SS denan' 0f a,Ies ,achte- Daï Sam Professor Smousbaard geeft college. Ons Kinderverhaal. ONS KiNDgRHOEKjgn Beste jongens en meisjes! Oeoeoeoeoeiiii.oeoeoeoeoeoeiiiii. loeide de wind van de week en de j regen deed tikketikketikketik op de ruiten. Die booze wind was zoo nijdig i als het krulhondje dat me eens, toen ik een jongen was, een gat in mijn kous beet en die regen tikte zoo verdrietig tegen het raam, alsof hij het zelf spij tig vond dat ie een vacantiedag van jullie ging bederven, ik moest aan jul lie denken toen ik dat treurige regen- iiedje hoorde en toen ik buiten niets anders zag dan droevige wolken, die heel hoog boven de huizen schoven en vaar de zon nooit door kon kijken. Ik dacht, nu zijn jullie boos en kijken met mopperende gezichten naar buiten en j denken er alleen maar aan dat je nu i met fijn kunt spelen en misschien heb I donr .moeder 00k wel boos gemaakt door je gemopper en toen was het heelemaal verdrietig in huis. ik heb die wind en die regen ook gehoord en ik heb die grauwe wolken gezien en... was daar blij om niet omdat ik dacht: „gelukkig dat ik'geen vacantie heb», maar omdat ik van Sg De tnfrvpn -w het regen noodi£ had. De tulpen wilden maar niet verder den mt, dan dat heele kleine groene aarHo' - a maar net hoven de zwarte fn w n ^°n, gluren en de rihus, die Februari al zoo frisch groen begon te zien, was niet veranderd. En nu W 5ej- alles °P zien Beuren! reHen en £ie tul Propjes zich uit- ÏÏ;e"® zich openden en den regen .dronken en of alles veel frisscher Y den ref6n en daarom was ik blij. -\u is er de zon weer, die schiint on ik Wi f' v-f °p kant00r staat en die een tuil,6 of Vlnd" Ik houd me" van een tulp, 0f van een roos, of van van h'I?Clnta Y°f<-een snee«wklokje, of ha Vip LT-?- met zijn gouden hartje, dat ik van de week tusschen het g asi zag staan. Nu is alles veel mooier. Pr n i!n dyoeven regendag. Zoo moet er ook wel eens verdriet in je leven zaTwn'rijp 1 a,"ur Weer veeI mooier wel? Rpn Veel. bUier- Begr«p je dat -I6 we' eens veertien dagen lang ziek geweest of nog langer en dan buiten W„TA** V00r het eerst naa" wereld nie.t precies of de met inrWp W3S 0f -ie alle dincen Min i gKe" zag? De menschen zijn altijd erg bang voor het verdriet en daar l,gt juist vaak een groot ée luk achter. Maar ik vi-pm ;T 5 misschien niipr^F .ees dat .l»Hie dat niet begrijpen en bripfipo /T il, g» beginnen met de W.„t die J Salie. Je vindt het vast wel een klein beetje jammer dat je nu ook vacantie hebt fan Fransche les Nelly, want nu kan Je die mooie, deftig-klinkende voordjes niet Ieeren. En op Fransch ben hU™ a ee" beetje tr°tsch. Een prijs uit Jfa week n'et sewonnen, zooals je mt onderstaande namen ziet. Corrie VValboom. Dat is wel jam nier dat je vorige week vergeten hebt je raadsels in te zenden, Corrie, juist de laat ste week voor de verloting. Nu heb je niet meegedaan en kon je dus niets winnen. Een prachtig cadeau heeft je vader gehad, hoor, maar dat is vast niet uit je eigen spaarpot betaaid, want dan was ie heelemaal leeg geweest. Mon Bonte. Dat is een mooie voor uitgang op je rapport, hoor Mon, en als je zoo je best blijft doen als in het afgeloopen kwartaal, dan geloof ik zeker dat je wel over zult gaan. Als je vacantie dus voorbij is, je tanden op elkaar en aan den slag. Aafje v. Leeuwen. Dan is dat plan tje ook niet dood geweest, Aafje, als het nu weer gaat groeien. Er was alleen niet voor gezorgd en daarom zag het er zoo treurig uit, dat je net dacht dat het dood was. Als je voor kleine of groote kinderen niet zorgt dan gaan ze er ook droevig uit- z en, daarom moet je zoo blij zijn dat je vader en moeder zoo goed voor je zorgen. Met je rapport ben je prachtig vooruitge gaan, hoor. Harm Leyen. Van de week bracht je opa je brief, Harm, die houdt zeker veel van je dat hij zoo ver voor je loopt. Wat fijn lijkt me dat om 's morgens zoo vroeg mee te gaan met de vlet naar Texel. Dat zou ik ook best eens willlen, als ik vacantie had, maar 't zal misschien ook wel koud zijn. Jij hebt al veel plezier gehad met je vacantie, hoor. Die H. v. L., vorige week, was jouw naam, Harm. Jan, Ali en Henny Roeper, Texel. Ziezoo, dat is meteen de heele familie tege lijk, want van jullie alledrie kreeg ik ook één brief. Wat een korte Paaschvacantie hebben jullie gehad, maar als je nu met Pinkster de schade inhaalt, dan is dat fijn, want dan zijn de dagen langer en is het weer misschien mooier, dus dat is zoo kwaad nog niet. N e e 1 i e v. d. S 1 i k k e, Oosterend (T.). Hoe kan ik dat nu weten. Neelie, als jij schrijft over Jopie, dat dat een meisje is. Jopie kan toch evengoed een jochie zijn. Ik ken wat een leuke jongetjes die Jopie hee- ten. Ik feliciteer je met je verhooging, hoor. Fijn hè, nu in de hoogste klas. Tonny Kersbergen. Gelukkig dat je vacantie had en dus tijd had om te zoe ken naar dai derde raadsel, Tonny, anders had je het vast niet gevonden en nu was het goed. Waar zoo'n vacantie en zoo'n regendag al niet goed voor zijn. bi? J o Burger. Dank je wel voor je eigen gemaakt raadsel, al moet je voorloopig maar geen eigengemaakte raadsels meer in zenden. Ik krijg te veel van het goede. Fransje Moorman. Je hebt geen boek gewonnen, Fransje, en je zusje ook niet, dat vind ik wel jammer voor jullie, maar je moet evengoed erg blij zijn hoor, die mag nooit van een boek afhangen. Ik hoop heusch voor jullie dat je volgende maand eens zoo gelukkig bent. Marie Moorman. Gelukkig, Marie. dat je booze bui over is en dat je nu weet „blij en vroolijk" bent, zooals je schrijft. Ik vind het fijn dat je zulke prettige Paaschdagen hebt gehad, nu, ik ook, hoor. Tony Sinnige. Jij bent een geluk kige prijswinnares, Tony en je zal dus van daag een echte fijne dag hebben. Kom je boek maar gauw halen, ik hoop dat je het mooi vindt. Jannie Vlaming, Oosterend (T.) Jij bent zeker bang, dat je met dien storm van Texel afwaait, hè, Jannie, omdat je zoo hoopt, dat de wind gaat liggen. Maar zoo'n vaart zal het niet loopen, hoor, je zet je beenen maar flink stevig op den grond en dan waai je niet zoo gauw weg. A n n i e v. d. Brink. Fijn, Annie, dat je nu juist met de vacantie weer loopen mag en nog maar een keertje naar het hos- pitaal moet. 't Was leuk, dat je den twee- den Paaschdag aankwam en toen je net de deur uit was, toen riep broertje met een j hoog stemmetje: „Annie, Annie". Nelly Kager. Dat is dom van je, Nelly, dat je steeds vergeet dat je tien jaar bent, als je nu vandaag ook maar niet ver geet dat je een boek gewonnen hebt. Maar dat denk ik wel niet en ik geloof dat je zoo hard als je loopen kan vanmiddag naar de Koningstraat holt. I n a B o e 1 s. Dank je wel voor je goede wenschen voor het Paaschfeest, al was je j er wat laat mee. Ja, dat derde raadsel was wel een beetje een zoekerij, maar je hebt 'tJ toch gevonden en de andere kinderen ook. Veel plezier in Amsterdam. Germaine Francken. Dat is ook fijn dat jij nu zoo'n klein zusje hebt, waar je in de vacantie mee kan spelen. Net een groote levende pop, hè? Maar veel fijner. Annie Walboom. Dat versje over „Dan kunnen wij genieten" kwam eerst Donderdagmiddag in mijn bezit, het was per ongeluk bij de raadsels terecht geko men. Nu heeft plaatsing daarvan geen zin meer, omdat er reeds regen gekomen is. De andere versjes vindt je hieronder. Ik had gehoopt dat jij deze maand een prijs zou winnen, maar dat is niet zoo. Volgende maand echter wordt jou een prijs toege wezen en dan worden er drie boeken ver loot en voortaan zal ik iedere maand een boek toewijzen aan het vriendje of vrien dinnetje, dat het trouwst en het best oplost en dan drie boeken verloten. De prijzen zijn, na loting ten deel gevallen aan: Kees en Jaap Kok, Texel. Nelly Kager, Langestraat 120. EEN BLIJ SPELLETJE EN EEN DROEVIG SLOT. Laatst op een Zondagmorgen, Dat Grootmoe bij ons was, Toen mochten mijn twee broertjes Met Grootmoe naar Koegras. En wat er toen gebeurde, Vertel ik u zoo waar, Gebeurde met twee jongens, Die speelden bij elkaar. De jongens met hun vijven Bedachten toen een plan, Zij spraken: laat ons rijden, De kluft af met een gang. Maar bij de kluft was water. Wie daar nu wel aan dacht? Niet onze dapp're jongens, Dat daar gevaar hun wacht. Dra wisten groote jongens Er af te gaan met spoed, Maar geen dacht in die stonden, Wat kleine broer wel moest. Broer lag toen op z'n rug al Te spartlen in het nat, Toen Jaap in angst aan Moeder En aan zijn Broertje dacht. Hij is toen vlug te water, Met kleeren aan gegaan, En wist nog net te pakken Z'n broertje bij de kraag. (Historisch.) TONY SINNIGE. KAMPEEREN. De Paaschvancantie is weer om, Dus vrienden en vriendinnen kom, Nu moeten wij weer leeren, Vier maanden flink ons best gedaan, En zorgen dat wij overgaan, En dan.... gaan wij kampeeren. ANNIE WALBOOM. 0' HET MITRAILLEURTJE. Daar zit te kleine Janneman, Met opgewonden kleurtje, Naast hem staat zijn verjaarsgeschenk, Een namaak mintrailleurtje. Er zijn papieren soldaatjes er bij, En erwten om te schieten, Hij zet de soldaatjes in 't gelid, En nu gaat hij gemeten. Het eerste schot dat is al raak, 't Kost een soldaat zijn been, Het tweede, dat is ook niet mis, 't Gaat door een schouder heen. Opeens houdt Jan met schieten op, Hij gaat naar 't gewond soldaatje, En legt zijn lieve kinderhand Op 't doorgeschoten gaatje. Zijn traantjes komen voor den dag En ook verdwijnt zijn kleurtje, En met een bleek behuild gezicht, Schopt Jan naar 't mitrailleurtje. ANNIE WALBOOM. EEN VOORSTELLING VAN HET „CIRCUS LARIEBLOEM". Een gezellig verhaal door MART. Toen kwam directeur Larieboem weer op de proppen. „Dames en heeren, de zooeven door u bewonderde en toe gejuichte dikke juffrouw weegt, zooals ik al gezegd heb, 200 kilo, ze eet alleen slagroomtaart en koek met veel boter en ze drinkt alleen maar room! Op die manier komt ze iederen dag een kilo bjj, zoodat het circus spoedig trotsch kan zijn op een persoon niet van 200, maar van 300 kilogram! Thans mag ik u voorstellen Sabelli, de beroemde Italiaansche jongleur!" Na de gebrui kelijke gongslagen trad Sabelli (Jan Donkers) vanuit de gordijnen tevoor schijn. Hij was gekleed in een fijn pakje van wit satinet en liep op gym nastiekschoenen. Voor zich uit droeg hij een lange lat, waarvan hij een einde in de hand hield, terwijl op het andere einde een stoffertje balanceerde. Het heele publiek zat in stomme bewonde ring toe te kijken. Hij verdween weer Hierboven vinden jullie de oplossing van de wereldberoemde wiskundige Agatha Boerdijk, Loodsgracht 21 en j professor Smousbaard van de vorige Tony Sinnige, Ruyghweg 177. j week. in de schermen om met een stok terug te komen, waarop een hoogen hoed, scheef op den rand geplaatst, balan ceerde. Maarwat gebeurde er! Plot seling gleed de stok uit zijn handen en de hooge hoedbleek op den stok vastgespijkerd te zitten. Van alle kan ten kwam het protest, maar Sabelli maakte lachend een buiging en nam de beenen tusschen de gordijnen. Eigen lijk moest je er om lachen, vonden de jongens. Toen kondigde directeur Larieboem de olifant aan. Dat was me een spanning. Niemand geloofde, dat er een echte olifant zou komen en toch waren ze allemaal benieuwd, wat ze te zien zouden krijgen! En hun ongeduld werd niet te lang op proef gesteld, want Larieboem hield van opschieten. Weer dreunden de gongslagen door de loods en ging het gordijn even een beetje open om de „olifant" door te laten! De jongens juichten van enthousias me, want al bleek het dan geen echte te zijn, het effect was veel grappiger! Van stukken zeildoek hadden de jon gens, geholpen door ijverige zusters en moeders een soort olifant gemaakt, in de achterpooten liep Kees Jansen, dip zich gebukt aan de voorpooten, name lijk Ben Hassels, vasthield. Ben Has- sels kon door twee ooggaten rondZ1^ en hij had onder zijn armen twee fijne slagtanden van wit hout vastgebonden. Zijn rechterarm had hij vooruitges - ken in de slurf, zoodat die ook echt ico bewegen. Grappig-strompelend t p- pelde de aldus samengestelde „o door de arena. Zoo nu en dan liepe achterpooten in een anderen pa-, de voorpooten, maar dat gaf m komieke tintje aan de zaak\ had intusschen een wit pakje valn fl oom uit Indië aangetrokken, dat - daar het veel te ruim was. allerdwaast aan het lichaam zat. Om ztin hoof h« bij wijze van tulband een sc»n vet gewrongen en een tak_mei „ornaks" weerhaakje, zooals de echte h t luftbtn. Orie» Ml In d, midden van de arena werd namaak-neger-circusknecht gekeerde waschtobbe neergezet en

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 20