newassers DE DOLENDE MELEN. BALANS-UITVERKOOP is NOG goedkooper NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, W1ERINGEN EN ANNA PAULOWNA BuiUnlandsoh overzicht KONIJN'S 0SSENT0NG Nederlandsche Middenstandsbank 60ste JAARGANG De opening van de ontwapeningsconferentie. - Woord voerders van zeventienhonderd millioen menschen bijeen. - De wereld eischt ontwapening. - Een belan- rijke stap van vijf groote mogendheden, ter beslechting van het geschil in het Verre Oosten. In Crisistijd is kwaliteit goedkooper. SPOORSTRAAT 98 TELEFOON 339. Wat men in Duitschland van de ontwapeningsconferentie denkt. Nieuwe opstand in Equador. BINNENLAND. Regeling der Zuiderzee- steunverleening. Spaarbank KONINGSTRAAT 7 Bewaarkluis FEUILLETON courant Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65; binnen land f 2.—, Nederl. Oost en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70, fl,Modeblad resp. 10.95,11.25, f 1.25,11.35. Lossenos. 4 ct.fr.p.p.6ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerjj v/h C. DE BOER Ju. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIEN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewjjsno. 4 ct. De opening van de ontwapeningscon ferentie. Wij loven in een tijd van gewel dige gebeurtenissen, in onzen tijd wordt er geschiedenis gemaakt. Nu wij midden in de crisis zitten, voelen wij niet zoo de geweldigheid van het heden en straks, als we achter de dingen staan, en de onheilen (naar we hopen) van ons afgewend zullen zijn, zullen we misschien nog eens grie zelen als we terugdenken aan de gevaren, die er boven ons hoofd zweven. Het gaat in onzen tijd werkelijk er op of er onder, om onder de moeilijkheden vandaan te komen zal een kwestie van jaren zijn, om diep in de ellende gestort te worden kan zich in korten tijd voltrekken. Wij bepalen ons in dit overzicht uit sluitend tot de opening van de ontwape ningsconferentie en de gebeurtenissen in het Verre Oosten, die droevige gevolgen voor de gansch'e wereld kunnen hebben. Allereerst dan de ontwapeningsconferen tie. Henderson. die het voorzitterschap van deze conferentie bekleedt, heeft haar Dinsdagmiddag met een groote redevoe ring geopend, waarin hij zeer bizondere en zeer ernstige dingen gezegd heeft. Wij ontleenen aan deze rede liet volgende: Het is thans een moment van histori sche beteekenis. Alvorens tot mijn voor naamste onderwerp over te gaan, gevoel ik mij gedrongen melding te maken van de tragische omstandigheid, dat deze con ferentie, wier doel het is vérdere maatre gelen te beramen voor het behoud van den vrede, haar werkzaamheden moet aan vangen op een tijdstip, waarop zulk een hoogst ernstige toestand bestaat in het Verre Oosten. De noodzaak gebiedt, dat alle ondertee kenaars van het statuut van den Volken bond en van het Pact Briand-Kellogg zich tot plicht zullen stellen de strikts eerbie diging te verzekeren van dezen dubbelen waarborg tegen daden van oorlog en ge weld. In de wereldgeschiedenis vertegenwoor digt deze conferentie een eenig feit. Niet alleen de Staten-Leden van den Bond heb ben hun afgevaardigden gezonden, maar ook eenige niet-leden zijn vertegenwoor digd. Woordvoerders van 17 honderd mil lioen zielen zijn hier bijeen. Er is geen levend wezen, hetzij in de groote indus- trieele centra, in de woestijnen van Afrika, in de wildernis van het Oosten, of temidden van het ijs der Poolstreken, dat hier niet iemand heeft om in zijn naam te spreken. Het is dan ook overbodig uit te weiden over het representatieve karak ter dezer conferentie de belangrijkste internationale bijeenkomst sinds het einde van den wereldoorlog. Ik kan volstaan met de mededeeling, dat ongeveer 80 regeerin gen hier zijn vertegenwoordigd. Nog nooit tevoren hebben wij een zoo machtig en indrukwekkend aantal ministers veree- nigd gezien als thans zijn afgevaardigd naar deze conferentie. De door haar te behandelen vraagstuk ken zijn van vitaal belang voor alle volke ren en klassen der wereld; Hoewel de groote moeilijkheden, die daarbij aan het licht zullen komen, geenszins onderschat mogen worden, mogen zij ons ook niet afschrikken en ontmoedigen. Onze taak is veeleer ze onverschrokken en vol ver trouwen onder het oog te zien. Wij moeten toonen bezwaren te willen overwinnen door het stellig vertrouwen, dat de be reiking van ons doel aan de menschheid nieuwe en zegenrijke uitzichten zal openen. Daar geen officieele agenda is gepubli ceerd, is het in de eerste plaats van be lang, dat wü den omvang dier taak be grijpen. Welke is dan die taak? Naar mijn mee ning kan zij in drie punten worden sa mengevat: a. Tot gezamenlijke overeenstemming te geraken omtrent een vast omschreven programma van practische voorstellen, teneinde spoedig een belangrijke vermin dering en beperking van alle nationale bewapeningen te verzekeren. b. Vast te stellen, dat geen andere be wapeningen onderhouden mogen worden buiten die, welke zijn toegestaan volgens de bepalingen van dit verdrag, krachtens hetwelk alle hier vertegenwoordigde vol keren zich verplichten algemeene ontwa pening als hun gemeenschappelijk eind doel te beschouwen. c. De mogelijkheid te overwegen van de geregelde bijeenroeping met redelijk korte tusschenpoozen, van gelijksoortige Conferenties, teneinde een gestadigen voortgang naar ons einddoel te verzeke ren zonder af te wijken van ons streven reeds nu een zoo groot mogelijk resultaat te bereiken. De opstelling van een dergelijk verdrag sluit in zich de geheele oplossing van het probleem van oorlog en vrede. Het is overbodig de ontstellende kosten van verschillenden aard in herinnering te brengen, welke de Wereldoorlog ons heeft nagelaten. Het is eveneens overbodig te trachten u een beschrijving te geven van de ontzettende ramp, welke een „volgende oorlog" voor de wereld zou beteekenen. Ik ben er van overtuigd, dat in deze groote zaal ieder gedelegeerde voor zich vurig hoopt en bidt, dat de menschheid gespaard moge blijven voor een onheil, waarvan het onmogelijk is zich de verschrikkingen te verbeelden. Wü moeten trachten den vicieusen cir kel te verbreken, waarin de volkeren dei- wereld wederom dreigen gevangen te ra ken. Het gevoel van onveiligheid leidt tot een vermeerdering van bewapening; een vermeerdering van bewapening verhoogt weder het gevoel van onveiligheid. Tenzij deze cirkel verbroken kan worden, breidt dit proces zich onvermijdelijk uit en de te zwaar belaste volkeren kunnen geen uit weg vinden uit hun wederzijdse!] wan trouwen dan door het uitbreken van een conflict. Hierna gaf spr. een historisch overzicht van wat reeds gedaan is voor de ontwape ning en ook ter voorbereiding van deze ontwapeningsconferentie om dan tenslotte nog even stil te staan bij het nauwe ver bond., waarin het probleem der ontwape ning staat tot de ernstige economische en financieele crisis, waarvoor het meeren- deel der volken op het oogenblik een op lossing tracht te vinden. De financieele last der bewapeningen en de verplichtingen, voortvloeiende uit vorige oorlogen zijn inderdaad de voor naamste der oorzaken, die tot haar ont staan hebben medegewerkt. Het is in hoofdzaak op grond van deze lasten, dat het evenwicht der begrooting in verschil lende landen ontbreekt. Het is moeilijk een gemeenschappelijke, algemeen gel dende waarde-aanduiding voor de bewape ningen van de verschillende landen te vinden. Ik veroorloof mij echter u een cijfer te noemen, dat is vastgesteld dooi de bevoegde afdeelingen van het secreta riaat en dat het gemiddelde vertegenwoor digt van de militaire uitgaven van 61 lan den gedurende de laatste 4 of 5 jaren. Dit totale cijfer wijst aan het enorme bedrag van 4 duizend millioen dollar per jaar. De wereld eischt ontwapening! zoo zei- de sjTr. De wereld heeft dringend behoefte aan ontwapening! Het is in onze macht het stramien der komende geschiedenis te helpen maken. Laten wii onze taak aanvaarden in de stellige overtuiging, dat het aan ons is, door het werk, dat wij zullen verrichten, de besluiten, die wij zullen nemen, de mate van overeenstemming, die wij zullen bereiken, de volkeren binnen te leiden in dit beloofde land. Vermelden we hier tenslotte nog, dat het totaal aantal gedelegeerden, plaatsvervan gende gedelegeerden, deskundigen en se cretarissen wordt op ongeveer 1500 ge schat. Bovendien wonen althans in de eer ste weken ongeveer 500 journalisten de conferentie bij. Het aantal buitenlandsche belangstellenden wordt ook op ongeveer 500 geschat, zoodat in het geheel circa 2500 personen in de conferentiezaal aan- i wezig zijn. Ontwapeningsconferentie. „Ziezoo, we zullen maar weer eens een oude schuit laten zinken, dan denken de anderen, dat we aan 't ontwapenen zijn!" („Nebelspalter"). Een belangrijke stap ter beslechting van het conflict in het Verre Oosten is Dinsdagmiddag gedaan, toen de Raad van den Volkenbond plotseling bijeengeroe pen werd op verzoek van de Engelsche delegatie, die verklaarde een mededeling te moeten doen. Deze mededeeling bleek van zeer ernstig karakter. De Engelsche minister voor de dominions, Thomas, las langzaam, en met nadruk op ieder woord een uitvoerige verklaring voor, die begon met de woorden, dat zijn regeering van meening was, dat onmogelijk kon worden geduld, dat de gebeurtenissen in China op deze w;jze voortgingen. Anders zou alle Oorlog en vrede. („Nebelspalter"). vertrouwen in het Handvest van den Vol kenbond en in het verdrag der negen mo gendheden in de wereld verdwijnen. Uit zijn woorden bleek, dat er een samenwer king tot stand was gekomen tusschen Engeland en Amerika. Engeland en Ame rika, zoo zeide hij, hebben besloten een einde te maken aan deze dingen en hij hoopte, dat de andere mogendheden de mogelijkheid zouden zien om een derge lijke actie op touw te zetten. Daarop deelde hij mede, dat er een ge lijkluidende nota van beide mogendheden te Tokio en aan de Chineesche regeering was overhandigd, waarin werd geëischt, dat de troepen van beide partijen terug getrokken zouden worden en dat er een neutrale zone zou worden gevormd, die door de troepen van neutrale mogendhe den moest worden bezet. Daarop moesten beide partijen onmiddellijk beginnen met onderhandelen. De verklaring maakte in den Raad een diepen indruk. Nadat Thomas zijn ver klaring afgelegd had, heeft Taröieu de volgende verklaring afgelegd: Frankrijk sluit zich aan bij de actie van Engeland en Amerika, en zal zijn krijgs macht te land en ter zee in China verster ken. Daarna verklaarde Italië, dat het zijn gezanten bij de Chineesche en Japansche regeering reeds opdracht had gegeven eischen te stellen in overeenstemming met die van Engeland en Amerika. Vervolgens verklaarden de Duitschers, 'dat ook hun vertegenwoordigers in Oost- Azië een dergelijke opdracht zouden ^rijgen. De Japanners hebben daarop verklaard het instellen van een neutrale zone over eenkomstig den eisch van de mogendhe den te aanvaarden. Of de Japanners inderdaad het instellen van een neutrale zone aanvaard hebben, betwijfelen wij, daar dit reeds gisteren weer werd tegengesproken. Elders in dit blad zal men daarover wel bizonderheden aantreffen. Het lijkt ons echter zeer on waarschijnlijk en zeker in hooge mate on verstandig als Japan niet op het voorstel zou ingaan, omdat het daarmee de geheele wereld tegen zich in het harnas zou jagen. De correspondent van de „Nw. Roti. Crt." te Berlijn meldde Dinsdagavond: De heele Duitsche pers bevat vanavond naar aanleiding van de ontwapeningscon ferentie uitvoerige beschouwingen, waar in in de eerste plaats de nadruk wordt ge legd op het groote belang van de verhou ding van DuitschlandFrankrijk als de ziel waarom de kwestie van de ontwape ning in Europa draait. Alle bladen zijn het er voorts over eens, dat het standpunt van Duitschland juridisch en moreel zeer sterk is, omdat het steunt op de artikelen 8 tot 16 van het statuut van den Volkenbond, alsook op het protocol van Locarno en volkomen strookt met hetgeen de volkeren van Europa verlangen. Dat Duitschland en zijn vroegere bondgenoot en ten op zichte van de ontwapening gelijke rechten zullen krijgen als andere souvereine sta ten, wordt in alle bladen een dwingende eisch in het belang van heel Europa ge noemd, hetwelk in deze moeilijke tijden naar de uiteindelijke liquidatie van den grooten oorlog smacht. Verschillende schrijvero, o. a. prof. Sanger, meenen, dat ihet voortbestaan van den Volkenbond van de vervulling van dezen eisch afhangt. Echter is "eliikheid op twee manieren te bereiken: door verlaging van het hooge of verhooging van het lage. Naar gelang de bladen rechts of links staan, leggen zij meer nadruk op het recht van Duitsch land om zijn bewapening te vermeerde ren. indien de andere staten hun bewape ning niet verminderen, dan wel op de noodzakelijkheid dat de andere staten hun bewapening op het Duitsche peil redu- ceeren. De regeering heeft, gelijk bekend, tot dusver in haar uitlatingen beide moge lijkheden opengelaten. In het algemeen heerscht er omtrent de kans dat de conferentie een bevredigend resultaat bereikt, geen optimisme. Men wiist op de verbittering in het verre Oos ten als op een omstandigheid, die aller minst geschikt lijkt de vooruitzichten oo overeenstemming te verbeteren. De repu- bliekeinsche pers betreurt dit, terwijl de pers van de nationale oppositie, welke nooit vertrouwen in den Volkenbond heeft getoond, eenig leedvermaak laat doorsche meren. ONTWAPENINGSBETOOGING VAN DE ENGELSCHE KERK. Dinsdagavond is in de Alberthall een groote ontwapeningsbetooging gehouden door de Engelsche kerk. De aartsbisschop van Canterbury, die volgens de Engel sche grondwet na den Koning de opper- ste-dienaar van den Staat is, wees in een toespraak op de beloften, die Duitschland te Versailles is gedaan, na te komen. De geest van wantrouwen en zelfzucht is nog te groot in Europa. De hoofdzaak is, dat eindelijk eens met ontwapening wordt begonnen. De aartsbisschop van York sloot zich aan bij de uiteenzetting van den aarts bisschop van Canterbury en eischt, dat Engeland de positie van den Volkenbond in het conflict in het Verre Oosten zal versterken. Buitengewone volmachten aan den president. Maandag is in de provincie Carchi een revolutionaire beweging uitgebro ken, die zich volgens mededeeling van de regeering over alle deelen van Ecuador heeft uitgebreid. Een regeeringsgetrouw bataljon te Manabi heeft een hevig ge vecht geleverd tegen tweeduizend rebel len. De gouverneur der provincie heeft den minister van Oorlog dringend om versterking verzocht. De voorloopige pre sident der republiek Moreno heeft bui tengewone volmachten gekregen om de beweging te onderdrukken. In de steden zijn talrijke personen, die ervan worden verdacht, met de opstandelingen te Sym- pathiseeren, gearresteerd. De opstand is begonnen te Tulcan in de provincie Carchi nabij de grens van Colombië. De opstandelingen zagen kans het verkeer met dit gedeelte des lands stop te zetten. Naar verluidt zou de opstand onder leiding staan der liberalen, die wenschen te verhinderen dat de gekozen president der republiek Neftalia Bonifan in Augus tus a.s. zijn ambt zal aanvaarden. Direct na de ontvangst van de be richten over den opstand is de regeering te Quito in kabinetszitting bijeen geko men, teneinde maatregelen te beramen. 46 dooden Naar uit Guaquil wordt gemeld, is het tot een gevecht gekomen tusschen regee- ringstroepen en opstandelingen, die zich in de provincie Carchi hadden verzameld. De opstandelingen hebben 41 dooden en de regeeringstroepen vijf dooden te be treuren. Voorts zijn talrijke personen ge wond. De voorloopige president Meneno heeft van den staatsraad bizondere vol machten ontvangen ter onderdrukking van de opstandige beweging. Men vreest, dat deze beweging zich zal uit breiden. In de hoofdstad is tot nu toe alles rustig. Het doel van den Rijksdienst. Antwoordend op de uitvoerige vragen onlangs door den heer Duymaer v. Twist gesteld in verband met de instelling van een rijksdienst ter uitvoering van de Zui- i derzeesteunwet, betoogt de Minister van Waterstaat nogmaals, dat het hoofddoel van deze instelling is geweest om, nu eer- lang de werkzaamheden der Zuiderzee- steunverleening, voornamelijk wat betreft de toepassing van de vastgestelde regelen, zeer zullen toenemen, een snelle en vlotte behandeling van zaken ten bate van de belanghebbenden te verzekeren. Dat do instelling van dien dienst ten gevolge heeft gehad, dat de belangrijkste werk zaamheden van de generale commissie naar den rijksdienst zijn overgegaan, kan de minister niet toegeven. Niet de dage- lijksche leiding der werkzaamheden acht de minister het belangrijkste deel van het werk der generale commissie, maar wel het geven van advies omtrent de alge meene leiding en omtrent de algemeene beginselen van de Zuiderzeesteunverlee- ning en van de voornaamste punten van uitvoering. Op dit gebied zal er in de taak der generale commissie niets veranderen. De bevoegdheden van de generale oom missie bij de uitvoering van de wet zijn KANTOOR DEN HELDER door K. R. G. BROWNE. 84) „Hè!., wie!., wat moet dat daar!" zei F.-S. door het neerdroppelende water heen. George's eerste impulsie was om met den man in het bed een worstelpartijtje te beginnen. Misschien dat tijdens het han- gemeen de warmwaterkruik te voorschijn kwam. Maur op hetzelfde oogenblik dat hij wou toespringen, drongen zich de „a- deelen van een zoodanige handelwijze aan hem op. Hij was niet bang voor F.-S., maar hy was wel bang voor veldwachter Turtle, of liever voor datgene, wat veldwachter Turtle vertegenwoordigde en een gevecht met den kostganger van „de Wet" stond gelijk met opzettelijk onaangenaamheden uitlokken. Want het was niet te verwach ten dat Mr. Turtle door het kabaal van twee mannen, die in de kamer naast de zijne handgemeen waren, zou heenslapen of dat hij tegen dengeen. die dit soort burengerucht veroorzaakte, lankmoedig zou optreden. En als het hem, George, niet hikte om voor het verschijnen des heeren Turle met de juweelen weg te komen, zou de toestand nóg precairder zijn dan hij nu was. Want Fanshawe-Smith was geen <jj>moor en nadat de orde hersteld was. zou hij over de reden dóe zijn gewezen school kameraad voor zijn zonderlinge manier van doen kon hebben, gaan zitten naden ken en daarna was alles mogelijk! Neen, in naam der voorzichtigheid was verdwij nen, voordat F.-S. achter zijn identiteit kwam, een eerste vereischte. Een tweede mislukking te moeten rapporteeren was natuurlijk buitengewoon onaangenaam en Carmencita zou wel teleurgesteld zijn, maar er mocht niet uit het oog verloren worden, dat hij, die bij een inbraak knoeit en wegloopt, een volgenden keer zijn fout herstellen kan. Dus draaide hij zich zonder verder nog een seconde te vermorsen om en sprong in hetzelfde oogenblik, dat Fanshawe- Smith onder het mompelen van een heele serie betreurenswaardige woorden zich uit het bed begon te werken, naar hst raam toe. Van uit de donkere kamer kwa men twee doffe bonsen en een kreet van pijn, toen Fanshawe-Smith op zijn beurt door de kast tegen de kleedtafel gekaatst werd. Maar George Stoorde zich niet aan zijn mede-slachtoffer. Hij zette zich vlug over het kozijn, liet zich zakken tot hij aan zijn twee handen hing en kwam od zijn handen en voeten tusschen en op de slakropjes terecht. Geen twee tellen daar na stond hij overeind en wilde juist op de vlucht gaan het pad af en het hek dooi-, toen hij een gespierden arm om den hals voelde en een anderen, niet minder ge spierde, om zijn middel en bij de wellui dende stem van Mr. Alfred Byng hoorde zeggen. „Ik heb 'em, TedL. Help me effe.. gauw wat." Om dat plotselinge ten tooneele ver schijnen van de l>eide satellieten van Fanshawe-Smith te begrijpen, moeten we terugkeeren tot dat tijdstip vroeg op den avond, toen Carmencita met haar beide cavaliers op de bank voor het Wapen van Croyde krijgsraad hield. Want ongeveer gelijktijdig hiermee gebeurde het dat Mr. Samuel Jagger, na drie groot glazen bier, tot de ontdekking kwam, dat de Gebroe ders Byng zielsverwanten van hem wa ren en hen daarom in een hoekje van de gelagkamer apart nam om hun een voor stel te doen. In elk rechtgeaard Engelsch dorpje als we tenminste alles wat ons door lite- rators en tooneelschrijvers verteld wordt, mogen gelooven bestaan er drie per sonen, die tot den dorps-inventaris be- hooren: de Squire, de Mevrouw, die als Goede Fee fungeert en de schavuit. Daar we het al over Sir John Croyde en Miss Helen Bungle gehad hebben, rest ons alleen nog om voor te sellen: Mr. Samuel Jagger. Als een dorps-schavuit had Mr. Jag ger in heel Somerset zijn gelijke niet. Hij was lang en mager, met waterige oogen, een rooden neus en een verloopen ge zicht; hij woonde in een bouwvallig huisje aan den rand van het dorp en mocht zich verheugen in de grondige antipathie van de menschen die hem kenden en den in- stinctmatigen afkeer van óedereen, die nog niet het genoegen gesmaakt had hem te ontmoeten. Niemand had hem ooit zien werken: hij had methodes om aan den kost te ko men die geen rechtgeaarde vader of moe der zijn of haar zoon als eerbaar middel van bestaan aangeraden zou hebben. Als de sluwste strooper uit de buurt was hü een doorn in het vleesch van Sir Johns koddebeiers, als raconteur van hartroe rende verhalen aan oude jongejuffrou wen had hü een reputatie verworven, die de opbrengst niet ten goede kwam en als verzamelaar van kleinigheden uit onbe waakte auto's of karren met koopwaren stond hü onder permanente surveillance van veldwachter Turtle. Er was in den heelen Mr. Jagger geen plekje, dat wèl deugde. Op dien bewusten avond ontdekte Mr. Jagger, dadelijk na zijn binnenkomen in het Wapen van Croyde, waar hii geregeld zijn „biertje" kwam drinken iets waar voor hij altijd zelf betaalde, als een ander niet aanbood het te doen twee vreem delingen met een zeer opvallend uiterlijk. Nu was Mr. Jagger niet bepaald verlegen dat moest zelfs zijn ergste vijand hem nageven en zoo kwam het dat hü bil de komst van zijn tweede biertje zoo diep in gesprek met de beide vreemdelingen was, dat ze niet veel anders doen konden dan voor hem betalen. De gebroeders Byng verveelden zich dien avond buitengewoon. oor men schen als zii, die in Hoxton „geboren en getogen" waren, had het buitenleven niets aantrekkelijks. Hun eerbied voor de geestelijke eigenschappen van t ans- hawe-Smith en hun absoluut vertrouwen, dat hii ten leste ondanks alles zegevieren zou waarvan voor hen financieele wel stand het kevolg zou zijn noodzaakte hen te volgen waar hii voorging, maar dezen keer hadden ze toch voor een lief ding gewild, dat hü hun niet naar Quan tock Royal voorgegaan was. Ze wisten niet. wat ze in dat gat kwamen doen, maar ze wisten wel dat het vooruitzicht om al was het maar één dag, te moeten doorbrengen in een gemeente, waar de mannelijke inwoners op een enkele uit zondering na, boven de tachtig waren, hen niet bijster aantrok. Ze waren juist de wanhoop nabij, toen mr. Jagger ten j tooneele verscheen. In contrast met de rest van de Quan- tock Royalisten was hii een brillant 'causeur. Toen het hem om de een of an deren reden niet, omdat hü niet met de noodige energie probeerde hen uit te hooren mislukt was om te wreten te komen, wat ze ter plaatse kwamen doen, zette hii zich om hen te vermaken en, wat Quantock Royal betrof, op sommige pun ten wüzer te maken. Hii gaf hun een overzicht van den stand van de gewassen, een gepeperde beschrijving van iederen inwoner, die wat in de melk te brokkelen had en zijn privé opinie over diezelfde personen. Hii vertelde hun vier minder oirbare moppen, die ze al sinds jaar en dag kenden en twee, die ze nooit eerder gehoord hadden. Daarna dronk hij een derde glas bier op hun gezondheid en keerde tot het eerste onderwerp van ge sprek terug. „Denk jelui hier lang te blaven?" in formeerde hü. „Hoop van niet," gaf Alfred fel ten antwoord. ,,'n Smerig gat," voegde Edward er meer oprecht dan beleefd aan toe. „Binne der hier in de buurt nergens bioskope?" „Joa", gaf Mr. Jagger toe. „Gunter in Yeobury da's een mail of vaif va- deröp." Uit de monden der Gebroeders Byng stegen ontevreden geluiden op. „O!" zei mr. Jagger wijs, „je mot hier zelvers wroone, om te wete, wra hier alle gaar omgaa. Neem main nou.... ik heb altied wat te doen. As 't dit neit is, is 't dat, en as 't dat neit is, is 't dit.'n oavet, om moars wat e noeme...." Hü hield datgene, wat hii had willen zeggen in en bekeek zijn pas verworven vrien den nadenkend. Een halve minuut lang bleef hij aarzelen, dan inspecteerde hü de gelagkamer tersluiks en noodigde hen met een hoofdbeweging uit om hem naar een stillen hoek te volgen. Daar dempte hii zijn stem af tot het niets meer daij een sterk naar bier geurend gefluister was. „Hoe zou jelui denken over v'nnacht d'r op uut goan?" Alfred keek Edward aan en Edward keek Alfred aan. Daarna keken ze, ge dreven door één gedachte, naar Mr. Jagger. „D'rop uit gaan?" herhaalde Alfred „Wat bedoel je daarmee?" Mr. Jagger zette zich op zijn gemak tot uitleg geven. Het bleek nu, dat hü in dat hij daarom van plan was om dienzelf den nacht de terreinen van Sir Johr Croyde met een bezoek te vereeren, ten einde zijn voorraad versch vleesch en het tekort in zijn portemonnaie tegelijk aan te vullen. „Want wat- ik zelvers neit gebruiken kan, verkööp ik. zie-je!" Gedreven door pure sportiviteit en ten deele door den wensch om zijn nieuwen vrienden prettige herinneringen aan Quantock Royal mee te geven, noodigde hü hen uit, om dien nacht van de partij te zijn. Als ze die uitnoodiging aannamen, garandeerde hü hun een behoorlijke portie van den buit, of, als ze daar de voorkeur aan gaven, van dat, wat de buit zou opbrengen, (Wordt vervolgd);

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 1