S. A. KANNEWASSER Zn. IE DOLENDE IUWEELEK. TIELEMANS' WIJNEN TOBRALCO NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Buitenlandsch overzicht. KONIJN'S PRESK0P DONDERDAG 7 APRIL 1932 60ste JAARGANG De Fransch-Engelsche besprekingen. - Een gunstig verloop. - Het Iersche antwoord verzonden. - Het aftreden van den Zuid-Slavischen premier. - Amerika en de ontwapeningsconferentie. Tot Pinksteren!!! Het bij de nat. socialisten in beslag genomen materiaal. VRAAGT naar Koningstraat 85. om de kwalileit. Telef. 492. Ernstige vechtpartij nabij Roosendaal. in 50 dessins, kleur-eoht, - wasch-echt, Inbraak r gswaldploging. FEUILLETON ®h.excentriek...." Nr. 7102. EERSTE BLAD COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Keldersche Courant f 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65; binnen land f 2.—, Nederl. Oost en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70, f 1._. Modeblad resp. f 0.95,11.25, f 1.25, f 1.35. Losse nos. 4 ct.fr.p.p.6ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jh. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIEN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewjjsno. 4 ct. De besprekingen tusschen Frankrijk en Engeland over het Donauplan en verschil lende andere vraagstukken, zijn geëindigd en de resultaten zijn zeer bevredigend. MacDonald heeft verklaard, dat de con ferentie de hartelijkste was, waaraan hij ooit had deelgenomen. Ieder was verrast dat het gelukt was in één dag alles af te doen. Men hoopt met deze methode van conferenties te kunnen voortgaan. Het getuigenis van Tardieu over deze conferentie was niet optimistisch. Hij ver klaarde: Ik ben zeer verheugd te kunnen mede- deelen, dat de lange conferentie objectief en hartelijk is verloopen. Ik heb een lange ervaring in interna tionale bijeenkomsten en ik kan zeggen, dat ik nooit een beter indruk van den geest van zoo'n bespreking had gehad als heden. Alle Parijsche bladen verklaarden, dat de beide eerste ministers het over de mo daliteiten van de verwezenlijking der eco nomische aaneensluiting van de Donau- staten volkomen eens zijn geworden en dat het nu nog slechts van Italië en in het bizonder van Duitschland afhangt, binnen hoeveel tijd het plan tot uitvoering kan raken. Hoewel MacDonald geweigerd heeft nadere mededeelingen te doen omtrent de punten waarop de overeenstemming is bereikt, verneemt de Petit Parisien van welingelichte zijde, dat het ging om de volgende zes punten: 1. De uitnoodiging aan de vijf Donau- staten. 2. De wijziging, die in hun huidige oeconomische verhouding tot elkaar moet worden gebracht en die voornamelijk be trekking heeft op de bestaande meest be- gunstigings-overeenkomsten. 3. Dat staten die bij de Donauover- eenkomst betrokken zullen worden. 4. De vorm der te treffen overeen komsten. 5. De kwestie der preferentieele ta rieven. De Parijsche bladen beschouwen de be sprekingen als een veelbelovend begin voor het overleg van de viermogendheden- conferentie over maatregelen tot leniging van de moeilijkheden, waarin de Donau- landen verkeeren. Laat ons ten slotte nog meedeelen dat Bainville in de Liberté meldt, dat Frank rijk een groote conversieleening aan de Donaustaten voorbereid. Als bedrag wordt vrij algemeen een milliard francs genoemd. Het Iersche antwoord is Dinsdag naar Londen verzonden, zoo meldde Reuter Dinsdagavond, De Valera zou bereid zijn om naar Londen te gaan, teneinde zijn argumenten voor de inhouding van de 16 procent korting op onze eigen gebreide IJzersterke SPORTKOUSEN JAAP SNOR, ZUIDSTRAAT 19. (Let op den gelen winkel) landannuïteiten te bespreken. Het Iersche antwoord houdt in dat het standpunt van den Vrijstaat is, dat de eed van trouw moet verdwijnen uit de grond wet, daar het een vraagstuk van zuiver binnenlandschen aard is, dat alleen den Vrijstaat interesseert. Een wetsontwerp tot afschaffing van den eed van trouw zou 20 April bij het parlement van den Vrijstaat worden in gediend. Ex-president Cosgrave heeft gisteren een bijeenkomst gepresideerd, waarin plannen zijn uitgewerkt om de regeering de Valera te bestrijden op de punten van den eed en de land-annuïteiten. Het aftreden van den Zuid-Slavischen premier, dat wij in ons vorig nummer nog hebben vermeld, is betrekkelijk on verwacht gekomen. Het was duidelijk zoo schrijft de Nw. Rott. Crt. dat het verzet tegen zijn politiek en zijn persoon vermeerder de en dat zijn positie op den duur on houdbaar zou worden, doch algemeen had men gedacht, dat het ministerie tot na afloop der verkiezingen in Frankrijk nog wel stand zou houden. Het verzet tegen Zifkowits was van drieërlei aard, politiek, economisch en persoonlijk. Zooals men zich zal herinneren, heeft Zifkowits al in het begin des jaars het ontslag van zijn ministerie aangeboden, omdat het zijn taak vervuld had. maar achtte de koning toen nog niet den tijd gekomen om zijn getrouwen generaal te laten gaan. Het bleef bij een reconstructie van het kabinet. Dit kabinet was den 3en September 1931 gevormd met het speciale doel de verkiezingen te leiden, die voort vloeiden uit het herstel van de constitu tie. Voordien was Zifkowits bijna twee jaar lang (van 6 Januari 1929 af) aan het bewind geweest als uitvoerder van den wil van den Koninklijken dictator. Men verwachte overigens van Zif kowits heengaan zoo eindigt het blad zijn beschouwing geen verbluffenden ommekeer. Het herstel der politieke vrij heden zal in ieder geval onder Marin- kowits niet dan heel geleidelijk gaan. Deze ervaren staatsman is te goed thuis in de binnenlandsche politiek om te be seffen, dat voor een ongebreidelden partijstrijd zijn land nog niet rijp is. Amerika en de ontwapeningsconferen tie. Daar de economische lasten en de bedreiging van den vrede in de wereld de laatste maanden zijn toegenomen, al- dus heeft de Amerikaansche president Dinsdag te Washington verklaard, gaat Stimson, de Amerikaansche minister van buitenlandsche zaken, naar Genève, in de hoop positieve resultaten van de ont wapeningsconferentie te vergemakke lijken. Een Reuter-telegram meldt: In een vergadering van journalisten heeft Hoo- ver gezegd, dat Stimsons doel is, om van de ontwapeningsconferentie in overeen stemming met de Amerikaansche wen- schen eenige concrete en bepaalde resul taten te verkrijgen, hoewel deze natuur lijk niet overweldigend kunnen zijn. De wereld, zei Hoover, heeft oecono- misch en geestelijk behoefte aan opluch ting, die verkregen kan worden door één of ander succes van de ontwapenings conferentie. Hoover voegde hieraan toe, dat door Stimson niet gesproken, noch onderhan deld zal worden over het vraagstuk van de schulden. Op het Amerikaansche departement van buitenlandsche zaken is naar aanlei ding van Hoovers mededeeling opge merkt, dat Stimson er te Genève vooral op zal aandringen, dat de aanvalswapenen zoo mogelijk .afgeschaft worden, met name zware en lichte pantserwagens, ge makkelijk vervoerbaar zwaar geschut, bombardementsvliegtuigen en gifgassen. Verder zal Stimson pogen te bereiken, dat men de uitgaven voor oorlogsmate riaal en de troepensterkten vermindert of beperkt. De vermoedens in de pers, dat Stimson voor besprekingen over het schulden- vraagstuk naar Europa zou reizen, wor den door het departement uiterst ondoel matig genoemd, daar dergelijke geruch ten slechts den tegenstand van het Con gres zouden verstijven en de taak van den minister veel moeilijker zouden maken. Het rapport van het Pruisische ministerie van binnenlandsche raken. In het rapport van den minister van binnenlandsche zaken van Pruisen betref lende het resultaat van zijn onderzoek van het bii de N.S.D.A.P. in beslag genomen materiaal, wordt allereerst geconstateerd dat de z.g. berichtendienst der nationaal- socialisten een spionnagedienst is van zeer grooten omvang. Hij strekt zich ook uit tot d!e werkzaamheid van den staat en zijn organen, zooals regeering, politie en r"ks\veerbaarheid. Dat hier op centraal bevel gewerkt wordt, bewiizen de overal gedane vondsten van dergelijke spionnage- berichten, hoofdzakelijk met nauwkeurige opgaaf van sterkte, indeeling en bewape ning dei- politie. Door het centrale partij bureau wordt maandelijks de „berichten dienst" uitgegeven in-verschillende onder- deelen. zooals bijv. „Informatie betreffen de de K.P.D.", of „Informatie betreffende het systeem der tegenstanders". Er wor den dan verscheidene „bladen" uitge geven. Volgens communistisch voorbeeld wordt evenwel ook openlijke „ontbindings"- arbeid verricht, Ook aan de technische installatie van een omvangrijk berichtennet is volgens het officieele bericht in den laatsten tijd bijzondere aandacht gewijd, en wel door middel van alle denkbare communicatie middelen, met inbegrip van postduiven. Een zich over het geheele rijk uitstrek kende relay-dienst is geconstateerd. Ook betreffende de inrichting van een eigen radiodienst met korte-golfzenders zijn bij zonderheden bekend. In het rapport worden vervolgens ver scheidene S.A.-bevelen genoemd voor den „dienst op de verkiezingsdagen". Volgens deze bevelen moesten de stormtroepen voor 13 Maart met leeftocht voor twee dagen, met bepakking enz. zijn uitgerust. Tegenover al deze waarnemingen moet, naar dan verder wordt medegedeeld, de motiveering van het door de op perste S.A.- leiding gegeven alarmbevel meer dan zon derling schijnen: door concentratie der S.A.-mannen botsingen op straat te voor komen. De nat ionaal-socialist en hadden overi gens blijkbaar vergaande voorbereidingen getroffen voor het geval zij aan het be wind zouden komen. In dit geval is bij zonder belangrijk een tot in de kleinste bijzonderheden uitgewerkt plan betreffen de de algemeene mobilisatie van vitale bedrijven der stad Wiesbaden; zelfs ds te verwijderen beambten en ambtenaren en de nieuwe leider waren reeds met name genoemd. Van belang is ook de eventueel voorgenomen voor gebruik ongeschikt- making van zekere waterleidingen door uitschakeling of door toevoer van aniline, ten einde stakende arbeiders te veront rusten. Minister Severing over het rapport. Minister Severing heeft Dinsdagavond het rapport van het Pruisiche ministerie van binnenlandsche zaken nopens het bij de N.S.D.A.P. in beslag genomen mate riaal toegelicht. De minister noemde de in het rapport vermeld® documenten slechts „staaltjes", aangezien het geheele mate riaal eenige boekdeelen uitmaakt. Met na druk verwierp Severing de opvatting, dat de samentrekking der S.A.-mannen op den verkiezingsdag een voorzorgsmaatregel is geweest ter voorkoming van botsingen met anders-denkenden. Ook bij vorige ge legenheden heeft de minister kennis ge kregen van voorgenomen pogingen tot op stand, zooals den 9en Augustus, den dag van het Pruisiche referendum, den dag van den nationaal-socialistischen op- marsch in Bronswijk, enz. De Pruisische regeering heeft zich bij deze gelegenheden steeds sterk genoeg gevoeld om aan iedere poging de openbare orde te verstoren het hoofd te kunnen bieden. De minister besprak nog de wijze, waar op hem de berichten van het rijksminis- terie en van talrijke andere zijden gewer den en deelde ten slotte mede, dat hij hierin aanleiding heeft gevonden huis zoekingen te doen verrichten. Hij is daar bij niet afgegaan op geruchten, doch op feiten. De minister besloot met te zeggen, dat het met het gemoedelijke bestaan der stormafdeelingen en beschermingspatrouil les voorbij is. In deze opvatting staat de Pruisische regeering niet alleen, doch zij wordt gesteund door de regeeringen van Beieren, Wurttemberg, Saksen, Baden en Hessen en nog eenige andere. DE PHILIPPIJNEN KRIJGEN ONAFHANKELIJKHEID. Over acht jaar. De Amerikaansche Kamer van Afge vaardigden heeft een wetsontwerp aan genomen om de Philippijnen binnen een tijdperk van acht jaar onafhankelijk te verklaren. Het ontwerp bepaalt, dat bin nen dit tijdperk het kader van het nieuwe bewind zal worden uitgewerkt en dat de constitutie door den president der Ver. Staten zal worden goedgekeurd. De Amerikaansche boeren wenschen sedert lang de onafhankelijkverklaring van de Philippijnen, ten einde een douane tarief op de producten daarvan te ver krijgen. HOOVER EISCHT 200 MILLIOEN DOLLAR BESPARING. In een bijzondere boodschap aan het Congres eiseht Hoover dat nog 200 mil- lioen op de begrotingsuitgaven zullen worden bezuinigd. De President stelt voor een reorganisatie der bestuurslicha men. De President wenscht voorts persoon lijk in contact te komen met daartoe aan gewezen commissie uit het Huis en uit den Senaat. Deze commissie en de Pre sident zouden dan een programma moe ten opstellen over een besparingscam pagne in grooten stijl. Binnenland. Wildemanstooneelen ln een herberg. Verscheidene per sonen ernstig gewond. Op het kruispunt van den rijksweg Roo sendaalBreda en den weg Bosschehooi'd- Rucphen, is het Maandagavond te onge veer half acht tot een woeste vechtpartij gekomen, waarbij verscheidene personen ernstige verwondingen hebben opgeloopen. In den loop van den avond kwam een groepje van vijf a acht personen in het tiaar gelegen café van den heer Jac. Luykx. Op dat oogenblik bevond zich in het café nog een aantal personen, meerendeels leden der ter plaatse gevestigde voetbal vereniging. De binnentredenden, waar onder de gebroede ra J. en N. H. uit St. Willebrord en het echtpaar J. v. H. uit Roosendaal, waren in een opgewonden stemming. Zonder dat er een directe aan leiding valt aan te wijzen, is kort daarop een vechtpartij ontstaan. Van twist schijnt geen sprake te zijn geweest, maar toen de zoon van den caféhouder II. Luykx zijn vader wilde gaan waarschuwen, waar schijnlijk omdat hij herrie vreesde, kreeg hij van een van het troepje met een asch- bak een hevigen klap in het gezicht. De jonge Lnykx stortte bewusteloos neer en er ontstond groote ver\Varring onder de bezoekers. De vrouw van den caféhouder ging ont steld haar man roepen, die in de schuur bezig was de koeien te melken. Deze snel de toe en onmiddellijk na zijn verschijning ontstond een groot tumult. Luykx trachtte de herriemakers buiten te zetten, doch dezen namen daarmee geen genoegen en er volgde een woeste vechtpartij, waarbij waarschijnlijk ook van messen gebruik is gemaakt. De jongens van de sportclub trachtten, deels buiten, deels op zolder, een goed heenkomen te zoeken; de ande ren werden naar buiten gewerkt. De laat ste, die het café verliet, was J. H„ een van de broeders uit St. Willebrord. Hij bloedde vreeseliik aan het gezicht, zijn wang was ingescheurd en ook aan de bee- nen had hij verwondingen opgeloopen. Omstanders brachten hem naar de woning van den landbouwer A. van Dijk aan de overzijde, waar hij het bewustzijn verloor. Inmiddels trachtten de belhamels, onder gevloek en getier, het café weer binnen te dringen, waarbij zij van balken gebruik SS per el. Verkrijgbaar bij: Let op naam op den zelfkant Vraagt onze Stalen-collectie maakten om de deur in elkaar te ram meien. De ruiten, voor zoover zij niet ge blindeerd waren, zijn ingeworpen. Een roode lantaarn, die Dinsdagmorgen ver nield tegen den muur van het huis is ge vonden, schijnt eveneens voor dit doel te zijn gebruikt. Na een kwartiertje verschenen ter plaatse de veldwachters uit de omliggende dorpen, die een einde maakten aan de herrie. De doktoren van Son uit Ouden- boscb, Anderegh uit Rucphen en van Dortmund uit Hoeven warén eveneens ge waarschuwd en belastten zich met de ver zorging van de gewonden, die naar de wo ning van den heer A. van Dijk waren ge bracht. De reeds genoemde J. H. uit St. Willebrord was er het ergst aan toe en is door dr. van Son per auto naar het gast huis te Oudenbosch vervoerd. Zijn broer N. H. had een bloedende, waarschijnlijk echter niet gevaarlijke, wond aan cien pois. J. v. H. uit Roosendaal had een groote, diepe snede aan den schedel, maar scheen zich daar niet veel 0111 te bekommeren, want terwijl hij werd verbonden, maakte hij grappen, lachte en nam den dokter in de maling. Het houten been van van H. was gebroken. Van H„ ziin vrouw en .1. H. zijn daarop naar het arrestanten lokaal te Bosschehoofd overgebracht. Dezer dager, is getracht in te breken bij een 69-jarige zwerfster, die met haar woonschuit nabij Papeveer onder de ge meente ter Aar ligt. De poging is echter verijdeld, doordat de oude Vrouw uit alle macht op een misthoorn begon te blazen, waardoor omwonenden ziin gewaarschuwd. Maandagnacht hebben eenige onverlaten evenwel een nieuwe poging gedaan en dit maal niet succes. Omstreeks half twee is In Crisistijd is kwaliteit qoeclkooper. door K. R. G. BROWNE. 61) „Maar wie....?" begon Sir John. Ver der dan die twee woorden kwam hij niet, want op dat oogenblik hadden ze een hoek van het huis bereikt en van daar zagen ze nog juist het achtergedeelte van den groenen auto, die met een vaart, als of de chauffeur dacht dat hij de wegen in Somerset voor zich alleen had, om de scherpe bocht van de oprijlaan verdween. „Goeie genade!" zeide Sir John. „Daar gaat onze vriend met het ingedeukte hoofd!" George en Mr. Todd staarden in opper ste verbazing naar de nu verlaten oprij laan. Ze hadden de groene auto maar even gezien, maar toch lang genoeg om de inzittenden te herkennen en dus waren zij minstens even overbluft als hun gastheer. „Waar gaat die naar toe?" informeerde Sir John. George schudde zijn hoofd. „Geen idéé van. Hij isnogal.... „Dat merk ik," zei Sir John droogjes. „Enfin, we zullen 't maar beschouwen als een bewijs, dat hij geheel hersteld is en ons dus verheugen.Wie waren die twee heeren, die hij bij zich had! Ook vrien den van u?" „Nee.. e>h.niet bepaald. Vrienden van hem." „O, dat 's wat anders," zei Sir John, om maar wat te zeggen, want in zijn hart vond hij het absoluut niet anders. Een lichtelijk pijnlijke stilte volgde. Sir John was te beleefd om over een quaestie, die zijn gasten blijkbaar liever niet wil den bespréken, door te gaan, maar dat dit zooveelste bewijs van hun eigenaardig heid hem ontstemde, was duidelijk te zien. De manier, waarop ze hun entrée in Croyde Park gemaakt hadden, het inci dent met de imitatie-juweelen en nu weer deze zeer onopgevoede manier van weg gaan van een hunner, waren dingen, die om uitleg vroegen; misschien, als een van hen niet de neef van Helen Pringle ge weest was en in die hoedanigheid boven verdenking verheven, dat hij het er niet bfj gelaten had. Nu echter wachtte hij ge duldig op een verklaring die niet kwam, daar George en Mr. Todd, wat de beweeg redenen voor het gedrag van Fanshawe- Smith betrof, even volkomen als hij in het duister verkeerden, 0111 nog van het wanneer en waarvandaan van het ver schijnen der gebroeders Byng niet eens te spreken. Ze keken elkaar aan, keken een anderen kant op en keken elkaar weer aan, zonder iets wijzer te worden. „Ik ben benieuwd, of hij nog terug komt," merkte Sir John, bij wijze van voelhoren uitsteken, op. „U denkt toch niet dat die slag op zijn hoofd hem uit zijn evenwicht gebracht kan hebben?" „Dat zou 'k niet denken," zei Mr. Todd met eeu pret-grijns. „Er bestaat volgens mü niks dat dien uit zijn evenwicht brengt, of 't moet een aardbeving of zoo iets zijn." „O, nu, in dat geval.... Halloo! Wie hebben we daar? Wel, wel, onze dorps- bloedhond!" Deze „wie" was inderdaad veldwachter Turtle, een veldwachter Turtle, die in een tempo, dat voor iemand van zijn „pos tuur" een miraculeuse prestatie was, op zijn „beroeps"-fiets de oprijlaan kwam af-peddelen. Met zijn gezicht een blauw purperen halfrond, met oogen, die schrik barend puilden en een snor, die geagi teerd naar alle windstreken woei, trapte hü. onder het uitstooten van allerlei kreungeluiden, erop los, dat het grint in een halfcirkelvormigen boog van onder zijn fietsbanden wegspoot. De drie op het terras bleven zijn naderbij komen belang stellend gadeslaan; een woedend-veront- men niet alle dagen te bewonderen krijgt, waardigde corpulente politie-agent spur tend op een fiets, is een schouwspel, dat men niet alle dagen te bewonderen krijgt. „Hij schijnt nogal opgewonden te zijn," zei Sir John, toen de verschijning in uni form bij het terras van zijn fiets viel, de trappen opstrompelde en in een onbehou wen galen op hen af kwam. Lu heeren Carr en Todd gaven geen antwoord; on gemerkt trokken zij zich achter hun gastheer terug, want deze ontmoeting be hoorde niet bepaad tot de onvermengde genoegens. Veldwachter Turtle bracht zichzelf op een meter afstand van de groep tot staan, groette haastig en hijgde. „Geef 111e.pf... uw auto pf effe te leen pf Sir John!" De wenkbrauwen van Sir John gingen bij het hooren van dit zonderlinge ver zoek een centimeter de hoogte in. „Wat zeg je, Turtle?" „Leen me uw auto effe.pf. in naam.... pf.der wet. Sir John! As 'k voortmaak kan 'k ze nog inhalen. Hebbe me bijkans omvergereje.de 1. „Beheersch je wat, Turtle," zei Sr John uit de hoogte. Hij had niet bepaald een hoog idee van het intellect van den plaat selijken vertegenwoordiger der Wet de kerel was niet eens in staat om een paar stroopers, die al een jaar de buurt onveilig maakten, in te rekenen! en dus schreef hij diens opgewondenheid aan een te lang bezoek in het „Wapen van Croyde" toe. „Wat sta je daar te bazelen? Over wie heb je 't?" „Over die twee snuiers, die omtrent een vijf minuten gelejen hier vandaan benne gegaan. Ik heb ze daar straks op inbreken in me huis betrapt, en toen heb ik ze achterna gezeten, maar ze hebbe wete weg te komme, ziet-u! Ze hebbe. „Waren ze in jouw huis aan 't in- breke n?" „Zoo is 't net, sir! En ze zouen me on dersteboven gereje en gewoon over me heen gegaan zijn as ik niet net an de buitekant van me fiets gevallen was, en ze reeje maar effe een zeventig, sir! As. „Heb je hte over die drie heeren in een groene auto, die vijf minuten geleden hiervandaan vertrokken zijn? „Krek. Zoo is 't, sir! De kant van Yeobury op.... zoo benne ze gegaan, en neturelik kon 'k ze niet inhalen en drom wou 'k uwes auto.... Waaaatü!" Die uitroep, een soort van verbaasde jank, dankte zijn ontstaan aan het feit, dat veldwachter Turtle op dat oogenblik de heeren Carr en Todd, die zich beschei- denlijk achteraf gehouden hadden, ont dekte. „Ik laat me villen en hajen," zei hij, „as dat de twee andere niet benne! Ik dacht al, die zulle wel erregens in de buurt rondzwerreveü" Sir John keek in opperste verbazing van zijn eenen gast naar zijn anderen en werd in beide gevallen door een bleeken glimlach voor zijn belangstelling beloond. ,Heb je soms te veel gedronken, Turtle?!" vroeg hij hautain. „G e d r 0 n k e 11, Sir! Ik gedro n- ken! Nee, ik heb niet gedronken!" gal Turtle, in zijn wiek geschoten door deze onverdiende beschuldiging, waardig ten antwoord. „Ik heb vanmorrige nog al veel tijd gehad om te drinken. De halleve tijd heb ik die twee daar achterdn ge- zete!" Hij wees met een beschuldigenden vinger naar de heeren Carr en Todd. „En ik dacht," zei Sir John geduldig, „dat de menschen die je vanmorgen ach terna gezeten hebt als je iemand tenminste achterna gezeten hebt in de groene auto weggegaan waren?" „Zoo is 't. net, Sir. Maar die twee daar heb ik ook achteran gezeten, begrijp u?" „Nee, ik begrijp 't niet," zei Sir John, nu met '11 tikje ongeduld. „Je schijnt van morgen wel de heele streek achterna ge zeten te hebben, Turtle. Waarom zit je die stroopers van mij niet achterna. en pakt ze!" „Ja.... dat heb 'k justement gedaan, sir, daarstaanz e!" Weer wees hij op de heeren Carr en Todd. „Dat benne •Je snuiters, die vannacht in South Wood aan de gang geweest benne, sir!" „Wat!!!" „Ja! Ze hebbe uwes beet geiinmcn dat zie 'k wel.. naturelik aap-wat-he-je- een-mooie-jonge-gespeeld. Maar dat bén ne de twee die Hopjoy vannacht bijkans bij hun kladde gehad heb, sir.... Van- morrege benne ze me door de vingers geglipt, maar daarmee benne ze niet van me af.... zoo gemakkelijk gaat dat niet. In de drie en zestig jaar, dat hij een bewoner van dit ondermaansche was, had Sir John onder meer geleerd, dat het wijs is de dingen te nemen zooals ze zijn en je door niets uit je evenwicht te laten [brengen. In gewone omstandigheden be reikte hij met deze philosophie de beste j resultaten, maar voor dit speciale geval schoot ze te kort. Hjj was absoluut over bluft en de geestestoestand was duidelijk op zijn gezicht te lezen, toen hij zich, 11a Turtle's lofzang op zichzelf, tot zijn gas- jten keerde. „Mischien kunt u een van beiden licht in deze zaak brengen! Ik weet er eerlijk gezegd geen raad mee." George verborg zijn ongerust geweten achter een air van onschuld en keek den man in het blauw verwijtend aan. „Je mag wel wat voorzichtiger met dat soort beweringen zijn, vriend," zei hij. ,,'t Is laster of smaad, een van de twee wat weet ik niet." Maar de Wet liet zich niet zoo gemak kelijk overbluffen. „Zoo, wat u zegt! En waarom hè jij me dan in de heg geduwd en ben-je vortge- loopen? En waarom. 'vWordt vervolgd). m

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 1