zoo. Door
den lichtkring van de iantaren aan het
einde van de straat kwam een politie
agent aangewandeld. Voor het oogenblik
nog een phlegmatieke, niet-geïnteresseer-
de politie-agent. Maar ten opzichte van
wien aangenomen mocht worden, dat hij,
na nog eens zestig seconden, juist het
tegendeel van phlegmatiek en niet-geïn-
teresseerd zou zijn.
„Waar is Mr. Todd?" vroeg Carmen
cita.
Mr. Todd gaf haar zelf antwoord, door
hun den weg. Van links naar rechts wa- schaking met succes uitvoeren zijn twee!
granaat uit een kanon, uit de tunnel te op hetzelfde oogenblik, dat ze de vraag
voorschijn. deed, uit de tunnel te voorschijn te ko-
Zijn interventie kwam laat. maar was men. Hij liep langzaam en voorovergebo-
nv.AT.ftioL'or Z'n rpnhtp.rarm frpn* hpï 7.iin hnnHpn hpwrpvpn aiisspnri
daardoor te energieker. Z'n rechterarm
schooi uit, zijn rechtervuist kwam met
een doffen smak ergens op terecht en een
der gebroeders Byng voornaam onbe
kend wankelde dwars het trottoir over
gen; bei zijn handen bewreven sussend
zijn embonpoint; zijn breed-goedig ge
zicht zag bleek en betrokken en had de
verdwaasde uitdrukking van iemand die
een aardbeving meegemaakt heeft, maar
sloeg tegen de auto aan en zakte daar als nog niet beseft, dat hü er levend afge-
een "zoutzak in elkaar. Nummer twee der komen is.
gebroeders kwam toeschieten, om tegen „O! arme dikke, stakker!" riep Car-
die onbeleefde behandeling te protestee- mencita, toen ze hem zóó zag. Ze liep
naar hem toe en legde haar arm onder
den zyne. George haaste zich haar ach
terna en bewees den lü'der aan den an
deren kant denzelfden dienst. In die slag
orde zonder verder één blik voor het
trio in de goot, waarvan alleen Fanshawe-
Smith teekenen van leven vertoonde
verlieten ze in allerijl het tooneel van den
strijd.
Pas toen ze veilig en wel in een taxi
op weg naar het Regal zaten, kreeg Car
mencita het volle gebruik over haar
spraakvermogen terug.
„Heilige Mozes!" zei ze op half-ge-
smoorden toon. „Om mjj te willen scha
ken! M ij!"
George maakte van de duisternis in
zijn hoekje gebruik om vermaakt te grin
niken.
„Je kunt in elk geval niet zeggen, dat
hü ons niet behoorlek van te voren ge
waarschuwd heeft."
„Gelukkig, dat jü erbü was, George!"
zei Carmencita. „Maar ondertusschen
moet ik een andere plaats voor die juwee-
len zien te vinden. Ze zü'n niet veilig in
mijn koffer en niet veilig.waar ik ze
heb. Den volgenden keer mocht hü eens
gelukkiger zün."
Uit den mond des heeren Todd kwam
eerst een eigenaardig asthmatisch geluid
en daarna een benauwde, kleine stem.
„Ik neem terug wat ik over die....
snuiter.... gezegd heb.... Ik mag hem
niet, heelemaal niet....!"
(Wordt vervolgd.)