De eerste vijf minuten.
Het bewaren van winterkleeding
Het menu van de*e week.
Ons opschrift lijkt u misschien min
of meer vreemd, maar hebt u er wei-
eens over nagedacht, dat „vijf minu
ten" een groote rol in ons dagelijksche
leven kunnen spelen?
Ze zijn vaaK beslissend voor de be
oordeeling van een mensch; voor het
gelukken van een onderneming, ja,
zelfs voor het geluk in een huwelijk.
Wanneer wij onszelf en onze omge
ving bestudeeren, dan zullen wij kun
nen vaststellen hoe waar deze opvat
ting is.
„De eerste vijf minuten".
De man komt moe en vervuld van
allerlei zakelijke gedachten, die vooral
in onzen tijd niet altijd bepaald opbeu
rend zijn, naar huis. Hij tracht echter
bij het naar huis gaan deze gedachten
zooveel mogelijk te verdringen en
verheugt zich erop, weer gauw bij
vrouw en kinderen te zijn, samen te
middagmalen en daarna in een gemak-
kelijken stoel zijn krant te kunnen
lezen.
Hoe vaak wordt de man daarin
echter niet teleurgesteld?
De vrouw, vervuld met haar dage-
lijksche kleinigheden, overvalt hem als
het ware al bij zijn binnenkomen met
allerlei klachten, kleine ongenoegens
met het meisje, niet of te laat bezorgd
zijn van huishoudelijke dingen, klach
ten over de kinderen en.over het
ontoereikende huishoudgeld, waardoor
deze of gene rekening niet betaald kon
worden.
De kinderen hollen en gillen door
de gang, het weer is jammer genoeg
niet mooi genoeg om buiten te kunnen
spelen ende arme man en vader
zou liefst op zijn schreden willen
terugkeeren; hij kan er niet tegenop
en hij had nogal zoo gehoopt thuis
rust te vinden. Geheel te goeder trouw
natuurlijk denken vele vrouwen zich
zoo weinig in, wat het zeggen wil voor
een man, na een drukken dag op kan
toor of in zaken, met de onvermijde
lijke daaraan verbonden grootere of
kleinere zorgen of ergernis, thuis weer
hetzelfde te ondervinden, terwijl zij
zoozeer naar rust verlangen.
Vrouwen, die zelf vóór hun huwelijk
een of ander beroep hebben uitge
oefend, zullen hun mannen in dit op
zicht meer begrijpen. Zij weten bij er-
varing hoe beslissend die eerste vijf j
minuten vaak voor den geheelen avond
zijn.
De huisvrouw moet zorgen voor een
rustige sfeer als vader thuis komt en
de kinderen een of andere bezigheid
geven; de tafel moet gezellig gedekt
zijn en het eten klaar, zoodat stipt op
den vastgestelden tijd begonnen kan
worden met het middagmaal.
De man moet niet lastig gevallen
worden met vragen of klachten en de
kinderen mogen vooral niet den boven
toon voeren.
Zijn er onvermijdelijke dingen, die
besproken moeten worden, dan wachte
men het juiste oogenblik af; de avond
is lang genoeg en nadat de kinderen
naar bed zijn gebracht is de man ook
weer, dank zij de sfeer van rust en
begrijpen ln zijn huis, zoover zichzelf,
dat hij gaarne geheel en al oor zal zijn
voor datgene wat noodig besproken
moet worden.
Niet alleen in eigen huis, maar ook
in andere gevallen spreken de eerste
vijf minuten vaak boekdeelen!
Wanneer wij bij onze kennissen een
onaangediend bezoek brengen en wij
worden met natuurlijke hartelijkheid
ontvangen, dan gevoelen wij dadelijk,
dat wij welkom zijn. Zijn zij de eerste 1
vijf minuten stijf of gedwongen, loopen
allen min of meer nerveus heen en
weer, dan gevoelen wij heel goed, dat
wij niet gelegen komen en men ons
liever niet ontvangen had.
Het moet ons streven dan ook steeds
zijn om een aangename sfeer te schep
pen en wel van het begin af, dat men
zijn gezin opbouwt. Het gaat natuurlijk
niet altijd ineens en wij zullen
zeker wel voor teleurstellin
gen komen te staan, daar de
menschen, met wie wij moeten
omgaan, zeer verschillend van
aanleg en karakter zijn en ook
evenals wij, aan stemmingen
onderhevig zijn.
Hier komt het nu juist aan
op fijn aanvoelen van onze
omgeving en het rekening
houden met de stemming onzer huis-
genooten en omgeving.
Dit te kunnen doen vereischt een
zelf vergeten der vrouw, maar laten
wij denken aan de spreuk, die ons
zegt: „Brengt gij de zon in 's men
schen leven, zij zal op u haar weer
schijn geven" en laten wij vooral niet
vergeten hoe buitengewoon beslissend
de eerste vijf minuten kunnen zijn.
Bij het bewaren van winterkleeren
moet zeer zorgvuldig te werk worden
gegaan.
Motten en andere insecten voeden
zich voornamelijk met stof en vuil en
nestelen zich juist gaarne op stoffige
plaateen.
Het is niet alleen voldoende wollen
en bonten kleedingstukken te voorzien
van motwerende middelen, maar het
komt er in de eerste plaats op aan, dat
de bewaarplaatsen, als kasten, laden en
koffers uiterst schoon worden gehou
den.
In den regel zijn de bewaarplaatsen
onger garderobe van hout. Deze nu
moeten van binnen met heet soda
water en zeep flink worden afgeno
men, terwijl speciale aandacht aan hoe
ken en naden geschonken moet wor
den; deze moeten met een borstel be
werkt worden. Daarna worden de kas
ten of kisten, die gebruikt moeten wor
den, als het hout droog is, met een
kwast met terpentijn bestreken, waar
bij de naden en hoeken een extra be
handeling vragen.
De planken van kasten en de bodem
en zijkanten van koffers worden nu be
legd met courantenpapier, daar de
motten een antipathie schijnen te heb
ben voor drukinkt.
De te bewaren kleedingstukken moe
ten schoon weggelegd worden, waartoe
wij ze eerst een dag buiten hangen,
liefst in de zon. Daarna flink uitklop
pen en afborstelen, zakken en mou
wen moeten omgekeerd en evenals ae
plooien van japonnen. Daarna hangen
we de kleeren weer eenige uren in de
buitenlucht.
Een oud middel om bont te bewaren,
dateert nog uit grootmoeder's tijd; we
bestrooien het bont n.1. met aluinpoe
der en pakken het daarna in couran
tenpapier, doch niet voordat het goed
gelucht en uitgeklopt is.
Kleinere dingen, zooals wollen kou
sen, shwals, mutsen, enz. pakt men
goed in courantenpapier en legt hier-
tussohen stukjes kamfer.
Grootere kleedingstukken als man
tels, bontkragen, dekens, enz. naait
men vooraf in linnen zakken, terwijl
men er vooraf perkament papieren
zakjes gevuld met kamfer tusschen
legt.
De meest geschikte tijd om met deze
werkzaamheden aan te vangen, Is eind
April of begin Mei, indien het weer
tenminste ertoe medewerkt om de klee
dingstukken buiten te hangen.
In Mei ziet men de motten meestal
rondvliegen en wanneer de diertjes
eenmaal een plekje hebben gekozen
om later hun eitjes te deponeeren, is
het buitengewoon moeilijk, ze te ver
delgen.
Voorkomen is beter dan genezen,
waarom practische huisvrouwen dan
zeker deze kleine wenken, die gemak
kelijk na te komen zjjn, wel zullen op
volgen.
KLEEDING DER BRUIDSMEISJES.
Hoewel men in dezen tijd niet meer
zooveel geld besteedt aan een grooten
bruidsstoet, willen wij naar aanleiding
van een tot ons gericht verzoek, nog
gaarne iets over de kleeding der
bruidsmeisjes zeggen.
Het is gebruik, dat de bruidsmeisjes
dezelfde japonnen dragen en dat daar
voor eerst gezamenlijk met de bruid
overleg gepleegd wordt.
De mode wil, dat de bruid een mofje
van oranjebloesem en mirten draagt,
terwijl de bruidsmeisjes er een van den
bruidegom krijgen van bloemen, die
bij de tint der japon passen.
Of mevrouw Mode haar zin zal
weten door te drijven, staat nog te be
zien, daar vele bruidjes de voorkeur
zullen blijven geven aan een bouquet
met sierlijk afhangende ranken.
Als herinnering aan hun bruidsdag
geven bruid en bruidegom de bruids
meisjes een cadeau.
Zondag:
Pouletsoep.
Biefstuk, doperwten.
Aardappelpuree.
Blanc-manger.
Maandag:
Pikant rundvleesch.
Roode kool, aardappelen.
Appelmoes
Dinsdag:
Koud vleesch.
Raapstelen.
Aardappelen.
Rijst met bessensap.
Woensdag:
Gehakt.
Stoofsla, aardappelen.
Griesmeelpap.
Donderdag:
Tomatensoep.
Varkensvleesch
met rijst en kerry.
Gedroogde appeltjes.
Vrijdag:
Eieren met garnalen.
Kropsla met gebakken aardappelen.
Bananen en dadelsla.
Vrijdag II:
Witte boonen met tomatensaus.
Kropsla, gebakken aardappelen.
Bananen en dadelsla.
Zaterdag:
Gebakken spek.
Capucijners, aardappelen.
Pruimen.
Pikant rundvleesch.
1 kg vleesch, 2 uien, 50 gram ham
50 gram spek, 1 eetlepel gehakte
peterselie, 1 bos selderij, 1 sneedje oud
brood, 1 ei, 50 gram boter, 100 gram
vet, zout, peper.
Een stuk vleesch, liefst eenigszins
b.v. contre filet, wordt in tweeën ge
sneden, gewasschen, gezouten en ge
peperd. De uien maken we schoon en
bakken ze lichtbruin, daarna worden
dobbelsteentjes spek en de fijngesne
den ham erbij gevoegd en alles me*
elkander nog even doorgebakken; we
moeten echter zorgen, dat de uien niet
te donker worden. We vermengen nu
uien, spek en ham met het geweekte
sneedje brood en het ei en strijken dit
mengsel uit op de eene helft van het
vleesch; de andere helft komt er bo
venop en beide stukken worden met
dun touw vastgebonden,
Het vet maken we in de braadpan
daarna komt er een halve liter, of i'
heet, doen het vleesch erin en dompe
len het even om en om, waarna we het
aan alle kanten bruin laten braden
meer water bij, de gewasschen en fijn
gesneden selderij en laten we het stuk
vleesch nog drie kwartier stoven.
Het vleesch wordt overgebracht op
de vleeschschaal en de jus nog even
opgekookt; mocht blijken, dat er te
weinig is voor twee dagen dan voegen
WÜ p°g wat water bij, zeeven de jus
en binden deze zoo nooidg met een wei
nig maizena.
Varkensvleesch met rijst en kerry.
500 gram varkenslapjes, 3 uien, 2
zure appels 1 lepel bloem, citroensap,
kerry, zout, 150 gram boter.
Het varkensvleesch wordt gewas
schen en met een schoone doek ge
droogd; in dobbelsteentjes gesneden,
gezouten en in een gedeelte van de
boter bruin gebraden; daarna wordt
er V- 1 water bijgevoegd.
De schoongemaakte uien worden ge-,
snipperd en in de rest van de boter
lichtbruin gebakken, daarna komen de
gesnipperde appelen, de kerry, de
citroensap en de bloem erbij en ten
slotte de jus en het vleesch, waarna
we het geheel nog drie kwartier laten
stoven.
Inplaats van aardappelen nemen wq
ditmaal rijst; de aardappelen worden
nu zóó slecht en hebben zóó weinig
voedingswaarde, dat wij ze veel beter
door rijst kunnen vervangen.
In den beginne is het misschien wat
vreemd, maar rijst met spinazie of
stoofsla is bepaald heel smakelijk
evenals rijst met verschillende andere
groenten.
Eieren met garnalen.
6 hard gekookte eieren, 250 gram
garnalen, 75 gram boter, peper,1 eet
lepel gehakte peterselie, 2 eetlepels
mayonaise (kan ook zonder mayonaise)
slablaadjes.
De eieren worden zóó lang gekookt
totdat de dooiers hard zijn, daarna wor
den ze in water gelegd, gepeld en door
midden gesneden.
De dooiers worden eruit gehaald en
fijn gewreven, zoodat er geen stukjes
meer in zijn, de boter wordt gesmolten,
liefst in een steelpannetje en vermengd
met 75 gram van de reeds gewasschen
en gehakte garnalen, eierdooiers, pe
terselie en peper en alles tezamen roe
ren we goed door elkander, en verwar
men we even. Van de eiwitten wordt
aan den onderkant een klein plakje
afgesneden, zoodat ze blijven staan en
daarna worden zij opgevuld met het
mengsel.
Een schaal wordt belegd met mooie
gele slablaadjes en hierop komen de
eieren, terwijl de overige garnalen er
omheen gegroepeerd worden, desnoods
bedekt met wat mayonaise. Hebben wij
deze niet in voorraad, dan maken wij
de garnalen even aan met wat olie en
azijn.
Bananen en dadelsla.
5 bananen, sap van l/2 citroen, 50
gram fijne suiker, 250 gram dadels,
amandelen, 2 dL. slagroom.
De bananen worden geschild en in
schijfjes gesneden, daarna eenigen tijd
weggezet met het sap van de citroen en
de helft van de suiker.
De dadels wemschen wij in warm
water en laten ze daarna op een ver
giet uitlekken. Evenveel amandelen
als er dadels zijn, worden in heet water
gebroeid en van het velletje ontdaan.
De dadels die nu wel geheel uitgelekt
zullen zijn, worden voorzichtig van de
pit ontdaan en in de plaats hiervan
doet men in de kern een amandel.
In een glazen schaal komen de ba-
nanenschijfjes in het midden en daar
omheen de gevulde dadels, terwijl het
geheel bedekt wordt met de slagroom,
die met de rest van de suiker stijfge
klopt is.
Beignets sec.
(Als gebak of bjj vla).
250 gram tarwebloem, wat zout, 75
gram poedersuiker, 75 gram boter, 2
eieren.
De boter maken we eerst een weinig
week en vermengen daarna boter,
bloem, suiker en eieren met elkander.
Wij zullen deze ingrediënten zoolang
kneden, totdat wij een zeer soepel deeg
hebben gekregen, dat wij daarna met
onze met meel bestrooiden deegrol uit
rollen tot het V2 cm dik is. Van dezen
lap snijden wij rechthoekige, vierkante
of ronde stukjes deeg uit, die wij in
heet frituurvet (slaolie b.v.) bakken en
daarna met poedersuiker bestrooien,
echter pas nadat zij afgekoeld zijn.
Vragen betreffende deze rubriek
worden gaarne beantwoord door:
De Redactrice „Oze Keuken",
Hofzichtlaané, Den Haag.
Rosi moet Rudi trouwen. Vader wil
het! „Neen, Rudi trouw ik niet!" zegt
de dochter obstinaat. „Die deugt ner
gens voor; die is nergens toe in staat!
Ik wil Frans!"...
„Frans komt niet in aanmerking!"
raast papa, „die kerel is tot alles in
staat".