De zeegrashandel.
TEXEL.
't ZAND.
Marinaberiohten.
Turnkring
„Hollandsch Noorderkwartier".
UITVOERING
ZUIDERZEESTEUN WET.
Volgens bekendmaking van de Rijks
dienst Zuiderzeesteunwet is bij beschik
king van den Minister van Waterstaat
d.d. 12 Februari 1932 bepaald, dat het
tijdstip, waarop de termijnen van drie en
vijf jaar, bedoeld in art. 13, lid 2, der
Zuiderzeesteunwet, aanvangen, wordt
vastgesteld op 1 Januari 1932. De betee-
kenis hiervan is dit: volgens art. 13 dei-
wet kan aan belanghebbenden van 1825
jaar een geldelijke tegemoetkoming hoog
stens voor 3 jaar jaar worden verleend,
aan belanghebbenden van 25—35 jaar
voor hoogstens 5 jaar. Deze uitkeeringen
zullen dus hoogstens verleend worden
tot 1 Januari 1935 resp. 1937.
Aan de N.V. Albert Heijn is voor haar
kruidenierswinkel te Hippolytushoefo ver
werkvergunning verleend.
Moeilijkheden voor het bedrijf.
Op initiatief van den directeur van de N.V.
Nederlandsche Zeegrasindustrie, den heer B. J.
Gelder, heeft Zondagmiddag een vergadering
plaats gehad in café Scheltus te Hippolytushoef,
van belanghebbenden bij de zeegrasindustrie, ten
einde maatregelen te bespreken, welke genomen
zouden moeten worden om te trachten de moei
lijkheden, waarin zich deze handel bevindt, te
overwinnen.
Er waren vrij veel visschers opgekomen; onder
de aanwezigen merkten wij op wethouder J. J*
Tijsen, de raadsleden J. Lont en M. Kooij, terwijl
de ontvanger van registratie en domeinen in Den
Helder, de heer De Leeuw, tevens door zijn aan
wezigheid van zijn belangstelling had doen
blijken.
Verder was aanwezig de heer O. J. Bosker,
welke het tweede punt zou inleiden, op verzoek
van den heer Gelder, n.1. het verkrijgen van een
los- en laadplaats aan den westkant van Wie-
ringen, terwijl vervolgens nog eenige wiermaaiers
van Texel de reis naar Wieringen, speciaal voor
deze vergadering hadden gemaakt.
De heer Gelder opende met een kort wel
komstwoord, en begon met te zeggen, dat deze
vergadering was bedoeld als een vriendschappe
lijk overleg, en geen oppositie is tegen dezen of
genen persoon of instelling.
Aan spr. werd verteld, dat de gemeente plan
nen had om dit jaar weinig of geen wier te laten
maaien, omdat men bang was voor overpro
ductie, aangezien men voor den ouden oogst
weinig afzet heeft momenteel. Ik ben echter van
oordeel, zegt spr., dat men zich te veel bang
maakt voor crisis en malaise, althans in het zee
gras is deze nog niet. De afzet van zeegras zou
veel beter geweest zijn als de prijs niet zoo ab
normaal hoog werd gehouden, en tevens en
dat is ook een belangrijke factor gebleken als
de kwaliteit niet zoo verwaarloosd was. De vis
schers hebben in dit opzicht een ernstige fout ge
maakt. Het is spr. gebleken, dat de kleine ver
laging, welke op de gevischte wier heeft plaats
gehad, goed heeft gewerkt. De gemeente kan
flink laten maaien; als men zorgt, dat de kwali
teit goed is, vindt de wier haar weg. Het is toch
een algemeen belang als het met de zeegras
industrie goed gaat te Wieringen.
Spr. wil gaarne de meening van de vergade
ring vernemen over een prijsverlaging.
Discussie.
De heer J. Dekker meent in tegenstelling
met spr., dat de verminderde omzet we! aan de
crisis is te wijten. Spr. komt veel in België; men
valt niet over den prijs, doch het gebruik van
zeegras is veel minder geworden. Spr. noemt de
verschillende afnemers in het buitenland, welke
dit als de oorzaak opgeven.
Prijsverlaging zal absoluut geen invloed heb
ben op den afzet, wel heeft men de kans, dat
nog minder verkocht zal worden, want het is
altijd nog zoo geweest, men wacht altijd met
koopen in de hoop, dat de prijzen nog lager zul
len worden. Spr. vraagt den heer Gelder waar
te maken, dat hij wel verkoopen kan als de prijs
wordt verlaagd.
Er is veel minder vraag naar wier, de Red
Star Line b.v. had vroeger voor iedere reis nieuwe
zeegrasbedden noodig als zij landverhuizers over
bracht; daar is niets meer in te doen. En zoo zijn
er tal van voorbeelden te noemen. Spr. vindt het
van de gemeente een verstandige zet, dat zij de
productie wil inkrimpen.
De heer Gelder antwoordt hierop, dat
buiten België ook nog veel zeegras wordt
gebruikt. Wat men in België kan gebruiken aan
gemaaid zeegras is misschien 100 pak per jaar.
Men heeft daar nooit anders dan gevischt wier.
Als een artikel duur is, gaat het slecht van de
hand, terwijl men nu toch moeilijk van een wel
stand kan spreken. Mijn meening is, dat de prijs
te hoog is. Er wordt al veel meer gevischt wier
gekocht dan gemaaid, omdat de prijs hiervan
lager is geworden.
De heer J. d e W i tHoeveel moet er dan af?
De heer Gelder: De toeslag moet er af.
De heer De Wit: Dan is de winst al weg.
De heer M. K o o ij is van oordeel, dat de heer
Van Gelder slecht beslagen ten ijs komt, want
de toeslag komt uit de winst, en die is er pas als
het wier weg is.
De heer J. J. T ij s e n zegt hetzelfde, doch
voegt er aan toe, dat in 1931 op Texel 1972
pakken wier zijn gemaakt en tevens verkocht,
doch op Wieringen 7740, waarvan zijn afgeleverd
3595, plus een partijtje, wat nog niet is afgehaald.
De gemeente zit dus met ongeveer 4000 pakken
wier en zal zich niet tegen een prijsverlaging ver
zetten, doch voor hen, die daar tijdens den oogst
hard in moeten werken is een prijsverlaging wel
een hard gelag.
De heer J n. Lont heeft van den heer Van
Gelder gehoord, dat de kwaliteit veel te wen-
schen overlaat. Hier kunnen de visschers zelf
veel aan doen, als het maar op een „hak maar
af" gaat. Ik zou den heer Van Gelder wel eens
willen vragen of de eerste soort te duur is voor
8.-.
De heer Gelder zegt helaas maar wei
nig goed wier te hebben kunnen koopen, behou
dens het partijtje van Lont, wat heel mooi was
en voor deze kwaliteit is altijd debiet te vinden.
Zij was jammer genoeg maar weinig te snijden.
Ik vind het dan ook niet goed, dat te weinig
onderscheid wordt gemaakt, er gaat nog te veel
wier voor eerste kwaliteit door, die maar 2de is.
Wanneer men nu tijdig maatregelen neemt en
den prijs wat verlaagt, dan kan de nieuwe oogst
ongestoord plaats hebben.
De heer J. J. Tijsen zegt: Er is nog in het
ge eel niet over gesproken, dat de gemeente niet
zal laten maaien, dat heeft men maar van de
buitenwacht. De heer Gelder zegt nu wel,
dat de prijs verlaagd zal moeten worden, doch
van de 100 kilo geperst zeegras neemt het rijk
1.25. Dat is een groot schandaal, laat het rijk
daar maar eens wat van af doen, men belemmert
ons in alle opzichten in onze broodwinning, men
legt een dijk en sluit ons gewoon buiten; ik heb
zeven jongens en weet niet wat ik er mee aan
moet. Altijd heb ik wier gemaaid, laat het rijk
ons maar eens tegemoet komen en niet het laatste
beetje wat we nog hebben bij ons weg halen.
De heer J. Dekker zegt: Als men in de ver
onderstelling leeft, dat de gemeente Wieringen
in het belang van de wiermaaiers de zeegras
exploitatie behartigt, zal men zich wel danig te
leurgesteld voelen. De gemeente Wieringen is
altijd een slechte exploitante geweest en heeft al
tijd nagelaten reclame voor de zaak te maken. Zij
betaalt 8 aan de maaiers en neemt van den
handel 12. Dat is 50 pet. winst. Als men nu
nagaat, dat de handel ook nog een gulden per
baaltje moet hebben, dan wordt de prijs vanzelf
hoog.
De crisistoestand en het verminderd gebruik is
de oorzaak van een tekort aan omzet. Wij moesten
ons in Holland allemaal schamen dat we niet
meer reclame maken voor zeegras. In het buiten
land wordt er in de gevangenissen en ziekenhui
zen op geslapen, waarom kan dat in Holland niet
De heer Gelder: De vergadering zal
nu toch wel met mij eens zijn, dat de heer Dek
ker niet serieus genomen kan worden; het moest
waar zijn, dat wij de wier voor een gulden per
baal konden omzetten. Wij doen het graag voor
een kwartje, iedere handelaar zal dat met mij
beamen.
(Geroep: Dat gelooft toch niemand van je!)
De heer KI. Tuinder (Texel) is van oor
deel, dat de wiermaaiers op Texel stiefmoderlijk
worden behandeld.
De heer J. J. T ij s e nJelui bent altijd goed
behandeld en deelt net zoo goed mee in de
winst, de keuring geschiedt evengoed als op
Wieringen.
De heer Gelder zegt, dat de keuring
op Texel serieus geschiedt, ik heb veel ge
maaid zeegras op Texel gekocht, dat in kwali
teit niet boven gevischt uitkwam, maar daar
spreken we nu niet over, wat er gebeuren moet
is dit: wil de zeegrashandel weer op gaan bloeien,
dan moet er wat van den te hoogen prijs af en
de kwaliteit zal beter moeten worden.
(Geroep: Wat verstaat u onder mooi zeegras?)
De heer Gelder: Zooals ik van Lont een
partijtje heb gehad.
De heer J n. Lont: Ik wil niet hebben, dat
u mijn naam meer noemt, er zijn met mij anderen,
die ook mooi zeegras afleveren.
De heer Gelder: Dat weet ik wel,
doch er wordt met de kwaliteit p.p. nog te veel
wier verkocht, die hier niet onder hoort. Spr. wil
een voorbeeld noemen. Op Texel heeft men een
Jeugdherberg gesticht, daar werden bedden voor
besteld, met zeegras gevuld. Deze was echter zoo
bedroevend slecht, dat men de bedden moest
wegdoen en men nam hiervoor in de plaats bed
den gevuld met Alpengras. Dat zeegras heb ik
niet geleverd, doch wel het Alpengras.
De heer P. H e n k e s (Texel) zegt, dat wat
met die bedden op Texel gebeurd is, nog nooit
eerder voorgekomen is.
De heer Gelder: Juist, en Gelder koopt
geen rommel meer, het is afgeloopen. En ik
houd vol, als men wil hebben dat het met de
wier weer goed wordt, dat men in zal moeten
gaan op de door mij genoemde maatregelen.
De heer A. V r o o n e meent, dat het beter is
om wat minder te maaien en den prijs te be
houden, dan om maar raak te maaien en den
prijs te verlagen.
De heer De Leeuw, ontvanger der regis
tratie en domeinen, wenschte op te komen tegen
het gezegde van den heer Tijsen, dat de Staat
schandalig handelt door 1.25 te heffen van een
pak wierv Spr. wil in het midden laten of dit te
hoog of te laag is, doch spr. komt als rechtstreek-
sche vertegenwoordiger op tegen deze uitdruk
king en zou gaarne willen, dat de heer Tijsen
dit terugnam.
(Geroep: Niets te erg, niet terugnemen!).
De heer De Leeuw, vervolgende, zegt dat
over het al of niet maaien bovendien de verpach
ter een woordje heeft mee te spreken.
De heer J. J. T ij s e n zegt, dat hij dit woord
wel terug wil nemen, hij heeft zich wat laten gaan
daar straks.
De heer D. Minnes, hoewel geen belangheb
bende, zou gaarne willen vragen aan den heer
Gelder, of hij nu werkelijk durft staande te
houden, dat hij voor de belangen opkomt van de
wiermaaiers? Zit daar geen achtergrond achter?
De heer Gelder antwoordt, dat de heer
Minnes over dingen spreekt waar hij niet van af
weet. Spr. zet vervolgens uiteen hetgeen door den
heer Minnes ten bewijze van zijn bewering was
aangevoerd.
De heer J. J. T ij s e n zegt, dat er bij B. en W.
nog niets is besloten of er gemaaid wordt of niet.
Ook weet spr. wel, dat het rijk hier ook over
meespreekt, doch moet de prijs verlaagd worden,
dan zal dit van de 1.25 moeten komen van het
rijk, het gaat niet op om aan de boterham van
de visschers te komen.
Tenslotte krijgt de heer P. Kooij het woord
nog, welke zegt, dat hij het een schandaal vindt,
dat men den heer Gelder zoo dwars zit. Volgens
den heer Kooij meent de heer Gelder het goed
met de wiermaaiers. (Hier en daar instemming),
instemming).
Laad- en losgelegenheid aan de
Noordwestkust van Wieringen.
De heer Gelder zegt in de Wieringer
Courant van 29 Dec. 1931 een verslag gelezen
te hebben van een vergadering van de Visschers-
vereeniging D.E.T.O., waarin stond, dat door
het lid Wigbout om een laad- en losgelegenheid
werd gevraagd bij Westerland. Dit werd van
groot belang geacht op de punt.
Spr. had den heer O. J. Bosker verzocht hier
over een en ander te zeggen, aangezien deze met
de zeestanden hier goed op de hoogte is. Spr. zou
gaarne den heer Bosker het woord verleenen.
De heer O. J. Bosker vindt het op 't oogen-
blik niet zoon rustige vergadering om een der
gelijk onderwerp te bespreken. Als men hier de
belangen wil behartigen van de visschers, zal
men meer eensgezind moeten zijn.
Een haven te Westerland zal zeer zeker uit
voerbaar zijn en wanneer deze tweederde moet
worden als die van de Haukes, zal dit ongeveer
125.000 vorderen.
De heer P. K o o ij is er sterk voor, dat een
haven te Westerland komt. Door de afsluiting
van de Zuiderzee is spr. uit zijn bedrijf geraakt
en heeft nu een pluimveehouderij. Als het echter
met wiermaaien daar weer wat kan worden, zal
hij zeker weer gaan visschen.
De heer J n. Lont is ook van oordeel, dat
het Westeind wel toekomst heeft.
De heer J b. Lont, secretaris D.E.T.V., zegt,
dat het den heer O. J. Bosker wel bekend zal
zijn, dat 3 a 4 jaar geleden een dergelijk plan is
besproken. Met den opzichter is toen een en an
der van alle zijden bekeken. Wilde er iets van
komen, dan moest een volslagen haven gemaakt
worden, van een steiger, met een geul of gaatje
kon niets komen, aangezien het rijk verantwoor
delijk zou gesteld worden voor de averij, die hier
o. a. zou kunnen komen.
Ook het laatste verzoek op de D.E.T.V.-ver-
gadering is met den opzichter besproken en deze
heeft gezegd, dat Wigbout maar eens bij hem
moest komen, dan zou hem uitgelegd worden
waarom dit verzoek niet uitvoerbaar is.
De heer O. J. Bosker maakt het bestuur van
D.E.T.V. geen verwijt, had althans niet de be
doeling dit te geven. Spr. is echter op visscherij-
gebied absoluut niet deskundig en kan onmogelijk
beoordeelen of daar een haven noodig is ja of
neen. Vandaar dat ik ook zeide: dergelijke zaken
behooren in de vakvereeniging te worden bespro
ken, in dit geval dus de D.E.T.V.
Verschillende heeren toonen nog omstandig
aan, dat het alleszins wenschelijk is dat een ha
ven te Westerland komt, waarna de heer J. J-
Tijsen de verzekering geeft, dat over een drietal
weken een vergadering plaats zal hebben van
D.T.E.V., waar deze zaak grondig zal kunnen
worden besproken.
Een request zal worden opgesteld, waar alle
belanghebbenden bij een haven te Westerland ter
vergadering hun handteekening op kunnen
plaatsen.
Hierna sloot de heer Gelder onder dank
zegging voor de „gezellige debatten" de vergade
ring.
Hippolytushoef.
UITVOERING TOONEELVEREENIGING
„HARMONIE" UIT HEERHUGOWAARD.
Zondag 24 April hield de tooneelvereeniging
„Harmonie" uit Heerhugowaard een openbare
uitvoering in de concertzaal „Concordia van
den heer Jb. Bruul te Hippolytushoef. Opgevoerd
werd het tooneelstuk „De tante uit Indië een
blijspel in drie bedrijven.
Om acht uur gaat het scherm omhoog en neemt
het eerste bedrijf een aanvang. Dit speelt zich af
in de huiskamer van mevr. Dribbel, houdster van
commensaals. Deze rol wordt gespeeld door
mevr. Tr. de GrootMeerboer. In het kort komt
de geschiedenis neer op het volgende. Mevr.
Dribbel heeft twee kostgangers, n.1. Jonkheer
Sloet van Overvoorde en Bob ten Cate, een par
ticuliere chauffeur. Genoemde jonkheer (de heer
J. de Groot), stelt hier den armen adel voor. Geld
heeft hij niet, wel veel schulden. Slechts de adel
lijke naam zijner voorvaderen vormt zijn bezit.
De jonkheer heeft een levendige sympathie op
gevat door de dochter des huizes. Greta (Mej.
Gr. Pot), die op een kantoor haar brood moet
verdienen. Zij is een eerste losbol, die de wereld
van den vroolijken kant bekijkt. Wanneer zij
dan ook haar ontslag krijgt door de echtgenoote
van haar patroon, waarmede zij druk aan het
charlestonnen was, toen mama binnentrad, vindt
ze dat allerleukst. Greta vervult hier in alle op
zichten de rol van bakvischje, hetgeen haar goed
afgaat. Echter valt het ons op, dat ze veel te
veel charleston-pasjes maakt, hetgeen zij hals
starrig volhoudt tot in het laatste bedrijf, wat
ten gevolge heeft dat haar spel vervelend be
gint te worden. De anders kostganger, de
chauffeur Bob, beeldt schitterend den rol uit
van den ronden jongen, die niet van kouwe
drukte houdt. Een nichtje van de hospita, Mies
Landeweer geheeten (mej. A. Hittema) is in
hetzelfde tehuis opgenomen en verkeert met
Bob. Aan het burgerlijk bestaan der familie
Dribbel komt echter een einde door de komst
van den zwager van mevr. Dribbel, oom Jacob
Kortekaas, die jarenlang in Indië heeft vertoeft
en vertelt dat zijn vrouw bij een schipbreuk
verdronken is. Aangezien men geen testament
maakte, werd haar portie dus door de familie
van haar zijde geërfd in casu de fam. Dribbel.
Deze portie scheen best mee te vallen, want in
het tweede bedrijf is de hospta tot douaière
het tweede bedrijf is de hospita tot douarière
den jonkheer, die zich na deze erfenis heel best
op zijn gemak voelde in de Haagsche Society
opgenomen. Deze rol van jonkheer moet uit-
teraard zeer fijn gespeeld worden. De heer de
Groot deed dit dan ook schitterend, hoewel zijn
houding iets gedwongen is. Inmiddels is Bob de
chauffeur met zijn meester op een langé reis
r.aar het Zuiden van Frankrijk gegaan. Begrij
pelijkerwijze is Bob nu veel te min voor de
douarière. De op Wieringen wel bekende heer
Mienes vertolkt den rol van Bob, die niet gemak
kelijk is, daar hij straks als neger vermomd (de
wereld wil nu eenmaal abnormaliteiten bewon
deren) in het gezin terugkeert. Kortom door
deze erfgeschiedenis en de daarmee gepaard
gaande verheffing tot de „high life" van Den
Haag volgen de meest dwaze oogenblikken.
Vooral de oom Jacob Kortekaas (den heer J.
Snijders) heeft een leeuwenaandeel in het succes,
dat hieruit volgt. Naar onze meening gaf deze
heer het beste tooneelwerk te zien. Zijn spel
was af. Hoewel Mevr. Dribbel een der hoofd
rollen speelde, kunnen wij haar spel niet verge
lijken met dat van genoemden heer Snijders. Haar
rol was op zichzelf al een komische; zeker, zij
speeld heel goed, had ook heel veel applaus te
oogsten, maar zij begint misbruik te maken van
den smaak van het doorsnee-publiek. Wanneer
zij n.1. ontdekt, dat dit publiek buldert als zij een
zeker bekend dames-kleedingstuk in haar rol be
trekt, vindt zij het meteen noodzakelijk hiervan
profijt te trekken, met het gevolg, dat het laatste
gedeelte een directoir-scène wordt. Ook de rol
van het dochtertje Greta valt hierbij op. In het
derde en laatste bedrijf komt de overleden ge
waande echtgenoote van oom Jacob opdagen.
Een aardig slot volgt, de geheele familie krijgt
een job bij tante en oom in Indië, behalve de
jonkheer, die zich leiver bezig zal houden met de
oprichting van liefdadigheidsvereenigingen. Een
dankbaar applaus is de belooning van het pu
bliek. Het was inderdaad een zeer vroolijke
avond. Intusschen bewonderen wij den heer
Mienes voor zijn Hottentotsche taalkennis, die hij
in zijn kwaliteit van neger-prins prachtig deed
uitkomen. Wanneer wij in December een Pieter
baas noodig hebben, zullen wij om u denken,
heer M. Een gezellig bal besluit dezen stemming
vollen avond.
Wat betreft de opkomst kunnen wij volstaan
door mede te deelen, dat de zaal bijna geheel
vol was.
HET EERSTE NIEUWE ZEEGRAS.
Door den zeegras-visscher, den heer C.
Sprenkeling, te Stroe, is aan de kust het
eerste nieuwe zeegras opgevischt. Het
gras is van zeer goede kwaliteit en werd
gekocht door de N. V. Zeegras-Industrie
v.h. B. J. Gelder te Amsterdam. Als bij
zonderheid diene nog vermelding dat het
aanspoelen van zeegras nog nimmer zoo
vroeg is voorgekomen. Door de zeegras-
visschers wordt dit als een gunstig teeken
beschouwd.
Naar wij vernemen is voor rekening
van den heer O. J. Bosker een nieuwe
directieboot, ten behoeve van zijn wer
ken in den Wieringermeerpolder en ge
bouwd op de scheepswerf van de firma
Stoel, te Alkmaar, te water geloopen. Het
schip, voorzien van de nieuwste machi
nes, ziet er prachtig uit en is genaamd
„Geertrien". Het voldoet uitstekend,
Kapitein is de heer C. L. Mulder.
NIET DOORGEGAAN.
De propaganda-avond van de J.G.O.B.
en de A.N.G.O.B. welke Zaterdagavond
gehouden zou worden in de zaal van den
heer Jb. Bruul, kon wegens gebrek aan
belangstelling niet doorgaan.
De Haukes.
BILJART-SEANCE.
J.l. Zaterdagavond gaf de heer Koehof,
biljart-kampioen van Amsterdam, een bil
jart-séance in het café van mej. de wed.
D. Heijblok, waarvoor veel belangstelling
was. De heer J. S. Koorn waagde een par
tijtje tegen hem te spelen. Gespeeld wer
den 500 car., waarvan de heer Koorn er
400 op voor kreeg, met als resultaat dat
hij het slechts tot 439 kon brengen, toen
de heer Koehof de 500 vol had. Vervol
gens liet de heer Koehof nog vele kunst-
stooten zien, welke aller belangstelling
hadden, terwijl hij ten slotte onder de
aanwezigen nog 2 biljartqueues verloot
te. Gelukkige winnaars waren de heeren
G. Omis Sz. en W. Omis Sz.
Ook te Oosterland gaf de heer Koehof
een séance, in het café van den heer
Klein. Daar bracht de heer A. v. d. Wal
het tot 462 car. en waren de winnaars van
de queues de h.h. S. K. de Haan en J. A.
de Wit, terwijl een miniatuurbiljart werd
gewonnen door den heer C. Bakker Pzn.
Den Oever.
EEN LOGGER WAAROP EEN
STEENKRAAN GEZONKEN.
J.l. Zaterdagmorgen is in de werkhaven
te Den Oever, een logger, waarop een
steenkraantje stond, waarschijnlijk door
lekkage, gezonken. Persoonlijke ongeluk
ken kwamen hierbij niet voor. Door Van
der Tak's bergingsbedrijf zal de logger
worden gelicht.
BEZOEK AAN DEN AFSLUITDIJK.
J.l. Zondag is het bezoek aan den afsluit
dijk uiterst gering geweest, ofschoon op
een druk bezoek was gerekend mede in
verband met het bezoek aan de te Bree-
zand in bloei staande bollenvelden.
Het was voor het Crisis-comité een on-
voordeelige dag en wij hopen dat het
met de inkomsten voor toegangskaarten
tot den dijk (welke baten aan het Nat.
Crisiscomité worden afgestaan) op volgen
de Zondagen wat rooskleuriger gesteld zal
zijn.
FEESTAVOND „T. O. V."
Wij vernemen dat de door de vereeni-
ging van Zuiderzeepersoneel »Tot Ont
wapening Vereenigd» te organiseeren
feestavond definitief werd vastgesteld op
Zaterdag 28 Mei a.s., in de concertzaal
»Concordia« van den heer Jb. Bruul te
Hippolytushoef.
KRAAN GEZONKEN.
J.l. Zaterdagochtend is een ponton waar
op een steenkraan van het steenbedrjjf
der Zuiderzeewerken der firma O. J.
Bosker, in de haven van Den Oever vol
water geloopen tengevolge eener lekkage
en gezonken.
Des namiddags kon het ponton met ge
bruikmaking van de pompinstallatie der
motorboot »Leester« van de N.V. »M.U.Z.«
weder worden gelicht.
Bij dit ongeval zijn geen persoonlijke
ongelukken voorgekomen.
ZUIDERZEEWERKEN.
Sluitgat „Vlieter".
De werkzaamheden in het sluitgat
„Vlieter" vorderen in snel tempo. Van
het oorspronkelijk 2800 meter groote sluit
gat is thans reeds een lengte van circa
1000 m. keileemdam boven water. Boven
dien werd achter een gedeelte van dezen
dam het zandlichaam reeds geperst.
ZUIDERZEEVISSCHERIJ-
REGLEMENT.
Afgekondigd is staatsblad No. 161,
besluit van den Hen April 1932, tot na
dere wijziging van het Zuiderzeevisscherij-
reglement. Artikel 7 van dit reglement
is daarbij gewijzigd en wordt thans ge
lezen als volgt:
„Het is verboden te vi3schen van 1
Juli tot 30 September met het staand
ansjovisnet, het ansjovissleepnet en den
wonderkuil, met dien verstande, dat het
aan aalhoekwantvisschers geoorloofd is
te visschen met den wonderkuil, uitslui
tend voor het vangen van aas, mits met
schriftelijke vergunning van het districts
hoofd en onder de daarin ter voorkoming
van misbruik te stellen voorwaarden".
De Minister van Binnenlandsche Za
ken en Landbouw is echter bevoegd bo
vengenoemd tijdvak ten hoogste 6 weken
vroeger of later te doen ingaan of te
doen eindigen.
AFSLUITING DOORVAART
„VLIETER".
Met ingang van 22 April j.l. is de
doorgang voor de scheepvaart door de
„Vlieter" voor alle verkeer afgesloten en
verboden verklaard zulks met het oog
op het vergevorderd stadium waarin de
werken zich ter plaatse bevinden. Toe
gang tot de Waddenzee of het toekom
stige IJsselmeer kan thans uitsluitend
worden verkregen via de schutsluizen te
Den Oever resp. te Kornwerderzand.
BETONNING.
Uit het vaarwater de „Vlieter" zijnde
4 wit-zwarte tonnen thans weggenomen,
daar zij voor de scheepvaart thans geen
dienst meer doen.
VERMINDERING VAN
WERKZAAMHEDEN IN DEN
WIERINGERMEERPOLDER.
Op het werk van den heer O. J. Bosker
zijn ongeveer 40 arbeiders ontslagen
wegens inkrimping van verschillende
werkzaamheden. Voor de betrokken ar
beiders is dit zeer te betreuren.
DE EERSTE KOEIEN VOOR DEN
WIERINGERMEERPOLDER.
5 a 600 In getal.
Men deelt ons mede, dat er gisteren
(Maandag) 5 a 600 koeien op de weiden in
den Wieringermeerpolder ter grazing
worden toegelaten. Al deze dieren worden
door een veearts gekeurd en zijn af
komstig uit omliggende gemeenten, ja
zelfs zijn er bij die uit de Haarlemmer
meer komen.
ANBESTEDINGEN.
Op Woensdag 18 Mei 1932, des voormid-
dags te 11 uur, zal door den Directeur-
Generaal der Zuiderzeewerken onder
goedkeuring van den Minister van Water
staat in het gebouw der Zuiderzeewerken
te 's-Gravenhage Zeestraat 102 worden
aanbesteed:
het afwerken van oevers en het maken
van boordvoorzieningen langs het noor
delijk gedeelte van het hoofdkanaal van
de derde afdeeling van den Wieringer
meerpolder, raming 52.500.en het
verdiepen van de haven van Hindelooncn,
raming 8000.
VECHTPARTIJ OP DE
GROENEPLAATS.
Zondagavond omstreeks 't sluitingsuur
der café's is op de Groeneplaats ruzie
ontstaan tusschen personen van hier en
Groningsche werklieden werkzaam aan
de dijkverhooging. De ruzie ontaardde
in een vechtpartij, waarbij de gemeente
veldwachter Looier geassisteerd door de
rijksveldwachter Brouwer moest ingrijpen
om de rust te herstellen. Er vielen enkele
rake klappen met den gummistok. Deze
vechtpartij, die gepaard ging van luid
geschreeuw, verwekte op ons anders
op dit uur reeds zoo stil dorp een groote
opschudding.
DE WINKELWET EN DE
MELKHANDEL.
In verband met de inwerkingtreding
van de Winkelwet op 1 Mei as., waar
door de melkslijters op Zondag niet meer
mogen verkoopen, is een overeenkomst
getreffen tusschen de Zuivelfabriek „De
Onderneming" en de melkslijters te Den
Burg. Door deze wet heeft de melkhandel
op Zaterdag 600 Liter te kort en op
Zondag 1000 1200 Liter over.
De zuivelfabriek „De Onderneming"
te Den Hoorn, heeft door deze overeen
komst op zich genomen Zaterdags het te
kort aan te vullen en het teveel aan melk
op Zondag te verwerken. De melk die
Zaterdags wordt uitgevent kan men des-
gewenscht afgekoeld ontvangen, hetgeen
vooral in den Zomer nu ze den Zondag
moet overstaan, de consumenten zeer
aangenaam zal zijn.
Nog deelt men ons hieromtrent mede
dat de overeenkomst met „De Onder
neming" tot stand is gekomen door
samenwerking tusschen de veehouders
die voor Den Burg consumptiemelk
leveren en de slijtersver., die gesamen-
lijk ook de hieruit voorkomende financ.
risico dragen.
MARKTOVERZICHT.
Daar wij hier thans nog volop in den
kalftijd zitten, is de aanvoer van nuch
tere kalveren nog zeer groot, de handel
wil echter nog maar steeds niet vlotten,
voor f 5 kocht men ook heden een best
nuchter kalf, terwijl men voor f 7 een
dier kocht van 2 tot 3 weken oud. De
biggenhandel stond geheel en al stil, wel
kwam een veehouder met een hok mooie
dieren, die 't midden zoo ongeveer hiel
den tusschen biggen en schrammen, ter
markt, de dieren waren evenwel onver
koopbaar, ze werden getaxeerd op pl.m.
f 7, doch niemand bood er op, zoodat ze
onverkocht van de markt gingen. De
daling van de prijs der slachtvarkens,
die vorige week de prijzen tot 9 cent op
de markten elders bracht, maakt Texel
ook mee. Op de boerderijen wordt thans
ongeveer 10 cent per pond gemaakt.
De aangevoerde koeien waren verschil
lend in prijs, een eenjarige bracht f 130
op, enkele oudere kalfkoeien pl.m. f 170.
Op de eierenveiling was een heel wat
betere stemming dan op de markt; de
handel was weer vlug, niettegenstaande
de groote aanvoer. De prijzen stegen met
pl.m. 25 cent per 100 stuks bij vorige
week. Betaald werd thans voor eieren
gemengd voor 60 kg (middenprijs) f2.50
per 100 stuks.
CONCERT IN HET PARK.
„Texels Fanfarekorps" is voornemens
Woensdag 27 April a.s. zijn eerste con
cert te geven in het Park, onder leiding
van den heer Lugtenburg. Dit voorjaar
heeft ons tot nog toe slecht weder ge
bracht. Het is te hopen dat wij nu ook
met dit lenteconcert eens de lentedagen
zullen krijgen, opdat de koude de muziek
liefhebbers niet zal beletten het concert,
dat duurt van 8.309.30 u., geheel bij te
wonen.
De volgende nummers zullen ten ge-
hoore worden gebracht:
1. Vers 1'Avenir, marche, Sam Vlessing.
2. Orpheus in der Unterwelt, ouverture,
Jac. Offenbach.
3. Le Farfadet. Fantasie sur 1'Opéra,
d'Adolphe Adam.
4. Artémis, Marche Cortige Bruidsmarsch,
Albert Vaulet.
5. Blaze Away, marche, A. Holzmann.
Resp. no. 3 verplicht nummer Concours
Wcst-Friesche Bond; no. 4 vrije nummer, idem.
MOTORRIJWIEL TEGEN AUTO
GEBOTST.
J.l. Zondagmorgen is de heer J. Damen
van Beverwijk, op zijn motorrijwiel, ko
mende vanaf de richting Alkmaar tegen
de melkrijdersauto van W. Schouten,
welke met dezen wagen de losplaats vóór
de „Hollandia" melkfabriek verliet, aan
gebotst.
De man werd van zijn motor gesmakt
en bleef bewusteloos op den weg liggen.
Hjj is hierna naar dokter Oterdoom ge
dragen en daar verbonden, waarbij bleek
dat hij nogal ernstige verwondingen aan
het hoofd en het gelaat had opgeloopen.
Per autobus is hij daarna weer na"r zijn
woonplaats teruggekeerd terwijl het be
schadigde motorrijwiel hem is achterna
gezonden. Omtrent de oorzaak van het
ongeval wordt beweerd dat S. nogal veej
naar rechts zou hebben gereden, hoew*
het dan nog een raadsel blijft dat d#
motorrijder in botsing is gekomen, aan
gezien de rijweg daar ter plaatse zoo n
kleine 14 meter breed is.
Kennis en familie van den heer H., al
hier, welke j.l. Zondag met den auto over
waren, maakten 's middags een tochtje
langs den rijksweg door Koegras. Het
blijkt dat ter hoogte van de Kooy het
voertuig is geslipt en omgeslagen. Per
soonlijke ongelukken kwamen hierbij ge
lukkig niet voor. Met het uiterlijk nogal
gehavende vehikel is men, nadat alles op,
zijn plaats was gezet, naar huis getogen.
De heer Jb. Rood van Warnsveld is
alhier, aan de Coöp. Zuivelfabriek „Nieuw
Leven", benoemd als volontair.
Zooals elders in den lande had men
ook hier gedurende het tijdvak van Za
terdagmorgen tot Maandagmorgen j.L
van Rijkswaterstaatswege de diverse
land-, binnen en particuliere wegen welke
op Rijksgrond zijn gelegen voor het ver
keer afgesloten. Dat dit vooral voor^de
neringdoenden welke aan de oostzijde
van het N.-H. kanaal in ons dorp wonen,
en welk gedeelte ook onder voornoemde
wegen viel, onaangenaam was, behoeft
wel geen betoog, 't Was dan ook een stag
natie van je welste en we vernamen
thans dat deze maatregel waarschijnlijk
voorloopig gelukkig wel niet meer zal
worden genomen.
HR. MS. „PRINS VAN ORANJE".
Hr. Ms. mijnlegger Prins van Oranje, cp
uitreis naar Ned.-Indië, is gisteren van Co
lombo vertrokken.
Kap.-luit. ter zee G. J. Verwijnen is eervol
ontheven van zijn functie van eerste-officier
op hte Wachtschip te Willemsoord en overge-
lpaatst bij het commandement der marine
aldaar.
Luit. ter zee 2e kl. marine-reserve P. F. M.
van de Lint wordt 12 Mei geplaatst bij de
Marinekazerne te Amsterdam.
Off. van den M.S.D. 2e kl. D. van Leeuwen,
onlangs uit Oost-Indië óteruggekeedr, is ter
beschikking gesteld.
Bij beschikking van den minister van de
fensie is de luit. ter zee der 2e kl. der marine
reserve G. C. Voorrijs den 2en Mei geplaatst
aan boord van Hr. Ms. Gelderland.
Vergund om naar Nederland terug te keeren:
Per Marnix van St. Aldegonde, den nen
Mei '32 van Priok:
aan kap.-luit. ter zee J. E. Meijer Ranneft.
Bij Kon. besluit van 29 Maart is verleend de
zilveren eeremedaille der Orde van Oranje-
Nassau aan den heer J. L. Nieuwenhuizen,
voorzitter van de afdeeling 's-rGavenhage van
den eersten Nedrelandschen bond van oud
onderofficieren van land- en zeemacht en ko
loniën.
Overplaatsingen.
Sergeant-konst. J. Wassenaar van Hr. Ms.
van Meerlant naar Hr. Ms. Gruno, 27 April '32.
Maj.-macht. A. M. Havers van Kaz. O zeedt.
naar Wachtschip Willemsoord (gedetacheerd
aan boord Hr. Ms. Gruno.
Schipper J. Quist van Wachtschip W'lleins-
rord naar Gruno, 27 April '32.
ScHpper A. Derksen van van Speijk naar
Wachtschip Willemsoord, 26 April '32
Serg.-monteur R. Brouwer van Kaz. A'dam
naar Kaz. O.zeedt., 25 April '32.
Bootsman J. de Smit van Heemskerck naar
Wachtschip Vlissingen, 29 April '32.
Als voren per Dempo den I3en April '32
van Priok:
aan: marinier ie kl. L. van Pelt, korporaal
monteur G. M. L. de Schwartz, marin. ie kl.
B. Wouda en de matrozen der ie kl. M. Glim
merveen en A. B. Pijlman.
lAs voren per P. C. Hooft, den 27en April
'32 van Priok:
aan: sergeant-vliegtuigmaker G. Vermeulen
en den korporaal-machinist J. v. d. Bos.
Als voren per Sibajak, den 4en Mei '32 van
Priok:
aan: opper-geschutmr. F. Groen, bootsman
G. Toller, majoor-konst. J. E. G. Luiten, ser
geanten-telegrafist P. J. Zegers en C. J. Ne-
derpelt, majoor-monteur H. J. Dupuij, ser
geant-schrijver L. Goedhart, sergeant-kok J.
Hollenberg, sergeant-vliegtuigmaker P. JJ
Bosdijk, schipper A. v. d. Meijde, kwartiermr.
H. J. C. M. Bolleurs, matrozen der ie kl. W.
Lenoir, J. Adriaanse, C. P. Dekker, J. Blom-
mers, korporaal-torpmr. A. Herremans, kor
poraal-macht. J. Mentzij, idem J. H. Bruin,
stoker-olieman G. J. Spijkerman, stoker ie kl.
C. J. Reijnen, korporaal-kok J. Philippo en
barbier D. J. Koopal.
Als voren per Johan van Oldenbarnevelt,
den 6en April '32 van Priok:
Kwartiermr. J. A Kentin en korporaal
machinist D. van Santen.
De ondervolgende sergeanten-machinist heb
ben het examen voor hoogeren rang met gun-
stigen uitslag afgelegd:
A. van Klaveren, C. Roelofse, J. Doezie, J.
H. Noppenij en A. J. Smith.
Uitslag der Gynuiastlckwedstrijden
gehouden te Schagen op 24 April 1932.
Meisjes-Adspiranten.
Personeele uitslagen.
Mej. A. Schenk, DOKEV, Anna Paulowna,
25 punten; mej. M. de Wit, Lycurgus, Schagen,
24J/2 pt.; mej. A. Deutekom, id., id„ 24J/£ pt.;
mej. W. Mollekote, Hercules, Oudcarspel, 24J/j
pt.; mej. D. Rens, UDI, Dirkshorn, 24J/J pt.; mej.
Annie Schenk, DOKEV, A. Paulowna, 24J/£ pt.
Vereenigingsprijzen (diploma's).
1. UDI, Dirkshorn, 122 pt. 2. Sparta, Winkel,
117 pt. 3. DOKEV, Anna Paulowna, 114]^ pt
4. Lycurgus, Schagen, 114 pt. 5. Hercules, Oud
carspel, 112 pt.
Jongcns-Adspiranten.
Personeele uitslagen.
J. v. d. Hout, Hercules, Oudcarspel, 23J^ pt
J. Oud, id., id., 23 pt. K. Keetman, Sparta, Win-
kei, 22]/2 pt. C. Nierop, SSS, St. Maartensbrug,
22Yi pt. K. de Boer, Hercules, Oudcarspel, 22 pt