K DOLENDE MELEN. BALANS-UITVERKOOP NOG goedkooper Ontwapening en de Ontwapeningsconferentie. NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Buiten!andsch overzicht Tegen roofie ftanüen 60ste JAARGANG Is herstel van Duitschland te laat? - De uitgestelde herstelconferentie. - Russisch-Poolsch-nonagressie- verdrag. - De toestand tusschen China en ]apan zeer gespannen. - De Volkenbond weet er geen raad mee. FEUILLETON 1 HELDERSCHE COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersehe Courant f 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnen land f 2.—, Nederl. Oost en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70, f i.Modeblad re3p. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.35. Lossenos. 4 ct.; fr.p.p.6ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 - Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIEN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewjjsno. 4ct. Is Duitschland niet meer te redden? Bij alle felle aanvallen op Duitschland van Eransche zijde en -wantrouwende klanken, doet het goed eens een andere stem van dien kant te beluisteren. Luc Durtain, een bekend Fransch schrijver, begint onder bet opschrift: Frankrijk Duitschland: Is het te laat? in „1'Oeuvre" het eerste gedeelte van het verslag van een reis door Duitschland. In de inleiding zegt hij o.m. dit: Een Fransch schrijver, die reeds vóór of na den oorlog zeven reizen naar Duitschland heeft gedaan en de Duitsche taal vol doende spreekt om alleen te gaan -waai en te praten met wien hij wil, komt voor den achtsten keer in Duitschland terug. Januari 1932. Ja, hjj wist wel, dat bedrei gingen zich geleidelijk boven dezen 011- gelukkigen Europeeschen kaap ophoopen, waar toch zulk een kostbaar deel van de beschaving wordt gekweekt. Maar dat het er zoover gekomen was als thans het geval blijkt te zijn, neen, dat had hij niet gedacht. Hij heeft gezien en gehoord. Wat kan er worden gedaan? Hij is niet naïef genoeg om zich tot de menschen van de bureaux, van de regeeringen te wenden, maar hij tracht zoo duidelijk mogelijk tot zijn medemenschen te spre ken. Het gebouw over te bouwen zou een werk van langen adem zijn. Maar wie weet, misschien is het nog tijd het inzak kende beton te steunen, de sluizen open te zetten. 't Is te hopen dat de oogen van het Fransche volk voor deze waarheden open gaan, opdat men tot een objectiever be schouwing van de Duitsche onmacht kome, waardoor redding van dit volk cn van Europa, misschien nog mogelijk is. De uitgestelde herstelconferentie. Men is natuurlijk benieuwd wanneer de uitgestelde herstelconferentie nu zal worden gehouden. Welnu, de „Matin" geeft eenige bizonderheden, die wjj hier aan onze lezers voorleggen. Het blad meent, naar Reuter meldt, vernomen te hebben, dat de Britsche gezant te Parijs in de Maandagmiddag gehouden conferen tie aan Laval den tekst voor een ont werp heeft voorgelegd, dat zou zijn. op gesteld door Leith Ross, den gedelegeer de van het Britsche ministerie van finan ciën. Dit ontwerp zou het volgende behelzen: De vertegenwoordigers van Groot-Brit- tannië stellen, na in het kort herinnerd te hebben aan de bijzondere omstandigheden, waardoor de conferentie van Lausanne is moeten worden uitgesteld, voor, op 30 Juni de onderhandelingen met Duitsch land te openen. Zij hopen, dat inmiddels de economische situatie zich voldoende verder ontwikkeld heeft, om vruchtdra gende onderhandelingen mogelijk te maken. En hier volgt nog eenig nieuws over de herstelbetalingen, waaruit wederom de onverzoenlijke houding van Frankrijk blijkt. Frankrijk wenscht gemeenschappelijk op te treden tegenover Amerika, terwijl men in Engelsche financieele kringen ge looft, dat Engeland door zelfstandig op treden betere voorwaarden zal kunnen bedingen, aangezien men op het oogen- blik in Amerika slechts schijnt te voelen voor een revisie der schuldenovereen komsten met Engeland en België. Aan gezien echter Frankrijk slechts dan con cessies aan Duitschland wil doen, wan neer Amerika ook toestemt in een herzie ning der Fransche schuldbetalingen, zijn de vooruitzichten voor een moratorium niet bepaald schitterend. Gandhi in de gevangenis. „Van hier uit kan ik nog beter mijn troef met het lijdelijk verzet uitspelen!" („Journal"). Een Poolsch-Russisch non-agressie-ver drag is Maandag te Moskou geparafeerd. Wij achten dit verdrag belangrijk genoeg om er hier melding van te maken en de inhoud in het kort te vermelden, terwijl we daaronder nog een en ander laten volgen uit een beschouwing van de „Nw. Rott. Crt." hierover. Het verdrag houdt dan in hoofdzaak in: lste: De beide partijen zien af van een regeling van alle geschillen door middel van een oorlog. 2de: Beide staten verplichten zich geen overeenkomsten met derden aan te gaan, welke zijn gericht tegen een der verdrag partijen. De verdragen, welke tusschen een der verdragsluitenden en een derden staat zijn gesloten, blijven ook na het sluiten van het non-agressie-verdrag van kracht, hetzij het overeenkomsten betreft, welke agressieve bepalingen bevatten. 3e: Het verdrag geldt voor den tijd van drie jaar. Het kan vijf maanden voor den afloop van den verdragster mijn worden opgezegd. Heeft geen opzegging plaats, dan wordt het verdrag automa tisch voor den tijd van 2 jaar verlengd. 4de: Het verdrag moet 30 dagen na de parafeering worden geratificeerd. De overige zinsneden van het verdrag hebben betrekking op de verplichtingen van heide partijen, voor het geval oen van hen door een derde mogendheid wordt aangevallen. In een dergelijk geval moet de andere verdragpartij de neutraliteit handhaven. Uit Warschau wordt gemeld, dat het Russisch-Poolsch verdrag door Polen eerst dan zal worden onderteekend, in dien alle overige non-agressie-verdragen van Sowjet-Rusland in het bizonder het verdrag met Roemenië, onderteekend zijn. De „Nw. Rott. Crt." schrijft over een en ander onder meer: Het parafeeren van deze overeenkomst Europa's redding. De, eeuwige conferenties. („Nebelspalter"). tusschen Polen en Rusland zou een be langrijk feit kunnen zijn, geschikt om heel wat wantrouwen in Oost-Europa weg te nemen, als er niet een voorbehoud aan verbonden was. Polen verklaart het non agressie-verdrag eerst voluit te zullen onderteekenen als de andere verdragen van dien aard tusschen Rusland en der den, waarover thans onderhandeld wordt, tot stand zijn gekomen. Dit zou geen groot bezwaar zijn als tot deze reeks niet be hoorde een dergelijk verdrag tusschen Rusland en Roemenië. Daar vormt het geschil over Bessarabië de groote moeilijkheid. Rusland erkent niet het recht van bezit der Roemenen op dat gebied; dit gaat zoover dat indertijd een voorbijgaande verkoeling in de vriendschap tusschen de Russische en de Italiaansche dictatuur is ontstaan, toen Mussolini na jaren van aarzelen Bessa rabië als Roemeensch gebied erkende In Russische oogen houdt Roemenië nog steeds wederrechtelijk een stuk Russisch gebied militair bezet, is er dus feitelijk een staat van oorlog zonder werkelijke» j strijd, zooals wij ook tusschen Polen en I Litauen kennen. Het is moeilijk een non- agressie-verdrag te sluiten, als Roemenië volgens Russische opvattingen in een permanenten toestand van agressie tegen liet Sowjetrijk verkeert. De toestand tusschen China en Japan wordt steeds meer gespannen. Waartoe het conflict in Mantsjoerije nog zal ieiden is moeilijk te zeggen, doch dat de toestand met spanning door de geheele wereld wordt gevolgd en van zeer ernstige ge volgen de aanleiding kan zijn, is zeker. In de Ver. Staten wordt men zeer onge rust over de Japansche actie in Sjanghai. Reuter is van meening, dat het depar tement van buitenlandsche zaken niet zal toestaan, dat de Japanners optreden in de internationale concessie te Sjanghai en dat ten opzichte hiervan energieke maat regelen genomen zullen worden, hetzij zelfstandig dan wel in samenwerking met Groot-Brittannië. Zooals uit de volgende telegrammen blijkt is de toestand er de laatste dagen ook niet beter op geworden. Naar het Japansche telegraafagent- schap „Shimboen Rengo" meldt, heeft het leger van generaal Sisja, onder leiding van generaal Gui, Dinsdaj; de buitenwij ken der stad Charbin bereikt. Ieder oogenblik kan de stad worden bezet. Volgens een ander Japansch bericht zouden de zich te Charbin bevindende Cliineesche troepen Dinsdagmorgen vroeg eenige wijken volkomen uitgeplunderd hebben. Te Moskou heeft het bericht nopens de gebeurtenissen te Charbin groote onrust teweeg gebracht. Verklaard wordt, dat het optreden van Japan te beschouwen is als een verder vergrijp tegen de Russische belangen, in het bijzonder ook wat den Oost-Chineeschen spoorweg betreft. In een ander bericht wordt er nog mel ding van gemaakt dat Dinsdagmorgen in de C'hineesche wijk van Charbin ernstige onlusten zijn uitgebroken. Groote optoch ten trokken door de straten van de stad. De leiders eischten een oorlogsverklaring van Japan. De militairen stonden machte loos tegenover de groote beweging. El ders in dit blad vindt men nog verschil lende berichten over botsingen en andere onlusten te Sjanghai en Charbin. De Volkenbondsraad en het Mantsjoe- rijsche geschil. In Genève weet men zich ook geen raad met het ernstige geschil in Mantsjoerije. Na de korte openbare zitting ging de Volkenbondsraad Dins dagmorgen over tot een geheime zitting, ter voortzetting van de behandeling van het conflict. Een Vaz Dias bericht meldt: Ten aanzien van dit conflict bevindt de Volkenbondsraad zich in de grootste moeilijkheden. Sommige raadsleden geven min of meer openlijk toe, dat zij niet weten wat zij moeten doen. Engeland en Frankrijk zouden er niets voor voelen om de sanctie-maatregelen van art. 15 van het Volkenbondspact tegen Japan toe te passen. Voorloopig zal men daarom waarschijn lijk tegenover de scherpe verwijten en voorstellen van den Chineeschen verte genwoordiger in den Raad, verwijzen naar het onderzoek, dat op het oogenblik door de Volkenbondscommissie in Mantsjoerije wordt ingesteld. Aangezien de commissie, die eerst naar Washington is vertrokken, pas in April haar eigenlijke werkzaamheden in mantsjoerije zal aanvangen, zal de Vol kenbondsraad zich pas in zijn Mei-zitting met het resultaat van dit onderzoek kun nen bezighouden. Hierdoor zou Japan tijd winnen en is de raad voorloopig be vrijd van de zeer moeilijke taak, een beslissing te nemen. IIL De trotsche John Buil en het pond sterling. („Nebelspalter"). DE VERBANNING DER JEZUITEN IN SPANJE. Zij verlaten het land. Van de Fransch-Spaansche grens wordt gemeld, dat de geestelijken van de orde der Jezuïten in grooten getale het land beginnen te verlaten. Men meent te we ten, dat de meesten naar België gaan. Een aantal, dat te St. Sebastiaan was ge vestigd, en er onderwijs gaf, schijnt voornemens te zijn daar te blijven. Het Ontwerp-Verdrag. In 1926 kwam de voorbereidende Com missie, de Commissie-Loudon voor het eerst bijeen, zonder dat zij in twee lang durige zittingen veel resultaat bereikte. Toch liet de Assemblée niet na om in datzelfde jaar erop aan te dringen, dat de Ontwapeningsconferentie zoo mogelijk nog in 1927 zou worden bijeengeroepen. Een nieuwe, door de Commissie-Loudon gehouden zitting, maakte dit wegens totaal gebrek aan resultaten vrijwel on mogelijk, en zulks te meer toen de Vloot- conferentie tusschen Amerika, Engeland en Japan, te Genève bijeengeroepen, tot een totale mislukking werd. Niet anders kon de Assemblée van 1927 dan ook doen dan opnieuw op spoed aandringen en de insfelling van de Commissie-Benesj aan bevelen. Opnieuw in 1928 kwam de Com missie-Loudon twee keeren bijeen, maar terwijl de samenkomst der Commissie- Benesj leidde tot de voorbereiding der Algemeene Akte van Arbitrage, kon zij weinig totstandbrengen. Eerst in 1929 verkreeg het ontwerp-verdrag, door de Commissie-Loudon opgesteld, althans eenigen vorm, schoon belangrijke discus- siën, in het bijzonder terzake van de be perking der geoefende reserves en de directe vermindering, door beperking van manschappen en materieel, in den regel tot negatief resultaat leidden. Het is voorzeker aan den blijvenden aandrang van de Assemblée zoowel van 1929 als 1930 te danken, dat tenslotte de Commis sie-Loudon, in de wintermaanden 1930 opnieuw samengekomen, hare beraad slagingen beëindigde, haar rapport met ontwerp aan den Raad voorlegde, die j daarop, ongeveer een jaar geleden, als datum voor de bijeenkomst der Ontwape ningsconferentie 2 Februari bepaalde. De gang van zaken in de Commissie-Lou don kan niet bepaald dienen tot optimis tische voorspellingen voor den gang van zaken op de Ontwapeningsconferentie. De verschillen van meening, in den betrek kelijk kleinen, maar toch waarlijk niet al te kleinen kring der Commissie gebleken, zullen zich op de Ontwapeningsconferen tie, die een buitengewoon grooten om vang heeft, stellig en in vermoedelijk scherper vorm herhalen. Aan den ande ren kant heeft de Commissie-Loudon er toe medegewerkt, dat het laatste restje van geduld, in de openbare meening der volkeren aanwezig, is opgeslonken, zoo dat wellicht de Ontwapeningsconferentie zelve de les zal verstaan, die daaruit maar al te gemakkelijk kan worden geput. Wanneer men spreekt van het ont werpverdrag, door de Commissie-Loudon opgesteld, dat den grondslag zal vormen van de a.s. Ontwapeningsconferentie, drukt men zich niet geheel juist uit. Want het is niet een zuiver ontwerpver drag, dat zij heeft opgesteld, doch meer het schema van een verdrag. Immers, in een ontwapeningsverdrag behooren cijfers j en data en deze ontbreken ten eenenmale in het ontwerp. Met opzet. De Commissie i heeft het niet tot haar taak geacht, vooral j niet, waar zij uiteraard slechts een be-j perkt aantal landen omvat, cijfers voor te stellen. Maar bovendien: terwijl zij in den aanvang de vraag bestudeerde welke maatstaven aan de bewapeningen der verschillende landen zouden kunnen worden aangelegd en hoe deze zouden kunnen worden vergeleken, is zij tot de conclusie gekomen, dat elk criterium, als vroeger gezocht in de lengte van de gren- zen, de bevolking, de hoeveelheid grond stoffen of wat ook, niet voor verwerking in een verdrag vatbaar is. Zoodoende heeft men aanvaard het standpunt, dat elke Regeering zelve tijdens de conferen tie met concrete cijfers voor hare bewa peningen zal moeten komen, gegrond op overwegingen van- veilgheid voor het eigen land en dat dan door gemeenschap* pelijk overleg tusschen de partijen ter Conferentie de maximumeijfers voor ieder land zullen worden vastgesteld. Daartoe dienen de tabellen, die in ruime mate aan de artikelen van het ontwerpverdrag zijn verbonden, en die de bestudeering er van moeilijker maken dan zij in werke lijkheid is. Deze omstandigheid, die velen tot dusver is ontgaan, verklaart ook waarom de Ontwapeningsconferentie van zoo langen duur wordt geacht; verklaard; tevens waarom zoo talrijke delegaties naar Genève zullen gaan. Bij de voorbe reidende beraadslagingen is te menigmaal gebleken hoezeer men aan de voorlich ting van deskundigen op bijkans elk ge bied behoefte had, en, zijn eenmaal de on derhandelingen der Ontwapeningsconfe rentie in gang, dan zal men de medewer king dier deskundigen elk oogenblik heb ben in te roepen. Men zij echter ander zijds niet blind voor het feit, dat de aan wezigheid van een ontwerpverdrag of schema reeds een grooten vooruitgang beteekent op het verleden. Te 's-Graven- hage in 1899 en 1907 werd door de des kundigen met den meesten nadruk ver zekerd, dat zulk een schema niet was te ontwerpen, en zie, thans is het er, en aan de hand daarvan kan men arbeiden. In het schema, aan de Ontwapeningscon ferentie voorgelegd, zijn de bepalingen van tweeërlei aard; voor sommige onder deden wordt beoogd bepaalde maxima voor elk land vast te stellen, die niet mogen worden overschreden; andere be palingen houden alleen in de verplichting tot het verschaffen aan den Volkenbond gen mjn(jer mooie huidskleur gebruikt men het best de sneeu wachtig witte Crème Leodor, die tevens een uitste kenden bodem voor poeder vormt. De verkoelende en geneeskrachtige werking treedt in het bijzonder 's winters aan den dag, wanneer de handen en het gezicht als gevolg van de koude zeer rood gewor den zijn. Ook bij een teere en opengebarsten huid, in het bijzonder echter hij de zoo onaangename jeukprikkeling der huid, bewijst de crème uitste kende diensten. In al die gevallen legt men deze in een dun laagje op, hetgeen men verschillende malen per dag herhaalt, 's avonds in een dikker laagje. Da lang aanhoudende geur van deze crème lijkt op een dauwfrisch geplukten voorjaarsruikcr van mei klokjes, viooltjes en seringen, zonder den beruchten geur van muskus, waarvan de deftige wereld een afschuw heeft. - Leodor verkoelende crème, roode verpakking; Leodor vette crème, blauwe verpak king. De werking wordt nog verhoogd door Leo d or - E d el z eep. Beneden de prijzen van voor den oorlog! In alle zaken verkrijgbaar, die Chlorodont verkoopen. door K. R. G. BROWNE. 81) Met een soort geblaat van schrik maakte George een luchtsprong van een halven meter en keerde zich om. Van uit de deuropening, die blijkbaar naar de huiskamer voerde, stond een man hem aan te kijken met een uitdrukking op zijn gezicht, die het midden hield tusschen verbazing en achterdocht. Een groote zware man in een donkerblauwe broek van een zeer 'behoorlijke snit, vermiljoen roode bretels, een overhemd met merk waardig kleurige strepen, geen boord en reusachtige geborduurde pantoffels. Deze verschijning hield in z'n linkerhand een krant en in z'n rechter een pijp en met die pijp begon hij nu George te begesti- culeeren. „Wat mot dat hier beteekenen," infor meerde hij. De eerste paar oogenblikken was George te verbluft en te ontdaan, om een behoorlijk antwoord te kunnen bedenken. Vaag drong het tot hem door, dat dit nu veldwachter Turtle was, het wezen dat hij als een soort van mythe beschouwd had en met wien hii daarom vergeten had rekening te houden. Waarschijnlijk was veldwachter Turtle, terwijl zij aan tafel zaten, thuisgekomen om na een dag hard werken, met behulp van eén pijp en een krant en een paar pantoffels, een welver diende rust te genieten. Hoe dieper dat soort gedachten bij hem doordrong en hoe langer hij den man, die in Quartock Royal de wet vertegenwoordigde, bleef aankijken, hoe sterker het gevoel van paniek van den eersten schrik overgehou den, in den boezem van Carmencita's handlanger werd. En geen wonder! Tegen alle natuur wetten in, die o.a. voorschrijven dat groote, zware vrouwen krielechtgenooten zullen hebben, was veldwachter Turtle minstens even groot en zwaar als zijn betere helft. En profil gezien, dank zjj zijn embonpoint, zelfs nog Zwaarder. Hij had een kogelvormig hoofd, met een „Glatze", die ongeveer het geheele noor delijke halfrond besloeg, kinderlijke blauwe oogen en een snor van het water val-model, die de eigenaardige gewoonte had om, wanneer hij sprak, met een lucht stroom van binnen uit mee te wuiven. Ge zien in de open lucht, onder het onbarm hartige daglicht, was hii waarschijnlijk niets anders dan een welgedane politie man, maar in het halfdonker van de gang leek hij een woedende geweldenaar. „Wat mot dat hier beteekenen?" her haalde Mr. Turtle. Hij was als causeur nooit een succes, maar op dat oogenblik wist hij nu werkelijk niets anders te zeg gen. Niet, dat dat noodig geweest was, de- overtreding in aanmerking genomen. Met inspanning van alle krachten dwong George zijn gezicht in, wat hij vurig hoopte, een verzoenenden glim lach. »0..eh.... goeden avond," zei hij. „Mooi weer vandaag geweest." „Wat mot dat hier beteekenen?" zei veldwachter Turtle. „'t Spijt me geweldig, dat ik hier zoo onceremonieel ben komen binnenval len. „Je bent niet komme binnenvallen," zei veldwachter Turtle. „Je bint komme bin- nens 1 u i p e. Ik hè je gezien." Het zweet brak George uit. Maar hij dwong zich tot kalmte en deed een tweede poging. „Nu ja, zoo bedoel ik 't niet. De quaestie is. ik kreeg geen antwoord op mijn kloppen en. „Hê-je niet hooren kloppen." „Maar ik heb toch geklopt heusch.... heel hard! En toen ik geen antwoord kreeg ben ik maar zoo vrij geweest naar binnen te gaan." Bij de laatste woorden glimlachte hij luchtig, zooals een man van de wereld dat tegen een anderen man van de wereld doet. „De quaestie is.ik. ik kwam mijn vriend, Mr. Fanshave- Smith opzoeken, ik logeer zelf in het Wa pen van Croyde!" „Je vriend Misterwie?" „Ik kwam," zei Carr, „Mr. Fanshave- Smith opzoeken. Uw.... uw betalende gast," „Mijn wat?" „Uw.... uw kostganger." „O, die!" zei veldwachter Turtle. „Wou je die opzoeken?" „Ja. Is hii thuis?" „Nee." ^Och, zei George, „dat Is jammer! Maar misschien zit hij in de uitspanning op me te wachten. Dan moest ik maar gauw teruggaan. Goeden avond.... eh.. en nog wel bedankt." Er kwam geen antwoord. In een stilte, die even gezichts- en gevoelsverbijsterend werkte als een dikke mist, keerde George zich van de trap af, zocht tastend den weg naar de deur, trok die open en strompel de de frissche kalmeerende buitenlucht in. Carmencita en Mr. Todd hadden al dien tijd op dezelfde plaats bijna onbeweeglijk zitten afwachten. Bij George's nadering keken ze verlangend op. Maar bij het zien van de uitdrukking op zijn gezicht, die veel overeenstemming vertoonde met die van Napoleon tijdens den terugtocht van Moskou, werden hun gezichten sip. „En?" vroeg Carmencita. George steunde, liet zich zwaar op de bank neervallen, greep het bierglas van Mr. Todd en ledigde het ad fundum. „Pfff! Gelukkig, dat er nog bier is." „Wat is der gebeurd?" vroeg Mr. Todd. „Heb je ze niet, jong?" George lachte een hollen, vreugdeloo- zen lach. „Of ik ze heb? Nee, ik heb ze niet. Mr. Turtle was thuis. Zit in alle kamers tege lijk." Na deze inleiding deed hij zijn hoor ders, die in geslagen stilte zaten toe te luisteren, het verhaal van zijn eerste ronde met de wet. „Gom!" zei Mr. Todd, toen h« zweeg, „ik kan niet zeggen, dat we bepaald ge luk hebben." George schudde neerslachtig het hooid. De Voorzienigheid is naar de anti- President-Milligan-partij overgeloopen. Een half uur geleden was ik eigenlijk van plan om alle strategie op sterk \t ater te zetten en den pluk met kracht van vuis ten Byngs of geen Byngs, uit Smith zijn bed' te halen. Maar nu ik het mannelijke exemplaar van de Turtle's gezien heb, ben ik er niet meer zoo positief van over tuigd, dat dat de juiste methode zou zijn!" Carmencita schudde resoluut van neen. „Dat zou niet gaan, George.... We moeten er geen drukte bü maken.... onder de gegeven omstandigheden mag 't gewoonweg niet. We moeten de hand erop zien te leggen en weg zien te komen, voordat Smith begrijpt, waar 't ons om te doen is." Of het nu kwam door de stimuleerende eigenschappen van het Quartock Royalis tische bier waarvan hij ettelijke glazen geconsumeerd had, of door den eigen- aardigen moedeloozen klank in Carmen cita's stem, die bij haar onafhankelijk, energiek type verontrustend aandeed of alleen door zijn eigen wensch, om on danks alles te toonen, dat er toch kam- pioens-bloed door zijn aderen vloeide, is niet uit te maken. Maar een feit is, dat, toen hii na eenige oogenblikken van diep zinnig nadenken begon te spreken, zijn toon hem zelf evenzeer verbaasde als zijn toehoorders. „Goed. Dan zal ik het nog eens pro- beeren." „Hè?" zei Mr. Todd. „Wanneer?" vroeg Carmencita. „Op wat voor manier?" vroeg Mr. Todd. „Vanavond laat. Zelfs een „Turtle" moet slapen en zoo handig ben ik nog wel, dat ik dat huis binnenkom, zonder de heele buurt wakker te maken. Ik weet wel niet, waar Smith zijn kamer is, maar dat is gemakkelijk genoeg uit te visschen. Al de ramen zijn zoo ongeveer vlak bij den grond. Ik ben erin en er weer uit, voordat hij den tijd heeft om wakker te worden." „Nou, jij bent er niet één om los te laten as je eenmaal vast heb," zei Mr. Todd, diep onder den indruk door dat ge durfde plan. „Maar as-je 'em nou wakker maakt?" „Op school hadden we daar met ona zessen een karwei aan en ik heb geen. reden te veronderstellen, dat hij sinds dien aan slapeloosheid is gaan lijden. In. elk geval lijkt mij dit 't eenige, wat we nog doen kunnenWat vind iii, Car mencita?" Carmencita keek hem op een eigenaar dige manier aan. „Ik had ook al een dergelijk plan be* dacht, om je de waarheid te zeggen, met dit verschil. „O ja?" zei George teleurgesteld. Met dit verschil, dat ik 't zelf had willen doen." George staarde haar met open mond aan. „Had je 't z e 1 f willen doen? J ij zelf! En wij dan? Wat dacht je, dat wij hier rustig zouden blijven knikkebollen over. onze breikousen, terwijl jij bij een politie agent ging inbreken! Hoe kun je zulke dingen veronderstellen, Carmencita! Hoe kun je?" Miss Milligan glimlachte, maar 't ging niet van harte. „Weet je wat 't is, George.ik vind, dat ik het een beetje te bont maak. Ik heb jullie tegen wil en dank hierin be trokken, en 't wordt nu langzamerhand tijd dat jullie een poosje vancantie ne men en ik weer eens aan den slag ga- Jullie auto requireeren kon er nog mee door, maar jullie ergens in laten breken gaat een beetje te ver. Stel dat je door mijn schuld in de gevangenis komt-1 Nee, van dit oogenblik af doe lk het, als er in gebroken moet worden." (Wordt vervolgd.^

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 1