K DOLENDE MELEN.
BALANS-UITVERKOOP
NOG goedkooper
Ontwapening en de Ontwapeningsconferentie.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Buiten!andsch overzicht
Tegen roofie ftanüen
60ste JAARGANG
Is herstel van Duitschland te laat? - De uitgestelde
herstelconferentie. - Russisch-Poolsch-nonagressie-
verdrag. - De toestand tusschen China en
]apan zeer gespannen. - De Volkenbond weet er geen
raad mee.
FEUILLETON
1
HELDERSCHE COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersehe Courant f 1.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnen
land f 2.—, Nederl. Oost en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70,
f i.Modeblad re3p. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.35. Lossenos. 4 ct.; fr.p.p.6ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 - Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIEN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewjjsno. 4ct.
Is Duitschland niet meer te redden?
Bij alle felle aanvallen op Duitschland
van Eransche zijde en -wantrouwende
klanken, doet het goed eens een andere
stem van dien kant te beluisteren. Luc
Durtain, een bekend Fransch schrijver,
begint onder bet opschrift: Frankrijk
Duitschland: Is het te laat? in „1'Oeuvre"
het eerste gedeelte van het verslag van
een reis door Duitschland.
In de inleiding zegt hij o.m. dit: Een
Fransch schrijver, die reeds vóór of na
den oorlog zeven reizen naar Duitschland
heeft gedaan en de Duitsche taal vol
doende spreekt om alleen te gaan -waai
en te praten met wien hij wil, komt voor
den achtsten keer in Duitschland terug.
Januari 1932. Ja, hjj wist wel, dat bedrei
gingen zich geleidelijk boven dezen 011-
gelukkigen Europeeschen kaap ophoopen,
waar toch zulk een kostbaar deel van de
beschaving wordt gekweekt. Maar dat
het er zoover gekomen was als thans het
geval blijkt te zijn, neen, dat had hij niet
gedacht. Hij heeft gezien en gehoord.
Wat kan er worden gedaan? Hij is niet
naïef genoeg om zich tot de menschen
van de bureaux, van de regeeringen te
wenden, maar hij tracht zoo duidelijk
mogelijk tot zijn medemenschen te spre
ken. Het gebouw over te bouwen zou een
werk van langen adem zijn. Maar wie
weet, misschien is het nog tijd het inzak
kende beton te steunen, de sluizen open
te zetten.
't Is te hopen dat de oogen van het
Fransche volk voor deze waarheden open
gaan, opdat men tot een objectiever be
schouwing van de Duitsche onmacht
kome, waardoor redding van dit volk cn
van Europa, misschien nog mogelijk is.
De uitgestelde herstelconferentie.
Men is natuurlijk benieuwd wanneer
de uitgestelde herstelconferentie nu zal
worden gehouden. Welnu, de „Matin"
geeft eenige bizonderheden, die wjj hier
aan onze lezers voorleggen. Het blad
meent, naar Reuter meldt, vernomen te
hebben, dat de Britsche gezant te Parijs
in de Maandagmiddag gehouden conferen
tie aan Laval den tekst voor een ont
werp heeft voorgelegd, dat zou zijn. op
gesteld door Leith Ross, den gedelegeer
de van het Britsche ministerie van finan
ciën.
Dit ontwerp zou het volgende behelzen:
De vertegenwoordigers van Groot-Brit-
tannië stellen, na in het kort herinnerd te
hebben aan de bijzondere omstandigheden,
waardoor de conferentie van Lausanne is
moeten worden uitgesteld, voor, op 30
Juni de onderhandelingen met Duitsch
land te openen. Zij hopen, dat inmiddels
de economische situatie zich voldoende
verder ontwikkeld heeft, om vruchtdra
gende onderhandelingen mogelijk te
maken.
En hier volgt nog eenig nieuws over de
herstelbetalingen, waaruit wederom de
onverzoenlijke houding van Frankrijk
blijkt.
Frankrijk wenscht gemeenschappelijk
op te treden tegenover Amerika, terwijl
men in Engelsche financieele kringen ge
looft, dat Engeland door zelfstandig op
treden betere voorwaarden zal kunnen
bedingen, aangezien men op het oogen-
blik in Amerika slechts schijnt te voelen
voor een revisie der schuldenovereen
komsten met Engeland en België. Aan
gezien echter Frankrijk slechts dan con
cessies aan Duitschland wil doen, wan
neer Amerika ook toestemt in een herzie
ning der Fransche schuldbetalingen, zijn
de vooruitzichten voor een moratorium
niet bepaald schitterend.
Gandhi in de gevangenis.
„Van hier uit kan ik nog beter mijn
troef met het lijdelijk verzet uitspelen!"
(„Journal").
Een Poolsch-Russisch non-agressie-ver
drag is Maandag te Moskou geparafeerd.
Wij achten dit verdrag belangrijk genoeg
om er hier melding van te maken en de
inhoud in het kort te vermelden, terwijl
we daaronder nog een en ander laten
volgen uit een beschouwing van de „Nw.
Rott. Crt." hierover. Het verdrag houdt
dan in hoofdzaak in:
lste: De beide partijen zien af van een
regeling van alle geschillen door middel
van een oorlog.
2de: Beide staten verplichten zich geen
overeenkomsten met derden aan te gaan,
welke zijn gericht tegen een der verdrag
partijen. De verdragen, welke tusschen
een der verdragsluitenden en een derden
staat zijn gesloten, blijven ook na het
sluiten van het non-agressie-verdrag van
kracht, hetzij het overeenkomsten betreft,
welke agressieve bepalingen bevatten.
3e: Het verdrag geldt voor den tijd
van drie jaar. Het kan vijf maanden
voor den afloop van den verdragster mijn
worden opgezegd. Heeft geen opzegging
plaats, dan wordt het verdrag automa
tisch voor den tijd van 2 jaar verlengd.
4de: Het verdrag moet 30 dagen na de
parafeering worden geratificeerd.
De overige zinsneden van het verdrag
hebben betrekking op de verplichtingen
van heide partijen, voor het geval oen van
hen door een derde mogendheid wordt
aangevallen. In een dergelijk geval moet
de andere verdragpartij de neutraliteit
handhaven.
Uit Warschau wordt gemeld, dat het
Russisch-Poolsch verdrag door Polen
eerst dan zal worden onderteekend, in
dien alle overige non-agressie-verdragen
van Sowjet-Rusland in het bizonder het
verdrag met Roemenië, onderteekend zijn.
De „Nw. Rott. Crt." schrijft over een
en ander onder meer:
Het parafeeren van deze overeenkomst
Europa's redding.
De, eeuwige conferenties.
(„Nebelspalter").
tusschen Polen en Rusland zou een be
langrijk feit kunnen zijn, geschikt om
heel wat wantrouwen in Oost-Europa weg
te nemen, als er niet een voorbehoud aan
verbonden was. Polen verklaart het non
agressie-verdrag eerst voluit te zullen
onderteekenen als de andere verdragen
van dien aard tusschen Rusland en der
den, waarover thans onderhandeld wordt,
tot stand zijn gekomen. Dit zou geen groot
bezwaar zijn als tot deze reeks niet be
hoorde een dergelijk verdrag tusschen
Rusland en Roemenië.
Daar vormt het geschil over Bessarabië
de groote moeilijkheid. Rusland erkent
niet het recht van bezit der Roemenen op
dat gebied; dit gaat zoover dat indertijd
een voorbijgaande verkoeling in de
vriendschap tusschen de Russische en de
Italiaansche dictatuur is ontstaan, toen
Mussolini na jaren van aarzelen Bessa
rabië als Roemeensch gebied erkende
In Russische oogen houdt Roemenië nog
steeds wederrechtelijk een stuk Russisch
gebied militair bezet, is er dus feitelijk
een staat van oorlog zonder werkelijke» j
strijd, zooals wij ook tusschen Polen en I
Litauen kennen. Het is moeilijk een non-
agressie-verdrag te sluiten, als Roemenië
volgens Russische opvattingen in een
permanenten toestand van agressie tegen
liet Sowjetrijk verkeert.
De toestand tusschen China en Japan
wordt steeds meer gespannen. Waartoe
het conflict in Mantsjoerije nog zal ieiden
is moeilijk te zeggen, doch dat de toestand
met spanning door de geheele wereld
wordt gevolgd en van zeer ernstige ge
volgen de aanleiding kan zijn, is zeker.
In de Ver. Staten wordt men zeer onge
rust over de Japansche actie in Sjanghai.
Reuter is van meening, dat het depar
tement van buitenlandsche zaken niet zal
toestaan, dat de Japanners optreden in
de internationale concessie te Sjanghai en
dat ten opzichte hiervan energieke maat
regelen genomen zullen worden, hetzij
zelfstandig dan wel in samenwerking met
Groot-Brittannië.
Zooals uit de volgende telegrammen
blijkt is de toestand er de laatste dagen
ook niet beter op geworden.
Naar het Japansche telegraafagent-
schap „Shimboen Rengo" meldt, heeft het
leger van generaal Sisja, onder leiding
van generaal Gui, Dinsdaj; de buitenwij
ken der stad Charbin bereikt. Ieder
oogenblik kan de stad worden bezet.
Volgens een ander Japansch bericht
zouden de zich te Charbin bevindende
Cliineesche troepen Dinsdagmorgen vroeg
eenige wijken volkomen uitgeplunderd
hebben.
Te Moskou heeft het bericht nopens de
gebeurtenissen te Charbin groote onrust
teweeg gebracht. Verklaard wordt, dat het
optreden van Japan te beschouwen is als
een verder vergrijp tegen de Russische
belangen, in het bijzonder ook wat den
Oost-Chineeschen spoorweg betreft.
In een ander bericht wordt er nog mel
ding van gemaakt dat Dinsdagmorgen in
de C'hineesche wijk van Charbin ernstige
onlusten zijn uitgebroken. Groote optoch
ten trokken door de straten van de stad.
De leiders eischten een oorlogsverklaring
van Japan. De militairen stonden machte
loos tegenover de groote beweging. El
ders in dit blad vindt men nog verschil
lende berichten over botsingen en andere
onlusten te Sjanghai en Charbin.
De Volkenbondsraad en het Mantsjoe-
rijsche geschil. In Genève weet men zich
ook geen raad met het ernstige geschil
in Mantsjoerije. Na de korte openbare
zitting ging de Volkenbondsraad Dins
dagmorgen over tot een geheime zitting,
ter voortzetting van de behandeling van
het conflict.
Een Vaz Dias bericht meldt:
Ten aanzien van dit conflict bevindt
de Volkenbondsraad zich in de grootste
moeilijkheden. Sommige raadsleden geven
min of meer openlijk toe, dat zij niet
weten wat zij moeten doen. Engeland en
Frankrijk zouden er niets voor voelen om
de sanctie-maatregelen van art. 15 van
het Volkenbondspact tegen Japan toe te
passen.
Voorloopig zal men daarom waarschijn
lijk tegenover de scherpe verwijten en
voorstellen van den Chineeschen verte
genwoordiger in den Raad, verwijzen
naar het onderzoek, dat op het oogenblik
door de Volkenbondscommissie in
Mantsjoerije wordt ingesteld.
Aangezien de commissie, die eerst naar
Washington is vertrokken, pas in April
haar eigenlijke werkzaamheden in
mantsjoerije zal aanvangen, zal de Vol
kenbondsraad zich pas in zijn Mei-zitting
met het resultaat van dit onderzoek kun
nen bezighouden. Hierdoor zou Japan
tijd winnen en is de raad voorloopig be
vrijd van de zeer moeilijke taak, een
beslissing te nemen.
IIL
De trotsche John Buil en het
pond sterling.
(„Nebelspalter").
DE VERBANNING DER JEZUITEN
IN SPANJE.
Zij verlaten het land.
Van de Fransch-Spaansche grens wordt
gemeld, dat de geestelijken van de orde
der Jezuïten in grooten getale het land
beginnen te verlaten. Men meent te we
ten, dat de meesten naar België gaan.
Een aantal, dat te St. Sebastiaan was ge
vestigd, en er onderwijs gaf, schijnt
voornemens te zijn daar te blijven.
Het Ontwerp-Verdrag.
In 1926 kwam de voorbereidende Com
missie, de Commissie-Loudon voor het
eerst bijeen, zonder dat zij in twee lang
durige zittingen veel resultaat bereikte.
Toch liet de Assemblée niet na om in
datzelfde jaar erop aan te dringen, dat
de Ontwapeningsconferentie zoo mogelijk
nog in 1927 zou worden bijeengeroepen.
Een nieuwe, door de Commissie-Loudon
gehouden zitting, maakte dit wegens
totaal gebrek aan resultaten vrijwel on
mogelijk, en zulks te meer toen de Vloot-
conferentie tusschen Amerika, Engeland
en Japan, te Genève bijeengeroepen, tot
een totale mislukking werd. Niet anders
kon de Assemblée van 1927 dan ook doen
dan opnieuw op spoed aandringen en de
insfelling van de Commissie-Benesj aan
bevelen. Opnieuw in 1928 kwam de Com
missie-Loudon twee keeren bijeen, maar
terwijl de samenkomst der Commissie-
Benesj leidde tot de voorbereiding der
Algemeene Akte van Arbitrage, kon zij
weinig totstandbrengen. Eerst in 1929
verkreeg het ontwerp-verdrag, door de
Commissie-Loudon opgesteld, althans
eenigen vorm, schoon belangrijke discus-
siën, in het bijzonder terzake van de be
perking der geoefende reserves en de
directe vermindering, door beperking van
manschappen en materieel, in den regel
tot negatief resultaat leidden. Het is
voorzeker aan den blijvenden aandrang
van de Assemblée zoowel van 1929 als
1930 te danken, dat tenslotte de Commis
sie-Loudon, in de wintermaanden 1930
opnieuw samengekomen, hare beraad
slagingen beëindigde, haar rapport met
ontwerp aan den Raad voorlegde, die
j daarop, ongeveer een jaar geleden, als
datum voor de bijeenkomst der Ontwape
ningsconferentie 2 Februari bepaalde. De
gang van zaken in de Commissie-Lou
don kan niet bepaald dienen tot optimis
tische voorspellingen voor den gang van
zaken op de Ontwapeningsconferentie. De
verschillen van meening, in den betrek
kelijk kleinen, maar toch waarlijk niet al
te kleinen kring der Commissie gebleken,
zullen zich op de Ontwapeningsconferen
tie, die een buitengewoon grooten om
vang heeft, stellig en in vermoedelijk
scherper vorm herhalen. Aan den ande
ren kant heeft de Commissie-Loudon er
toe medegewerkt, dat het laatste restje
van geduld, in de openbare meening der
volkeren aanwezig, is opgeslonken, zoo
dat wellicht de Ontwapeningsconferentie
zelve de les zal verstaan, die daaruit
maar al te gemakkelijk kan worden geput.
Wanneer men spreekt van het ont
werpverdrag, door de Commissie-Loudon
opgesteld, dat den grondslag zal vormen
van de a.s. Ontwapeningsconferentie,
drukt men zich niet geheel juist uit.
Want het is niet een zuiver ontwerpver
drag, dat zij heeft opgesteld, doch meer
het schema van een verdrag. Immers, in
een ontwapeningsverdrag behooren cijfers j
en data en deze ontbreken ten eenenmale
in het ontwerp. Met opzet. De Commissie i
heeft het niet tot haar taak geacht, vooral j
niet, waar zij uiteraard slechts een be-j
perkt aantal landen omvat, cijfers voor
te stellen. Maar bovendien: terwijl zij in
den aanvang de vraag bestudeerde welke
maatstaven aan de bewapeningen der
verschillende landen zouden kunnen
worden aangelegd en hoe deze zouden
kunnen worden vergeleken, is zij tot de
conclusie gekomen, dat elk criterium, als
vroeger gezocht in de lengte van de gren-
zen, de bevolking, de hoeveelheid grond
stoffen of wat ook, niet voor verwerking
in een verdrag vatbaar is. Zoodoende
heeft men aanvaard het standpunt, dat
elke Regeering zelve tijdens de conferen
tie met concrete cijfers voor hare bewa
peningen zal moeten komen, gegrond op
overwegingen van- veilgheid voor het
eigen land en dat dan door gemeenschap*
pelijk overleg tusschen de partijen ter
Conferentie de maximumeijfers voor ieder
land zullen worden vastgesteld. Daartoe
dienen de tabellen, die in ruime mate
aan de artikelen van het ontwerpverdrag
zijn verbonden, en die de bestudeering er
van moeilijker maken dan zij in werke
lijkheid is. Deze omstandigheid, die velen
tot dusver is ontgaan, verklaart ook
waarom de Ontwapeningsconferentie van
zoo langen duur wordt geacht; verklaard;
tevens waarom zoo talrijke delegaties
naar Genève zullen gaan. Bij de voorbe
reidende beraadslagingen is te menigmaal
gebleken hoezeer men aan de voorlich
ting van deskundigen op bijkans elk ge
bied behoefte had, en, zijn eenmaal de on
derhandelingen der Ontwapeningsconfe
rentie in gang, dan zal men de medewer
king dier deskundigen elk oogenblik heb
ben in te roepen. Men zij echter ander
zijds niet blind voor het feit, dat de aan
wezigheid van een ontwerpverdrag of
schema reeds een grooten vooruitgang
beteekent op het verleden. Te 's-Graven-
hage in 1899 en 1907 werd door de des
kundigen met den meesten nadruk ver
zekerd, dat zulk een schema niet was
te ontwerpen, en zie, thans is het er, en
aan de hand daarvan kan men arbeiden.
In het schema, aan de Ontwapeningscon
ferentie voorgelegd, zijn de bepalingen
van tweeërlei aard; voor sommige onder
deden wordt beoogd bepaalde maxima
voor elk land vast te stellen, die niet
mogen worden overschreden; andere be
palingen houden alleen in de verplichting
tot het verschaffen aan den Volkenbond
gen mjn(jer
mooie huidskleur gebruikt men het best de sneeu
wachtig witte Crème Leodor, die tevens een uitste
kenden bodem voor poeder vormt. De verkoelende
en geneeskrachtige werking treedt in het bijzonder
's winters aan den dag, wanneer de handen en het
gezicht als gevolg van de koude zeer rood gewor
den zijn. Ook bij een teere en opengebarsten huid,
in het bijzonder echter hij de zoo onaangename
jeukprikkeling der huid, bewijst de crème uitste
kende diensten. In al die gevallen legt men deze in
een dun laagje op, hetgeen men verschillende malen
per dag herhaalt, 's avonds in een dikker laagje. Da
lang aanhoudende geur van deze crème lijkt op een
dauwfrisch geplukten voorjaarsruikcr van mei
klokjes, viooltjes en seringen, zonder den beruchten
geur van muskus, waarvan de deftige wereld een
afschuw heeft. - Leodor verkoelende crème, roode
verpakking; Leodor vette crème, blauwe verpak
king. De werking wordt nog verhoogd door
Leo d or - E d el z eep. Beneden de prijzen van
voor den oorlog! In alle zaken verkrijgbaar, die
Chlorodont verkoopen.
door
K. R. G. BROWNE.
81)
Met een soort geblaat van schrik
maakte George een luchtsprong van een
halven meter en keerde zich om. Van uit
de deuropening, die blijkbaar naar de
huiskamer voerde, stond een man hem
aan te kijken met een uitdrukking op zijn
gezicht, die het midden hield tusschen
verbazing en achterdocht. Een groote
zware man in een donkerblauwe broek
van een zeer 'behoorlijke snit, vermiljoen
roode bretels, een overhemd met merk
waardig kleurige strepen, geen boord en
reusachtige geborduurde pantoffels. Deze
verschijning hield in z'n linkerhand een
krant en in z'n rechter een pijp en met
die pijp begon hij nu George te begesti-
culeeren.
„Wat mot dat hier beteekenen," infor
meerde hij.
De eerste paar oogenblikken was
George te verbluft en te ontdaan, om een
behoorlijk antwoord te kunnen bedenken.
Vaag drong het tot hem door, dat dit nu
veldwachter Turtle was, het wezen dat hij
als een soort van mythe beschouwd had
en met wien hii daarom vergeten had
rekening te houden. Waarschijnlijk was
veldwachter Turtle, terwijl zij aan tafel
zaten, thuisgekomen om na een dag hard
werken, met behulp van eén pijp en een
krant en een paar pantoffels, een welver
diende rust te genieten. Hoe dieper dat
soort gedachten bij hem doordrong en
hoe langer hij den man, die in Quartock
Royal de wet vertegenwoordigde, bleef
aankijken, hoe sterker het gevoel van
paniek van den eersten schrik overgehou
den, in den boezem van Carmencita's
handlanger werd.
En geen wonder! Tegen alle natuur
wetten in, die o.a. voorschrijven dat
groote, zware vrouwen krielechtgenooten
zullen hebben, was veldwachter Turtle
minstens even groot en zwaar als zijn
betere helft. En profil gezien, dank zjj
zijn embonpoint, zelfs nog Zwaarder. Hij
had een kogelvormig hoofd, met een
„Glatze", die ongeveer het geheele noor
delijke halfrond besloeg, kinderlijke
blauwe oogen en een snor van het water
val-model, die de eigenaardige gewoonte
had om, wanneer hij sprak, met een lucht
stroom van binnen uit mee te wuiven. Ge
zien in de open lucht, onder het onbarm
hartige daglicht, was hii waarschijnlijk
niets anders dan een welgedane politie
man, maar in het halfdonker van de gang
leek hij een woedende geweldenaar.
„Wat mot dat hier beteekenen?" her
haalde Mr. Turtle. Hij was als causeur
nooit een succes, maar op dat oogenblik
wist hij nu werkelijk niets anders te zeg
gen. Niet, dat dat noodig geweest was, de-
overtreding in aanmerking genomen.
Met inspanning van alle krachten
dwong George zijn gezicht in, wat hij
vurig hoopte, een verzoenenden glim
lach.
»0..eh.... goeden avond," zei hij.
„Mooi weer vandaag geweest."
„Wat mot dat hier beteekenen?" zei
veldwachter Turtle.
„'t Spijt me geweldig, dat ik hier zoo
onceremonieel ben komen binnenval
len.
„Je bent niet komme binnenvallen," zei
veldwachter Turtle. „Je bint komme bin-
nens 1 u i p e. Ik hè je gezien."
Het zweet brak George uit. Maar hij
dwong zich tot kalmte en deed een tweede
poging.
„Nu ja, zoo bedoel ik 't niet. De quaestie
is. ik kreeg geen antwoord op mijn
kloppen en.
„Hê-je niet hooren kloppen."
„Maar ik heb toch geklopt heusch....
heel hard! En toen ik geen antwoord
kreeg ben ik maar zoo vrij geweest naar
binnen te gaan." Bij de laatste woorden
glimlachte hij luchtig, zooals een man van
de wereld dat tegen een anderen man van
de wereld doet. „De quaestie is.ik.
ik kwam mijn vriend, Mr. Fanshave-
Smith opzoeken, ik logeer zelf in het Wa
pen van Croyde!"
„Je vriend Misterwie?"
„Ik kwam," zei Carr, „Mr. Fanshave-
Smith opzoeken. Uw.... uw betalende
gast,"
„Mijn wat?"
„Uw.... uw kostganger."
„O, die!" zei veldwachter Turtle. „Wou
je die opzoeken?"
„Ja. Is hii thuis?"
„Nee."
^Och, zei George, „dat Is jammer!
Maar misschien zit hij in de uitspanning
op me te wachten. Dan moest ik maar
gauw teruggaan. Goeden avond.... eh..
en nog wel bedankt."
Er kwam geen antwoord. In een stilte,
die even gezichts- en gevoelsverbijsterend
werkte als een dikke mist, keerde George
zich van de trap af, zocht tastend den weg
naar de deur, trok die open en strompel
de de frissche kalmeerende buitenlucht in.
Carmencita en Mr. Todd hadden al dien
tijd op dezelfde plaats bijna onbeweeglijk
zitten afwachten. Bij George's nadering
keken ze verlangend op. Maar bij het zien
van de uitdrukking op zijn gezicht, die
veel overeenstemming vertoonde met die
van Napoleon tijdens den terugtocht van
Moskou, werden hun gezichten sip.
„En?" vroeg Carmencita.
George steunde, liet zich zwaar op de
bank neervallen, greep het bierglas van
Mr. Todd en ledigde het ad fundum.
„Pfff! Gelukkig, dat er nog bier is."
„Wat is der gebeurd?" vroeg Mr. Todd.
„Heb je ze niet, jong?"
George lachte een hollen, vreugdeloo-
zen lach.
„Of ik ze heb? Nee, ik heb ze niet. Mr.
Turtle was thuis. Zit in alle kamers tege
lijk." Na deze inleiding deed hij zijn hoor
ders, die in geslagen stilte zaten toe te
luisteren, het verhaal van zijn eerste
ronde met de wet.
„Gom!" zei Mr. Todd, toen h« zweeg,
„ik kan niet zeggen, dat we bepaald ge
luk hebben."
George schudde neerslachtig het hooid.
De Voorzienigheid is naar de anti-
President-Milligan-partij overgeloopen.
Een half uur geleden was ik eigenlijk van
plan om alle strategie op sterk \t ater te
zetten en den pluk met kracht van vuis
ten Byngs of geen Byngs, uit Smith zijn
bed' te halen. Maar nu ik het mannelijke
exemplaar van de Turtle's gezien heb,
ben ik er niet meer zoo positief van over
tuigd, dat dat de juiste methode zou zijn!"
Carmencita schudde resoluut van neen.
„Dat zou niet gaan, George.... We
moeten er geen drukte bü maken....
onder de gegeven omstandigheden mag
't gewoonweg niet. We moeten de hand
erop zien te leggen en weg zien te komen,
voordat Smith begrijpt, waar 't ons om
te doen is."
Of het nu kwam door de stimuleerende
eigenschappen van het Quartock Royalis
tische bier waarvan hij ettelijke glazen
geconsumeerd had, of door den eigen-
aardigen moedeloozen klank in Carmen
cita's stem, die bij haar onafhankelijk,
energiek type verontrustend aandeed of
alleen door zijn eigen wensch, om on
danks alles te toonen, dat er toch kam-
pioens-bloed door zijn aderen vloeide, is
niet uit te maken. Maar een feit is, dat,
toen hii na eenige oogenblikken van diep
zinnig nadenken begon te spreken, zijn
toon hem zelf evenzeer verbaasde als zijn
toehoorders.
„Goed. Dan zal ik het nog eens pro-
beeren."
„Hè?" zei Mr. Todd.
„Wanneer?" vroeg Carmencita.
„Op wat voor manier?" vroeg Mr. Todd.
„Vanavond laat. Zelfs een „Turtle"
moet slapen en zoo handig ben ik nog
wel, dat ik dat huis binnenkom, zonder de
heele buurt wakker te maken. Ik weet
wel niet, waar Smith zijn kamer is, maar
dat is gemakkelijk genoeg uit te visschen.
Al de ramen zijn zoo ongeveer vlak bij
den grond. Ik ben erin en er weer uit,
voordat hij den tijd heeft om wakker te
worden."
„Nou, jij bent er niet één om los te
laten as je eenmaal vast heb," zei Mr.
Todd, diep onder den indruk door dat ge
durfde plan. „Maar as-je 'em nou wakker
maakt?"
„Op school hadden we daar met ona
zessen een karwei aan en ik heb geen.
reden te veronderstellen, dat hij sinds
dien aan slapeloosheid is gaan lijden. In.
elk geval lijkt mij dit 't eenige, wat we
nog doen kunnenWat vind iii, Car
mencita?"
Carmencita keek hem op een eigenaar
dige manier aan.
„Ik had ook al een dergelijk plan be*
dacht, om je de waarheid te zeggen, met
dit verschil.
„O ja?" zei George teleurgesteld.
Met dit verschil, dat ik 't zelf
had willen doen."
George staarde haar met open mond
aan.
„Had je 't z e 1 f willen doen? J ij zelf!
En wij dan? Wat dacht je, dat wij hier
rustig zouden blijven knikkebollen over.
onze breikousen, terwijl jij bij een politie
agent ging inbreken! Hoe kun je zulke
dingen veronderstellen, Carmencita! Hoe
kun je?"
Miss Milligan glimlachte, maar 't ging
niet van harte.
„Weet je wat 't is, George.ik vind,
dat ik het een beetje te bont maak. Ik
heb jullie tegen wil en dank hierin be
trokken, en 't wordt nu langzamerhand
tijd dat jullie een poosje vancantie ne
men en ik weer eens aan den slag ga-
Jullie auto requireeren kon er nog mee
door, maar jullie ergens in laten breken
gaat een beetje te ver. Stel dat je door
mijn schuld in de gevangenis komt-1 Nee,
van dit oogenblik af doe lk het, als er in
gebroken moet worden."
(Wordt vervolgd.^