Arme jongens, die minister-president werden.
529
TWEEDE BLAD.
VAN ZATERDAG 5 MAART 1932.
ROSA.
RTIE-
(AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN)
MUSSOLINI, DE GROOTE VOLKSKENNER.
De zoon van een smid, die premier wordt.
VII.
Het zevende artikel van onze
serie „Arme jongens, die het
ver brachten", waarvan tot nog
toe verschenen is: Aristide
Briand, Herbert Clark Hoover,
Kemal Pasja, Pierre Laval en
Joseph Pilsoedski, Thomas C.
Masaryk.
Niemand ter wereld is wel zooveel
maal gephotografeerd geworden als
Benito Mussolini, de or bouwer en voor
vechter van het Fas, —me. Op iedere
photo ziet men hem in verschillende
poses: en is het wonderlik? Hij was
immer steeds de wildste knaap in zijn
dorp, de beste soldaat in zijn compagnie,
een uitstekend ruiter en schermer, hy
Bénito Mussolini.
bezit niet alleen een buitengewonen
persoonlijken moed, maar hij is tevens
een meester in de kunst der rede
hij dwingt zijn luisteraars hun aandacht
op hem te concentreeren, hij houdt hen
in zijn ban gevangen: hy is een figuur,
die in vele opzichten verre uitsteekt
boven die van Napoleon!
Dat is het wat men steeds weer op
nieuw in dezen Italiaan bewonderen
moet, bij ieder deel van zijn redevoe
ringen, bij iedere gelegenheid, waar hy
zich vertoont, steeds heeft hij zijn ge
baar, zijn optreden klaar, steeds weet
hy met tact de juiste houding te kie
zen. In zekeren zin is hy een groote
acteur, grooter acteur zelfs dan zijn
landgenooten. die toch ook de aanhan
gers van „de pose" zijn! Omdat hij ge
boren is onder het sterrenbeeld leeuw,
laat hij zich in den Dierentuin met
glacé handschoenen en een hoogen
hoed fotografeeren bij de leeuwenkooi
en dooot het dier „Italia". Als 120.000
Lombardijsche boeren als toeken van
hun vereering den „duce" een fluit ten
geschenke aanbieden, speelt hii daarop
voor het verzamelde volk een oud-Ita-
liaansche volksmelodie. Bij de inwijding
der ambachtsschool te Florence ver
schijnt hij met een hoefijzer in de hand
en spreekt: „Ook mijn vader was een
smid en ik heb hem nog geholpen!"
Voor de weezen der natie wil hij een
vader zijn, daarom laat hij de weduwe
van een bij een wedstrijd verongeluk
ten luitenant der vliegeniers bij zich
ontbieden, heft haar kindje omhoog en
kust het ten aanschouwe van al het
volk; daarna schenkt hij de moeder een
medaille. De hoogste eer van Italië is
tegenwoordig, als de duce, naar het ge
bruik der Zuidelijke volken, iemand
omarmt eri op beide wangen kust.
Bii iet bezoek aan een fabriek
spreekt hii als vriend der arbeiders het
volgende: „De eenvoudigste Italiaan
beteekent voor mij duizendmaal meer,
dan duizend vreemdelingen!" Dan klimt
hij op een landbouwmachine en rijdt
daarmede driemaal in het rond. Bii den
oonst neemt hii dikwijls persoonliik
deel aan het werk, door talrijke schoven
af te maaien. „Wii hebben den honger
verslagen!" riep hii bii een dezer gele
genheden. Door 1000 boeren laat hii
1000 ossen langs hem heen leiden,
brengt den faseistengroet en zegt:
„Wij zijn een land met vee, wij zijn een
rijk land!"
Om de financiën van het land te ver
beteren en de standaard te redden, laat
hii van marmer op het Forum Roma-
num een Altaar des Vaderlands oprich
ten en verbrandt daarop eigenhandig
voor 147 millioen Lire schuldbrieven,
die door de patriotten zonder schade
loosstelling aan den staat waren terug
gegeven. Na den vijfden aanslag, die er
op hem was gepleegd, liet hij een groote
pleister op zijn neus plakken en poseer
de voor talrijke fotografen. Dagelijks
verkleedt hii zich zevenmaal, 's Mor
gens vroeg rijdt hii te paard uit, ge
kleed in zwart hemd en rijbroek. Daar
na wordt er eenigen tijd geschermd in
schermtoilet, waarna de meest uiteen-
loopende ambtskleedingen aan de beurt
komen. Meestal draagt hii de rijkelijk
met goud bestikte uniform met don
grooten steek, of wel de khaki-uniform;,
waaronder het zwarte hemd der Fascis
ten. Ook echter ziet men hem wel in
een elegante rok, in een eenvoudig col-
bertcostuum, in gekleede jas met hoo
gen hoed. in Marineuniform of in groot
ornaat met het laag weggesneden vest
der diplomaten. Maar alles staat hem
even goed, steeus is hii elegant, steeds
weet hii de bii ïecere kleeding passen
de gebaren te vinden.
Benito Mussolini is een kind van heel
eenvoudige ouders. Hii werd in 1883 te
Predappio in de Romagna als zoon van
een smid, tegeliikertiid kastelein en
burgemeester, geboren. Ziin moeder,
Rosa, gaf onderwijs aan de kinderen
van het dorp. De vader, Alexandro, was
een gevreesd revolutionair en had geen
onderwijs genoten; maar hii Dracht zijn
revolutionaire ideeën op zyn zoon over
en gaf hem den doopnaam Benito, naar
den Mexicaanschen vrijheidsheld Beni
to Jaurez. In een zeer sobere omgeving
is de jongen opgegroeid en zou hii
leeraar op een voiksschooltje worden.
Teen hij het met moeite en inspanning
zcover gebracht had, werd hii om zijn
revolutionaire ideeën door zijn collega's
gemeden en tenslotte ontslagen. Hij
trok door het land., werd landlooper,
doorkruiste zoo al bedelende Zwitser
land, sliep 's nachts onder den blooten
hemel, en haalde hier en daar wat geld
op als metselaar of als loopjongen. In
Genève deed hij moeite relaties met
studenten aan te knoopen. Maar de
autoriteiten waren reeds voor hem ge
waarschuwd en weigerden hem toegang
tot de stad. Tenslotte moest hii naar
Italië terugkeeren en begaf zich naar
Triëst, waar hii als redacteur van het
weekblad „Avvenire del Javoratore"
(De Toekomst van den Arbeider) werd
aangesteld en tegeliikertiid secretaris
der directie werd. In 1910 richtte hij het
weekblad „De Klassenstrijd" op, waar-
j in hij echter reeds scherp de daden der
„zich noemende socialisten" becriti-
seerde, en zichzelf aangaf als aanstaand
I dictator. Hy was reeds in militairen
dienst geweest en maakte als soldaat
den Lybisc-hen oorlog mede; aan het
front liet hii zich kennen als zoo'n wil
den socialist, dat de beroemde roode
courant, de „Avanti", hem tot hoofd
redacteur aanstelde. Gedurende den
oorlog werd hij wegens betoonde dap
perheid tegenover den vijand tot korpo
raal benoemd en verscheidene malen
zwaar gewond. Koning Victor Emanuel
bracht een bezoek aan het lazaret waar
in Mussolini lag en sprak enkele woor
den tot hem, zonder te vermoeden, wel
ke beteekenis deze man eens in zijn
leven zou krijgen.
Na den oorlog had er een totale om
mekeer in Mussolini's gedachten en op
vattingen plaats. Daar hii in 1914 pleit
te voor het deelnemen van Italië aan
den oorlog, iets, waarmede hij toonde
zijn eigen weg te zullen volgen, had de
arbeiderspartij hem in dat jaar uitge
sloten, zoodat hii de „Avanti" vaarwel
moest zeggen en in 1918 de zoo be
roemd, geworden „Populo dTtalia" in
het leven riep. Voor men het leven van
dezen man verder beschouwt moet men
eerst nagaan, wat het Fascisme eigen
lijk is en wil. Het woord komt van het
Latynsche „fasces" (in het Italiaansch
„fascio"), zooals de bundel roeden, de
üctorenbunde! heette, welke door een
slaaf voor iederen legeraanvoerder of
keizer van het oude Rome werd uitge
dragen, als teeken van hun waardig
heid. Het woord op zichzelf is dus lou
ter een aanduiding, beteekent dus niets
meer, dan dat het Fascisme de oogen
gericht houdt op de traditie, het glorie
rijke verleden (in dit geval van het
oude Rome), van den Staat, van de
natie. Het is dus een symbolisch woord,
heeft een symbolische beteekenis. De
beide oorzaken, die het ontstaan van de
fascistische beweging (want van een
„partij" is bii het Fascisme feitelijk
geen sprake) tengevolge hadden, was
de teleurstelling van vele oud-strijders,
die bij het terugkomen uit den oorlog
hun plaatsen in de maatschappij von
den ingenomen. De eerste „partite di
combattimento" (oudstrijdersgroep) was
de kern van de latere Fascistische be
weging. In de tweede plaats was het
het streven van de communisten, ce in
ternationalisten, die in 1920 geheeie
fabrieken bezet hielden en de staking
proclameerden, aan velen onwelgeval
lig. ZÜ hadden leven en goed veil gehad
voor het Vaderland, voor Italië, en nu
zouden een aantal huurlingen van Mos-
cou hun Vaderland willen oplossen en
verbrokkelen? Nooit! Zoo sloten de
oudstryders zich steeds hechter aaneen,
versterkt door hen, die hun ideeën toe
genegen waren. Oorspronkelijk volbloed
socialisten, in zooverre het niet betrof
de uiteenrukking van hun Vaderland,
de schending van hun nationaliteit,
kwamen zy tengevolge van de wijzi
gingen, die de inwendige toestanden in
Italië endergingen steeds dichter bii
de principes, die het tegenwoordige fas
cisme in zijn volmaakten, beproefden
vorm aanhangt. Reeds in 1921 betrad
Mussolini aan de spits van 41 afgevaar
digden de Kamer en in October 1922
„Juffrouw, weet u het verschil tus-
schen een taxi en de tram?"
„Neen, meneer!"
„Prachtig, dan gaan we met de tram!"
(„Nebelspalter").
door
WILHELMINE BALTINESTER.
Reeds sinds weken lag een onzicht
bare wolk over het machtige zaken-
paleis, waarin de milliardair Erwin
Tett zijn kantoren had. Nog steeds
klopte daarbinnen de ader van het ge
weldige bedrijf, nog steeds deed geen
enkel kwaad gerucht de ronde, doch de
vertrouwenslieden van den chef wisten,
dat de lawine aan het rollen was. Een
paar maal vier-en-twintig uur later
schreeuwden de kranten het de wereld
in, dat Erwin Tett, de man, die zoo ver
rassend snel milliardair was geworden,
zyn vermogen door één enkele specu
latie verloren had, omdat hy nog niet
voldoende routine bezat om niet alles
op één kaart te zetten. Zoo was de dag,
waarop de „wereld" het hoorde, dan
toch aangebroken! Er werd da-uk over
gesproken, men tapte Tett-moppen en
stuurde die naar verschillende blaadjes
en tenslotte geraakte het geval-Tett in
het vergeetboek.
In het groote zakenpaleis was het stil
geworden, het personeel ontslagen,
Tett's bezittingen, huizen en sieraden
verdwenen even snel als ze gekomen
waren. Met een armzalig restje geld
stond Erwin Tett, de man, die voor een
paar weken nog door de geheeie stad
benijd werd, voor de puinhoopen van
zijn nu een sprookje schijnend ver
mogen. Voor de krach had hij vrienden
gehad. Waar waren ze nu? Vóór de
krach hadden de mooiste vrouwen van
de Society zich in ziin gezelschap ge
koesterd.... Verdwenen waren ze, als
een grillige vlinderzwenn! Als men
niets bezit, is men altijd alleen. Als hij
zijn vroegere vrienden verzocht hem
met de liquidatie van zyn zaken te hel
pen, lieten zij zich lang vragen en had
den dan meestal nog uitvluchten van:
drukke zaken of geen tijd! Hij had ze
alle vooruit geholpen, ze gebracht in de
posities, die ze nu bekleedden. Door
hem waren ze wat geworden in de maat
schappij. Vergeten was dit alles! Tett
was niet de man, die zich door het nood
lot liet verpletteren, het overrompelde
hem een oogenblik, doch hij bleef vast
beraden en energiek. Hy zou opnieuw
beginnen. Voorzichtiger en wijzer dooi
de opgedane ondervinding.
Eén enkel mensch bleef bij hem:
Rosa! De minst aantrekkelijke van alle
meisjes op zijn kantoor. Het kleine,
zwarte ding, dat hii alleen had aange
steld, omdat een zakenvriend hem ver
zekerd had, dat dit onaanzienlijke
meisje evenveel hersens bezat als drie
gewiekste zakenmenschen. Rosa was
mager, zwart en zonder eenige vrouwe
lijke charme. Nu was van ziin uitge
breide staf typistes alleen zii overge
bleven. Ze kwam hem vragen of hii haar
diensten gebruiken kon. Salaris be
hoefde zü niet te hebben totdat hy
weer in staat zou zijn een bediende te
bekostigen.
„En als ik mijn schuld nooit kan af
betalen, als ik er nooit meer boven op
kom?" vroeg hij. De kleine Rosa zat al
achter de schrijfmachine en wachtte op
zijn dictaat. Ze was een prachtmeid!
Erwin Tett werkte. Dag en nacht.
Niemand was taaier, ijveriger en wils
krachtiger dan hij. Rosa hielp hem. Hij
was aan haar flinkheid, haar rustige
zelfverzekerdheid en helder inzicht zoo
gewoon geraakt, dat ze volkomen onont
beerlijk voor hem werd. De zaken
vriend, die haar had aanbevolen, had
gelijk gehad: ze had het verstand van
drie mannen! Niet zelden verbeterde ze
op een niet-opdringerige manier Tett's
weloverwogen besluiten. Hij werd ver
liefd op haar verstand. Bovendien
streelde het hem, dat ze werkelijk van
hem scheen te houden, onzelfzuchtig en
anders dan die mooie vrouwen en meis
jes, die hem in zijn goeden tijd hadden
opgezocht.
Hij vroeg haar of zij zijn vrouw wilde
worden en ze stemde toe.
Alsof dit huwelijk het begin was van