88 ct. DE DOLENDE MELEN. SNELDIENST Balatum N.V. STOOMWASSCHERIJ „DEN HELDER" LANGS EN OP DEN STRAATWEG NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Buitenlandsch overzicht S. Coltofg Kanaalweg Nr. 7085. EERSTE BLAD ZATERDAG 27 FEBRUARI 1932 Practisch werk ter ontwapeningsconferentie. - De Rus sische ontwerp resolutie voor algemeene-volstrekte ontwapening. - Brür.ing aan het woord in den Duitschen Rijksdag. - Nieuwe activiteit van Japan in Mantsjoerije. BUS ALKMAAR—DEN HELDER 8.45 en 17.45 DAGELIJ K S Wacht met koopen van Uw Vloerbedekking! De prijs der nieuwe dessins is Indrukken van een trekvogel, tusschen Hamburg en 8erlijn. v. WILHELMINASTRAAT 63 TEL. 524 67 AFLEVERING BINNEN ENKELE DAGEN FEUILLETON CÏOURA PIT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnen land f 2.—, Nederl. Oost en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70, f 1.—. Modeblad resp. f 0.95,11.25, f 1.25, f 1.35. Losse nos. 4 ct.fr. p. p. 6 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Ja. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. AD VERTENTIÊN 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewijsno. 4ct. De ontwapeningsconferentie is tot prac- tlsche arbeid gekomen, na de verschillen de redevoeringen in de algemeene verga dering, die toch uitsluitend theoretische beschouwingen waren, op zichzelf wel in teressant misschien, doch van absoluut geen practische waarde. Nu komt echter' de practische toetsing der voorstellen. Dat dit een belangrijk moment was, schrijft de „Nw. Rott. Crt.", blijkt reeds uit het feit, dat Tardieu en Sir John Simon er voor naar Genève zijn gekomen. In derdaad was de vergadering van Woens dag van groote principieele beteekenis voor de conferentie. Zij had heel goed aan leiding kunnen geven tot ernstige con flicten. Het ging er om of het ontwerp-conven- tie van de commissie-Loudon tot grond slag zou worden genomen van de bespre kingen in de commissie. Het eenige diepgaande verschil, dat aan den dag kwam, was dat Tardieu het ont werp wel duidelijk als uiterste grenzen van ontwapening beschouwd wilde zien, 'terwijl vele anderen, waaronder ook Ame rika en Italië, de meening uitspraken, dat het ontwerp lang niet ver genoeg ging. Die verdeeldheid kennen wij echter. Hoofdzaak is, dat men door algemeene Inschikkelijkheid al vast niet in het begin ls blijven steken. Het Russische voorstel voor volstrekte ontwapening. In de algemeene, poli tieke commissie van de ontwapeningscon ferentie heeft de Russische volkscommis saris Donderdagmorgen de ontwerp-re- solutie voor een algemeene volstrekte ont wapening toegelicht. Deze ontwerp-resolutie houdt in, dat de conferentie voor alle staten en alle vol ken door vermindering van nieuwe oor logskansen een werkelijke veiligheid wil scheppen. Zij is overtuigd, dat reeds het bestaan der bewapeningen en het streven om deze steeds te doen toenemen, onver mijdelijk tot gewapende, internationale conflicten zal leiden. Alle op de conferentie vertegenwoordig de staten hebben afstand gedaan van -den oorlog als werktuig van hun nationale politiek. Het eenige krachtige middel tot organiseering van den vrede en tot het verschaffen van veiligheid tegen den oor log is de algemeene, volstrekte en spoedi ge afschaffing van alle bewapende krach ten, volgens het beginsel van rechtsgelijk heid voor allen. In zijn toelichting wees Litwinof in het bijzonder op het verband tusschen oecono- mischen oorlog en militairen oorlog. Het oorlogsgevaar is thans denkbaar en actu eel geworden. Hij stipte voorts aan dat men weer in grooten omvang wapens is gaan leveren op hetzelfde oogenblik, dat de deelnemers aan deze conferentie in ernstige woorden t^et bloedvergieten in Oost-Azië hebben gewraakt. De vertegenwoordigers van Perzië en Turkije verklaarden vervolgens he Rus sische voorstel met zekere beperking te aanvaarden. Radolny, de leider van de Vertrek HAVENHOOFD zit. De Duitsche consul te Sjanghai heeft ln overleg met de regeering alle maat regelen genomen om tot een spoedige ontruiming door Duitsche burgers, vooral vrouwen en kinderen, te kunnen over gaan. De Litausche minister van buitenlandsche zaken als wapenridder. Met een gratis brandverzekering van lOOO gulden voor iedere kamer Duitsche delegatie, betoogde dat Duitsch land, wanneer de geheele wereld het er over eens is te ontwapenen, wel de laatste staat zou zijn, welke zich daartegen zou verzetten. Het is te hopen dat eenige be ginselen van Litwinof door de ontwape ningsconferentie verwezenlijkt kunnen worden. Intusschen heeft de centrale com missie van de ontwapeningsconferentie Donderdagmiddag-tre~ï»»l??isehe ontwerp resolutie voor algemeene, volstrekte ont wapening met alle stemmen, tegeiiN^if van Rusland en Turkije, verworpen. Vele delegaties, waaronder de Duitsche, heb ben zich van stemming onthouden. Briining aan het woord in den Duit schen Rijksdag. Het is er in den Duit schen Rijksdag deze week warm toege gaan, zooals men ook uit ons overzicht in ons vorig nummer heeft kunnen lezen. Ook na Goebbels rede, die een storm van verontwaardiging heeft ontketend is er nog rumoer geweest. De groote dag van de politieke discussie was Donderdag, toen de rijkskanselier, dr. Brüning aan het woord kwam. Dr. Brüning heeft zich niet slechts ver dedigd tegen de aanvallen van de oppo sitie, doch ook van de gelegenheid ge bruik gemaakt om een uiteenzetting te geven van den geheelen politieken toe stand en daarbij vooral de buitenland sche politieke kwesties aangeroerd. Wij ontleenen daaraan het volgende: „In de buitenlandsche politieke atmos feer heerscht een spanning als tijdens den oorlog," begon spr. met nadruk, „en is een oeconomische oorlog van allen tegen allen ontstaan, alsmede een ver wikkeling in het Verre Oosten die ieder staatsman met de ernstigste bezorgdheid gadeslaat. In zulk een tijd kan alleen een helder hoofd en een onbevangen gemoed over den werkelijken toestand oordeelen. Ik zal de critiek der rechtsche sprekers beant woorden, maar vooraf wil ik één ding duidelijk zeggen: ik zal er nooit voor te vinden zijn, de buitenlandsche politiek te richten naar de agitatie-behoeften mijner tegenstanders in het binnenland, waar door m.i. de levensbelangen van het Duitsche volk slechts ernstig nadeel zul len kunnen lijden. Dit beginsel, dat in het buitenland reeds lang begrepen is, moet ik hier nog eens herhalen. Op den voorgrond staat op dit oogen blik de Oost-Aziatische kwestie. Duitsch- land onderhoudt vriendschappelijke be trekkingen zoowel met China als Japan, de Duitsche handel lijdt ernstige schade, de moreele kracht en positie van den Volkenbond, waarin Duitschland een raadszetel bezit, komen in gevaar, redenen te over dus om alle krachten in te span nen voor een vredelievende beslechting in dit ernstig geschil dat tot verdere com plicaties kan leiden. In samenwerking met de Amerikaan- sche en Engelsche regeeringen heeft Duitschland zich bij ale pogingen van die zijde ondernomen,, aangesloten en dat het geen afzonderlijke stappen heeft ge daan, komt, doordat Duitschland geen exterritoriale rechten in China meer be- Een krachtiger actie van China en Mantsjoerije? Over den stijd bij Sjanghai vindt men elders tal van droeve bizon- derheden. Reeds vielen honderden doo- den te betreuren en moesten duizenden menschen vluchten, tal van gebouwen werden vernield en gingen in vlammen op en alle ellende van den oorlog heeft zich «ver het oorlogsterrein uitgestrekt. Een einde van den oorlog of een oplos sing van het conflict is nog niet te ziery integendeel wijst alles er op, dat men zich voorbereidt voor een langdurigen strijd, die alle mogelijke gevolgen, ook voor Europa kan hebben. Ook in Mantsjoerije blijken de Japan- sche troepen weer actiever te worden. Het Hbl. schrijft daar o.m. over: Er is geen sprake van een strafexpe ditie tegen de Chineesche troepen van generaal Ting, die op verschillende plaatsen langs den Oostelijken sector van den Chineeschen Oosterspoorweg aan 't plunderen zouden zijn geslagen en het leven en de eigendommen der Japan ners en Koreanen ernstig in gevaar bren gen. Welk bericht in zijn inkleeding her innert aan de bekende Japansche mede- deeling over het optreden van „bandie ten" in bepaalde zones, waar dan onmid dellijk Japansche troepen heen moesten om de orde te herstellen. En natuurlijk te blijven. In hoeverre men hier te doen heeft met een herhaling van deze ma noeuvres, zal wel blijken. (door een eigen correspondent). De lersche partijleider De Valera, wiens partij bij de onlangs gehouden verkie zingen de meeste zetels verwierf. Het vijfde en laatste artikel van onze serie van Karei Ey, die in onze opdracht temidden van het heir der bedelaars en werk- loozen in het verarmde Duitsch land voorttrekt Gemengd gezelschap. Op dezen avond hadden hier ongeveer acht vreemde wandelaars, trekvogels als ik, en een landarbeidersfamilie met vier kinderen op weg naar Silezië, waar zij thuishoorden, kwartier gevonden. Het rook er weliswaar niet naar rozen of lelietjes van dalen, maar het maakte toch den indruk van een feestelijke familie bijeenkomst. Ook geld scheen hier en daar nog te rollen, want meerdere malen kwam de dikke herbergier om den hoek kijken om de een of andere bestelling in ontvangst te nemen. Biertjes en borrel tjes vonden een gretigen aftrek. Het had iets romantisch over zich, soms geleek het wel een scène uit het een of andere rooverdrama, hoewel elke gast wèl zoo tuj ware geweesu, waiineèi bii^en onder komen in de een of andere nette hêJ-HS had gevonden, waar een bed en een kamer was, inplaats van de eigengemaak te legersteden hier. De boerenvrouw schonk haar kinderen in een tinnen kroes zelfgemaakte koffie en met de dampende s '.i beker in de hand zaten deze kleine men- sche'nkinderen vergenoegd vanonder hun deken uit te kijken: voor hèn was de wereld nog niet zoo zwart en ellendig. Een koopman ging vergenoegd lachend zijn voorraad nazien: spelden, veters, naalden, garen, band, kraagjes, knoopen, enz. Drie mannen waren in hun skatspel verdiept, waarbij zij een halve liter licht bier lieten rond gaan en om de beurt een slok namen. Een man van ongeveer 30 jaar met een spits, gegroefd geleerden- gezicht, wiesch zijn beide sokken uit, om daarna gewapend met een Fransche cou rant rust te zoeken op zijn stroozak. Hij was huisleeraar geweest, had zijn be trekking verloren, maar hij had het land en de landwegen leeren liefhebbennu ging hij de bezittingen langs en stemde piano's. In zijn voortrekkersboek stond achter zijn naam „Dr. Phil.", waarvoor niemand van ons hem echter ook maar een cent had willen geven. Twee jonge kerels kochten zich bij een beroepsbedelaar die het geluk had ge had in een bruiloft terecht te komen voor een mark een aantal lekkere hap- ■1 JSx^ganzeboutjes en geweldige stukken JVS, S" oudbakken taarit Het licht bleef den geheeiert* nac branden, maar tegen 2 uur 's morgen^ lagen er 14 hoofden op de strookussens en droomden hun droomen „Een zeeman mag niet loopen!' Het was een heerlijke, zonnige mor gen, toen wij weer op weg gingen. Wij bleven nu nog maar met zijn tweeën over, want Willy, de Berlijner, wilde in de ge zellige herberg nog enkele dagen blij ven vertoeven. Vroolijk trokken wij verder. Het stadje, waar Sankata zijn „voorstellingen" had gehouden, lag reeds 2 uur achter ons. Er hing een zuivere gezonde lucht en na vier uur loopen bespeurde ik dan ook nog niet de minste vermoeienis. Klaas daarentegen keek verlangend uit naar een auto, die in de richting van Berlijn reed, maar niemand lette op zijn wen ken. „De volgende kar houd' ik aan!" gromde hij tenslotte. En toen er in de verte een auto aankwam, ging hij midden op den landweg staan en zong (of beter l gilde): „Wohl het mi dat Leben mienen Wunsch gestillt, Hett mi alles gegeben, wat mien Hart erfüllt Het knarsen van een rem, een woeden de snauw en een nijdig getoeter was het gevolg. De auto hield stil, maar niet om Klaas op te nemen, maar em even spoe dig weer door te rijden, zoodat Klaas uit angst voor overrijden snel terzijd j moest springen. En dat deed hij, zonder zijn „gezang" te onderbreken. De auto zeil was klein en groen. En de man aan het stuur, die zich scheldend omdraaide, had op de wang een groot, rood lidteeken... Muziek doet den mensch goed Voor de volgende herberg hield de auto stil e.. Klaas was niet te weerhouden om naar binnen te gaan en een halve liter- te drinken om den automobilist eens wat nader te bekijken. De man uit de auto zat met de frissche, blonde kellnerin aan een tafeltje en dronk met haar een glas wijn. Toen wij binnentraden en het meisje opstond om onze bestelling te vernemen, keek hij ver stoord naar ons op. „Hier is niets te be ginnen", fluisterde Klaas mij toe, „de kerel schijnt hier in een goed blaadje te staan. Nu, mij goed! Hij kan tenslotte in zijn auto meenemen, wie hij wil, wat jij?" Hij dronk een glas bier en zette zijn vreeselijk zangnummer voort. „Wo die Möwen kriechen, grell im Stormgebruus, Do ist miene Heimat, do bin ick to Huus totdat de man met het lidteeken, bevend van kwaadheid opsprong en bruid. „Dui vels! Kerel, houdt op met dat afschuwe lijke geblaat. Men kan zijn eigen woorden niet verstaan!" Terwijl Klaas beleedigd zweeg en mij toeriep: „Het was toch zoo'n fijn lied!" zeide de man met het lidteeken geërgerd tot de kellnerin, die Klaas met goedige, medelijdende blikken aankeek: „Dit el lendige geblèr, dat wil je maar niet uit het hoofd!" En hij had gelijk, de man met de kleine, groene aut< Maar ook Klaas zou gelijk hebben, toen hij schamper beweerde, dat muziek toch zoo mooi was, maar dat je altijd menschen hebt, die er niets van begrijpen. Zwakte van de organen in den rug bedreigt zoowei mannen als vrouwen, vooral in der» middelbaren leeftijd en .daarna. De verschijn selen zijn gemakkelijk te onderkomen. Als uw rug, ledematen en spieren pijnlijk zijn; als gij u prikkelbaar, vermoeid en ze nuwachtig voelt; als gij last hebt van urine- stoornissen, waterzuchtige zwellingen, hoofd pijn of aanvallen van duizeligheid, gebruik dan onmiddellijk Foster's Rugpijn Pillen. Want als tengevolge van verzwakking det organen in den rug, urinezuur en andere scha delijke onzuiverheden zich in het bloed meer en meer ophoopen door verwaarloozing der eerste waarschuwende verschijnselen, wordt herstel moeilijker. Er bestaat gevaar voor rheu- mathiek, ischias, spit, waterzucht en blaas- zwakte. Foster's Rugpijn Pillen zijn een speciaal middel, dat rechtstreeks op de bedoelde or ganen werkt en geen nevenwerking heeft op. de ingewanden. Bij alle drogisten a 1.7! per flacon. door K. R. G. BROWNE. 44) Aldus Mr. Bolitho, een Mr. Bolitho die manmoedig kampte om een nieuwsgierig heid, zoo acuut en hevig, dat het bijna een physieke pijn was, er onder te houden. Het was dan ook een rare geschiedenis, vond Mr. Bolitho, en hij zou er heel wat voor over gehad hebben, om het in alle details met een critisch-gestemd iemand te heb ben kunnen bespreken. Maar Miss Milli- gan was blijkbaar van een andere opinie, want nadat ze hem wel een minuut lang zóó strak had staan aankijken, dat hij er van begon te blozen, knikte ze en zei, kortaf: „Zoo! Hm! Dank u wel, Mr. Bo litho", en wandelde weg. Waarna Mr. Bo litho maar eens zuchtte, zich omkeerde en, mediteerend over de eigenaardigheden van liet stadsvolk, met zijn werk voortging. Carmencita stapte regelrecht op het huisje van de familie Turtle af. Haar tred was fier en haar donkere oogen fonkelden strijdlustig, want Mr. Bolitho's verklaring had haar verteld, waar de sleutel tot de puzzle te vinden was. Ze deed het hekje open en wandelde met het vastbesloten air van een wyk-bezoekster, die by een bibberenden huurder komt weldoen, het pad op. Of het echter haar doel was om wel te doen, stond te bezien. De deur van het huisje stond open, maar zelfs op haar herhaald kloppen kreeg ze geen antwoord. Dus ging ze de miniatuurhal binnen, bleef staan en luisterde. "Het huisje was niet zoo oud als het eruit zag; het was een van een drie tal, dat in 1925 door een ondernemenden aannemer, woonachtig in Yeobury een man, die van veel en vlug verdienen hield gebouwd was. En dus waren de muren en de zoldering dun, zoo dun, dat dezelfde spyker, die in den „selon" van Mr. Turtle de „Kroning van Koningin Victoria" op haar plaats hield, aan den anderen kant in de zitkamer van Mrs. Hammich, een photographie van Mine- head pier in een roodpluche lijst den noodigen steun verleende. Door die dunne muren en dunne zoldering drongen nu geluiden tot Carmencita door, die onmid dellijk haar onverdeelde aandacht had den. „Boven" liep iemand heen en weer! Zonder zich één oogenblik te bedenken ging ze, vlug en onhoorbaar, de trap op, deed de deur van de kamer, waaruit ge noemde geluiden afkomstig waren, open en wandelde naar binnen. „Morgen Smith," zei ze. Fanshawe-Smith draaide zich in opper ste verbazing een halven slag om. Zoo verdiept was hy in het bekijken van zijn vondst geweest, dat hy haar kloppen niet ?n.(1"s was hfj pen oogenblik liehtplïïL- "'•l OOgenOJl* uk "lt; het veld geslagen. Maar lan ger dan één oogenblik duurde die onge wone toestand niet. Meteen ging zyn hand gesloten naar zijn rug, deed een stap naar de deur om den gummi-zak aan het oog te onttrekken en boog. „Morgen, Carmencita. Je kom onver wacht, maar daarom ben je niet minder welkom...." Maar het alziend oog van zijn bezoek ster had alreeds de waterkruik plus de lange sneê in den eenen zijkant opgelet. Op zijn vriendelijke begroeting volgde dus een stilte, die zwaar van beteekenis was. Dan: „Geef op!" beval Carmencita. „Hè? Wat bedoel je?" „Je hebt ze gevonden, merk ik. Wees zoo goed ze dan mij te geven." Fanshawe-Smith glimlachte veront schuldigend. ,,'t Spijt me heel erg, Carmencita 't Is geweldig moeilijk om je iets te wei geren, maar wat moet, moet! Ik heb ze zelf noodig, zie-je!" Carmencita deed een stap naar hem toe; Fanshawe-Smith ging een stap achteruit. „Smith!" zei Miss Milligan scherp, „die juweelen hooren van mjj en ik heb ze noodig. Dus...." „Pardon, die juweelen zijn nu van mij, en ik heb ze minstens even hard noodig! Kom," ging Fanshawe-Smith vleiend voort, „wees nu niet zoo onredelyk, Car mencita! Jü bent maar voor de helft En gelsche van geboorte en dus behoef je geen scrupules te hebben, om je gewon nen te geven, iets, wat ik als Brit pur sang onmogeiyk zou kunnen doen. Deze fraaiigheden zyn me door het lot in den schoot geworpen en niemand kan van mt verwachten, dat ik ze terug ga werpen." Carmencita kwam weer een stap op hem af; Fanshawe-Smith ging weer een stap achteruit. „Praten kan je, Smith, daaraan twijfelt niemand. Maar ik heb nu geen tijd om te luisteren. Geef op die dingen, of ik kom ze halen." Fanshawe-Smith bracht de juweelen van zqn hand naar zijn binnenzak over, stak zijn handen in zijn broekzakken en keek Carmencita zonnig glimlachend aan. „Ik geloof werkelijk, dat je het doen zou!" zei hij bewonderend. „Voor een meisje ben je merkwaardig van aanpak ken. Mqn oor doet nog py'n, waar je eer gisteren geprobeerd hebt om 't er af te schroeven. Maar dezen keer zal 't je, 0111 met de Byngs te spreken, niet glad zitten. Un homme averti... niet waar? en als je ze dan nog in je binnenzak hebt...." „Ik...." „En dan... wat zouden de menschen zeg gen! We leven in den tijd van slappe moraal, maar inbreken bij alleen-wonen de heeren en ze vermoorden is gewoon weg de dood voor de reputatie eener jonk vrouw.... werkelyk!.... Waarom slik je de pil niet, Carmencita? Laten we een streep eronder zetten en van dit oogenblik af weer vrienden worden." Een stilte! Carmencita dacht in een race-tempo na. Ze was niet bang voor Fanshawe-Smith en ze zou zonder één oogenblik gewetenswroeging haar dreige ment van met kracht van vuisten haar doel probeeren te bereiken, ten uitvoer gebracht hebben. Maar ze was er niet zeker van, dat kracht van vuisten onder de gegeven omstandigheden resultaat zou opleveren. En een andere manier wist ze niet. „Dit is ongetwyfeld...." ging Fanshawe Smith spraakzaam voort, „een buitenge meen interessante ochtend geweest-. Je moet weten, dat ik maar niet kon begry- pen, wat we hier in dit ongelukkige gat kwamen uitvoeren. Heelemaal duidelijk is 't me nog niet, want ik vraag me af: hoe zyn die juweelen in die warmwaterkruik gekomen? Maar het eigenaardige gedrag van vriend Carr is er tot myn groote ver lichting door verklaard, 't Is niet alles, als je opeens een van je oudste en dier baarste schoolmakkers van de kook ziet gaan." Deze ontboezeming bracht Carmencita weer op het oorspronkelijke doel van haar bezoek. „O, ja! Dat wou ik je vragen," zei ze, „wat heb je met die twee uitgevoerd! Ik heb ze zooeven met een politie-agent ge zien? Wat heb je daarmee voor?" lanshawe-Smith zuchtte en schudde mistroostig zyn hoofd. „Weet je 't nog niet? 't Is een buiten gewoon onplezierige geschiedenis. Ze zijn gearresteerd wegens stroopen.... als ik 't wel heb." „Wegens wat?" „Stroopen. Wat je letterlyk en figuurlijk met allerlei soorten klein wild doet. Ongelukkigerwijs hebben onze we- derzydsche vrienden het. figuurlyk, met een paar dozijn fazanten van Sir John Croyde gedaan. En vandaar de boeien om hun polsen. Gelukkig is de straf voor zulk soort overtredingen niet zwaar.... er staat, geloof ik, een maand op en de ge vangenissen van tegenwoordig.... „Stroopen! Gebruik je verstand, Smith! Je wil me toch niet vertellen, dat die twee vanochtend uit stroopen geweest zijn?" „Nee, niet vanmorgen. Vannacht!" zei Fanshawe-Smith, met een gezicht, alsof hy het heel erg vond. „Ik vrees, ik vrees dat zich in vriend Carr een misdadig complex begint te ontwikkelen: Eerst breekt hy bij me in en dan gapt hij fazan ten stroopen. 't Zou my niets verwonde ren als hij morgen, voor tijdverdrijf, de kerk in brand stak." Carmencita haalde diep adem en deed een derden stap naar hem toe. En toen ze begon te spreken had haar stem een klank, die een Noordpoolreiziger een koude rilling langs zijn rug zou hebben doen loopen. „Dat is me een beetje al te bar, Smith! Heilige Mozes, als George en Mr. Todd door jouw toedoen iets overkomt Ze werd in de rede gevallen door een stem by de deureen bekend, schor, onaangenaam stemgeluid. „Is der verder nog ies, patroon?.... O. .neem me niet verkwal ijk. „Ah, Edward!" zei Fanshawe-Smith. „Je komt, of je geroepen bent. Zet je hoed af en kom binnen." (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 1