S. A. KANNEWASSER Zn.
IE DOLENDE IUWEELEK.
TIELEMANS' WIJNEN
TOBRALCO
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Buitenlandsch overzicht.
KONIJN'S PRESK0P
DONDERDAG 7 APRIL 1932
60ste JAARGANG
De Fransch-Engelsche besprekingen. - Een gunstig
verloop. - Het Iersche antwoord verzonden. - Het
aftreden van den Zuid-Slavischen premier. - Amerika
en de ontwapeningsconferentie.
Tot Pinksteren!!!
Het bij de nat. socialisten in
beslag genomen materiaal.
VRAAGT naar
Koningstraat 85.
om de kwalileit.
Telef. 492.
Ernstige vechtpartij nabij
Roosendaal.
in 50 dessins,
kleur-eoht, - wasch-echt,
Inbraak r gswaldploging.
FEUILLETON
®h.excentriek...."
Nr. 7102.
EERSTE BLAD
COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Keldersche Courant f 1.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65; binnen
land f 2.—, Nederl. Oost en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70,
f 1._. Modeblad resp. f 0.95,11.25, f 1.25, f 1.35. Losse nos. 4 ct.fr.p.p.6ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jh.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIEN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewjjsno. 4 ct.
De besprekingen tusschen Frankrijk en
Engeland over het Donauplan en verschil
lende andere vraagstukken, zijn geëindigd
en de resultaten zijn zeer bevredigend.
MacDonald heeft verklaard, dat de con
ferentie de hartelijkste was, waaraan hij
ooit had deelgenomen. Ieder was verrast
dat het gelukt was in één dag alles af te
doen. Men hoopt met deze methode van
conferenties te kunnen voortgaan.
Het getuigenis van Tardieu over deze
conferentie was niet optimistisch. Hij ver
klaarde:
Ik ben zeer verheugd te kunnen mede-
deelen, dat de lange conferentie objectief
en hartelijk is verloopen.
Ik heb een lange ervaring in interna
tionale bijeenkomsten en ik kan zeggen,
dat ik nooit een beter indruk van den
geest van zoo'n bespreking had gehad als
heden.
Alle Parijsche bladen verklaarden, dat
de beide eerste ministers het over de mo
daliteiten van de verwezenlijking der eco
nomische aaneensluiting van de Donau-
staten volkomen eens zijn geworden en
dat het nu nog slechts van Italië en in het
bizonder van Duitschland afhangt, binnen
hoeveel tijd het plan tot uitvoering kan
raken.
Hoewel MacDonald geweigerd heeft
nadere mededeelingen te doen omtrent de
punten waarop de overeenstemming is
bereikt, verneemt de Petit Parisien van
welingelichte zijde, dat het ging om de
volgende zes punten:
1. De uitnoodiging aan de vijf Donau-
staten.
2. De wijziging, die in hun huidige
oeconomische verhouding tot elkaar moet
worden gebracht en die voornamelijk be
trekking heeft op de bestaande meest be-
gunstigings-overeenkomsten.
3. Dat staten die bij de Donauover-
eenkomst betrokken zullen worden.
4. De vorm der te treffen overeen
komsten.
5. De kwestie der preferentieele ta
rieven.
De Parijsche bladen beschouwen de be
sprekingen als een veelbelovend begin
voor het overleg van de viermogendheden-
conferentie over maatregelen tot leniging
van de moeilijkheden, waarin de Donau-
landen verkeeren.
Laat ons ten slotte nog meedeelen dat
Bainville in de Liberté meldt, dat Frank
rijk een groote conversieleening aan de
Donaustaten voorbereid. Als bedrag wordt
vrij algemeen een milliard francs genoemd.
Het Iersche antwoord is Dinsdag naar
Londen verzonden, zoo meldde Reuter
Dinsdagavond, De Valera zou bereid zijn
om naar Londen te gaan, teneinde zijn
argumenten voor de inhouding van de
16 procent korting op onze eigen gebreide
IJzersterke SPORTKOUSEN
JAAP SNOR, ZUIDSTRAAT 19.
(Let op den gelen winkel)
landannuïteiten te bespreken.
Het Iersche antwoord houdt in dat het
standpunt van den Vrijstaat is, dat de eed
van trouw moet verdwijnen uit de grond
wet, daar het een vraagstuk van zuiver
binnenlandschen aard is, dat alleen den
Vrijstaat interesseert.
Een wetsontwerp tot afschaffing van
den eed van trouw zou 20 April bij het
parlement van den Vrijstaat worden in
gediend.
Ex-president Cosgrave heeft gisteren
een bijeenkomst gepresideerd, waarin
plannen zijn uitgewerkt om de regeering
de Valera te bestrijden op de punten van
den eed en de land-annuïteiten.
Het aftreden van den Zuid-Slavischen
premier, dat wij in ons vorig nummer
nog hebben vermeld, is betrekkelijk on
verwacht gekomen.
Het was duidelijk zoo schrijft de
Nw. Rott. Crt. dat het verzet tegen
zijn politiek en zijn persoon vermeerder
de en dat zijn positie op den duur on
houdbaar zou worden, doch algemeen
had men gedacht, dat het ministerie tot
na afloop der verkiezingen in Frankrijk
nog wel stand zou houden. Het verzet
tegen Zifkowits was van drieërlei aard,
politiek, economisch en persoonlijk.
Zooals men zich zal herinneren, heeft
Zifkowits al in het begin des jaars het
ontslag van zijn ministerie aangeboden,
omdat het zijn taak vervuld had. maar
achtte de koning toen nog niet den tijd
gekomen om zijn getrouwen generaal te
laten gaan. Het bleef bij een reconstructie
van het kabinet. Dit kabinet was den 3en
September 1931 gevormd met het speciale
doel de verkiezingen te leiden, die voort
vloeiden uit het herstel van de constitu
tie. Voordien was Zifkowits bijna twee
jaar lang (van 6 Januari 1929 af) aan
het bewind geweest als uitvoerder van
den wil van den Koninklijken dictator.
Men verwachte overigens van Zif
kowits heengaan zoo eindigt het blad
zijn beschouwing geen verbluffenden
ommekeer. Het herstel der politieke vrij
heden zal in ieder geval onder Marin-
kowits niet dan heel geleidelijk gaan.
Deze ervaren staatsman is te goed thuis
in de binnenlandsche politiek om te be
seffen, dat voor een ongebreidelden
partijstrijd zijn land nog niet rijp is.
Amerika en de ontwapeningsconferen
tie. Daar de economische lasten en de
bedreiging van den vrede in de wereld
de laatste maanden zijn toegenomen, al-
dus heeft de Amerikaansche president
Dinsdag te Washington verklaard, gaat
Stimson, de Amerikaansche minister van
buitenlandsche zaken, naar Genève, in de
hoop positieve resultaten van de ont
wapeningsconferentie te vergemakke
lijken.
Een Reuter-telegram meldt: In een
vergadering van journalisten heeft Hoo-
ver gezegd, dat Stimsons doel is, om van
de ontwapeningsconferentie in overeen
stemming met de Amerikaansche wen-
schen eenige concrete en bepaalde resul
taten te verkrijgen, hoewel deze natuur
lijk niet overweldigend kunnen zijn.
De wereld, zei Hoover, heeft oecono-
misch en geestelijk behoefte aan opluch
ting, die verkregen kan worden door één
of ander succes van de ontwapenings
conferentie.
Hoover voegde hieraan toe, dat door
Stimson niet gesproken, noch onderhan
deld zal worden over het vraagstuk van
de schulden.
Op het Amerikaansche departement
van buitenlandsche zaken is naar aanlei
ding van Hoovers mededeeling opge
merkt, dat Stimson er te Genève vooral
op zal aandringen, dat de aanvalswapenen
zoo mogelijk .afgeschaft worden, met
name zware en lichte pantserwagens, ge
makkelijk vervoerbaar zwaar geschut,
bombardementsvliegtuigen en gifgassen.
Verder zal Stimson pogen te bereiken,
dat men de uitgaven voor oorlogsmate
riaal en de troepensterkten vermindert of
beperkt.
De vermoedens in de pers, dat Stimson
voor besprekingen over het schulden-
vraagstuk naar Europa zou reizen, wor
den door het departement uiterst ondoel
matig genoemd, daar dergelijke geruch
ten slechts den tegenstand van het Con
gres zouden verstijven en de taak van
den minister veel moeilijker zouden
maken.
Het rapport van het Pruisische
ministerie van binnenlandsche
raken.
In het rapport van den minister van
binnenlandsche zaken van Pruisen betref
lende het resultaat van zijn onderzoek van
het bii de N.S.D.A.P. in beslag genomen
materiaal, wordt allereerst geconstateerd
dat de z.g. berichtendienst der nationaal-
socialisten een spionnagedienst is van
zeer grooten omvang. Hij strekt zich ook
uit tot d!e werkzaamheid van den staat en
zijn organen, zooals regeering, politie en
r"ks\veerbaarheid. Dat hier op centraal
bevel gewerkt wordt, bewiizen de overal
gedane vondsten van dergelijke spionnage-
berichten, hoofdzakelijk met nauwkeurige
opgaaf van sterkte, indeeling en bewape
ning dei- politie. Door het centrale partij
bureau wordt maandelijks de „berichten
dienst" uitgegeven in-verschillende onder-
deelen. zooals bijv. „Informatie betreffen
de de K.P.D.", of „Informatie betreffende
het systeem der tegenstanders". Er wor
den dan verscheidene „bladen" uitge
geven.
Volgens communistisch voorbeeld wordt
evenwel ook openlijke „ontbindings"-
arbeid verricht,
Ook aan de technische installatie van
een omvangrijk berichtennet is volgens
het officieele bericht in den laatsten tijd
bijzondere aandacht gewijd, en wel door
middel van alle denkbare communicatie
middelen, met inbegrip van postduiven.
Een zich over het geheele rijk uitstrek
kende relay-dienst is geconstateerd. Ook
betreffende de inrichting van een eigen
radiodienst met korte-golfzenders zijn bij
zonderheden bekend.
In het rapport worden vervolgens ver
scheidene S.A.-bevelen genoemd voor den
„dienst op de verkiezingsdagen". Volgens
deze bevelen moesten de stormtroepen
voor 13 Maart met leeftocht voor twee
dagen, met bepakking enz. zijn uitgerust.
Tegenover al deze waarnemingen moet,
naar dan verder wordt medegedeeld, de
motiveering van het door de op perste S.A.-
leiding gegeven alarmbevel meer dan zon
derling schijnen: door concentratie der
S.A.-mannen botsingen op straat te voor
komen.
De nat ionaal-socialist en hadden overi
gens blijkbaar vergaande voorbereidingen
getroffen voor het geval zij aan het be
wind zouden komen. In dit geval is bij
zonder belangrijk een tot in de kleinste
bijzonderheden uitgewerkt plan betreffen
de de algemeene mobilisatie van vitale
bedrijven der stad Wiesbaden; zelfs ds te
verwijderen beambten en ambtenaren en
de nieuwe leider waren reeds met name
genoemd. Van belang is ook de eventueel
voorgenomen voor gebruik ongeschikt-
making van zekere waterleidingen door
uitschakeling of door toevoer van aniline,
ten einde stakende arbeiders te veront
rusten.
Minister Severing over het
rapport.
Minister Severing heeft Dinsdagavond
het rapport van het Pruisiche ministerie
van binnenlandsche zaken nopens het bij
de N.S.D.A.P. in beslag genomen mate
riaal toegelicht. De minister noemde de in
het rapport vermeld® documenten slechts
„staaltjes", aangezien het geheele mate
riaal eenige boekdeelen uitmaakt. Met na
druk verwierp Severing de opvatting, dat
de samentrekking der S.A.-mannen op den
verkiezingsdag een voorzorgsmaatregel is
geweest ter voorkoming van botsingen
met anders-denkenden. Ook bij vorige ge
legenheden heeft de minister kennis ge
kregen van voorgenomen pogingen tot op
stand, zooals den 9en Augustus, den dag
van het Pruisiche referendum, den dag
van den nationaal-socialistischen op-
marsch in Bronswijk, enz. De Pruisische
regeering heeft zich bij deze gelegenheden
steeds sterk genoeg gevoeld om aan iedere
poging de openbare orde te verstoren het
hoofd te kunnen bieden.
De minister besprak nog de wijze, waar
op hem de berichten van het rijksminis-
terie en van talrijke andere zijden gewer
den en deelde ten slotte mede, dat hij
hierin aanleiding heeft gevonden huis
zoekingen te doen verrichten. Hij is daar
bij niet afgegaan op geruchten, doch op
feiten. De minister besloot met te zeggen,
dat het met het gemoedelijke bestaan der
stormafdeelingen en beschermingspatrouil
les voorbij is. In deze opvatting staat de
Pruisische regeering niet alleen, doch zij
wordt gesteund door de regeeringen van
Beieren, Wurttemberg, Saksen, Baden en
Hessen en nog eenige andere.
DE PHILIPPIJNEN KRIJGEN
ONAFHANKELIJKHEID.
Over acht jaar.
De Amerikaansche Kamer van Afge
vaardigden heeft een wetsontwerp aan
genomen om de Philippijnen binnen een
tijdperk van acht jaar onafhankelijk te
verklaren. Het ontwerp bepaalt, dat bin
nen dit tijdperk het kader van het nieuwe
bewind zal worden uitgewerkt en dat de
constitutie door den president der Ver.
Staten zal worden goedgekeurd.
De Amerikaansche boeren wenschen
sedert lang de onafhankelijkverklaring
van de Philippijnen, ten einde een douane
tarief op de producten daarvan te ver
krijgen.
HOOVER EISCHT 200 MILLIOEN
DOLLAR BESPARING.
In een bijzondere boodschap aan het
Congres eiseht Hoover dat nog 200 mil-
lioen op de begrotingsuitgaven zullen
worden bezuinigd. De President stelt
voor een reorganisatie der bestuurslicha
men.
De President wenscht voorts persoon
lijk in contact te komen met daartoe aan
gewezen commissie uit het Huis en uit
den Senaat. Deze commissie en de Pre
sident zouden dan een programma moe
ten opstellen over een besparingscam
pagne in grooten stijl.
Binnenland.
Wildemanstooneelen ln een
herberg. Verscheidene per
sonen ernstig gewond.
Op het kruispunt van den rijksweg Roo
sendaalBreda en den weg Bosschehooi'd-
Rucphen, is het Maandagavond te onge
veer half acht tot een woeste vechtpartij
gekomen, waarbij verscheidene personen
ernstige verwondingen hebben opgeloopen.
In den loop van den avond kwam een
groepje van vijf a acht personen in het
tiaar gelegen café van den heer Jac. Luykx.
Op dat oogenblik bevond zich in het café
nog een aantal personen, meerendeels
leden der ter plaatse gevestigde voetbal
vereniging. De binnentredenden, waar
onder de gebroede ra J. en N. H. uit St.
Willebrord en het echtpaar J. v. H. uit
Roosendaal, waren in een opgewonden
stemming. Zonder dat er een directe aan
leiding valt aan te wijzen, is kort daarop
een vechtpartij ontstaan. Van twist schijnt
geen sprake te zijn geweest, maar toen de
zoon van den caféhouder II. Luykx zijn
vader wilde gaan waarschuwen, waar
schijnlijk omdat hij herrie vreesde, kreeg
hij van een van het troepje met een asch-
bak een hevigen klap in het gezicht. De
jonge Lnykx stortte bewusteloos neer en
er ontstond groote ver\Varring onder de
bezoekers.
De vrouw van den caféhouder ging ont
steld haar man roepen, die in de schuur
bezig was de koeien te melken. Deze snel
de toe en onmiddellijk na zijn verschijning
ontstond een groot tumult. Luykx trachtte
de herriemakers buiten te zetten, doch
dezen namen daarmee geen genoegen en
er volgde een woeste vechtpartij, waarbij
waarschijnlijk ook van messen gebruik is
gemaakt. De jongens van de sportclub
trachtten, deels buiten, deels op zolder,
een goed heenkomen te zoeken; de ande
ren werden naar buiten gewerkt. De laat
ste, die het café verliet, was J. H„ een
van de broeders uit St. Willebrord. Hij
bloedde vreeseliik aan het gezicht, zijn
wang was ingescheurd en ook aan de bee-
nen had hij verwondingen opgeloopen.
Omstanders brachten hem naar de woning
van den landbouwer A. van Dijk aan de
overzijde, waar hij het bewustzijn verloor.
Inmiddels trachtten de belhamels, onder
gevloek en getier, het café weer binnen te
dringen, waarbij zij van balken gebruik
SS per el.
Verkrijgbaar bij:
Let op naam op den zelfkant
Vraagt onze Stalen-collectie
maakten om de deur in elkaar te ram
meien. De ruiten, voor zoover zij niet ge
blindeerd waren, zijn ingeworpen. Een
roode lantaarn, die Dinsdagmorgen ver
nield tegen den muur van het huis is ge
vonden, schijnt eveneens voor dit doel te
zijn gebruikt.
Na een kwartiertje verschenen ter
plaatse de veldwachters uit de omliggende
dorpen, die een einde maakten aan de
herrie. De doktoren van Son uit Ouden-
boscb, Anderegh uit Rucphen en van
Dortmund uit Hoeven warén eveneens ge
waarschuwd en belastten zich met de ver
zorging van de gewonden, die naar de wo
ning van den heer A. van Dijk waren ge
bracht. De reeds genoemde J. H. uit St.
Willebrord was er het ergst aan toe en is
door dr. van Son per auto naar het gast
huis te Oudenbosch vervoerd. Zijn broer
N. H. had een bloedende, waarschijnlijk
echter niet gevaarlijke, wond aan cien pois.
J. v. H. uit Roosendaal had een groote,
diepe snede aan den schedel, maar scheen
zich daar niet veel 0111 te bekommeren,
want terwijl hij werd verbonden, maakte
hij grappen, lachte en nam den dokter in
de maling. Het houten been van van H.
was gebroken. Van H„ ziin vrouw en .1. H.
zijn daarop naar het arrestanten lokaal te
Bosschehoofd overgebracht.
Dezer dager, is getracht in te breken bij
een 69-jarige zwerfster, die met haar
woonschuit nabij Papeveer onder de ge
meente ter Aar ligt. De poging is echter
verijdeld, doordat de oude Vrouw uit alle
macht op een misthoorn begon te blazen,
waardoor omwonenden ziin gewaarschuwd.
Maandagnacht hebben eenige onverlaten
evenwel een nieuwe poging gedaan en dit
maal niet succes. Omstreeks half twee is
In Crisistijd is kwaliteit qoeclkooper.
door
K. R. G. BROWNE.
61)
„Maar wie....?" begon Sir John. Ver
der dan die twee woorden kwam hij niet,
want op dat oogenblik hadden ze een
hoek van het huis bereikt en van daar
zagen ze nog juist het achtergedeelte van
den groenen auto, die met een vaart, als
of de chauffeur dacht dat hij de wegen
in Somerset voor zich alleen had, om de
scherpe bocht van de oprijlaan verdween.
„Goeie genade!" zeide Sir John. „Daar
gaat onze vriend met het ingedeukte
hoofd!"
George en Mr. Todd staarden in opper
ste verbazing naar de nu verlaten oprij
laan. Ze hadden de groene auto maar
even gezien, maar toch lang genoeg om de
inzittenden te herkennen en dus waren zij
minstens even overbluft als hun gastheer.
„Waar gaat die naar toe?" informeerde
Sir John.
George schudde zijn hoofd.
„Geen idéé van. Hij isnogal....
„Dat merk ik," zei Sir John droogjes.
„Enfin, we zullen 't maar beschouwen als
een bewijs, dat hij geheel hersteld is en
ons dus verheugen.Wie waren die twee
heeren, die hij bij zich had! Ook vrien
den van u?"
„Nee.. e>h.niet bepaald. Vrienden
van hem."
„O, dat 's wat anders," zei Sir John,
om maar wat te zeggen, want in zijn hart
vond hij het absoluut niet anders.
Een lichtelijk pijnlijke stilte volgde. Sir
John was te beleefd om over een quaestie,
die zijn gasten blijkbaar liever niet wil
den bespréken, door te gaan, maar dat dit
zooveelste bewijs van hun eigenaardig
heid hem ontstemde, was duidelijk te zien.
De manier, waarop ze hun entrée in
Croyde Park gemaakt hadden, het inci
dent met de imitatie-juweelen en nu weer
deze zeer onopgevoede manier van weg
gaan van een hunner, waren dingen, die
om uitleg vroegen; misschien, als een van
hen niet de neef van Helen Pringle ge
weest was en in die hoedanigheid boven
verdenking verheven, dat hij het er niet
bfj gelaten had. Nu echter wachtte hij ge
duldig op een verklaring die niet kwam,
daar George en Mr. Todd, wat de beweeg
redenen voor het gedrag van Fanshawe-
Smith betrof, even volkomen als hij in
het duister verkeerden, 0111 nog van het
wanneer en waarvandaan van het ver
schijnen der gebroeders Byng niet eens
te spreken. Ze keken elkaar aan, keken
een anderen kant op en keken elkaar
weer aan, zonder iets wijzer te worden.
„Ik ben benieuwd, of hij nog terug
komt," merkte Sir John, bij wijze van
voelhoren uitsteken, op. „U denkt toch
niet dat die slag op zijn hoofd hem uit
zijn evenwicht gebracht kan hebben?"
„Dat zou 'k niet denken," zei Mr. Todd
met eeu pret-grijns. „Er bestaat volgens
mü niks dat dien uit zijn evenwicht
brengt, of 't moet een aardbeving of zoo
iets zijn."
„O, nu, in dat geval.... Halloo! Wie
hebben we daar? Wel, wel, onze dorps-
bloedhond!"
Deze „wie" was inderdaad veldwachter
Turtle, een veldwachter Turtle, die in een
tempo, dat voor iemand van zijn „pos
tuur" een miraculeuse prestatie was, op
zijn „beroeps"-fiets de oprijlaan kwam
af-peddelen. Met zijn gezicht een blauw
purperen halfrond, met oogen, die schrik
barend puilden en een snor, die geagi
teerd naar alle windstreken woei, trapte
hü. onder het uitstooten van allerlei
kreungeluiden, erop los, dat het grint in
een halfcirkelvormigen boog van onder
zijn fietsbanden wegspoot. De drie op het
terras bleven zijn naderbij komen belang
stellend gadeslaan; een woedend-veront-
men niet alle dagen te bewonderen krijgt,
waardigde corpulente politie-agent spur
tend op een fiets, is een schouwspel, dat
men niet alle dagen te bewonderen krijgt.
„Hij schijnt nogal opgewonden te zijn,"
zei Sir John, toen de verschijning in uni
form bij het terras van zijn fiets viel, de
trappen opstrompelde en in een onbehou
wen galen op hen af kwam. Lu heeren
Carr en Todd gaven geen antwoord; on
gemerkt trokken zij zich achter hun
gastheer terug, want deze ontmoeting be
hoorde niet bepaad tot de onvermengde
genoegens.
Veldwachter Turtle bracht zichzelf op
een meter afstand van de groep tot staan,
groette haastig en hijgde.
„Geef 111e.pf... uw auto pf
effe te leen pf Sir John!"
De wenkbrauwen van Sir John gingen
bij het hooren van dit zonderlinge ver
zoek een centimeter de hoogte in.
„Wat zeg je, Turtle?"
„Leen me uw auto effe.pf. in
naam.... pf.der wet. Sir John! As
'k voortmaak kan 'k ze nog inhalen.
Hebbe me bijkans omvergereje.de 1.
„Beheersch je wat, Turtle," zei Sr John
uit de hoogte. Hij had niet bepaald een
hoog idee van het intellect van den plaat
selijken vertegenwoordiger der Wet
de kerel was niet eens in staat om een
paar stroopers, die al een jaar de buurt
onveilig maakten, in te rekenen! en
dus schreef hij diens opgewondenheid
aan een te lang bezoek in het „Wapen
van Croyde" toe. „Wat sta je daar te
bazelen? Over wie heb je 't?"
„Over die twee snuiers, die omtrent
een vijf minuten gelejen hier vandaan
benne gegaan. Ik heb ze daar straks op
inbreken in me huis betrapt, en toen heb
ik ze achterna gezeten, maar ze hebbe
wete weg te komme, ziet-u! Ze hebbe.
„Waren ze in jouw huis aan 't in-
breke n?"
„Zoo is 't net, sir! En ze zouen me on
dersteboven gereje en gewoon over me
heen gegaan zijn as ik niet net an de
buitekant van me fiets gevallen was, en
ze reeje maar effe een zeventig, sir!
As.
„Heb je hte over die drie heeren in een
groene auto, die vijf minuten geleden
hiervandaan vertrokken zijn?
„Krek. Zoo is 't, sir! De kant van
Yeobury op.... zoo benne ze gegaan, en
neturelik kon 'k ze niet inhalen en drom
wou 'k uwes auto.... Waaaatü!"
Die uitroep, een soort van verbaasde
jank, dankte zijn ontstaan aan het feit,
dat veldwachter Turtle op dat oogenblik
de heeren Carr en Todd, die zich beschei-
denlijk achteraf gehouden hadden, ont
dekte.
„Ik laat me villen en hajen," zei hij, „as
dat de twee andere niet benne! Ik dacht
al, die zulle wel erregens in de buurt
rondzwerreveü"
Sir John keek in opperste verbazing
van zijn eenen gast naar zijn anderen en
werd in beide gevallen door een bleeken
glimlach voor zijn belangstelling beloond.
,Heb je soms te veel gedronken,
Turtle?!" vroeg hij hautain.
„G e d r 0 n k e 11, Sir! Ik gedro n-
ken! Nee, ik heb niet gedronken!" gal
Turtle, in zijn wiek geschoten door deze
onverdiende beschuldiging, waardig ten
antwoord. „Ik heb vanmorrige nog al
veel tijd gehad om te drinken. De halleve
tijd heb ik die twee daar achterdn ge-
zete!" Hij wees met een beschuldigenden
vinger naar de heeren Carr en Todd.
„En ik dacht," zei Sir John geduldig,
„dat de menschen die je vanmorgen ach
terna gezeten hebt als je iemand
tenminste achterna gezeten hebt in de
groene auto weggegaan waren?"
„Zoo is 't. net, Sir. Maar die twee daar
heb ik ook achteran gezeten, begrijp u?"
„Nee, ik begrijp 't niet," zei Sir John,
nu met '11 tikje ongeduld. „Je schijnt van
morgen wel de heele streek achterna ge
zeten te hebben, Turtle. Waarom zit je
die stroopers van mij niet achterna.
en pakt ze!"
„Ja.... dat heb 'k justement gedaan,
sir, daarstaanz e!" Weer wees hij
op de heeren Carr en Todd. „Dat benne
•Je snuiters, die vannacht in South Wood
aan de gang geweest benne, sir!"
„Wat!!!"
„Ja! Ze hebbe uwes beet geiinmcn
dat zie 'k wel.. naturelik aap-wat-he-je-
een-mooie-jonge-gespeeld. Maar dat bén
ne de twee die Hopjoy vannacht bijkans
bij hun kladde gehad heb, sir.... Van-
morrege benne ze me door de vingers
geglipt, maar daarmee benne ze niet van
me af.... zoo gemakkelijk gaat dat
niet.
In de drie en zestig jaar, dat hij een
bewoner van dit ondermaansche was,
had Sir John onder meer geleerd, dat het
wijs is de dingen te nemen zooals ze zijn
en je door niets uit je evenwicht te laten
[brengen. In gewone omstandigheden be
reikte hij met deze philosophie de beste
j resultaten, maar voor dit speciale geval
schoot ze te kort. Hjj was absoluut over
bluft en de geestestoestand was duidelijk
op zijn gezicht te lezen, toen hij zich, 11a
Turtle's lofzang op zichzelf, tot zijn gas-
jten keerde.
„Mischien kunt u een van beiden licht
in deze zaak brengen! Ik weet er eerlijk
gezegd geen raad mee."
George verborg zijn ongerust geweten
achter een air van onschuld en keek den
man in het blauw verwijtend aan.
„Je mag wel wat voorzichtiger met
dat soort beweringen zijn, vriend," zei
hij. ,,'t Is laster of smaad, een van de
twee wat weet ik niet."
Maar de Wet liet zich niet zoo gemak
kelijk overbluffen.
„Zoo, wat u zegt! En waarom hè jij me
dan in de heg geduwd en ben-je vortge-
loopen? En waarom.
'vWordt vervolgd).
m