88 ct.
DE DOLENDE MELEN.
SNELDIENST
Balatum
N.V. STOOMWASSCHERIJ
„DEN HELDER"
LANGS EN OP DEN STRAATWEG
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Buitenlandsch overzicht
S. Coltofg Kanaalweg
Nr. 7085.
EERSTE BLAD
ZATERDAG 27 FEBRUARI 1932
Practisch werk ter ontwapeningsconferentie. - De Rus
sische ontwerp resolutie voor algemeene-volstrekte
ontwapening. - Brür.ing aan het woord in den Duitschen
Rijksdag. - Nieuwe activiteit van Japan in Mantsjoerije.
BUS
ALKMAAR—DEN HELDER
8.45 en 17.45
DAGELIJ K S
Wacht met koopen van Uw
Vloerbedekking!
De prijs der nieuwe dessins
is
Indrukken van een trekvogel, tusschen
Hamburg en 8erlijn.
v.
WILHELMINASTRAAT 63
TEL. 524
67
AFLEVERING
BINNEN ENKELE
DAGEN
FEUILLETON
CÏOURA PIT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnen
land f 2.—, Nederl. Oost en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70,
f 1.—. Modeblad resp. f 0.95,11.25, f 1.25, f 1.35. Losse nos. 4 ct.fr. p. p. 6 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Ja.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
AD VERTENTIÊN
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewijsno. 4ct.
De ontwapeningsconferentie is tot prac-
tlsche arbeid gekomen, na de verschillen
de redevoeringen in de algemeene verga
dering, die toch uitsluitend theoretische
beschouwingen waren, op zichzelf wel in
teressant misschien, doch van absoluut
geen practische waarde. Nu komt echter'
de practische toetsing der voorstellen.
Dat dit een belangrijk moment was,
schrijft de „Nw. Rott. Crt.", blijkt reeds
uit het feit, dat Tardieu en Sir John Simon
er voor naar Genève zijn gekomen. In
derdaad was de vergadering van Woens
dag van groote principieele beteekenis
voor de conferentie. Zij had heel goed aan
leiding kunnen geven tot ernstige con
flicten.
Het ging er om of het ontwerp-conven-
tie van de commissie-Loudon tot grond
slag zou worden genomen van de bespre
kingen in de commissie.
Het eenige diepgaande verschil, dat aan
den dag kwam, was dat Tardieu het ont
werp wel duidelijk als uiterste grenzen
van ontwapening beschouwd wilde zien,
'terwijl vele anderen, waaronder ook Ame
rika en Italië, de meening uitspraken, dat
het ontwerp lang niet ver genoeg ging.
Die verdeeldheid kennen wij echter.
Hoofdzaak is, dat men door algemeene
Inschikkelijkheid al vast niet in het begin
ls blijven steken.
Het Russische voorstel voor volstrekte
ontwapening. In de algemeene, poli
tieke commissie van de ontwapeningscon
ferentie heeft de Russische volkscommis
saris Donderdagmorgen de ontwerp-re-
solutie voor een algemeene volstrekte ont
wapening toegelicht.
Deze ontwerp-resolutie houdt in, dat de
conferentie voor alle staten en alle vol
ken door vermindering van nieuwe oor
logskansen een werkelijke veiligheid wil
scheppen. Zij is overtuigd, dat reeds het
bestaan der bewapeningen en het streven
om deze steeds te doen toenemen, onver
mijdelijk tot gewapende, internationale
conflicten zal leiden.
Alle op de conferentie vertegenwoordig
de staten hebben afstand gedaan van -den
oorlog als werktuig van hun nationale
politiek. Het eenige krachtige middel tot
organiseering van den vrede en tot het
verschaffen van veiligheid tegen den oor
log is de algemeene, volstrekte en spoedi
ge afschaffing van alle bewapende krach
ten, volgens het beginsel van rechtsgelijk
heid voor allen.
In zijn toelichting wees Litwinof in het
bijzonder op het verband tusschen oecono-
mischen oorlog en militairen oorlog. Het
oorlogsgevaar is thans denkbaar en actu
eel geworden. Hij stipte voorts aan dat
men weer in grooten omvang wapens is
gaan leveren op hetzelfde oogenblik, dat
de deelnemers aan deze conferentie in
ernstige woorden t^et bloedvergieten in
Oost-Azië hebben gewraakt.
De vertegenwoordigers van Perzië en
Turkije verklaarden vervolgens he Rus
sische voorstel met zekere beperking te
aanvaarden. Radolny, de leider van de
Vertrek HAVENHOOFD
zit. De Duitsche consul te Sjanghai heeft
ln overleg met de regeering alle maat
regelen genomen om tot een spoedige
ontruiming door Duitsche burgers, vooral
vrouwen en kinderen, te kunnen over
gaan.
De Litausche minister van buitenlandsche
zaken als wapenridder.
Met een gratis brandverzekering
van lOOO gulden voor iedere kamer
Duitsche delegatie, betoogde dat Duitsch
land, wanneer de geheele wereld het er
over eens is te ontwapenen, wel de laatste
staat zou zijn, welke zich daartegen zou
verzetten. Het is te hopen dat eenige be
ginselen van Litwinof door de ontwape
ningsconferentie verwezenlijkt kunnen
worden. Intusschen heeft de centrale com
missie van de ontwapeningsconferentie
Donderdagmiddag-tre~ï»»l??isehe ontwerp
resolutie voor algemeene, volstrekte ont
wapening met alle stemmen, tegeiiN^if
van Rusland en Turkije, verworpen. Vele
delegaties, waaronder de Duitsche, heb
ben zich van stemming onthouden.
Briining aan het woord in den Duit
schen Rijksdag. Het is er in den Duit
schen Rijksdag deze week warm toege
gaan, zooals men ook uit ons overzicht in
ons vorig nummer heeft kunnen lezen.
Ook na Goebbels rede, die een storm van
verontwaardiging heeft ontketend is er
nog rumoer geweest. De groote dag van
de politieke discussie was Donderdag,
toen de rijkskanselier, dr. Brüning aan het
woord kwam.
Dr. Brüning heeft zich niet slechts ver
dedigd tegen de aanvallen van de oppo
sitie, doch ook van de gelegenheid ge
bruik gemaakt om een uiteenzetting te
geven van den geheelen politieken toe
stand en daarbij vooral de buitenland
sche politieke kwesties aangeroerd. Wij
ontleenen daaraan het volgende:
„In de buitenlandsche politieke atmos
feer heerscht een spanning als tijdens
den oorlog," begon spr. met nadruk, „en
is een oeconomische oorlog van allen
tegen allen ontstaan, alsmede een ver
wikkeling in het Verre Oosten die ieder
staatsman met de ernstigste bezorgdheid
gadeslaat.
In zulk een tijd kan alleen een helder
hoofd en een onbevangen gemoed over
den werkelijken toestand oordeelen. Ik zal
de critiek der rechtsche sprekers beant
woorden, maar vooraf wil ik één ding
duidelijk zeggen: ik zal er nooit voor te
vinden zijn, de buitenlandsche politiek te
richten naar de agitatie-behoeften mijner
tegenstanders in het binnenland, waar
door m.i. de levensbelangen van het
Duitsche volk slechts ernstig nadeel zul
len kunnen lijden. Dit beginsel, dat in het
buitenland reeds lang begrepen is, moet
ik hier nog eens herhalen.
Op den voorgrond staat op dit oogen
blik de Oost-Aziatische kwestie. Duitsch-
land onderhoudt vriendschappelijke be
trekkingen zoowel met China als Japan,
de Duitsche handel lijdt ernstige schade,
de moreele kracht en positie van den
Volkenbond, waarin Duitschland een
raadszetel bezit, komen in gevaar, redenen
te over dus om alle krachten in te span
nen voor een vredelievende beslechting
in dit ernstig geschil dat tot verdere com
plicaties kan leiden.
In samenwerking met de Amerikaan-
sche en Engelsche regeeringen heeft
Duitschland zich bij ale pogingen van die
zijde ondernomen,, aangesloten en dat
het geen afzonderlijke stappen heeft ge
daan, komt, doordat Duitschland geen
exterritoriale rechten in China meer be-
Een krachtiger actie van China en
Mantsjoerije? Over den stijd bij Sjanghai
vindt men elders tal van droeve bizon-
derheden. Reeds vielen honderden doo-
den te betreuren en moesten duizenden
menschen vluchten, tal van gebouwen
werden vernield en gingen in vlammen
op en alle ellende van den oorlog heeft
zich «ver het oorlogsterrein uitgestrekt.
Een einde van den oorlog of een oplos
sing van het conflict is nog niet te ziery
integendeel wijst alles er op, dat men zich
voorbereidt voor een langdurigen strijd,
die alle mogelijke gevolgen, ook voor
Europa kan hebben.
Ook in Mantsjoerije blijken de Japan-
sche troepen weer actiever te worden.
Het Hbl. schrijft daar o.m. over:
Er is geen sprake van een strafexpe
ditie tegen de Chineesche troepen van
generaal Ting, die op verschillende
plaatsen langs den Oostelijken sector van
den Chineeschen Oosterspoorweg aan 't
plunderen zouden zijn geslagen en het
leven en de eigendommen der Japan
ners en Koreanen ernstig in gevaar bren
gen. Welk bericht in zijn inkleeding her
innert aan de bekende Japansche mede-
deeling over het optreden van „bandie
ten" in bepaalde zones, waar dan onmid
dellijk Japansche troepen heen moesten
om de orde te herstellen. En natuurlijk
te blijven. In hoeverre men hier te doen
heeft met een herhaling van deze ma
noeuvres, zal wel blijken.
(door een eigen correspondent).
De lersche partijleider De Valera, wiens
partij bij de onlangs gehouden verkie
zingen de meeste zetels verwierf.
Het vijfde en laatste artikel
van onze serie van Karei Ey, die
in onze opdracht temidden van
het heir der bedelaars en werk-
loozen in het verarmde Duitsch
land voorttrekt
Gemengd gezelschap.
Op dezen avond hadden hier ongeveer
acht vreemde wandelaars, trekvogels als
ik, en een landarbeidersfamilie met vier
kinderen op weg naar Silezië, waar zij
thuishoorden, kwartier gevonden. Het
rook er weliswaar niet naar rozen of
lelietjes van dalen, maar het maakte toch
den indruk van een feestelijke familie
bijeenkomst. Ook geld scheen hier en
daar nog te rollen, want meerdere malen
kwam de dikke herbergier om den hoek
kijken om de een of andere bestelling in
ontvangst te nemen. Biertjes en borrel
tjes vonden een gretigen aftrek. Het had
iets romantisch over zich, soms geleek
het wel een scène uit het een of andere
rooverdrama, hoewel elke gast wèl zoo
tuj ware geweesu, waiineèi bii^en onder
komen in de een of andere nette hêJ-HS
had gevonden, waar een bed en een
kamer was, inplaats van de eigengemaak
te legersteden hier. De boerenvrouw
schonk haar kinderen in een tinnen kroes
zelfgemaakte koffie en met de dampende
s '.i
beker in de hand zaten deze kleine men-
sche'nkinderen vergenoegd vanonder hun
deken uit te kijken: voor hèn was de
wereld nog niet zoo zwart en ellendig.
Een koopman ging vergenoegd lachend
zijn voorraad nazien: spelden, veters,
naalden, garen, band, kraagjes, knoopen,
enz. Drie mannen waren in hun skatspel
verdiept, waarbij zij een halve liter licht
bier lieten rond gaan en om de beurt een
slok namen. Een man van ongeveer 30
jaar met een spits, gegroefd geleerden-
gezicht, wiesch zijn beide sokken uit, om
daarna gewapend met een Fransche cou
rant rust te zoeken op zijn stroozak. Hij
was huisleeraar geweest, had zijn be
trekking verloren, maar hij had het land
en de landwegen leeren liefhebbennu
ging hij de bezittingen langs en stemde
piano's. In zijn voortrekkersboek stond
achter zijn naam „Dr. Phil.", waarvoor
niemand van ons hem echter ook maar
een cent had willen geven.
Twee jonge kerels kochten zich bij een
beroepsbedelaar die het geluk had ge
had in een bruiloft terecht te komen
voor een mark een aantal lekkere hap-
■1 JSx^ganzeboutjes en geweldige stukken
JVS, S"
oudbakken taarit
Het licht bleef den geheeiert* nac
branden, maar tegen 2 uur 's morgen^
lagen er 14 hoofden op de strookussens
en droomden hun droomen
„Een zeeman mag niet loopen!'
Het was een heerlijke, zonnige mor
gen, toen wij weer op weg gingen. Wij
bleven nu nog maar met zijn tweeën over,
want Willy, de Berlijner, wilde in de ge
zellige herberg nog enkele dagen blij
ven vertoeven.
Vroolijk trokken wij verder. Het stadje,
waar Sankata zijn „voorstellingen" had
gehouden, lag reeds 2 uur achter ons. Er
hing een zuivere gezonde lucht en na
vier uur loopen bespeurde ik dan ook
nog niet de minste vermoeienis. Klaas
daarentegen keek verlangend uit naar
een auto, die in de richting van Berlijn
reed, maar niemand lette op zijn wen
ken. „De volgende kar houd' ik aan!"
gromde hij tenslotte. En toen er in de
verte een auto aankwam, ging hij midden
op den landweg staan en zong (of beter
l gilde):
„Wohl het mi dat Leben mienen Wunsch
gestillt,
Hett mi alles gegeben, wat mien Hart
erfüllt
Het knarsen van een rem, een woeden
de snauw en een nijdig getoeter was het
gevolg. De auto hield stil, maar niet om
Klaas op te nemen, maar em even spoe
dig weer door te rijden, zoodat Klaas uit
angst voor overrijden snel terzijd j moest
springen. En dat deed hij, zonder zijn
„gezang" te onderbreken. De auto zeil
was klein en groen. En de man aan het
stuur, die zich scheldend omdraaide, had
op de wang een groot, rood lidteeken...
Muziek doet den mensch goed
Voor de volgende herberg hield de
auto stil e.. Klaas was niet te weerhouden
om naar binnen te gaan en een halve liter-
te drinken om den automobilist eens wat
nader te bekijken.
De man uit de auto zat met de frissche,
blonde kellnerin aan een tafeltje en
dronk met haar een glas wijn. Toen wij
binnentraden en het meisje opstond om
onze bestelling te vernemen, keek hij ver
stoord naar ons op. „Hier is niets te be
ginnen", fluisterde Klaas mij toe, „de
kerel schijnt hier in een goed blaadje te
staan. Nu, mij goed! Hij kan tenslotte in
zijn auto meenemen, wie hij wil, wat jij?"
Hij dronk een glas bier en zette zijn
vreeselijk zangnummer voort.
„Wo die Möwen kriechen, grell im
Stormgebruus,
Do ist miene Heimat, do bin ick to
Huus
totdat de man met het lidteeken, bevend
van kwaadheid opsprong en bruid. „Dui
vels! Kerel, houdt op met dat afschuwe
lijke geblaat. Men kan zijn eigen woorden
niet verstaan!"
Terwijl Klaas beleedigd zweeg en mij
toeriep: „Het was toch zoo'n fijn lied!"
zeide de man met het lidteeken geërgerd
tot de kellnerin, die Klaas met goedige,
medelijdende blikken aankeek: „Dit el
lendige geblèr, dat wil je maar niet uit
het hoofd!" En hij had gelijk, de man met
de kleine, groene aut<
Maar ook Klaas zou gelijk hebben, toen
hij schamper beweerde, dat muziek toch
zoo mooi was, maar dat je altijd menschen
hebt, die er niets van begrijpen.
Zwakte van de organen in den rug bedreigt
zoowei mannen als vrouwen, vooral in der»
middelbaren leeftijd en .daarna. De verschijn
selen zijn gemakkelijk te onderkomen.
Als uw rug, ledematen en spieren pijnlijk
zijn; als gij u prikkelbaar, vermoeid en ze
nuwachtig voelt; als gij last hebt van urine-
stoornissen, waterzuchtige zwellingen, hoofd
pijn of aanvallen van duizeligheid, gebruik
dan onmiddellijk Foster's Rugpijn Pillen.
Want als tengevolge van verzwakking det
organen in den rug, urinezuur en andere scha
delijke onzuiverheden zich in het bloed meer
en meer ophoopen door verwaarloozing der
eerste waarschuwende verschijnselen, wordt
herstel moeilijker. Er bestaat gevaar voor rheu-
mathiek, ischias, spit, waterzucht en blaas-
zwakte.
Foster's Rugpijn Pillen zijn een speciaal
middel, dat rechtstreeks op de bedoelde or
ganen werkt en geen nevenwerking heeft op.
de ingewanden. Bij alle drogisten a 1.7!
per flacon.
door
K. R. G. BROWNE.
44)
Aldus Mr. Bolitho, een Mr. Bolitho die
manmoedig kampte om een nieuwsgierig
heid, zoo acuut en hevig, dat het bijna een
physieke pijn was, er onder te houden. Het
was dan ook een rare geschiedenis, vond
Mr. Bolitho, en hij zou er heel wat voor
over gehad hebben, om het in alle details
met een critisch-gestemd iemand te heb
ben kunnen bespreken. Maar Miss Milli-
gan was blijkbaar van een andere opinie,
want nadat ze hem wel een minuut lang
zóó strak had staan aankijken, dat hij er
van begon te blozen, knikte ze en zei,
kortaf: „Zoo! Hm! Dank u wel, Mr. Bo
litho", en wandelde weg. Waarna Mr. Bo
litho maar eens zuchtte, zich omkeerde en,
mediteerend over de eigenaardigheden van
liet stadsvolk, met zijn werk voortging.
Carmencita stapte regelrecht op het
huisje van de familie Turtle af. Haar tred
was fier en haar donkere oogen fonkelden
strijdlustig, want Mr. Bolitho's verklaring
had haar verteld, waar de sleutel tot de
puzzle te vinden was. Ze deed het hekje
open en wandelde met het vastbesloten
air van een wyk-bezoekster, die by een
bibberenden huurder komt weldoen, het
pad op. Of het echter haar doel was om
wel te doen, stond te bezien.
De deur van het huisje stond open,
maar zelfs op haar herhaald kloppen
kreeg ze geen antwoord. Dus ging ze de
miniatuurhal binnen, bleef staan en
luisterde. "Het huisje was niet zoo oud als
het eruit zag; het was een van een drie
tal, dat in 1925 door een ondernemenden
aannemer, woonachtig in Yeobury een
man, die van veel en vlug verdienen
hield gebouwd was. En dus waren de
muren en de zoldering dun, zoo dun, dat
dezelfde spyker, die in den „selon" van
Mr. Turtle de „Kroning van Koningin
Victoria" op haar plaats hield, aan den
anderen kant in de zitkamer van Mrs.
Hammich, een photographie van Mine-
head pier in een roodpluche lijst den
noodigen steun verleende. Door die dunne
muren en dunne zoldering drongen nu
geluiden tot Carmencita door, die onmid
dellijk haar onverdeelde aandacht had
den. „Boven" liep iemand heen en weer!
Zonder zich één oogenblik te bedenken
ging ze, vlug en onhoorbaar, de trap op,
deed de deur van de kamer, waaruit ge
noemde geluiden afkomstig waren, open
en wandelde naar binnen.
„Morgen Smith," zei ze.
Fanshawe-Smith draaide zich in opper
ste verbazing een halven slag om. Zoo
verdiept was hy in het bekijken van zijn
vondst geweest, dat hy haar kloppen niet
?n.(1"s was hfj pen oogenblik
liehtplïïL- "'•l OOgenOJl*
uk "lt; het veld geslagen. Maar lan
ger dan één oogenblik duurde die onge
wone toestand niet. Meteen ging zyn hand
gesloten naar zijn rug, deed een
stap naar de deur om den gummi-zak aan
het oog te onttrekken en boog.
„Morgen, Carmencita. Je kom onver
wacht, maar daarom ben je niet minder
welkom...."
Maar het alziend oog van zijn bezoek
ster had alreeds de waterkruik plus de
lange sneê in den eenen zijkant opgelet.
Op zijn vriendelijke begroeting volgde dus
een stilte, die zwaar van beteekenis was.
Dan:
„Geef op!" beval Carmencita.
„Hè? Wat bedoel je?"
„Je hebt ze gevonden, merk ik. Wees
zoo goed ze dan mij te geven."
Fanshawe-Smith glimlachte veront
schuldigend.
,,'t Spijt me heel erg, Carmencita
't Is geweldig moeilijk om je iets te wei
geren, maar wat moet, moet! Ik heb ze zelf
noodig, zie-je!"
Carmencita deed een stap naar hem toe;
Fanshawe-Smith ging een stap achteruit.
„Smith!" zei Miss Milligan scherp, „die
juweelen hooren van mjj en ik heb ze
noodig. Dus...."
„Pardon, die juweelen zijn nu van mij,
en ik heb ze minstens even hard noodig!
Kom," ging Fanshawe-Smith vleiend
voort, „wees nu niet zoo onredelyk, Car
mencita! Jü bent maar voor de helft En
gelsche van geboorte en dus behoef je
geen scrupules te hebben, om je gewon
nen te geven, iets, wat ik als Brit pur
sang onmogeiyk zou kunnen doen. Deze
fraaiigheden zyn me door het lot in den
schoot geworpen en niemand kan van mt
verwachten, dat ik ze terug ga werpen."
Carmencita kwam weer een stap op
hem af; Fanshawe-Smith ging weer een
stap achteruit.
„Praten kan je, Smith, daaraan twijfelt
niemand. Maar ik heb nu geen tijd om te
luisteren. Geef op die dingen, of ik kom
ze halen."
Fanshawe-Smith bracht de juweelen
van zqn hand naar zijn binnenzak over,
stak zijn handen in zijn broekzakken en
keek Carmencita zonnig glimlachend aan.
„Ik geloof werkelijk, dat je het doen
zou!" zei hij bewonderend. „Voor een
meisje ben je merkwaardig van aanpak
ken. Mqn oor doet nog py'n, waar je eer
gisteren geprobeerd hebt om 't er af te
schroeven. Maar dezen keer zal 't je, 0111
met de Byngs te spreken, niet glad zitten.
Un homme averti... niet waar? en als je
ze dan nog in je binnenzak hebt...."
„Ik...."
„En dan... wat zouden de menschen zeg
gen! We leven in den tijd van slappe
moraal, maar inbreken bij alleen-wonen
de heeren en ze vermoorden is gewoon
weg de dood voor de reputatie eener jonk
vrouw.... werkelyk!.... Waarom slik je de
pil niet, Carmencita? Laten we een streep
eronder zetten en van dit oogenblik af
weer vrienden worden."
Een stilte! Carmencita dacht in een
race-tempo na. Ze was niet bang voor
Fanshawe-Smith en ze zou zonder één
oogenblik gewetenswroeging haar dreige
ment van met kracht van vuisten haar
doel probeeren te bereiken, ten uitvoer
gebracht hebben. Maar ze was er niet
zeker van, dat kracht van vuisten onder
de gegeven omstandigheden resultaat zou
opleveren. En een andere manier wist ze
niet.
„Dit is ongetwyfeld...." ging Fanshawe
Smith spraakzaam voort, „een buitenge
meen interessante ochtend geweest-. Je
moet weten, dat ik maar niet kon begry-
pen, wat we hier in dit ongelukkige gat
kwamen uitvoeren. Heelemaal duidelijk is
't me nog niet, want ik vraag me af: hoe
zyn die juweelen in die warmwaterkruik
gekomen? Maar het eigenaardige gedrag
van vriend Carr is er tot myn groote ver
lichting door verklaard, 't Is niet alles,
als je opeens een van je oudste en dier
baarste schoolmakkers van de kook ziet
gaan."
Deze ontboezeming bracht Carmencita
weer op het oorspronkelijke doel van haar
bezoek.
„O, ja! Dat wou ik je vragen," zei ze,
„wat heb je met die twee uitgevoerd! Ik
heb ze zooeven met een politie-agent ge
zien? Wat heb je daarmee voor?"
lanshawe-Smith zuchtte en schudde
mistroostig zyn hoofd.
„Weet je 't nog niet? 't Is een buiten
gewoon onplezierige geschiedenis. Ze zijn
gearresteerd wegens stroopen.... als ik
't wel heb."
„Wegens wat?"
„Stroopen. Wat je letterlyk en
figuurlijk met allerlei soorten klein wild
doet. Ongelukkigerwijs hebben onze we-
derzydsche vrienden het. figuurlyk, met
een paar dozijn fazanten van Sir John
Croyde gedaan. En vandaar de boeien om
hun polsen. Gelukkig is de straf voor
zulk soort overtredingen niet zwaar.... er
staat, geloof ik, een maand op en de ge
vangenissen van tegenwoordig....
„Stroopen! Gebruik je verstand, Smith!
Je wil me toch niet vertellen, dat die twee
vanochtend uit stroopen geweest zijn?"
„Nee, niet vanmorgen. Vannacht!" zei
Fanshawe-Smith, met een gezicht, alsof
hy het heel erg vond. „Ik vrees, ik vrees
dat zich in vriend Carr een misdadig
complex begint te ontwikkelen: Eerst
breekt hy bij me in en dan gapt hij fazan
ten stroopen. 't Zou my niets verwonde
ren als hij morgen, voor tijdverdrijf, de
kerk in brand stak."
Carmencita haalde diep adem en deed
een derden stap naar hem toe. En toen
ze begon te spreken had haar stem een
klank, die een Noordpoolreiziger een
koude rilling langs zijn rug zou hebben
doen loopen.
„Dat is me een beetje al te bar, Smith!
Heilige Mozes, als George en Mr. Todd
door jouw toedoen iets overkomt
Ze werd in de rede gevallen door een
stem by de deureen bekend, schor,
onaangenaam stemgeluid.
„Is der verder nog ies, patroon?....
O. .neem me niet verkwal ijk.
„Ah, Edward!" zei Fanshawe-Smith.
„Je komt, of je geroepen bent. Zet je hoed
af en kom binnen."
(Wordt vervolgd).