s
Moderne sprookjes.
Zij die een man tot wanhoop
brengen.
Is onze woning vochtig?
Afwijking van de voet.
Kostbare voeten.
Handtasschen.
Het menu van de week.
^VpowënHMC HUIS
Wij weten niet, hoe vol van wonderen
de wereld om ons heen is; slechts de
kinderen weten dat en de dichters. Bij
ons leeft echter nog het verlangen om
sprookjesland. Dat is echter slechts
den weg terug te vinden naar het
weinigen gegeven en daarom zijn
sprookjes, die in dezen tijd geschreven
worden, zeldzaam en de werkelijk mooie
sprookjes daaronder zijn al bijzonder
zeldzaam. Andersen was de eenige
groote sprookjesdichter van de vorige
eeuw en thans hebben wü Selma Lager-
löf met haar „Niels Holgerson's reis".
Deze enkelingen hebben het wonder
kunnen zien in het leven van allen dag.
Hun sprookjes kenmerken zich door
dat vrije spel der fantasie in vereeni-
ging met de werkelijkheid, waardoor de
echte sprookjessfeer wordt verkregen,
n.1. den indruk, dat al dat wondere ook
in werkelijkheid beleefd zou kunnen
worden. Een sprookje is geen droom,
geen fantasie; het moet in nauw con
tact staan met de werkelijkheid. Zonder
dat is het geen sprookje. In 'n sprookje
komt het er niet op aan, dat de gebeur
tenissen zoo fantastisch mogelijk zijn,
maar dat de grenzen, die bestaan in
onze natuurlijke verhouding tot de din
gen om ons heen, worden uitgewischt.
Daardoor alleen kunnen dingen natuur
lijk schijnen, die wij geleerd hebben,
als niet natuurlijk te beschouwen; spre
kende dieren, gedaanteverwisselingen,
het bewegen en spreken van levenlooze
voorwerpen, de opheffing der natuur
wetten. De heksen en toovenaars, de
goede en booze feeën der oude sprook
jes waren iets natuurlijks, omdat de
menschen van dien tijd vast aan hun
bestaan geloofden. Daardoor hadden de
dichters dier oude sprookjes een vrij
heid van beweging, die bij een strikt
modern sprookje verdwijnt, doch de
taak van den sprookjesdichter blijft
dezelfde: hij moet waarschijnlijk, neen,
tot werkelijkheid maken, wat buiten
het bereik van onze zintuigen valt. le
ven geven aan het levenlooze, de gren
zen uitwisschen tusschen onze wereld
en de sprookjeswereld.
Eenvoudig door niets te doen.
«Zij is een van die vrouwen, die een
man tot wanhoop kunnen brengen",
vertelde mij in den loop van het ge
sprek eens een onschuldige vrijgezel.
„Ja", sprak ik begrijpend, „ik ken
dat type". Hif knikte en vervolgde, „ze
is zoo ondoorgrondelijk, zoo., zoo.,
temperamentvol., haar oogen hier
hapte hij naar adem en een fi
guur. 55. In stilte nam ik mijn vorige
opmerking terug. De vrouw waar ik op
doelde was anders, doch ik twijfelde
niet of ze zou een man minstens even
wanhopig kunnen maken als de verlei
delijke sirene waar mijn ongerepte
vriend het zoo juist over had, en wat
meer zegt, ze zou het kunnen zonder de
minste hulpmiddelen. Ook behoefde zij
niet te wachten tot de schemerlamp van
haar blonde lokken een gouden mys
terie maakte of het maanlicht haar om-
tooverde in een sprookjesprinses.
Evenmin is er een zachte keelstem
la Garbo noodig. De methoden mijner
sirene, welke haar zijn aangeboren, zijn
veel eenvoudiger. Zij moet, om té be
ginnen, gehuwd zijn. Dit is noodzake
lijk, ofschoon het niet onwaarschijnlijk
is. dat zij die vreemde macht reeds be
zat als jonge maagd. Er is echter een
«chtgenoot noodig, welke de rol moet
vervullen van „de man die tot wanhoop
vordt gebracht Onlangs kwam ik een
iergelijk slachtoffer tegen; hü naderde
nü met groote schreden; op zijn gelaat
jtond de diepste verslagenheid te le-
■en. „Herinner jii je Jansen", vroeg hij
«e heesch, „de beste speler uit onze
dub?" „Natuurlijk", verzekerde ik
hem. „Nu, het was mijn
grootste verlangen, hem,
eenmaal althans, te kun-
hen verslaan; vandaag is
dit mij nu eindelijk gelukt.
Ik vertelde het aan mijn
vrouw.
„Waarschijnlijk geloofde
zij het niet", opperde ik,
medelijden hebbende met
zijn verslagenheid. De arme kerel knar-
I setandde. „Ze keek mü geboeid aan, als
zag zij het tafreel voor zich, toen merkte
ze nuchter op: „we moesten morgen,
dunkt mij, maar visch eten als de werk
ster komt." „Visch! Ze had niet eens
gehoord, dat ik tegen haar sprak." Ik
kan u verzekeren.' dat zijn wanhoop
even echt was als hadden de blauwe
oogen eener aangebedene een andere
richting uitgezien, inplaats van de
zijne. Het voorgevallene deed mii den
ken aan een geschiedenis, welke ik
eenmaal las. Het betreft een natuur
onderzoeker, die met zijn vriend de wil
dernis intrekt op zoek naar een spora
disch voorkomende vlinder. Eindelijk,
na vele weken van onvermoeid zoeken,
gedurende welke zii met ongeloofeliike
moeilijkheden te kampen hebben, be
reiken zij hun doel doch op den te
rugweg sterft de vriend, die# de ver
moeienissen niet heeft kunnen door
staan.
Alleen keert hü terug, in het bezit
van de kostbare vlinder, voorzichtig
verpakt in vele omhulselen; thuisgeko
men vindt zijn vrouw het vuil uitziende
pakje en denkende, dat het slechts
rommel is, gooit ze het weg. Haar man
ontdekt, wat er gebeurd is, doch zegt
niets, uit vrees te veel te zullen zeggen.
Een paar avonden later echter, als zij
samen bij het vuur zitten, vertelt hij
haar de heele toedracht, de moeilijk
heden, welke zii hadden te overwinnen,
de gevaren, waaraan zij blootstonden en
tenslotte verhaalt hü haar den treuri-
gen dood van zijn vriend, en hoe door
haar onnadenkendheid deze opoffering
voor niets is geweest. Geheel verdiept
in zün verhaal, houdt hij eindelijk op
met spreken en ziet zijn vrouw aan, die
al dien tijd heeft gezwegen. Dan ziet
hü dat ze slaapt.... De geschiedenis
draagt tot titel: „Vermoorde Kressler
zijn vrouw?"
Karen Kjeld Nielsen.
Om vast te stellen of ©en woning
vochtig is, gaat men zeer eenvoudig te
werk.
Men koopt een zekere hoeveelheid,
liefst versch, gebrande kalk, weegt deze
nauwkeurig af, b.v. 5 ons, en plaatst
dit in een schaaltje in de kamer, waar
van de deuren en vensters goed geslo
ten moeten zijn en laat dit gedurende
24 uren staan.
Nadien weegt men de kalk weder en
constateert men een gewichtstoename
van 100 dan is dit een bewijs, dat
de woning als zijnde schadelijk voor de
gezondheid, niet te verkiezen is.
Een New-Yorksch professor heeft
de gang van 20.000 vrouwen bestu
deerd en is daarna tot de conclusie ge
komen, dat slechts iets meer dan de
helft der vrouwen een normale gang
heeft. 41 zetten haar voeten naar
buiten, terwijl 5 hun voeten naar
binnen zetten. De professor meent het
toenemen der voetgebreken te moeten
toeschrijven aan hét overmatig dansen.
Een dame in de Noord-Amerikaan-
sche schoenmetropool Lynn, Miss Mac
Moran, heeft haar voeten voor 40.000
dollar verzekerd tegen elke verwon
ding, die den vorm van haar voeten
tijdelijk of levenslang zou beïnvloeden.
Men zal deze hooge waarde van Miss
Moran's voeten bégrüpen, als men
weet, da. zii in dienst is bü de Lynner
schoenfabrieken en haar voet als mo
del dienst doet voor de te maken
schoenec
Hoevele jaren zegeviert de handtasch
in al zyn variaties nu al niet. Zeer,
zeer velen Uwer zullen zich zeker niet
meer herinneren hoe vroeger inplaats
hiervan de japon op zqde of van ach
teren in het split een zak had; waar
allerlei „nuttige" zaken als portemon-
naie, zakdoeken, sleutels, enz., enz. in
geborgen werden, ja nog vroeger werd
de losse zak, die om het middel gebon
den werd gedragen, gebruikt, die even
wel minder safe was, daar het meer
malen gebeurde, dat zoo'n band sleet
en men de zak verloor.
Eerst slechts zeer eenvoudig van
vorm, later meer gecompliceerd met
meerdere vakken en zakjes, werden
deze tasschen van eenvoudig en solide
leer gemaakt, totdat de vindingryke
fabrikanten ook deze tasschen gingen
vervaardigen van allerlei materiaal, tot
het fünste en meest luxieuse toe.
Zelfs werden bü speciale japonnen
en mantels büpassende tasschen ge
maakt, terwül voor avondkleeding de
meest kostbare taschjes worden ge
bruikt.
Zwart züden taschjes worden
's avonds altü'd nog veel gedragen.
Soms met een bovenkant met kleine
stalen kraaltjes bewerkt, maar ook
ziet men ze met een* klein zilveren
monogram.
Zondag:
Vermicellisoep.
Kalfsoester met doperwten, aardappelen.
Chocolade crème.
Maandag:
Haché, bieten, aardappelen.
Appel schotel.
Dinsdag:
RoHade, gedroogde appeltjes en
aardappelen.
RÜst met boter en suiker.
Woensdag:
Koud vleesch.
Groene kool, aardappelen.
Broodschotel met krenten en rozijnen.
Donderdag:
Gebakken spek.
Bruine boonen en aardappelen.
Beschuit met bessensapsaus.
Vrijdag I:
Bruine boonensoep.
Gebakken bokkingj
Bieten, sla, pommes frites.
Vrijdag II:
Bruine boonensoep.
Ommelet met kaas.
Worteltjes, aardappelen, peterseliesaus.
Zaterdag:
Boerenkool met worst.
Vla met abrikozen.
Chocolade creme.
L. melk, 6 reepen chocolade, 3
eieren, 75 gram suiker, 3 bladen gela
tine.
De chocola de ree pen worden in stuk
jes gebroken en in een steelpannetje,
b.v. met een beetje van de melk in een
grooten pan met kokend water gezet
om te smelten, daarna wordt de overige
melk er bü gevoegd.
De dooiers worden mot de suiker ge
klopt; de chocolademelk wordt er bü
scheutjes tegelijk hü geschonken en de
geheele massa au bain marie of anders
op een asbest plaatje of een kleine pit
nog even doorgekookt, waarna de pan
van het vuur gaat, de geweekte en
goed uitgeknepen gelatine en het laat
ste het stijfgeklopte eiwit worden toe
gevoegd, waarna de crème in kleine
glazen schaaltjes gedaan en daarin
koud opgedaan wordt.
We presenteeren deze chocolade
crème met zachte biscuits, b.v. bonnes
mères.
Brootschotel met kruiden en rozijnen.
12 sneedjes brood zonder korst, dus
ongeveer 1 klein oud1 broodje, 50 gram I
krenten), 50 gram rozijnen, 2 eieren, j
75 gram suiker, 75 gram boter, een j
theelepel kameel en 2 dL. melk.
Het broodje wordt van de korsten
ontdaan en in 12 sneedjes gesneden, die
met boter worden besmeerd en in reep
jes worden verdeeld. Een vuurvast
schoteltje wordt met boter vet gemaakt
en met paneermeel bestrooid, daarna
worden de reepjes brood er schuin over
elkander ingelegd en de ruimte aange
vuld met de krenten en rozijnen; melk,
eieren, suiker en kaneel kloppen wij
flink met elkander en gieten de vloei
stof over het brood heen, waarna er
nog wat paneermeel en kleine stukjes
boter op het brood komen en het scho
teltje ongeveer een half uur of drie
kwartier in den oven gaat.
Beschuit met bessensap.
10 groote beschuiten, Vi fleschje bes
sensap, en evenveel water, 150 gram
suiker, stukje pijpkaneel, 35 gram
maizena en boter.
De beschuiten worden in boter in de
koekepan aan weerszijden lichtbruin
gebakken en op een schaal gelegd. Van
de bessensap maken wij saus door de
sap met een zelfde heoveelheid water
op te zetten en het stukje kaneel, alles
zachtjes aan de kook te brengen, suiker
bijvoegen, ten slotte de aangemaakte
maizena. De saus nog even laten door
koken en over de gebakken beschuiten
hrengieten.
Kabeljauwstaart met fijne krulden.
1 middelmatig groote kabeljauw-
staart, Vi L. water, 150 gram boter, 40
gram bloem, 2 lepels zeer fijn gehakte
kruiden, peterselie, kervel, selderü,
dragon, Maggi aroma.
Voor de bereiding snijden wü de
graat uit de visch, wasschen hem, geven
daarna op afstanden kerven en zouten
hem.
In een vuurvasten schotel, liefst
langwerpig, komt de visch met de helft
van de boter en het water, die wü (met
een deksel of gesloten) in den oven
plaatsen en gaar laten worden, hetgeen
ongeveer 20 of 25 minuten duurt; af en
toe met het vocht bedruipen.
De boter en bloem worden tezamen
vermengd, terwijl het vocht van do
visch voorzichtig wordt afgeschonken
en bij de bloem en boter komt en de
saus door moet koken, totdat ze mooi
gebonden is. De pan komt van het vuur
en de gehakte kruiden worden door de
saus geroerd evenals een paar druppels
Maggi aroma. De visch komt op een
verwarmde schotel en de saus wordt er
overheen gegoten, zóó, dat de visch er
geheel me© bedekt is.
Versch gekookte of gesmoorde aard
appelen en gekookte bietjes of wortel
tjes worden er bü opgediend.
Koude visch pastel.
500 gram koude ontgraatte visch, b.v.
schelvisch, 50 gram boter, 4 eieren, 2
uitjes, 2 afgetrokken eetlepels zeer fün
gehakte peterselie, peper mi noot
muskaat, zout, Maggi aroma.
Hak of maal de ontgraatte visch fijn
en vermeng ze met één zeer fijn gehakt
uitje, gesmolten boter, peper, noot, zout
en twee der eieren en de Maggi aroma,
maar zoo dat alle ingrediënten goed
dooreen gekneed zijn. Een vuurvaste
schotel wordt met boter ingewreven,
met paneermeel bestrooid en op den
bodem leggen wij nu eerst zeer dunne
plakjes in, daarna komt het vischmeng-
sel er op en tenslotte de overgebleven
eieren, die met peper en zout geklopt
zün. De schotel wordt nu in don oven
flink doorgebakken, gedurende onge
veer uur, daarna wordt de schotel
voorzichtig omgekeerd en laten wij de
pastei er op glijden, die koud moet
worden en aan punten gesneden opge
diend wordt
Panvisch.
350 gram overgebleven visch, 300
gram gekookte rijst (100 gram rauw)
1 K.G. koude aardappelen, 100 gram
boter, 2 dL. water, waarin de visch ge
kookt werd, lYi theelepel Maggi aroma,
2 groote uien.
De van graten en vellen ontdane
visch hakken wü fijn, en vermengen
deze met de gemalen aardappelen; de
rijst, de in een deel van de boter licht
bruin gebakken uien, peper, zout,
Maggi aroma en zooveel vischwater
(pl.m. 2 kleine kopjes) als noodig is om
een niet te droog geheel te krijgen. We
u.