kannewasser
KQHDN'S BOTERHAMWORST [Parizerj
|S ALTIJD GOEDKOOPER
DE DOLENDE 1UWEEIEH.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Buitenlandsch overzicht
OOK DAMES-CONFECTIE
Nr. 7083.
EERSTE BLAD
DINSDAG 23 FEBRUARI 1932
60ste JAARGANG
De Volkenbondsraad en de kwestie Memel - De Fransche
kabinetscrisis opgelost. - De Japansche aanval bij
Sjanghai begonnen.
In Crisistijd is kwaliteit goedkooper.
SPOORSTRAAT 98
TELEFOON 339.
BINNENLAND.
Wij Breien!!! en repareeren alle
ni. Is de minister bereid maatregelen
te treffen teneinde aan de Nederlandsche
visscherjj een gelijke positie te verschaf-
fen als Engeland aan de zijne heeft ge
geven?
Nederlanders naar Indië.
Financieële en economische
berichten.
FEUILLETON
heldersche cot
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65binnen
land f 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70,
f 1.—. Modeblad resp. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.35. Losse nos. 4 ct.fr. p. p. 6 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
AD VERTENTIËN
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction
te st) dubbele prijB. Kleine advértentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
uieau d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewijsno. 4 ct.
De Volkenbond en de kwestie-Memel.
De Noorsche gedelegeerde Kolban heelt
Zaterdagmorgen voor den olkenbonds-
raad het rapport over de Memel-kwestie
uitgebracht. Kolban noemde de zaak zeei
ingewikkeld, omdat de eene partij be
weert dat Böttcher, de voorzitter van het
directorium, ten onrechte afgezet is, tei-
wijl de andere partij bestrijdt, dat de
overeenkomst van Parijs van 18 Mei 1924
het recht uitsluit om den voorzitter in
bepaalde gevallen te kunnen schorsen.
Volgens de opvatting der Litausche re
geering doet zich dat geval hier voor,
omdat Böttcher zich bevoegdheden aan
gematigd heeft die niet hem, maar de
regeering te Kowna toekwamen.
De Raad heeft met voldoening de ver
zekering van Litauen ontvangen, dat de
regeering al haar internationale verplich
tingen zoo zorgvuldig mogelijk zal na
komen. Litauen heeft voorts verklaard
dat de gouverneur een directorium tracht
te vormen in overeenstemming met de
bepalingen van het Memel-Statuut. De
toestand in het gebied is echter abnor
maal en eischt onmiddellijk ingrijpen om
erger te voorkomen. Er moet een direc
torium, dat het vertrouwen van den
Landdag geniet, gevormd worden. De
Raaö wenscht dat dé normale werking
van het Statuut in het gebied van Memel
onmiddellijk hersteld worde, wat niet zal
behoeven te prejudiceeren op de al of
niet rechtmatigheid van Böttcher's af
zetting. Eerst moet het recht van den
gouverneur om het directorium naar
huis te zenden vastgesteld worden, en als
dit recht in beginsel aanwezig wordt ge
acht, moet de Raad in elk geval onder
zoeken of de omstandigheden de uit
oefening van dat recht gedoogden. Om
deze twee vragen op te lossen geeft de
rapporteur den Raad in overweging een
beslissing van het Internationale Hof in
Den Haag uit te lokken. Maar als er geen
overeenstemming daaromtrent te verkrij
gen zou zijn, herinnert spr. dat de mo
gendheden, die het Memel-Verdrag heb
ben onderteekend, het recht hebben deze
vraagstukken volgens artikel 17 van het
Statuut onder elkaar op te lossen.
De kabinetscrisis in Frankrijk is opge
lost. In ons vorig nummer hebben we
nog onder „Laatste Berichten" mee kun
nen deelen, dat Painlevé zijn opdracht
voor de vorming van een kabinet had
neergelegd, omdat hij er niet in had kun
nen slagen een kabinet samen te stellen.
In een communiqué verklaarde hij, dat
hij er bij zijn pogingen vooral naar ge
streefd had, een -wijziging in de leiding
der Fransche Völkenbondsdelegatie te
voorkomen. Tardieu weigerde echter in
de nieuwe regeering zitting te nemen,
als Laval daarin niet werd opgenomen,
terwijl deze slechts bereid was de porte
feuille van buitenlandsche zaken op zich
te nemen, welke aan Paul Boncour was
aangeboden.
Aan persvertegenwoordigers verklaar
de Painlevé, dat hij al het mogelijke ge
daan had om, overeenkomstig de opdracht
van den president der republiek, een re
geering op breede basis te vormen. De
linksche partijen hadden hem hun volle
medewerking toegezegd, doch andere
Painlevé, belast met de vorminq van
een nieuw kabinet.
persoonlijkheden, waarop hij meende te
kunnen rekenen, hadden geweigerd hem
te steunen. Hij zou derhalve slechts in
staat geweest zijn een „strijd-ministerie"
te vormen en dit was naar zijn meening
niet in het belang van het land en in
strijd met de hem verleende opdracht.
Daarom heeft hij besloten deze aan pre
sident Doumer terug te geven.
Tardieu, die na de mislukking van
Painlevé met de opdracht werd belast,
was gelukkiger en is reeds geslaagd in
de samenstelling van een nieuw kabinet,
dat er als volgt uitziet.
Tardieu, premier en buitenlandsche
zaken;
Reynaud, justitie en controle op het
overheidsbeheer;
Mahieu, binuenlandsche zaken;
Flandin, financiën;
Piétri, nationale verdediging;
Mario Roustan, onderwijs;
Chametier de Ribes, pensioenen en be
vrijde gebieden;
Laval, arbeid;
Blaisot, openbare gezondheid;
Guernier, openbare werken, verkeers
middelen en scheepvaart;
Chauveau, landbouw;
Rollin, handel, posterijen en telegrafie;
De Chappedelaine, koloniën.
Heden zal in beide huizen van het par
lement de regeeringsverklaring worden
voQrgelezen en Woensdag is Tardieu
voornemens naar Genève te vertrekken.
voort, op de in September ingeslagen,
waarschijnlijk van te voren nauwkeurig
uitgestippelden, weg voort. De militaire
plannen zijn ontworpen en voorbereid, de
druk op de knop is gegeven en de oor
logsmachine komt in werking, onweer
staanbaar.
Niets heeft mogen baten. Zaterdagmor
gen is de Japansche opmarsch begonnen
tegen de stellingen der Chineezen, die
thans over een 100.000 man zouden be
schikken in de gevechtszone.
De groote strijd om Sjanghai is dus
aangevangen, waarbij de internationale
vestiging natuurlijk groot gevaar loopt
■tusschen de beide strijdende partijen
leelijk in het gedrang te komen, daar het
in de hitte van het gevecht ongetwijfeld
spoedig onmogelijk zal worden te voor
komen, dat het internationale gebied ge
heel ontzien wordt.
Hetgeen aanleiding kan worden tot
nieuwe en gevaarlijke verwikkelingen in
den toch reeds zoo gespannen toestand.
Het verloop van den strijd, die zeer
hevig is, vindt men elders in dit blad.
treinen. Het sneltreinverkeer wordt door
deze maatregelen niet getroffen. Deze
maatregelen treden direct in werking.
VOORSTEL TOT VIJFDAGEN-
WERKWEEK IN AMERIKA.
Als maatregel tegen werk
loosheid.
Bij het Amerikaansche Congres is een
wetsontwerp ingediend, dat den presi
dent machtigt ter bestrijding van de
werkloosheid de vijfdagenwerkweek in
te voeren door ook den Zaterdag tot wet-
telijken rustdag te verklaren.
werd me' algemeene stemmen ee^mSe tot*1 m h* Ultreilien van vergunnin-
aangenomen, waarin het verhouwen werd kaarten tftf8 te?"S toelftin.gs-
uitgesproken, dat de Regeering erin zal te houden vorenstaande rekening
slagen de onderhandelingen over de pun-1
Tardieu, zijn antagonist.
soorten wollen kleeding, kousen en sokken (ook
de allerfijnste). Vraagt onze schoolkousen met
dubbel gebreide knieën. JAAP SNOR, Zuidstr. 19
(Let op den gelen winkel)
P.S. Voor Texel rechtstreeks aan ons zenden.de militaire partij aldaar, onverzettelijk
De strijd om Sjanghai. Met waarlijk
beangstigende zekerheid, schrijft het
„Handelsblad", schrijdt Japan, althans
De politieke dierentuin.
De Volkenbond neemt in het Chineesch-
Japansche conflict voorloopiq een afwach
tende houding aan.
(„Nebelspalter").
DE VERKIEZINGEN IN JAPAN.
600 arrestaties in To-kio.
I11 verband met de voorbereidingen
voor de verkiezingen heeft de Japansche
politie talrijke arrestaties verricht in de
arbeiders-buitenwijken der stad. O.a.
werd de vakvereenigingsleider Iosida ge
arresteerd, die er van wordt beschul
digd communistische propaganda te heb
ben gemaakt. In totaal zijn door de poli
tie 600 personen gearresteerd.
BEPERKING VAN HET
TREINVERKEER IN ZUID-SLAVIË.
Het verkeer op de Zuid-Slavische staats
spoorwegen is in de laatste maanden zoo
sterk verminderd, dat de directie der
spoorwegen ingrijpende maatregelen heeft
moeten nemen. Alleen al in het district
Belgrado zijn 44 personentreinen ge
schrapt. Er komen slechts zeven nieuwe
treinen in de plaats van de 44 vervallen
DE MOEILIJKHEDEN VOOR DE
ZEEVISSCHERIJ.
Het Tweede Kamerlid Kortenhorst
heeft den minister van binnenlandsche
zaken en landbouw de volgende vragen
gesteld:
I. Is het den minister bekend, dat En
geland een invoerrecht van 10 pet. der-
waarde op zeevisch, aangevoerd door
niet-Engelsche schepen van andere na
tionaliteiten meer dan voorheen de Ne-
derlandsche havens, in het bijzonder
IJmuiden, aandoen?
n. Is de minister niet van oordeel, dat
de toch reeds zorgwekkende toestand van
verschillende takken der zeevisschei'ij
hierdoor belangrijk wordt verscherpt?
DE BERLIN-RAMP HERDACHT.
Plechtigheid te 's-Gravenzande.
In tegenwoordigheid van Z.K.H. Prins
Hendrik en vele autoriteiten, heeft Za
terdagmiddag rond het z.g.n. Duitsche
graf op de algemeene begraafplaats de
herdenking plaats gehad de ramp van het
s.s. „Berlin", dat in den vroegen ochtend
van den 21en Februari 1907 tijdens een
vliegenden storm op den Noorderpier te
Hoek van Holland is geslagen en ver
gaan en waarbij 126 menschen zijn om
gekomen. Deze herdenking viel samen
met den jaarlijkschen treurdag welke Zon
dag in Duitschland is gehouden ter her
denking van de, in den wereldoorlog ge
sneuvelden. Er was van Duitsche zijde
enorme belangstelling.
HET VERDRAG
NEDERLAND—BELGIË.
Zaterdag is door de Ned. Maatsch. voor
Nijverheid en Handel te Den Haag een
buitengewone algemeene vergadering ge
houden naar aanleiding van wat den laat-
sten tijd omtrent den stand der onderhan
delingen over een NederlandschBel
gisch verdrag is beweerd. De Voorzitter
der Maatschappij, mr. C. H. Guépin, her
innerde in zijn openingswoord aan een
vroeger hierover gehouden vergadering
en behandelde de verschillende punten in
het ontwerptractaat van 1925, die aanlei
ding waren tot verwerping door de Eer
ste Kamer. Prof. Colenbrander gaf daar
na een staatkundig overzicht van de
kwestie en ir. A. A. Mussert, hoofdinge
nieur van den Prov. Watei'staat in Utrecht-
sprak vervolgens over de Ned.Belgi
sche onderhandelingen en aanzien van
de tusschenwateren en de Linmburgsche
kanalen. Alle redevoeringen waren tegen
prijsgeven van het standpunt der Ned.
ten in geschil met België, voorkomende
in het destijds door de Eerste Kamer ver
worpen tractaa tot een bevredigend einde
te brengen in den zin als door den mi
nister van Buitenlandsche Zaken in het
Memorandum van 7 Mei 1929 in het Wit
boek werd neergelegd, waar gelezen
wordt: dat het oestaan aan België van
dit kanaal voorzien in het verworpen ver
drag van 1925 of van ieder kanaal, dat
dezelfde kenmerken zou vertóonen, aan
politieke onmogelijkheid is.
Strengere toelatingsbepalingen
voor hen, die geen middelen van
bestaan hebben. Met ingang
van 1 Maart a.s.
Aneta-Holland meldt: De aandacht van
belanghebbenden wordt er op gevestigd,
dat de voorloopige toelating van personen
daar te lande met ingang van 1 Maart
1932 een strengere gedragslijn zal wor
den aangenomen dan tot dusverre werd
gevolgd.
Tot dusverre werd aan onder het Toe-
latingsbesluit (Indisch Staatsblad 1916
No. 47, zooals dat sedert is gewijzigd en
aangevuld) vallende personen bepaalde
lijk aan Nederlanders die zonder behoor
lijk middel van bestaan in Ned.-Indië aan
kwamen en aan wie de toelating niet om
een der andere in art, 4 van dat besluit
vermelde redenen aanstonds moest wor
den geweigerd, onder uitreiking van een
voorloopig toelatingsbewijs wel gelegen
heid gegeven om naar een betrekking uit
te zien. Dit geschiedde bepaaldelijk, wan
neer de betrokkenen konden aantoonen,
dat zij tijdelijk zouden kunnen worden
onderhouden door familileden of vrien
den, dan wel in het bezit waren van een
som gelds die hen in staat stelde om
eenige maanden daar te lande te leven.
Met ingang van 1 Maart a.s. zal aan
stonds tot weigering der toelatingskaart
moeten worden overgegaan ten aanzien
van die werkzoekende immigranten, die
niet in het bezit zijn van een schriftelijke
verklaring, hetzij van een bona fiden
werkgever, dat de betrokkene in een vol
doende gesalarieerde betrekking is of zal
worden aangesteld, hetzij van een familie
lid of andere relatie, dat door den steller
der verklaring ten volle in het onderhoud
van den immigrant zal worden voorzien.
Voorloopige toelatingsbewijzen zullen
dan alleen mogen worden afgegeven:
a. indien de werkzoekende immigrant
als boven omschreven, doch geen voldoen
de zekerheid bestaat ten aanzien van de
gegoedheid hetzij van den werkgever,
hetzij van het familielid of de relatie, dan
wel van deugdelijkheid der verklaring;
b. indien de werkzoekende immigrant
wel in het bezit is van een document als
bovenomschreven, terwijl ook geen twij
fel bestaat omtrent de gegoedheid van
den werkgever of de deugdelijkheid der
verklaring, doch belanghebbende slechts
voor korten tijd (niet langer dan zes
maanden) de in die verklaring bedoelde
behoorlijk gesalarieerde werkzaamheden
zal verrichten.
Aan de ontschepingsambtenaren is op-
DE NIEUWE 5 PCT. STAATSLEENING
VAN F 186.000.000.
Blijkens een advertentie in dit blad
stelt de Regeering op 2 Maart a.s. van
9 uur 's morgens tot 4 uur 's middags de
inschrijving open op de 5 pCt. vrijwil
lige geldleening van den Staat der Ne
derlanden tot een bedrag van
186.000.000, waarvan geplaatst:
34.570.100, terwijl de deelneming is
verzekerd tot een bedrag van 35.000.000.
De inschrijving staat open ten kan
tore van de in de advertentie vermelde
Bankinstellingen en den Agent van het
Ministerie van Financiën te Amsterdam.
De schuldbewijzen aan toonder zijn
groot 100, 500 en 1000 en worden
uitgegeven tegen den koers van 100 pCt.
Op de 6 pCt. obligatiën van de leening
1922 A wordt eeri. voorkeursrecht ver
leend.
De aflossing van de nieuwe leening
begint op 1 April 1933 tot ten minste
0.83 ten honderd van de geheele schuld,
vermeerderd met het bedrag der door die
verplichte aflossingen vrijgevallen rente.
De aflossing geschiedt a pari. De schuld
bewijzen worden bij loting in de maand
December ter aflossing aangewezen.
De leening zal in uiterlijk 40 jaren
zijn afgelost.
De aflosbaargestelde obligatiën ver
jaren 30 jaren na den eersten dag waar
op zij aflosbaar zijn.
De formulieren voor de inschrijving
zijn verkrijgbaar vanaf 23 Februari aan
de kantoren van inschrijving.
De inschrijvingen moeten beloopen
dragen van 100 of veelvouden daarvan.
De inschrijvingen waarvoor de 6 pCt.
obligatiën van 1922 A worden gebezigd,
zullen ten volle worden toegewezen.
Bij de tot storting aangeboden obliga
tiën moeten gevoegd worden de bijbehoo-
rende, nog niet vervallen coupons van
September 1932 en volgende, waarvan da
rente over de maand Maart nog wordt
verrekend.
De storting moet geschieden op Vrijdag
1 April 1932 ten kantore waar de in
schrijving is geschied.
Bij elke storting worden voorloopig
recepissen aan toonder uitgereikt, welke
zoo spoedig mogelijk kosteloos zullen
worden ingewisseld.
Een beslagen tong Is
een vrij zeker bewijs van
slechte spijsvertering en
verstopping. Ook voor
kinderen zijn Poster's
Maagpillen, het bekende
laxeermiddel, uitstekend.
f 0.65 fier flacnn.
door
K. R. G. BROWNE.
42)
Dit lesje werd echter niet gelezen,
doordat hij in den tuin van zijn „kost
huis" op zijn hospita stiet. De militante
veldwachtersvrouw stond van af het mid
den van het pad met haar handen in haar
zij, het bed slakropjes te bekijken. Bij
het hooren van voetstappen keerde ze
zich om en keek hem aan met een blik,
die een Viking den schrik in het hart
zou hebben doen slaan.
„Kaik is naor me slaaikroppe!" zei ze
verbitterd. „Kaik toch is an!"
Fanshawe-Smith keek naar de slakrop
jes.
„Ze zien er wat verlept uit, wat?" zei hij
beleefd. „Wat is het geweest... een kud
de schapen?" Onder zijn nonchalant
spreken door, lette hij scherp op zijn ama
zone-hospita, want al was hem de conditie
van de „slaai" eerst ontgaan, nu hij het
slagveld zag, begreep hij onmiddellijk
hoe ze in zoo'n deplorabelen toestand kwa
men. Maar haar gezicht stelde hem vol
komen gerust,
„Ik weit neit, maor 'k zal der wel achter
konune en as ik derachter ben. za'k ze wat
«ars leeren. Ik docht eerst, da de hond
van Tom Rumbelow 't 'edaen had, maor
dat ken een hond alleenig niet doean. En
ik, die zoo fors op me slaai was en kaik
nou eris neit genog om een kip mee
tevreje te stelle en dat noa al 't wark, dat
ik eraon daen heb en terwail me beene
zoa zeer doean, dattik der omtrent neit
op staen kan, laot doar
„Zouden het geen slakken geweest kun
nen zijn?" opperde Fanshawe-Smith met
een deelnemend gezicht. „Ik meen on
langs ergens gelezen te hebben, dat slak
ken in de lente wel-is van de kook gaan
en dan de gekste dingen doen. Mis
schien
„Slakke! As dat slakke daen hebbe, dan
benne 't slakke met broeke an 'eweest.
't Zou main niks verwondere", ging Mrs.
Turtle gewichtig voort, „as die stroopers
der meer van wiste
„S t r 0 0 p e r s?"
„Joa, die stroopers, waor Turtle ach-
teran zit, hun van Joe Balitho, die blai
mag zain, assie zijn duite kraigt, want ik
zeg maor, dat alles geen goud is datter
blinkt. Hai had zoo'n gruwelike hoast,
da'k neit goead begriepe heb, watter was,
moar ze schaine v'nnacht achter Sir John
ze fasante 'ezete te hebben. Neit dat ik
dervan opkaik na de menier, waor ze hier
op te keer 'etrokke hebbe, gister, toe ze
0111 me woaterkruuk kwoame
„Wat! Zijn ze hier om uw..."
„Joa me warmwaoterkruuk. Et wasse
der drie, een dikke ouwe, een klaine jonge
en een vrouwmensch en ze hielde maor
an da'k ze me waoterkruuk most geve of
em verkoope, wa'k neit doean wou om
rede de juffrouw 'em main in aige per
soon. mit der aigeste hangde egewe heb.
Ze wiste neit, wat ze doean moste, toe ik
zai nee, en nee en nee en as je 't main
vraogt hewe ze me slaoi zoo toe'etaokeld
om main te treiteren. As je 't main vraogt
binne ze 'ier gisteraovod neit om 'n goeie
rede 'ekomme, warmwaoterkruuk of geen
warmwaoterkruukAs je main vraogt"
„Maar u wilt me toch niet vertellen
viel Fanshawe-Smith haar in opperste
verbazing in de rede, „dat die drie, die bij
Bolitho logeeren, gisteravond hier zijn ge
weest en geprobeerd hebben u uw warm
waterkruik afhandig te maken?"
„Krek, zoo is 't net! Maor ik hew 't neit
'edaen om rede da'k je bed dermee most
warme en om rede de juffrouw 'em uit
der aigeste hangde
„Maar waarvoor moesten ze dat ding
hebben?"
„Jao..., dat wouen ze main neit zegge,
te minste neit rechtuutEn nou gao'k
er van deur, meneer, wan'k moet de jóf-
frouw der veurkaomer schoonmaoke on-
dertusse dat ze weg is As-u temet nog
wat hewe mot
Haar „kommesaal" stond te kijken, of
hij in trance geraakt was. Maar bij haar
laatste vraag kwam hij met een schok tot
de werkelijkheid terug.
„Wat? O, nee, dank u welIk heb
niets meer noodig".
Mrs. Turtle lachte hem beangstigend-
vriendelijk toe, keerde zich zwaarwichtig
een halven slag om en stevende het pad
af. Fanshawe-Smith bleef haar nakijken
tot ze uit het gezicht verdwenen was. Dan
keerde hij zich 0111 en ging, diep in ge
dachten, het huisje binnen.
Tijdens zijn wandeling door de minia
tuurgang en het beklauteren van de steile
trap bleef hij bezig met deze merkwaar
dige ontdekking. Als hij de menschelijke
grammofoon, die Mrs. Turtle heette, goed
begrepen had, waren Carmeneita en haar
handlangers gisteren bij genoemde Mrs.
Turtle gekomen om een warmwaterkruik
te leenen of te koopen, dit laatste zoo noo
dig, voor een heelen zak vol zilverlingen.
Dus Carmeneita of Mr. Todd of vriend
Carr had een w:armwaterkruik noodig.
Maar waarom waren ze, teneinde dien
wensch te bevredigen, naar Mrs. Turtle
getrokken, terwijl Mr. Bolitho hen natuur
lijk ook aan een dergelijk artikel had kun
nen helpen? Nu herinnerde hij zich ook
dat hij den vorigen avond, bij het naar
bed gaan, een warmwaterkruik aan zijn
voeteneinde ontdekt had en dat hij het
ding er één, twee, drie uitgewipt had,
aangezien zijn circulatie nog niets te wen-
schen lietMaar wat voor aantrekkings
kracht kon dat onnutte meubel voor het
vijandelijke driemanschap hebben? De
heele geschiedenis leek verduiveld veel
op een flauwe, zoutelooze grap.
Terwijl hij zoo zijn hersenen pijnigde
om het verband tusschen Miss Milligan,
warmwaterkruiken en den presidentszetel
van Guayacuador te vinden, had hij de
deur van zijn slaapkamer bereikt. Hij stiet
haar open en ging naar binnen. Het eer
ste wat hij zag was de bewuste warmwater
kruik aan een voeteind-knop van zijn bed,
want door haar onrust, „omdat ze uit
schoonmaken most", plus haar veront
waardiging over haar „slaaikroppe" had
Mrs. Turtle haar huisvrouwelijke plich
ten veronachtzaamd.
Fanshawe-Smith deed de deur achter
zich dicht, kwam een paar passen de
kamer in en bekeek de waterkruik naden
kend. Was dat de sleutel tot het raadsel?
En zoo ja, hoe moest hij dan gebruikt wor
den, om een goede oplossing te krijgen?
Hij lichtte den gummi-zak van den knop
en bekeek dien aan alle kanten, ondanks
zijn nieuwsgierigheid, nonchalant, want
de bewuste kruik was een doodgewoon
exemplaar van haar soort. Maar terwijl
hjj haar om en om draaide, een attentie,
waarvoor de gummi-zak zich gevoelig
toonde door kelig te gorgelen, kreeg hij
opeens een schok van verbazing: zijn be
tastende vingers hadden kleine harde
voorwerpjes gevoeld, voorwerpjes, die
aanvoelden als kiezelsteentjes of
„Alle goden!" zei Fanshawe-Smith. Hij
draaide zich om, sprong op zijn wasch-
tafel toe, schroefde den stop haastig los
en hield de kruik omgekeerd boven de
kom. Het water gudste er uit en ging,
eerst decrescendo klokkend en daarna
tevreden nadruppelend, in de kom over.
Hij schudde de kruik aanmoedigend en
deze toonde haar dankbaarheid door een
kleine diamant te laten vallen. Met een
kreet van triomf knipte hij zijn zakmes
open en slachtte de kruik door haar van
onder tot boven door te snijden. Het vol
gend oogenblik lag de gummizak afge
dankt op den grond en stond hij met on-
geloovige oogen te kijken naar een hoopje
smaragden en brillanten in de holte van
zijn hand, die daar lagen te schitteren,
alsof ze hem over zijn pienterheid een
complimentje maken wilden.
„Alle goden!" zei Fanshawe-Smith.
Op dat psychologische moment werd de
deur opengegooid en kwam Miss Carmen
eita Milligan de kamer binnenwandelen.
HOOFDSTUK XV.
Een „mixed single".
\V anneer de noodzaak tot snel en gecon
centreerd denken zich voordoet, is het
menschdom, naar zijn reactie in drie groe
pen te verdeelen. De eene volgt het voor
beeld van een bekend staatsman en sluit
zich op in een kamer die lucht-dicht, ge-
luids-dicht en vrienden-dicht is. Nummer
twee gaat, wat de keuze van denk-retraite
betreft, van het idee uit, dat je het beste
op plaatsen, waar het een daverend kabaal
is, zooals bijvoorbeeld in een „ondergrond-
sche" of een ketelfabriek, kunt denken.
En de derde groep is de meening toege
daan en handelt dienovereenkomstig, dat
niets het denkvermogen zóó prikkelt als
lichaamsbeweging.
Miss Carmeneita Milligan behoorde tot
de laatste categorie. Volgens haar, kon je
het beste denken, als je je hoed opzette,
je mantel aantrok en ergens, buiten, flink
den pas erin zette. En toen ze, geen tien
minuten vóór de lange arm der Wet haar
beide helpers inrekende, deze theorie in
praetijk bracht, liep en dacht ze zoo hard,
dat de anderhalve rustiekeling, die zich
op haar weg bevond, bij haar nadering
eerbiedig uitweek, niet minder geïmpo
neerd door haar vaart dan door de zeer
vastberaden uitdrukking van haar ge
zicht.