DE DOLENDE JUWEELEN. IS ALTIJD NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Buitenlandsch overzicht Nr. 7089. EERSTE BLAD LI jSDAG 8 MAART 1932 60ste JAARGANG Krachtiger optreden van den Volkenbond inzake de actie van Japan in China. - Het gaat om het bestaans recht van den Volkenbond. - Japansche aanvalsplan nen tegen Rusland? Wij Breien!!! en repareeren alle De opstand in Finland. OOK VOOR DAMES iFOSTER's MflflGPimN* FEUILLETON COURAN Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65; binnen land f 2.—, Nederl. Oost en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.T0, f 0.70, f 1.—Modeblad resp. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.35. Losse nos. 4 ct.fr.p.p.6ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jk. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t/m. 8 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewijsno. 4 ct. lige quaestie tot een redelijke oplossing te brengen en van plan is ten volle zijn plicht te doen, in het besef, dat óók wanneer daarbij zijn krachten alsnog te kort moch ten schieten, dit streven in elk geval op de waardeering van de volken aanspraak heeft. Het bestaansrecht van den Volkenbond De actie van Japan in China is Vrijdag door de Assemblée van den Volkenbond krachtig veroordeeld. Het ging er naar uitzien dat dezelfde slappe houding, die de Volkenbond tot nu toe aangenomen had, voortgezet zou worden. Doch het feit dat Japan maar rustig voort ging met zijn aanvallen en met zijn troepenontschepin gen, is oorzaak geworden van een gerecht vaardigde verontwaardiging in deze Vol- kenbondsvergadering. Een verontwaardi- hebben alle sm-ekers uing die tot uiting kwam in een door de "8* ®r pTo„Q1! aigemeene commissie van de Assemblée betoogd, als er in het geschil China-Japan voorgelegde resolutie, waarbij de Chinee- «ee11, beslissing wordt genomen. En da sche en Japansche regeeringen worden 18 °ok inderdaad zoo, we hebben daar al uitgenoodigd onmiddellijk de noodige frder °P deze plaats A°P gewezen en van- maatregelen te nemen om uitvoering te daar ooik dat deze Assen b v doen geven aan de bevelen tot staking der, gr oo k11 's.8T>„najlnnj or,Pn. vijandelijkheden, verstrekt aan de militai-Noorsche i i zeide re hevel hebbers terwiil de vertenenwoor-1 de Zondag de rij van sprekers en zeide re Deveinebbers, terwijl ae veitegenuooi d d m het openhaar digers der neutrale mogendheden, ^aar- lat Volkenbondsraad tot onder ook Nederland, te Sjanghai, worden e pogingen tot bemiddeling verzocht controle te oefenen op de ten- beslechtil? van ernstige geschihen niet uitvoerlegging van die maatregelen. I alleen g8lukkig is geweest maar be val ebespiVekiS tusschen de verfegem -sprekers ovet de pansche betrekkingen. Onder verwijzing naar het feit, dat Japan tot dusverre het Russische voorstel tot onderteekening van een non-agressiepact onbeantwoord heeft gelaten, legt het blad er den nadruk op, dat zich in handen der Russische re geering drie documenten bevinden, die zijn opgesteld door een leidende figuur uit de Japansche militaire partij en waar in een spoedige aanval op Sovjet-Rusland wordt verdedigd. In deze documenten wordt in de eerste plaats een bezetting van het kustgebied van Wladiwostok voor- j gesteld. Het blad legt er verder den nadruk op, dat de schepping van den Mandsjoerjj- schen staat, waaraan Wit-Russische ele menten hebben deelgenomen, het grootste gevaar vormt, dat thans dreigt aan de grenzen in het Verre Oosten. Het blad kenbond inlichtingen verwacht mogendheden, die de Volkenbondscon trole zullen uitoefenen. an krassere middelen dachten, vooral voor de toekomst uit pre ventief oogpunt. Met grooten nadruk heeft dus thans de ?e vertègenwoordiger van Zweden ,Ur JLnH Hon w.n^h omit. Hnt. nnHor oefende scherpe critiek op de militaire maatregelen van Japan. De Volkenbond moet er naar streven, dat de vijandelijk heden ophouden. Wanneer dat gebeurt, dan heeft hij tot taak het conflict in de Volkenbond den wensch geuit, dat onder neutrale controle een einde zal komen aan den strijd met de wapens en dat de rege ling van den terugtocht van de Japan sche troepen ter hand zal worden geno- vZzoeninrte"reeelên hipii nis vnnrhprAnlincf van dp dpfinit.ipvp gCCSt Van C.l ZOeillllg te eg men, als voorbereiding van de definitieve rondetafelconferentie, schrijft het „Han delsblad". De krachtige houding, die de Assemblée heeft aangenomen, doet intusschen ge gronde hoop koesteren, dat de Volkenbond inderdaad zijn geheele moreele prestige zal aanwenden om te trachten deze nete- De cn ontwapening sconferentie haar schaduw. („Nebelspalter"). soorten wollen kleediug, kousen en sokken (ook de allerfijnste). Vraagt onze schoolkousen met dubbel gebreide knieën. JAAP SNOR, Zuidstr. 19 (Let op den gelen winkel) P.S. Voor Texel rechtstreeks aan ons zenden. In denzelfden zin sprak de Finsche ge zant Kriek over de Japansche expeditie naar Sjanghai. Uit de rede van onzen minister van bui- tenlandsche zaken Beelaerts van Blokland, ontleenen wij nog het volgende: Het kanongebulder op de slagvelden in China vormde een schandelijke begelei ding van onze discussies op de ontwape ningsconferentie. Juist gebeurtenissen van dezen aard toonen de gebiedende noodzakelijkheid aan om een eind aan de bewapening te maken. Er is slechts één enkel middel om het beoogde doel te be reiken: de volkeren moeten zich van de gedachte doordrongen voelen, dat de oor log een misdaad is, dat het noodzakelijk is er van af te zien als middel van na tionale politiek, en dat de oplossing van het geschil slechts langs vredelievenden weg moet worden nagestreefd. De Nederlandsche regeering, die eeu wenoude vriendschapsbetrekkingen met de twee groote volkeren, die het geschil hebben, onderhoudt, spreekt het vaste vertrouwen uit dat de discussies den weg zullen openen tot een overeenkomst tus schen de twee partijen, en een vruchtbare samenwerking in de toekomst. Alleen op deze wijze zal de vrede in het Verre Oos ten gered kunnen worden, de vrede, die diepe wortels vindt in de Oostersche ziel. Japansche aanvalsplannen tegen Rus land? Onder dit onrustbarend kopje zendt Vaz Dias het volgende bericht uit Moskou, dat natuurlijk wel met een kor reltje zout genoten moet worden. De „Prawda" bespreekt in haar editie van Zaterdag uitvoerig de Russisch-Ja- Nieuw model vredesduif. („Canard enchainé"). waarschuwt de Japansche politiek voor dergelijke plannen, die slechts tot ernsti ge verwikkelingen kunnen aanleiding geven. De Sovjet-regeering heeft, meldt V. D. nader, uitgebreide maatregelen aangekon digd ter versterking van de grenzen in het Verre Oosten. De officieele „Isvestia" bevat een artikel, waarin aan de hand van eenige documenten wordt aangetoond, dat Japan beoogt, een deel van het grondge bied der Sovjet-Unie te annexeeren en wel het Siberische gedeelte tot aan het Baikal-meer, op 400 mijl afstand van de Mandsjoerijsche grens. DE OUD-STRIJDERS EN HET CHINEESCH-JAPANSCHE CONFLICT. Een brief van het Verhond V.O.S. De correspondent van de „Nw. Rott. Crt." te Brussel meldt: Door het Verbond van Vlaamsche Oud- Strijders, dat ongeveer 80.000 leden telt, is aan den Japanschen gezant alhier een brief gezonden, waarin o.m. het volgende wordt gezegd: „De gebeurtenissen in Mantsjoerije en China hebben ons, Vlaamsche Oud-Strij ders, zooals trouwens alle vredesmen- schen over de heele wereld, diep veront rust. Wij hebben immers den oorlog op het IJzerfront van aangezicht tot aange zicht gezien en hebben daaruit besloten dat geen stoffelijk belang ter wereld dien gruwel kan rechtvaardigen. Wij voelen ons daarom gedwongen om, uit naam van de oorlogsverminkingen, die wij in ons lichaam dragen, uit naam van onze 80.000 leden, aan u, aan uw regee ring, aan het Japansche volk, met nadruk te zeggen, dat, naar onze opvatting het militair optreden van Japan tegen China ter beveiliging van Japansche louter com- mercieele belangen in den grond niet an ders kan beschouwd worden dan als een misdaad tegen de menschheid en een be spotting van nog al te zwakke in stellingen voor internationaal recht". RUSLAND EN JAPAN. Moskou eischt terugroeping van den Japanschen consul te Wladiwostock. De Russische gezant te Tokio, Troja- nowski, heeft de Japansche regeering een verklaring overhandigt, waarbij Rusland het aanblijven van den Japanschen con sul-generaal op zijn post te Wladiwostock voor onmogelijk houdt na diens bekende verklaring inzake de samentrekking van deelen van het Roode leger aan de Rus- sisch-Koreaansche grenzen. De Russi- sische regeering verwacht, dat de Japan sche regeering den consul-generaal van zijn post zal terugroepen. Ondanks de Russische klachten stelt de Japansche regeering zich op het stand punt, dat de consul slechts zijn plicht ge daan heeft. De regeeringstroepen gaan tot den aanval over. Naar verluidt zijn de regeeringstroepen Zaterdagavond ertoe overgegaan de op standelingen te Maentsaelae definitief te omsingelen. Verwacht werd, dat de re geeringstroepen Zondagochtend tot den aanval zouden overgaan. Voordien zal de regeering waarschijnlijk een laatste ulti matum tot de Lappo-lieden richten. Naar verluidt beschikken de opstandelingen over 60 machinegeweren. PROVINCIAAL CRISIS-CONGRES VAN DEN GEWESTELIJKEN RAAD VAN S.D.A.P. EN N.V.V. TE AMSTERDAM. (Van onzen correspondent). In de groote tooneelzaal van het A.M. J.V.-gebouw aan het Leidsche plein te Amsterdam, kwam Zaterdagochtend de gewestelijke Raad Noord-Holland uit S.D.A.P. en N.V.V. in buitengewoon Con gres bijeen, een Congres dat in zekeren zin een voorbereiding vormde tot de groote straatdemonstratie door beide ge noemde lichamen, later op den dag geor ganiseerd. De zaal was vrijwel geheel gevuld. Vertegenwoordigd waren 127 af- deelingen van Vakbonden, 20 Bestuur dersbonden, eenige plaatselijke Raden, 23 Vrouwenclubs en 73 afdeelingen der S.D.A.P. De leider van het Congres, de heer P. K. Peerlkamp, opende de bijeenkomst met een welkomstwoord en stelde op den voor grond, dat dit Congres het verzet zal moe ten demonstreeren tegen de Regeering, een Regeering, die men, zeide hij, in zeker opzicht wel met het kapitalistisch stelsel kan vereenzelvigen. De crisis waarin wij verkeeren is een crisis van het kapitalistisch stelsel. Aan ons de taak aldus spr., dat er tenminste geen inzin king komt van het levenspeil der arbei ders, een peil, dat zij na zooveel jaren strijd en organisatie bereikt hebben. Onze vertegenwoordigers in de Kamer doen voortdurend pogingen, door middel van betere steunregelingen, enz. zulk een in zinking te voorkomen, maar het stuit alles steeds weer of op den onwil van de j Regeering, der burgeoisie. Een krachtig verzet tegen dezen onwil moet er van onze zijde zijn. Nadat hij nog had medegedeeld, dat inplaats van het Kamerlid, mr. J. Duijs, die bericht van verhindering ge zonden had, als spreker zou optreden de I heer J. H. Matthijsen, gaf de Voorzitter het woord aan het Kamerlid E. Kupers, voorzitter van het N.V.V. Deze spreker begon met te zeggen, dat de korte tijd hem belette in te gaan op de vele en verschillende oorzaken die deze crisis, waarin wij thans verkeeren en die scherper is dan eenige voorafgaande, deden ontstaan. Tot die oorzaken belmo ren o.a. de oorlog, en zijn nasleep, het protectionisme, het nationalisme, de credietcrisis. Aan het productie-apparaat ligt het niet. Dat is groot genoeg en tech nisch zijn we eigenlijk al rijp voor het col- lectionisme. Tragisch noemde hij het, dat juist in deze tijden in de arbeidersbewe ging splitsingen plaats hebben of drei gen. Vroeger, bij vorige crisissen, ging de verlaging van het loonpeil gemakkelijk. Maar langzamerhand werd de weerstand der arbeiders grooter. Wel moeten we er alles op zetten onze politieke en economi sche organisaties ongeschonden door dezen crisistijd heen te brengen. Die or ganisaties kunnen echter niet alles. Laat ons niet onszelf wijsmaken, dat wij nu al in een onverdeeld gunstige positie staan. We zijn in en buiten het parlement nog altijd een minderheid. En waar er in ons land nog een driekwart millioen ongeor ganiseerden zijn, daar is het naief aan re volutie te denken, zooals thans sommige elementen onder de arbeiders doen. De minister heeft in de Kamer mede gedeeld, dat er reeds 300 millioen gul den aan werkloozen en steunuitkeering wordt uitgegeven. Dat is zeker veel, maar desalniettemin is en blijft onze eer ste eisch, dat er gezorgd zal worden voor een behoorlijke ondersteuning. De rechts grond is en blijft hier, dat iedere arbeider die wil werken ook een behoorlijk onder houd krijgt, ongeacht het bedrag. Een grief tegen de Regeering is o.a., dat zij alles maar op de gemeenten tracht af te schuiven. Dat is in geen enkel land zoo. Tegelijkertijd dat men de gemeenten voor het leeuwenaandeel der ondersteu- nings- en andere kosten laat opkomen, wordt die gemeenten anderzijds verweten, dat zij een roekelooze financieele politiek voeren! Maar wat het Rijk thans bijdraagt is veel en veel te weinig. Om onze eischen door te zetten hebben wij in dezen tijd meer dan ooit gesloten heid in eigen gelederen noodig. Dit is de eerste crisis waarin wij inderdaad in aan tal gegroeid zijn. Waar dat aantal in de vorige crisis nog daalde met 70.000. zijn wij thans met een 50.000 leden gestegen. Dat is tenminste een lichtpunt! Een be lofte voor de toekomst. Er zij vertrouwen in de moderne arbeidersbeweging en een ijzeren discipline! (krachtig applaus). De crisis in land- en tuinbouw. De tweede inleider, de heer J. H. Matthijsen, besprak voornamelijk de nood in het land- en tuinbouwbedrijf. Dat be drijft heeft, zei spr., om te beginnen zeker veel minder weerstandsvermogen dan de industrie. Ten tweede hebben we er te maken met de bijzondere positie van het grondkapitaal, dat geen bedrijfsrisico draagt, zooals het industriekapitaal dat, door middel van de aandeelhouders, die niets krijgen als er geen winst is, wèl doet. De pacht en de hypotheekrente wordt geëischt, ook als er van bedrijfs winst geen sprake meer is. En ten derde heeft men er een groot aantal (meest kleine) producenten die geheel onafhan kelijk van elkaar werken. Iedere boer op, zichzelf moge, zooals het nu is, riep spr. uit, wat de bedrijfsvoering betreft, gelijk hebben, alle boeren tezamen hebben in dezen, doordat er geen organisatie is, ongelijk! Zoo is het trouwens niet alleen bij de boeren, maar overal. Met verschillende sterk sprekende voorbeelden toonde spr. aan waartoe de, tot nu toe gevolgde indi- vidueele, geheel ongeorganiseerde pro ductie in den land- en tuinbouw leidt. Het bedrijf is thans in deze crisis vastgeloo- pen. De Regeering verstrekt nu credie- ten. Maar dat is precies de helft van wat minstens zou noodig zijn. Inplaats van te helpen, werken de Banken in deze tijden in vele gevallen tegen. Er zijn zelfs Ban ken die nu volledige aflossing van hypo theken eischen. Spr. noemt met naam en toenaam enkele ergerlijke staaltjes van een dergelijk optreden. Ter genezing van den toestand komt men nu met protectie aandragen. Maarde Duitsche landbouw b.v. is al jarenlang geprotegeerd en dat helpt niets! En natuurlijk wil men ook hier weer als het groote redmiddel de loonsverlaging zien. Een verlaging die echter de toch al lage loonen ten plstte- lande niet kunnen velen. Met steunver- leening zal men wellicht iets kunnen doen ter leniging van den nood van dezen tijd, maar hoofdzaak moet zijn, dat we ons in stellen op een nieuwe periode waarin de bedrijfsvoering in den land- en tuinbouw georganiseerd moet worden. Ook nieuwe methoden, spr. noemde als voorbeeld de z.g. electro-cultuur waarmede prof. Sprenger zich bezig houdt en waarmede op het oogenblik in het Westland reeds proeven worden genomen. Het ktpitulL*' me, zeide spreker, overleeftnatuur'ijk deze crisis, maar ook onder burgerlijk denkenden groeit het inzicht, dat het ook in den land- en tuinbouw met een volsla gen individueel geleide productie op zijn einde loopt, dat er noodzakelijkerwijze or ganisatie en regeling in grooter verband, nationaal en ook internationaal, moet komen. Door een 15-tal sprekers, dat zich voor het hieropvolgend debat had opgegeven, werd, met voorbeelden uit de praktijk, óe heerschende groote nood nog eens ge- illustreerd. De toestanden ten plattelande werden o.a. besproken door de heeren Hart, uit Koedijk, De Vries, uit St. Pan- cras en Gaillard, uit Nieuwe Niedorp. Zij Indien gij voortdurend last hebt van schele hoofdpijn als gevolg van een slechte spijsvertering, gebruik dan eens een poosje Foster's Maagpillen, het betrouwbare, zacht werkende laxeermiddel. Alom verkrijgbaar h f 0.65 pet flacon. door K. R. G. BROWNE. 48) „Third degrec taktiek, he?" zei Mr. Todd goedkeurend. „Dat is een goeie methode.Ga je gang, jong, ik help je we! zooveel mogelijk. Als 't mijn lukt om een paar maal op 'em terecht te ko- men, heb je niet eens de roeien hier noodig. Er bestaat echter een spreekwoord, dat zegt: „De mensch wikt, maar God' be schikt", woorden van groote wijsheid, zooals ook nu weer duidelijk gedemon streerd werd. Want nauwelijks had Gerr- ge zich over een aantal meubelen heen gebogen, om door kloppen op het schot de aandacht van zijn ex-schoolkameraad te trekken, of een heele rist onverwachte gebeurtenissen draaide als een film af. Het begon met een luiden knal, alsof er iets ontplofte. De Ford zwenkte met een scherpe bocht naar links af en (ieorge ging met een smak boven op mr. iodd zitten, die op deze vriendelijkheid reageerde door hardop te steunen. I)e auto ging met zwenken voort, botste met een slag tegen iets hards op, schommelde, zwaaide, reed tegen de lage berm langs de sloot op, schommelde weer en sloeg om. Er zijn menschen die er prat op gaan dat ze onder alle omstandigheden hun tegenwoordigheid van geest kunnen be waren en tot dusver had George M. A. Carr zich verbeeld, dat ook hifdie deugd bezat. Maar hij had nog nooit in een kap seizende Ford opgesloten gezeten en ge durende de eerste paar oogenblikken werkte die gewaarwording op zijn zenu wen in. Toen het, twee tellen na het om slaan, tot hem doordrong, dat hij in het pikdonker zoo wat op z'n hoofd stond, met iets zachts en weeks dat hem den adem benam, boven op zich, slaakte hij een ge- smoorden gil, en probeerde zich, door uit alle macht te spartelen en te worstelen, van dit doode gewicht te bevrijden. Waar op het doode gewicht of, met andere woorden mr. Todd, een benauwd gegorgel uitstiet en probeerde zich de hoogte in te krijgen, door een groote, vleezige hand op het gezicht van George te plan ten en daarop zwaar te leunen. Die be weging verlichtte den druk op het ge deelte van George's lichaam onder zijn maag, maar verloste tevens het stroompje meubelen, dat door den breeden rug van mr, Todd tijdelijk afgedamd geweest was, uit zijn gevangenschap. George begon juist krachtige pogingen in het werk te stellen om zich uit zijn be narde positie te bevrijden, toen twee fauteuils, het grootste gedeelte van een tafel, een rol karpet, een vaatdoekenrekje en drie koperen kolenbakken vroolijk rommelend naar beneden kwamen, hem op twintig gevoelige plaatsen te gelijk raakten en hem boosaardig neervelden. Een poos lang bleef hij stil liggen. Hij was buiten adem en half verdoofd, maar toch drong het nog, hetzij flauwtjes, tot nem door, dat hij een zooveelste poging moest doen, om zijn vrijheid terug te krij gen. Juist, toen hij genoeg energie opge pompt had. om het te probeeren, veran derde het donker om hem heen opeens in helder licht en hoorde hij de stem van zijn broeder in het ongeluk, die opgewekt zei: „Hier, jong pak m'n handHè-je 'era? Goed, stevig vasthouên dan onder wijl dat ik trek... Een, twee, drie!!!" De stapel meubelen op de borst van George rees langzaam op, viel naar weerskanten weg een serie kraak-ge- luiden kondigde de verdere demontage van de tafel aan en opeens schoot George met een arm, die voelde of hij uit het lid getrokken was als de kurk uit een champagneflesch, de auto uit en de fris- sc.he lucht in. Hij beschreef een sierlijken boog en kwam, met zijn gezicht naar be neden, in de sloot terecht. Gewillige han den beurden hem op, namen hem den koperen kolenbak, die zich als een helm op zijn hoofd geplant had af, wikkelden het karpet van zijn middel los, ontwar den voorzichtig zijn linkerenkel uit het vaatdoekenrekje en voerden hem weer op het rechte pad. „Gom!" zei mr. Todd. „Van me léve nog nooit zoo'n fijne vacansie meegemaakt Van begin tot einde geen vervelend oogenblik". George vulde zijn longen met frissehe lucht, reinigde zijn gezicht met behulp van zijn zakdoek, van de paar ons mod der, die erop gekleefd zat, en zuchtte lang en diep. Zijn opsluiting binnen de wanden van de Ford was niet langdurig geweest, maar toch langdurig genoeg om hem te doen voelen als een moderne Monte Christo of als een gevangenisboef 11a twintig jaar „zitten". Hij knipperde tegen het leven-en-gezondheid gevende zonlicht en keek belangstellend .om zich heen. Het schouwspel dat zijn oog trof had veel weg van de photo's, die men dikwijls in sensationeel-georiënteerde bladen boven het onderschrift: „Na de ramp" te genieten krijgt. De Ford lag in een hou ding die te kennen gaf, dat haar lang en werkzaam leven eindelijk ten einde liep, half in en half uit de sloot, 't Was of zij door haar pathetisch gelaten air wilde zeggen, dat dit de druppel was die den beker deed overloopen. Door den schok was de ijzeren dwarsstaaf uit haar klem men losgeschoten en door op het juiste oogenblik wijd open te gaan hadden de deuren mr. Todd plus een lawine van zeer billijk geprijsde meubelen uit hun „benauwde veste" verlost. Een meter of vijf verderop stak de voorste helft van een licht-geel gelakte Rolls-Royce, met een linker spatbord, dat kenteekenen van den slag vertoonde buiten iets, dat waarschijnlijk den in gang naar een groot buiten w as, uit. Mid den op den weg zat een man op leeftijd met wallen onder zijn oogen en een vuur toren-baard, onder het uitspreken van be weringen in het plaatselijke dialect, het gedeelte van zijn rug onder zijn middel te betasten. Toen George en mr. Todd, met de plotselingheid van den politieagent en den dood in de poppenkast van achter de auto tevoorschijn kwamen, hielden de be zweringen op, de onderkaak met den baard zakte uit en de oogen kwamen van achter hun omwalling tevoorschijn. Maar ze namen niet de minste notitie van hem, want aan den kant van den weg stonden (^-00 personen een klein dametje met ouderwetschen zonnehoed en een krach tig gebouwde oude heer in plus fours van een merkwaardig geruit dessin over een onbewegelijke gedaante gebogen, die op de berm uitgestrekt lag. „Allemachtig!" riep George, terwijl hij in looppas op de groep afging, „tante Helen". „Gommie!" zei mr. Todd. „Wat is der met Smith gebeurd?" Het kleine dametje richtte zich op en keek verbaasd om. „Wel, heb ik van m'n leven", zei ze. „Ben jij 't, George? Waar kom jij opeens vandaan?" De krachtig-gebouwde oude heer keek eveneens 0111 en vertoonde der gemeente een smal, mager, aristocratisch gezicht met een grooten, krommen neus, een voor uitstekende kin en opvallend intelligente, hei-blauwe oogen. „Wie zijn dat?" vroeg hij niet bepaald beleefd. „Het jonge exemplaar is mijn neef, George Carr, ik geloof niet dat je 'em ooit ontmoet heb, John. En de ander", ging Miss Pringle even onconventioneel voort, „is een Amerikaansche Ier, een vriend van hem, Todd heet hijGeorge, dit is Sir John Croyde... En waar kom jij nu zoo opeens vandaan?" ylkehweeh we zaten in de Ford. We mochten meerijden, begrijpt u-" George keek naar omlaag, naar de machteloos neerliggende figuur van Fan shawe-Smith. „Ie-ie... ik bedoel, wat is er „Heeft een knock-out gehad", legde Sir John zakelijk uit. „Juist toen ik het hek uit wou rijden sprong er een band van dien man daar", hij wees naar de plek waar Ouwe Bill het gebeurde nog steeds met zichzelf zat te beredeneeren, „hij deukte mijn linker spatbord, slipte tegen dien telegraafpaal en sloeg om. Deze hier heeft een leelijken tik op zijn bol gehad. Maar dat trekt straks wel weer bii. Moei ten 'em maar inladen cn mee naar huis nemen, dunkt me". „Wie is het?" informeerde Miss Pring le, „toch niet een vriend van je, George?" „Eh?... Ja, eenigszins wel... Hij heet Fanshawe-Smith". „Merkwaardig! 't Lijkt wel of je van plan bent hier een kolonie te stichten. En waar is dat meisje, dat je gisteravond bij je hadt, George? Ik dacbt, dat je na het eten met hqar bij me zou komen?" George keek baar hulpeloos aan. Hij voelde zich gewoonweg niet in staat om nu een langdurigen en gedetailleerden uit leg te gaan staan geven. Gelukkig kwam Sir Jobn op dat oogenblik tusschen bei den. „Dat kan je straks uitvechten, Helen. Eerst moeten we dezen hier onder dak zien te krijgen. Help een handje, jullie twee". De „jullie twee", gehoorzaamden gewil lig. En zoo werd Fanshawe-Smith, het on schuldige slachtoffer van de opinie die Bill Salmon's patroon er ten opzichte van het uithoudingsvermogen van auto's en autobanden op na hield, door Sir John bij zijn voeten, mr. Todd bij zijrr hoofd en schouders en George ergens midscheeps naar de Rolls gedragen en op de luxueuse zachte kussens neergelegd. Miss Pringle klom vlug op haar plaats achterin, Geor ge en mr. Todd verdeelden zich met een minimum gemak voor zichzelf en een maximum voor Fanshawe-Smith over de overige zitplaatsen en Sir John stapte op Ouwe Bill af, om het een en ander met hem af te spreken een onderhoud, dat een en al gemoedelijkheid begon, maar dat al gauw in een soort van schreeuw- wedstrijd ontaardde. (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 1