Behandeling van de Gemeentebegrooting 1932. Gemeenteraad van Den Helder. VERGADERING VAN DINSDAGMIDDAG. Aanwezig alle (20) leden. Notulen. De notulen de raadsvergadering van 22 December 1981 worden met een kleine aanvulling door een heer Van der Vaart, vastgesteld' De Voorzitter zou gaarne eerst de vooragenda afwerken, ^estjjds is wel af gesproken, dat slechts in avondzittingen Mjsluiten zouden worden genomen, maar nu de Raad toch voltallig is, kan het zeer fced hedenmiddag gebeuren. Allereerst omen dus in behandeling: Ingekomen stukken. Goedkeuring van het raadsbesluit van 22 December j.1. tot het aangaan van een kasgeldleening. Rechtsgeding. Voorstel tot het voeren van een rechts geding met de N.V. Houthandel v.h. J. Oortgiisen en Zoon. Aangenomen. Gebouwtje Roode Kruis. Voorstel tot het stichten van een ge bouwtje ten behoeve van het Roode Kruis. De heer T i e s s e n apprecieert het, dat men tot de stichting van dit gebouwtje wil overgaan, doch vindt het niet goed, dat men dit doet exploiteeren door het Roode Kruis. De Voorzitter zet dit nader uiteen. Er komt een gebouwtje met een bovenver dieping, waarin enkele kamertjes zullen komen, en die worden aan het „Zeebad" verhuurd. Hoofdoozet is het Roode Kruis aan een gebouw te helpen en daarnaast wil men de rentabiliteit ervan verhoogen. De he E ij 1 d er s klaagt erover, dat hij eerst den avond, tevoren deze bijle^e heeft ontvangen, en vraagt of dit voorstel wel in de commissies is geweest. De Voorzitter: Alleen in de com missie voor de financiën. De heer E ii 1 d e r s Ware het nu maar tot het Roode Kruis beperkt gebleven, maar nu komt er een pension bij, dat men stichten wil. Spr. geeft een becijfering, waaruit blijkt, dat men het hieraan be stede geld niet rendabel maakt oo deze wijze. Het „Zeebad Huisduinen" geeft nu 250 huur en bovendien nog 100 sub sidie aan het Roode Kruis, het wordt dus contribuant van het Roode Kruis. Maar er komen jaarlijks uitgaven ten laste der ge meente. De Voorzitter wijst er op, dat al dus een verkeerde wijze van voorstellen wordt gegeven. Wil men een behoorlijk gebouwtje krijgen, dan dient die kap en die verdieping er wel op te komen. Het bestaand verplaatsbaar gebouwtje wordt geëxploiteerd voor 1/3 door het Roode Kruis, 1/3 door de IJsclub en 1/3 door het Zeebad. De zaak wordt door den nieuwen toestand vereenvoudigd. De gemeente krijgt 8 rente van haar geld, hetgeen zeer behoorlijk is. De kosten voor den straataanleg, die eveneens noodig zijn, moeten worden uitgeschakeld, omdat die niet bij de exploitatie behooren. Het voorstel wordt na deze toelichting aangenomen. Verkoop en erfpacht. Aangenomen worden de voorstellen tot uitgifte van gronden in erfpacht en ver koop. Tevens is hierin begrepen een voor stel tot den aanleg van de Jan Blanken straat en de Hector Treubstraat. De heer Biersteker vraagt of de hiervoor ge raamde kosten van 17.000 den beiden straten betreffen en de' Voorzitter antwoordt hierop bevestigend. Do heer Van der Vaart wijst er op, dat is af gesproken een gedeelte brieder te maken. Ter Inzage. Ter inzage zijn gelegd de antwoorden van Burgemeester en Wethouders op de vragen van: 1. den heer J. J. Schoeffelenberger be treffende den afgetreden wethouder D. C. A. de Zwart; Hieromtrent zeggen B en W.: Bii de rondvraag in de raadsvergadering van 20 dezer stelde de heer J. J. Schoef felenberger de vraag of door den afgetre den wethouder D. C. A. de Zwart hande lingen waren gepleegd, die strijdig waren met het gemeentebelang. Wii hadden daarop direct kunnen ant woorden, dat zulke handelingen nimmer hadden plaats gevonden, omdat ingevolge de artt. 120, 121 en 122 der Gemeentewet en ingevolge de op grond dier artikelen door den Raad vastgestelde verordeningen de Gemeente-Ontvanger (Beheerder der Centrale Kas) is belast met het doen van de ontvangsten en uitgaven der gemeente en van hare bedrijven en diensten, terwijl daarop controle wordt uitgeoefend door den Verificateur der Gemeentefinanciën en door of vanwege Gedeputeerde Staten. De genoemde voorschriften worden hier steeo's stipt nageleefd. Toch hebben wij gemeend ter zake nog vooraf het gevoelen in te winnen van de Hoofden van de ver schillende takken van dienst der gemeen te. Wij hebben dezen hoofdambtenaren de vraag gesteld of hun omstandigheden be kend zijn, waaruit zou kunnen worden af geleid, dat door den afgetreden wethouder D. C. A. de Zwart niet correct is gehandeld ten opzichte van het gemeentebelang in het algemeen en van de gemeentefinan ciën in het bijzonder. Deze vraag is, blij kens de ter inzage gelegde antwoorden, zender uitzondering ontkennend beant woord. Enkele dezer hoofdambtenaren la ten zich integendeel in zeer waardeerende woorden uit over den gemeentelijken ar beid des heeren De Zwart. t, Ae-n '16er A. A. Terra nopens het Eduïn; Cn V6ldwachter*woning te Hieromtrent zeggen B. en W.: Naar aanleiding van het door den heer Th. A. A. Terra bij de, in de raadsverga dering van 20 dezer gehouden rondvraag, gesprokene, als zouden in het onlangs ge reed gekomen poststation met veldwach terswoning te Huisduinen, hinderlijke trillingen vallen waar te nemen, heeft de Burgemeester aanstonds, persoonlijk, in tegen woordigheid van den Directeur van Gemeentewerken, daaromtrent een onder zoek ter plaatse ingesteld. Daarbij is ge bleken, dat de klacht sterk overdreven is. Het kleine gebrek, dat er was, zal worden opgeheven. Tot verbetering was reeds vóór dat ceze aangelegenheid in den Raad ter sprake werd gebracht, door den Direc teur van Gemeentewerken opdracht ge geven. 1 3. den heer C. Bot nopens den huidi- 1 gen toestand van den havendijk. B. en W. deel en mede: Naar aanleiding van de opmerking van den heer C. Bot omtrent den slechten toestand, waarin de havendijk verkeert met het oog op het verhoogen van dien dijk. is door den Burgemeester in tegen woordigheid van den Directeur van Ge meentewerken een onderzoek ingesteld ter plaatse. Het is daarbij gebleken, dat mo menteel veel last wordt ondervonden van de versmalling van het plankier, waar langs een straat wordt gelegd, zoodat niet meer over dat plankier met karren gere den kan worden. Volgens bekomen in lichtingen, zal de bedoelde straat binnen 2 a 3 weken gelegd zijn tot aan het ge bouw van den Vischafslag. Op dezerzijds, gedaan verzoek is toegezegd, dat de uit voering zooveel mogelijk zal worden be spoedigd, zoodat het verkeer weer op de vroegere wijze kan plaats vinden. Een vraag van den heer Kraak over de uitreiking van vacantiebonnen door den aannemer van het poststation met veldwachterswoning te Huisduinen wordt in de avondzitting beantwoord. Hiermede is de voor-agenda afgewerkt en wordt een aanvang gemaakt met de behandeling der Geen politieke beschouwingen of wel? De heer VanderVaart zegt, dat in z;jn fractie in de secties aangedrongen heeft op het houden van algemeene be schouwingen. In verband evenwel met het gebeurde met den heer De Zwart zullen w;j ditmaal liever geen algemeene be schouwingen houden en ons bepalen tot opmerkingen naar aanleiding van de be grooting zelve. Het Voorwoord, met genoegen gelezen. Van het Voorwoord hebben wjj met ge noegen kennis genomen, al is dat niet uitgedrukt in het Algemeen Rapport. De verschillende maatregelen zijn met sym pathie door ons begroet. Verschillende opmerkingen zullen wij bij de artikelen bespreken. Spr. wijst er op, dat ook v. d. Vaart deel uitgemaakt heeft van de secties en niet genoemd is in het alg. rapport. Ook een aantal vragen zijn in het Alg. Rap port niet voldoende tot uiting gekomen. Een bizondere stemming in den Raad. De heer Schoeffelenberger is geen bewonderaar van algemeene beschou wingen, maar merkt op, dat naar aanlei ding van het verdwijnen van den heer De Zwart een bizondere stemming in den Raad heerscht. Spr. vraag was volstrekt niet bedoeld om sensatie te wekken. Spr. beschouwt den heer De Zwart als een be kwaam wethouder. Maar er is nog wel meer gebeurd, evenwel zal spr. er niet op ingaan, maar het voorstel doen, gezien het feit, dat de begrooting een nogal gunstig aspect aanbiedt voor onze gemeente, geen algemeene beschouwingen te houden. Wel zakelijke beschouwingen. De heer Biersteker: Als de heer Schoeffelenberger bedoelt geen poli tieke algemeene beschouwingen, dan ga ik daarmee akkoord. Maar wel zou spr. ten opzichte van de begrooting beschou wingen willen houden om de algemeene lijn samen ts vatten. Als de heer Schoef felenberger zijn voorstel aldus wil wijzi gen om geen alg. beschouwingen te hou den. zullen wij daarmede akkoord gaan. Ook de heer Bot hiermee eens. De heer Bot staat op het standpunt van den heer Biersteker, maar wil ook graag wat vragen omtrent de begrooting. De heer Van Loo doet er niet aan mee. De heer Van Loo: De heer Schoef felenberger stelt voor geen algemeene be schouwingen te houden op het motief, dat we in bizondere positie verkeeren. Zoo is het echter niet. Als de s.-d. fractie voor stelt geen alg. beschouwingen te houden, beteekent dat voor de andere fracties vol strekt niet, dat zij mee moeten daarmee. Spr. kan dan ook het voorstel-Schoeffe- lenberger niet ondersteunen, ieder raads lid moet maar zelf uitmaken of hij er de politiek in betrekken wil al dan niet. Oude koeien. De heer Schoeffelenberger: Als we de praktijk nagaan van vroegere jaren zien we, dat die alg. beschouwingen toch maar zijn een ophalen van allerlei oude dingen. Spr. zou gaarne de begroo ting willen afhandelen. De Raad blijft vrij. De heer Van der Vaart: Wie er behoefte aan heeft houde algemeene be schouwingen. Wij hebben er niet aan ge dacht anderen te willen beïnvloeden door onze mededeeling. Bij ieder hoofdstuk alg. besch. De Voorzitter voelt met den heer Schoeffelenberger, dat algemeene be schouwingen inderdaad noodeloos veel tijd kosten. Maar anderzijds kan men gemak kelijk in algemeene beschouwingen een algemeene lijn bespreken. Spr. zou wel graag zien, dat de begrooting spoedig werd afgehandeld en stelt voor bii elk hoofdstuk afzonderlijke algem. beschouwingen te houden. De heer Biersteker: Dat wordt veel uitvoeriger! De Voorzitter: We krijgen toch herhalingen bij de hoofdstukken. Men kjjke het maar na in de vorige notulen. De heer Bot over den Vischafslag. De heer Bot wil gaarne alg. beschou wingen houden. Spr. brengt allereerst den heer Van der Vaart excuus voor het weglaten van den naam in het Alg. Rapport. Dat is natuur lijk een vergissing. Spr. bespreekt de garnalenzeef en het antwoord in October gegeven door den heer Bogaard op spr. vraag. Geen apart begrootingshoofdstuk. Onze Vischafslag vormt geen apart hoofdstuk in de begrooting en dat is jam mer, daar de kosten zeer hoog zijn. Met veel moeite heeft spr. de betreffende num-j mers dan ook in de begrooting gevonden. De heer Bogaard heeft destijds gezegd, t als spr. maar eens wist wat voor kosten er aan die zeef waren! Als er voor 7 ton omgezet wordt aan den afslag, moeten die visschers daarvan 4 afdragen. De visschers betalen de kosten voor het bedrijf! Een schuld van 10.000 is verminderd op f 2000, er loo- pen nog een paar gepensionneerde afsla- j gers enz. en een en ander maakt den dienst duur. Wij mogen niet uit het oog verliezen, dat die 7 ton toch ook weer in onze gemeente worden uitgegeven. De kosten zijn dus niet zoo erg. Ook het water te duur. Uit het rapport is spr. niet tevreden wat het water betreft, dat voor 6 a 6 cent per emmer wordt verkocht. Dit is wel erg duur en met een kleine schikking ware dit wel in orde te krijgen (directe aan sluiting op de waterleiding). Andere regeling bepleit. Spr. heeft gevraagd om verandering van de verordening om te bereiken, dat men hier eenzelfde regeling krijgt als te IJmuiden. Als men daar met visch komt is dat kwaliteit, hier wordt alles dooreen geveild. Spr. heeft vertrouwen in den wethouder om dit te regelen. Den Helder, let op u saeck! Over de havenkwestie is spr. niet tevre den. Wfj moeten op onze hoede zijn; zie naar onze buren te Wieringen en Harlin- gen, waar men zich prepareert voor de toekomst. In het najaar wordt de dijk ge- i sloten, dan komen de visschers en wij zijn niet klaar ze te ontvangen. En uit alle deelen van het land zal men hier visch komen koopen. Het destijds aan den Raad overgelegd rapport ter zake var. deze kwestie heeft spr. niet voldaan. De Raad is down. De heer Biersteker: De Raad is een beetje down, er is geen pit, geen geest, geen stemming. Laat ons niet uit het oog verliezen, dat»vii bii de begrooting de belangen der gemeente behandelen! Met iederen betreurt spr. hetgeen gebeurdi is, maar de taak voor de overheid kan niet verdwijnen met een enkel persoon. Zij wordt alleen moeilijker en als wij den heer De Zwart hier nog hadden, hadden we allicht de begrooting nader bezien, omdat hij de man er van was. Maar daarom kan de lnn, die hij er in legde toch niet uit het oo" worden verloren. Lgrisch intemezzo in den mist. Het is eigenaardig: als in dit jaargetij Koning Winter de vensters met rijp be dekt, krijgen we het idee van een echten winter, thans is het mist: wij varen in den mist. Onze begrooting is eigenlijk kwakkelwinter, hoewel er ook evenals in de natuur mooie dagen zijn. Geen vaste lijn. Feitelijk ontbreekt in de begrooting de vaste lijn, en de politiek van het College komt wel wat eenzijdig erin uit. Dit geldt in hoofdzaak voor het finantieel beleid, het belangrijkste punt en daarin komen ook de gestie en de lijn naar buiten van het gemeentebeleid. Spr. acht die eenzij dig; de taak van de overheid komt er niet in tot uiting, zooals spr. die gaarne ziet. Wfj vatten onze taak aldus op, dat wij niet de belangen van een deel der burgerij be hartigen, maar van het geheel. Wij willen ons daarmee niet kanten tegen menschen, die werkeloos zijn, het is ook de taak der overheid hen te helpen. Maar vooral nu moet de druk der lasten niet onevenredig bezwaard worden. Te lage ontvangsten, te hooge uitgaven. In deze begrooting komt tot uiting, dat steeds de ontvangsten zijn geraamd zoo laag mogelijk en de uitgaven daarentegen zoo hoog mogelijk zijn opgevoerd. Met een dergelijk finantieel beleid kan spr. zich niet vereenigen. De burgerij moet nu meer opbrengen dan strikt nood zakelijk is. In de secties heeft spr. er op gewezen, dat over 1930 een overschot van 140.000 is ontstaan, hetgeen onnoodig is. Dit overschot is gekomen uit den zak dei- burgerij. De burgerij betaalt te veel. In deze begrooting zien wij wederom hetzelfde; men raadplege het hoofdstuk Belastingen (XII), zooals dat oorspronke lijk was opgezet. Toen kwam de verras sing van den inspecteur betreffende de hoogere opbrengsten. Is die brief te dan ken geweest aan het beleid van het Col lege of kwam die uit de lucht vallen? B. en W. hebben verzuimd zich tijdig op de hoogte te stellen; nu is hoofdstuk XII 28000 hooger dan de oorspronkelijke raming. Spr. citeert uit het voorloopig verslag het antwoord hieromtrent. De gustibus non disputandem. Daarin wordt voorts gezegd, dat het een kwestie van smaak of appreciatie is als een bepaald raadslid geen bewondering heeft voor het beleid van het College. Over smaak valt niet te twisten, zegt spr., maar die smaak heeft dan nu een bittere nasmaak, doordat de burgerij meer opbracht dan strikt noodzakelijk was. In 1932 krijgen we hetzelfde. Spr. kan den smaak van het College niet bewonderen. Men zegt: dit is overdreven. Is het dan niet waar? Men heeft die 140000 be schouwd als een "peulschilletje. Als B. en W. zeggen nog nooit zoo'n buitenkansje te hebben gehad, is die bewering bezijden de waarheid. Het jaar 1929 was even voor- deelig; het stelde ons in staat het restee- rende tekort op de belasting weg te werken, waardoor onze gemeente in beter finantieel aspect kwam. Toen is bij de be grooting voor 1931 gezegd, dat de voor- doelen ook aan de burgerij ten goede zou den komen. De burgerij heeft recht op grooter verlaging. En nu blijkt dit geheele voordeel zich te beperken tot een vermindering van de opcenten op de personeele belasting! Is dat de vermindering waar ce burgerij recht op heeft? Neen, zij heeft recht op nog meer verlaging. De uiting van het College in het voorl. verslag, dat het valt toe te juichen, dat vooral in een tijd als we nu beleven, een zoodanig beleid worde geveerd, dat iets wordt overgehouden voor kwade tijden, is toe te juichen, maar het is een contraditie. Hoe is men gekomen aan dat beeld van die kwade tijden? In de oorspronkelijke begrooting bepaalde zich de verlichting tot de simpele vermindering van 180 op centen tot 165, dat is nog geen 4 Ik zie niet, dat men nu wat overhoudt voor kwade tijden. Integendeel, we gaan het nu opfuiven. Steenen voor brood. B. en W. willen VA millioen straat- steenen aanschaffen. Waarvoor? In 1931 zijn er 400000, in 1930 150000, in 1929 en 1928 elk 300000, in 1927 200000, ni 1926 250000 verwerkt. Wie moeten die llA millioen straatsteenen verwerken? vraagt spr. De heer Schoeffelenberger: Stratenmakers! De heer E y 1 d e r s: Er zijn vijf nieuwe bijgekomen! De heer Biersteker: Volgens de begrooting kunnen er 234 man bijkomen. Is het mogelijk, dat dit personeel 4 maal dit bedrag steenen kan verwerken? Geroep Dat is nou rationalisatie! De heer E y 1 d e r s Dat komt dat alle reparaties stilliggen! De Voorzitter: De oplossing is eenvoudiger dan u denkt. De heer Biersteker meent, dat B. en W. wel wat al te weelderig zijn omge sprongen met die steenen. 1932 zal ook meer opbrengen dan geraamd is. De ont vangsten zijn laag gehouden, de uitgaven weelderig opgezet. Met dit beleid kan spr. zich niet vereenigen. Wij meenen, dat de uitlating, dat de toestand voor de burgerij slechter is geworden, aanleiding zal zijn voor het College om die burgerij niet meer te belasten dan strikt noodzakelijk is. Weelderigheid van B. en W. De hoogere opbrengst van 28000 wordt in een suppl. begrooting aldus ver werkt, dat ze niet aan de burgerij ten goede komt. Een ander symptoom van die weelderigheid is, dat in de begrooting een belangrijk hooger bedrag voor werkloos heidsbestrijding enz. is uitgetrokken. Spr. wil daaraan niet tornen, maar de vraag is gewettigd, of het wel van de noodige voor zichtigheid getuigt en zelfs niet overmoed is, om geen bedrag uit te trekken voor een rijksbijdrage hiervoor. Waar is de rijksbijdrage? In het voorloopig verslag treft het spr., dat gezegd wordt, dat de voorwaarden en de wijze waarop de arbeidsvoorwaarden waren geregeld door het Rijk, oorzaak zijn, dat geen rijkssubsidie werd gevraagd. Spr. vraagt naar het raadsbesluit, dat daarvoor genomen is. Er is wel in den Raad1 over gesproken, maar er is geen besluit genomen. Voor spr. is dit een uiting van overmatige weelde. De verlichte Strooweg. Een andere weelderigheid is de verlich ting langs den Strooweg. Is ook daarvoor een raadsbesluit genomen? vraagt spr., of doen B. en W. dat zoo maar? Doa is toch wel wat erg buitensporig en zal ook niet de bedoeling zijn geweest. Waar is hier voor het raadsbesluit? Men zegt, de zaak is in de Cie. voor de Bedrijven besproken. Waar blijft dan toch de autonomie van den Raad? Zonder raadsbesluit is een dergelijke uitgave on gemotiveerd. Waarvoor is de Finantieele Com missie er? De begrooting is lang uitgesteld, om dat het werk in de Commissiën is opge houden, maar de Commissie voor de Fi nanciën heeft nog nooit eenig stuk van de begrooting onder de oogen gehad. Men beschouwd zoo'n commissie alleen voor spek en boonen en dan zou spr. maar liever willen bedanken. Late indiening der begrooting. Bij de vaststelling der opcenten op de pers. belasting is door spr. al gezegd, dat deze behandeling los van de begroot ing, niet bevorderlijk is voor een goeden gang van zaken en telkens tot consequenties leidt waarvan de draagwijdte niet is te overzien. Spr. zal voorstellen de straatbelasting te stellen Lp.v. 6% op De Fondsbelasting acht spr. ook te hocg; de opcenten kun nen worden teruggebracht van 56 op 50. Dat geeft een mindere opbrengst van 15000, die uit de meerdere f 28000 kun nen worden gehaald. 'n Schamper antwoord! Indien men eens wijst op dingen waar op kan woroen bezuinig-, ontvangt men een schamper antwoord. Spr. heeft in de secties gewezen op de electrische straat verlichting, die soms te vroeg wordt ont stoken. In het antwoord wordt gesproken over een defect aan de straatverlichting. Spr. heeft met den heer De Zwart en ook wel met werklieden van oe gasfabriek ge sproken en vindt het jammer, dat men er zich met een Jantje van Leiden afmaakt. De verlichting in de Prins Hendriklaan brandt al drie kwartier vóór een fiets de verlichting moet ontsteken, dat is toch geld weggooien. Het presentiegeld. Eén punt is er in de begrooting waar B. en W. blijk geven van bezuiniging, n.1. i de afronding van de presentiegelden. Dan kan eens een extra „vergacering worden gehouden, zeggen zij. Spr. kan evenwel niet meegaan hiermee en meent, dat aldus het paard achter den wagen wordt ge spannen. Spijbelende raadsleden. Spr. vreest, dat dit tot allerlei mis bruik en aanleiding kan geven. Iemand, die niet de vergaderingen bij- i woont zou dan even goed presentie geld krijgen! Laat men dan de regeling zoodanig maken dat voor elke raaus- of eommissie- i vergadering 2.50 wordt uitgetrokken. Spr. is overigens tegenstander van pre sentiegeld, maar omdat de Raad zich meermalen heeft uitgesproken ten gunste daarvan, wil spr. daar niet weer op terugkomen. Spr. hoopt door overleg tot een andere regeling te komen, en zal een voorstel in dezen geest indienen. Nogmaals de verlichting. In sommige andere deelen der stad heerscht Egyptische duisternis. Laat men daar wat meer verlichting brengen, vraagt spr. Electrificatie Balistraat. Het College heeft groote plannen met den Kanaalweg enz., Verleden jaar is in de secties reeas hierover gesproken, toen was nog geen toestemming van Woningstichting gekomen. Hoe staat het er thans mee? vraagt spr. Bijdrage Crisisfonds. Spr. vat tenslotte nogmaals het stand punt van Gemeentebelang samen en drukt de wenschelijkheid uit dat door de gemeente een bijdrage worde gegeven voor het Crisisfonds. Ook hieromtrent zal spr. een voorstel, in plaats van de V/t millioen straatklinkers wil spr. 98.000 aankoopen en het verschil aan de kas van het crisisfonds afdragen. Het is voor spr. de vraag of zelfs het millioen straatklinkers zal kunnen worden ver werkt. Zou het niet beter zijn enkele straten aan te besteden? In den Rotter- damschen raad is door wethouder de Jong betoogd, dat bij aanbesteding de aanleg van een straat 7000.kost, ter wijl in eigen beheer dit 14.000.zou kosten. Het gemeentelijk beleid is eenzijdig. Ten aanzien van het finantieel beleid is onze meening, dat door deze begroo ting eene draad loopt, die te eenzijdig gericht is op een belang van een be paalde groep. De taak der overheid moet breeder zijn. j Spr. is dankbaar dat de finantieele toe- stand in onze gemeente gunstig is, maar wij hebben te waken voor de belangen van iedereen. Versobering! Loonskorting rijkspersoneel. Gevraagd is waarom geen rekening daarmee is gehouden op de begrooting. Spr. ach het gewenscht hier uit te spreken 1 dat er versobering zal moeten komen. Spr. zal geen enkel voorstel tot loons verlaging doen. Maar nu de levens standaard omlaag gaat, moeten wij reke ning er mee houden dat we straks paraat zijn om mede te werken aan versobering. 's Voorzitters repliek. De Voorzitter antwoordt hierop. Bij iedere begrooting kan men over de gevolgde lijn verschillend oordeelen, en juist het opmaken der begrooting is het onderwerp van de besprekingen. De heer Biersteker beziet wel wat al te simplistisch de zaak en kijkt alleen naar 1932. De betere toestand dateert van de wet op de finantieele verhouding, en die bepaalt de rijksuitkeeringen. Voorloopig voor 5 jaar werd dit bedrag vastgesteld. Maar nu al wordt er op gekort en als straks de financiën van het rijk mis schien in deplorabelen toestand komen, weten wij in het geheel niet waarop wij kunnen rekenen. Met de financieele poli tiek van de gemeente is dus ook uitge stippeld een vijfjarig plan en daarmee is weggewerkt een achterstand van de belas tingen. Ten opzichte van onze bestrating heerschte eert groote achterstand. Een daad van goed financieel beleid, waar over de heer Monhemius destijds den heer De Zwart een compliment maakte, was het om de ontvangsten laag en de uitgaven hoog te ramen. Ik ontken, dat dit kunstmatig is geschied. Spr. moet dus de kritiek van den heer Biersteker afwijzen. Of het nu eens uit is! Spr hoopt, dat het nu eindelijk uit zal zijn met de late behandeling van de be grooting. Deze heeft in 1980 58848 opgebracht, wordt voor 1932 begroot op 60.000 weer een bewijs dat B. en W. te laag ramen. Geen verdere belastingverlaging. Wfj hebben besproken hoever de belas tingverlaging kon worden doorgevoerd en spr. heeft juist een waarschuwende stem doen hooren. Er zou nog een kleine ver laging mogelijk zijn maar die zou men ;dan een volgend jaar weer terug moeten nemen en dat is altijd beroerd. En de Straatbelasting, «heer De Zwart was door dit betoog over tuigd. Subsidie Crisiscomité. brood geven, maar of dit verstandig is, de vraag. Als de begrooting het toelaat is het buitengewoon prettig dit te kunnen doen tot verbetering van de stad. Batig saldo 1930: f li0.000. De opmerking van den heer Biersteker is a priori al onjuist, 128.000 batig en 12.000 van een kleiner nadeelig. Die 12.000 waren in de begrooting 1930 ver werkt. De heer Biersteker geeft een flat- teuse voorstelling van zaken, wij wisten dat die 12.000 moesten worden wegge werkt. Spr. zet uiteen waaruit het batig saldo ontstaan is. Men kan niet zeggen dat der gelijke bedragen noodeloos op de begroo ting zijn gebracht: op een begrooting van 2.8 millioen is op 33.000 na de belasting juist getaxeerd! Spr. wijst dit verwijt dus af, integen deel, wij hebben vrij aardig geraamd. Brief inspecteur. Toen de begrooting is opgemaakt hebben wij gegevens gevraagd aan den inspecteur. Dat was in Septem ber. En wij waren verrast door de rectificatie, die men niet kon voorzien. Ook het hieromtrent gemaakte verwijt wijst spr. dus af. Straatsteenen. Er is hier een gewel dige achterstand; Alkmaar, waar geen achterstand is, heeft 2.2 mill. straatstee nen op de begrooting staan. Wfj maken een gunstig figuur. „Kunnen zij dat aantal verwerken?" vraagt spr. Spr. zet uiteen, dat men, indien 1 Jan. was aangevangen, men in 60 dagen door die steenen heen had kunnen zijn. Het aantal steenen is in tegendeel slechts gering; aanbesteding wordt ook vaak gedaan, kan worden over wogen. Bijdrage werkverschaffing van Rijk en Provincie. In de vergadering van 17 Jan. 1930 is de Raad accoord gegaan met het voorstel-Bogaard om niet met de Heide maatschappij hi zee te gaan. De heer Biersteker: Dat betrof toen een bepaald geval! De Voorzitter: Thans is rijkssub sidie gevraagd en het verzoek op grond daarvan afgewezen. Verlichting Strooweg is aangenomen in den Raad van 17 Mei 1931. Straatbelasting. Ook hierop antwoordt de Voorzitter. Daaromtrent heerscht een misverstand. B. en W. wilden belas tingverlaging eventueel liever toepassen op de personeele, omdat straatbelasting weer ten goede komt aan huiseigenaren, die niet evenredig daarmee hun huizen verlagen. Electrische straatverlichting. Dit is een moeilijk vraagstuk; het zwakke punt is dat er lantaaras zijn, die niet alleen te vroeg, maar ook die te laat aangaan hier en daar. Er is altijd eenig verschil in de aanwijzing der electrische klokken. Het is een kwestie van practische uitvoering. Presentiegelden. De heer Biersteker is hieromtrent wat somber. Vergeleken met andere gemeenten wordt normaal 1 X per maand vergaderd. Spr. voelt niet veel voor een andere wijze van vergoe ding. Desnoods verhooge men het jaar bedrag. Subsidie crisiscomité kan later in be- speking komen. De heer Terra aan het woord. De heer Terra: Mijnheer de Voorzitter. Een verheugend feit is. dat mede door den financieel ruimeren toestand der ge- meente-financiën, de belasting, alsmede de tarieven voor electriciteit, gas en water zijn verlaagd. Waar de land- en tuinbouwbedrijven thans evenwel een noodtoestand doorma ken, waardoor velen geruïneerd worden, mag ik hier den wensch uitspreken, dat uw College alle mogelijke middelen zal beramen om de land- en tuinbouwbedrij ven ter hulp te komen. Enkele middelen wil ik daarvoor gaarne uw College aan de hand doen: le. Waar vele arbeiders uit de land- en tuinbouwbedrijven naar de steden getrok ken zijn wegens de betere arbeidsvoor waarden, gaf ik u in overweging een loontoeslag in het leven te roepen voor hen, die in genoemde bedrijven tewerk gesteld worden. Velen zouden m. i. graag eenige arbei ders plaatsen willen, doch kunnen de ver- eischte loonen niet betalen. Dit mede ter bestrijding der werkloos heid. 2e. Vorig jaar heb ik uw College gewe zen op de onrechtvaardigheid, dat Koe gras in de personeele belasting in een hoo gere klasse is ingedeeld als Den Helder. Ofschoon voor een klein gedeelte hierin tegemoet gekomen is, door Koegras van de 8e in de 7e klasse te rangschikken, is het toch niet meer als billijk, dat Koegras evenals Den Helder in de 5e klasse worde ingedeeld. Bijzonder in dezen tijd dient alles gedaan om dat deel der bevolking ten goede te komen. Men heeft daar een levensst ndaard, ja zoo duur als de stad zelf; evenwel dient men zich steeds kos ten te getroosten, om b.v. inkoopen in de stad te doen. Dan is voor de kinderrijke gezinnen het vervoer der kinderen naar de ver afgele gen scholen ook een kostbare kwestie. Vele bewoners zijn daarbij nog versto ken van electra of water; van gas dan nog maar niet gesproken; doordat de aanleg t<- duur wordt naar de veelal iets in rt land liggende woningen. Dan M. de V., is het m.i. ook niet meer als billijk, dat de paarden voor gemengd gebruik vrijgesteld worden van de per soneele belasting. Kon dit vroeger als een luxe worden beschouwd nu het auto verkeer zich zoo ontwikkeld heeft, is het rijden met paard en rijtuig voor een boer geen luxe meer en zou dit ook weer een kleine verlichting voor dezulken zijn. Waar ik in de sectievergadering aan gedrongen heb op verlaging der water- prijs voor veehoudersbedrijven, ben ik met uw antwoord in het algemeen rapport niet tevreden, en is de door u bedoelde prijs nog te hoog in de voor deze bedre ven zoo slechte tijd. Ik stel u dan ook voor, om voor de vee houdersbedrijven en de kaasfabrieken, in dezen noodtoestand een extra verlaging toe te passen van 10 cent per m\ i (Wordt vervolgd op pag. 1 van het De heer Biersteker wil steenen voor tweede blad).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 3