HEI r BINNENHOF f om 1 OP EM _F De verworpen Pachtwetten. - Ontstem ming. - Wat nu?! - Het muziekau- teursrecht. - Salarisverlaging. - De Zui- derzee-drooglegging stopzetten - De Tweede Kamer geeft geen definitief „stop-sein". M2/?z verdeeld waren in pro- en anti-partijen! Ver- kade is in de moderne tooneelgeschiedenis een figuur die fèl bestreden en ook wel zéér be wonderd werd. En ook een figuur. die altijd weer, hoevele malen hij ook tijdelijk weer ietwat werd uitgeschakeld (ook nu weer, staat hij, met zijn troepje in den Rika Hopper Schouw burg, eenigszins terzijde)met nieuwen moed begon en opnieuw weer op den voor grond opdook! En de hulde, die hem, dezen Donderdagavond, ter gelegenheid van zijn 25- jarig tooneeljubileum, gebracht werd, in min of meer kleinen kring, komt hem onge twijfeld ten volle toe. Maar een typisch Am- sterdamsche figuur, die in Groot-Mokum door het groote publiek geliefd en bemind wordt als Kreeft, is hij nooit geworden. En zulke figuren komen er, misschien, door toe doen van de radio, de bioscoop en andere moderne zaken, ook nooit meer! WEEK- |aKRON IEK Zooals men weet zijn in de Eerste Kamer op Vrijdag 5 dezer de Pachtwetten verworpen met 2521 stemmen. Tegen hebben gestemd de anti-revolutionairen, de christelijk-histori- schen en een zestal roorasch-katholieken, t. w. de heeren Arntz, Dobbelman, Janssen, Blom- jaus, Michiels van Kessenich en Van Sasse van Isselt. Het groote „struikelblok" in deze was het continuatie-recht, dat men te diep-ingrij- pend achtte in het eigendomsrecht. Wel zal in den Senaat eventueel een meerderheid te vin den zijn voor een schadevergoedingsstelsel. In dien do Regeering het ontwerp in dien zin wij zigt, dan zullen de Pachtwetten er in de Eerste Kamer ongetwijfeld „komen". Doch 't is de vraag of de Regeering daar maar voetstoots toe over zal gaan. Op deze wijze zou de Eerste Kamer erin geslaagd zijn „langs een achterdeurtje" het recht van amen dement, dat zij mist, binnen te smokkelen. En daartegen bestaan de meest-ernstige beden kingen. In r.-k. gelederen heeft de houding van de zes tegenstemmende partijgenooten groote ont stemming gewekt. Het katholieke dagblad „De Residentiebode" schreef op den dag der ver werping: „De Eerste Kamer heeft dan toch het Pacht- ontwerp verworpen en een zestal katholieken hebben er toe meegewerkt. „Een donderslag bij helderen hemel" mag deze stemming al niet zijn de bui heeft im mers al lang gedreigd! toch baart dit votum geweldig opzien". Het blad luchtte zijn ergernis op den heer Blomjous, die gelijk het blad schrijft toonde „het koppig verzet van iemand, die z'n kracht zocht in: „Je'hebt wel gelijk: maar ik doe het toch niet" en die, om zelf een schijn van gelijk te krijgen, allerlei gezochte bezwaren opblaast tot geweldigen schijn". Intusschen is het niet voor tegenspraak vat baar, dat de heer Blomjous en het groepje Weltfremden, die het met hem eens was, geen goed doen aan het aanzien der Eerste Kamer". De a.-r. „Standaard" wil eenvoudig het con- tinuatierecht schrappen en de zaak is gezond. Zij schreef o. a.: „Als de Regeering Rwaarlijk de herziening van de wettelijke regeling van het pachtcon- tract begeert en dat begeert zij dan kan, dan moet zij dit doen." Het blad vindt echter bestrijding van het r.-k. „Centrum", dat ertegen opmerkt: „Wij hopen, dat de Regeering dit advies niet zal volgen. Vooreerst, omdat wij tegenstanders zijn van een zij het ook verkapt amendeerings- recht van de Eerste Kamer. Vervolgens, omdat deze poging op een mis lukking zal uitloopen. Ware 't amendement- Fleskens indertijd in de Tweede Kamer niet in het wetsontwerp opgenomen, dan zou een groot deel der katholieken zeker tegen het wetsont werp gestemd hebben: ze zouden het van alle kracht beroofde wetsontwerp liever hebben zien verdwijnen, in afwachting van betere tij den. Het valt niet in te zien, waarom deze leden thans anders zouden oordeelen. Liever zullen ze wachten tot na de volgende verkie zing van de leden der Eerste Kamer, met de groote kans, dat er bij die verkiezing wel een flinke wijziging in de samenstelling van dit college zal komen. Misschien zullen de tegen stemmers van nu dan betreuren, dat zij door hun afwijzing van deze zeer gematigde pacht wet den weg hebben gebaand voor een meer radicale". Tenslotte nog de meening van de c.-h. „Ne derlander", die dezelfde oplossing aan de hand 'doet als de „Standaard". Een desbetreffend ar tikel besluit het blad aldus: „De tijd is er, de kans is er, de krachten zijn er. Even zich heengezet over de teleurstelling van Februari 1932 en de Pachtwet-Donner kan kan gemakkelijk in Juli 1933 het Staatsblad be reiken." Nogmaals: 't is zéér de vraag wat de Regee ring in deze doen zal. Van de verdere ontwerpen, die in de afge- loopen week in de Eerste Kamer goedgekeurd zijn, mogen worden genoemd het wetsontwerp tot wijziging van de Auteurswet-1912 met het oog op bemiddeling inzake muziek-auteurs- recht. Aan deze zaak was het belang van de muziek-auteursrecht-bemiddelings-bureaux S.A. C.E.M. ten nauwste verbonden. Men weet wat de bedoeling van het ontwerp is: het schenken van een monopolie aan de B.U.M.A onder toezicht van den minister. „Vogels van diverse pluimage" waren tegen, o. a. de Senatoren Fock (lib.)Ter Haar (c.-h.), Hermans (s.-d.) De wijziging kwam er met 2614 stemmen. Voorts zijn goedgekeurd het „Aardappelen wetje" (z.h.s.) en de ontwerpjes om verlaging toe te passen op de salarissen der leden van den Raad van State, de Alg. Rekenkamer en de Rechterlijke Macht. Deze gelegenheid werd door verscheidene leden aangegrepen om nu reeds terwijl straks de Alg. Beschouwingen over de Rijks- begroo'dng-1932 zullen worden gehouden beschouwingen te houden over het al of niet noodzakelijke van salaris-korting. Ik zal daar over thans het zwijgen toedoen, om straks een „da capo" te vermijden. Wel trekt de aandacht i dat tot de 16 leden, die tegen stemden (22 j vóór) vier katholieken behoorden, n.1. de hee ren De Bruijn, Visser, Nivard en Serrarens. Voorts werd z.h.st. aanvaard het wetsont- werp-Kasbehoeften van de gemeente. A.s. Dinsdag-avond komt de Senaat weer bijeen. De Tweede Kamer is weer bijeen. De heer Wijnkoop zorgde voor een „woelig praeludium" door „tegen de Regeering van Ruys" een schetter-rede te houden, besloten door een dolzinnige motie, vragend: onmiddel lijke ontbinding der Tweede Kamer ên tege lijkertijd! onverwijld heengaan der Regee ring. Hoe intusschen het land geregeerd zou moeten worden?Lou de Visser als dic tator?! De motie kwam natuurlijk niet in behandeling. Er zijn drie interpellatie-aanvragen toege staan. Van den heer Hiemstra (s.-d.) betref fende werkverschaffing en werkverruiming; van den heer Kortenhorst (r.-k.) over de be- teekenis van een aantal door Nederland ge sloten verdragen en maatregelen in verband met het sluiten van regionale verdragen; en van den heer Weitkamp (c.-h.) over den nood van den landbouw speciaal in de gemengde bedrijven. Toen ging het Lagerhuis de Zuiderzeefonds- begrooting, die nog van het vorige jaar was blijven liggen, afdoen. De groote vraag, welke hierbij in 't geding kwam, was: moeten de werkzaamheden der drooglegging, door de tijdsomstandigheden daartoe gedwongen, worden stopgezet? De Re geering wil voorloopig niet doorgaan, slechts nog den afsluitdijk voltooien. Inpoldering van den N.O.-polder zal dus vooreerst krijgt de Regeering haar zin niet plaats hebben. Aanvankelijk openbaarde zich in de Kamer een sterke oppositie tegen het voornemen der Regeering. Allereerst was door dr. Colijn, die een pleidooi hield voor het onvervaard voort zetten der drooglegging en zeker die van den N.O.-polder. Hij wees erop, dat Nederland in 1860 in staat was van eigen bodem te leven. Toen telde ons land drie millioen inwoners. Thans zijn het er echter acht millioen en in 1945 zullen het er tien millioen zijn. Men moet dus aldus de anti-revolutonaire staatsman rekening blijven houden met de sterk toe nemende behoefte aan cultuurgronden. Voor het kost-argument der Regeering ging de heer Colijn niet uit den weg. Mede verklaarde hij er stérk vóór te zijn, dat Nederland ook ten aanzien van het graan zoo min mogelijk af hankelijk is van het buitenland. Met den heer Colijn gingen mee de afgevaar digden Bongaerts (r.-k.). Ebels (v.-d.), Kupers (s.-d.) en... Wijnkoop! Natuurlijk niet allen om dezelfde redenen. De communist Wijnkoop ziet in de drooglegging een gunstige factor voor desovjetiseering" van Europa... De heer Ebels 'vroeg precieser cijfers om trent de uitgaven, die zoo sterk boven de ra ming zijn gebleken. Tegen de voortzetting der drooglegging ver klaarden zich de leden Krijger (.c.-h.), Bierema (lib.), Weitkamp (c.-h.), Lovink (c.-h.), Rut- gers van Rozenburg (c.-h.) en Zandt (Staatk. Geref.). Zij allen zijn min of meer bevreesd voor de financieele gevolgen der verdere drooglegging. De heer Krijger sprak van „dreigend débacle". Dr. Bierema gewaagde van „bankroetiers-poli tiek De c.-h. agrariër Weitkamp herinnerde eraan, dat hij vijf jaar geleden reeds voor spelde, dat de inpolderingen zouden worden „een strop, zoo groot als de Dom van Utrecht". En dominee Zandt wilde zelfs den afsluitdijk niet voltooien. Ook over de wijze van uitgifte der reeds drooggelegde gronden is gediscussieerd. De soc.-democraten willen Staatsexploitatie (ook de c.-h. heer Weitkamp, maar alleen uit prac- tische, niet-politieke overwegingen). De vrijz.- democraten zijn daar niet zoo erg voor, hul digen meer het beginsel: „de bodem voor den gebruiker". De heer Colijn zei voorkeur te ge ven aan erfpacht met wisselenden canon. Algemeen vroeg men naar het inzicht van de Regeering in deze. Niemand wist daar iets met zekerheid van te zeggen. Bij den aanvang der zitting van j.1. Donder dag kwam al dadelijk minister Reymer aan 't woord. Hij verklaarde belangrijke water staatswerken niet te kunnen uitvoeren zonder dat de rentabiliteit vaststaat. Het stopzetten der werken heeft geen consequenties t.a.v. de M.LI.Z. ten gevolge. De dienst der Zuiderzee werken zou bij opschorting der inpolderingen niet behoeven te verdwijnen. Er is voor dezen dienst nog werk genoeg. De afsluitdijk moet voltooid worden, zei de minister. Het water verzoet nu reeds, dus de visscherij kan toch niet in stand gehouden worden. Technisch zou een onderbreking oo k niet verantwoord zijn. De minister wilde nu niet doorgaan met in polderen tot eiken prijs. Daarvoor is de toe komst thans te zeer onzeker. Daarbij komt dat het onderzoek inzake den N.O.-polder nog niet zeer ver gevorderd is en men nog geen vol ledige conclusies kan trekken. Wel is reeds gebleken, dat méér zandgrond aanwezig is dan men oorspronkelijk dacht. Dat scheelt 13000 H.A. vruchtbaren bodem! Ook reeds hierom achtte mr. Reymer het noodig den aanvang thans uit te stellen. Met nadruk verklaarde de bewindsman, dat t.a.v. een definitieve uitgifte der Wieringer- meer-gronden nog hoegenaamd niets beslist is. En mr. Reymer deed begrijpen, dat wat betreft een deel der Wieringermeer-gronden door de Regeering een loyale proef met staatsexploitatei zal worden genomen. Bij de replieken werden drie moties inge diend. Eén van den heer Van der Waerden, die blijkbaar „voor alle zekerheid" toch maar een uitspraak der Kamer verlangde, aan de Regeering vragend met bekwamen spoed aan de Kamer voorstellen te doen tot uitgifte van grond in den Wieringermeer-polder en t.a.v. het beheer van dien polder, en intusschen geen maatregelen te nemen waardoor bepaalde vor men van exploitatie uitgesloten zouden worden. De heer Colijn, die blijkbaar meer in het schuitje van den minister was gaan zitten dan aanvankelijk leek, verklaarde nu, geen voor stander te zijn „tot eiken prijs". Zijn motie was er feitelijk op gericht de groote vraag „sleepende" te houden tot het einde des jaars. Zij luidde namelijk: „De Kamer van oordeel, dat verhooging i.z. de inpoldering van den N.O.-polder zoo eenigs zins mogelijk behoort te worden vermeden, noodigt de Regeering uit voor de behandeling van de begrooting voor '33 aan het Zuiderzee fonds, de Kamer te doen toekomen een nauw keurige berekening van de aan de inpoldering verbonden kosten, zoomede een overzicht van de wijze, waarop deze gefinancierd kunnen worden." De communist Wijnkoop kwam ook nog met een motie, voortzetting vragend ter bestrijding der werkloosheid. Hij verklaarde dat de com munisten heelemaal niet voor „Verelendung" 2jjn dat is anarchistisch! maar heusch dapper willen meehelpen de crisis te bestrijden. Die brave communisten toch! Toen openbaarde zich een verbroederings festijn. Nadat minister Reymer de moties-v. d. Waerden en Colijn zeide te kunnen acceptee ren, doch niet die van den heer Wijnkoop, werd gestemd. De motie-v. d. Waerden vond steun van alle politieke partijen, ook zelfs van de com munisten! Zoodat de Regeering nu eens „hand aan hand,, ging met zwart, rose, rood en vuur rood! Aan de motie-Colijn deden alleen de com munisten niet mee het „vredesfestijn" was dus weer verstoord! en de motie-Wijnkoop vond slechts steun bij de soc.- en vrijz.-demo- craten. Duikelde dus. Alzoo heeft de Tweede Kamer nog geen definitief „stop-sein" gegeven! PARLEMENTARIËR. Het is werkelijk schitterend wat men alles in de laatste jaren heeft uitgevon den: rijden zonder paard, telegrafie zonder draad, kruit zonder rook, oorlog zonder soldatenmaar één ding heeft men toch niet kunnen uitvinden! En dat is? Een bruidsschat zonder bruut! Sjong, wat was dat lollig.Daar komen we uit school en daar begint het te sneeuwen, te sneeuwen, sjong wat heb ik een lol gehad. En een dik ke, nou! ik heb een paar fijne sneeuw ballen gemaakt en Heintje had er heelemaal geen erg in, toen ik hem ineens een sneeuwbal in z'n gezicht duwde schrikte-ie zoo dat ie me een slag op m'n oog gaf, nou dat voelde ik en ik had een heel blauw oog toen ik 4 thuis kwam. En op het plaatsje achter ons huis lag ook een hoop en toen heb ik m'n zuster een handvol in der hals geduwd, maar toen moest ik toch schrikken, want daar begint die meid me opeens te gillen. Pa liet van schrik z'n mooie pijp die hij met Sinterklaas gekregen had, uit z'n mond vallen en toen hij hoorde wat er gebeurd was, kreeg ik een wats, dat voelde ik nog meer as m'n blauwe oog, maar m'n zuster het 'm toch lekker gehad, en in kassieno is Zaterdagavond gimmenas- stiek geweest. Nou dat was mooi, eerst zei d'r een meheer wat, en toen kwa men de meisies en die gingen allemaal op latten staan en een kon het niet en die viel er af en ze hebben op een paard gespeeld, maar allemaal konden ze het toch niet even mooi, want een viel d'r od z'n buik tegen het paard, die zal wel buikpijn gehad hebben, nou ik had ook buikpijn in kassieno en ik moes 1 ergens naar een zekere plaats enne dat kon ik niet zoo gauw vinden en toen ben ik heel hard naar huis geloopen, maar toeir. dat zeg ik niet, anders lachen jullie me uit en dat vind ik niet lollig. Maar Heintje zeg datte dat van die sigaar komp die ik 's middags uit de asbak van Pa heb gegapt, daar lag i nog nét een stukje in, en in het marine- gebouw is een dienstbooienvergadering gewees seg mijn moeder. Die doen ook al aan politiek en Heintje zeg as datte wanneer die meissies, ook aan politiek gaan doen, zullie ook in den raad kernen en datte we dan booienvethou- houders krijgen. En d'r is ook een me heer van de krant gewees en toen mo zuster dat las toen begon ze te lachen omdat die meheer in de krant geschre ven heb dat ie met z'n pooten zat te wiebelen, maar dat had ze natuurlijk niet goed geleze want z'n stoelpoote wiebelde. Nou datte is wel fijn as je altijd maar in de krant mag schrijven en overal naar toe mag gaan en toen ik dat tegen m'n vader zei datte ik dat ook wou worre, toen had m'n zuster natuurlijk weer wat te zeggen en zeg ze tegen me datte ik dan maar eerst m'n neus moest afvegen enne bij de gasfa briek is het teerbootje gezonkèn en toen wouwen ze het probeeren naar boven te halen en stonden er twee me- heeren op en die zeien wat en toen deden de mannen het zoo en toen zeien de meheeren weer wat en toen deden ze het net andersom en toen was het weer niet goed want toen het af geloo pen was lag het bootje nog verder on der water. Eu d'r is een meheer van het crisis kommitee en die heb mij gevraag of ikke in deze brieven van me eens aan de menschen wou vragen of ze al tijd veel geld willen geven voor de arme menschen die honger hebben. Nee dat is niet prettig als je honger heb want toen de meester mij een brie- vie voor m'n vader heb meegegeven toen most ikke zonder eten naar bed en toen had ik honger en dat was nikt niet lollig. Maar ik vond het niet mooi van de meester want ik kon er toch nikh aan doen dat die jonge die voor mij in de bank zit zoo schrok en begon te schreeuwen toen ik hem een motje in zijn nek douwde. En het gaat ook weer vriezen en die meheer van de krant zeg asdatte we nu ijs krijgen omdat dat een juffrouw in frankrijk gezeg heb, maar ik heb ook eens ge- leze dat die juffrouw gezegd heb datte er dit jaar geen oorlog zou komen en nu zijn de sjineezen tog nog altijd aan 't vechten en ze willen niet ophouden. En Jaap vindt dat vriezen ook niet pret tik want hij is naar de tandendokter geweest om een kies te laten trekken en nu het ie z'n mond op straat open laten staan en nu het ie d'r erge pijn aan, en as m'n zuster nu naar 'm kijkt dan trekt ze zoo'n gek gezicht en dan moet ik lachen en dan wordt ze altijd kwaad. Nou moet ik naar bed, dan tot de vol gende week maar weer, dan kan ikke weer een heele hoop vertelle, ook van dat kom snert uit* het open raam in kassieno want daar mag ik ook naar toe. WIMPIE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 19