t
H)fa
H 1
Vier Chineesche dames
TWEEDE EK LAATSTE BLAD.
STAÜSNItUWS
ZONNIGE PINKSTERDAGEN.
>fvn
VAN DINSDAG 17 MEI 1932.
Licht op
voor alle voertuigen:
Wintertijd.
Dinsdag 17 Mei20.19 uur
Woensdag 18 20.20
Den 14en Mei slaagde voor coupeuse
Mej. A. Remelink, leerlinge van Mevr.
L. Beukema, Weststraat 48.
AANKOMST INDISCHE MAIL.
Woensdag in ons land.
De speciale trein met post en passa
giers in aansluiting op het motorschip
„P. C. Hooft", zou hedenmorgen om 10.20
uur van Genua vertrekken. Aankomst
morgen (Woensdag 18 Mei) om 9.51 uur te
Amsterdam C.S.
PARNAS PHILIP VRIESLANDER'S
UITVAART.
Zaterdagavond, j.1. overleed de heer Ph.
Vrieslander. Er zullen maar heel weinigen
zijn onder de Heldersche ingezetenen, die
hem niet gekend hebben. De heer Vries
lander was wat men noemt een rasecht
Nieuwedieper. Niet alleen door zijn zaken,
die hij een reeks van jaren dreef, had hij
die bekendheid verworven, maar bovenal
omdat de heer Vrieslander iemand was,
die vaak aan den weg timmerde, die actief
deelnam aan het gemeenschaps- en ver-
vereenigingsleven. Gedurende langen tijd
was hij vice-voorzitter van de Heldersche
Winkeiiersvereeniging en toen hij als zoo
danig aftrad, werd hij tot eerelid van deze
vereeniging benoemd. Men wilde hier
mede demonstreeren, dat het werk van
den heer Vr. op zeer hoogen prijs werd
gesteld.
Inderdaad als hii zich aan iets gaf, dan
zette hü energiek de schouders onder het
aangevangen werk en rustte niet voordat
hii naar ziin meening ten volle in zijn
pogen was geslaagd.
Wat hii voor de Joodsche gemeente ge
weest is, kan niet in deze korte necrologie
vermeld worden; 85 jaren van ziin leven
ongeveer heeft hii gegeven aan de Jood
sche gemeenschap. Bijna evenzooveel ja
ren was hü voorzitter van de Kehillo (Ge
meente). Dag en nacht stond hii op de
bres voor ziin gemeente. Vrieslander en
de Joodsche gemeente waren onverbreek
baar aan elkaar gekluisterd.
Gisteren had onder zeer groote belang
stelling de ter aarde bestelling plaats. Uit
alle deelen van het land waren de vrien
den en vereerders van den overledene ge
komen, om de laatste eer te bewijzen. Een
indrukwekkend oogenblik was het, toen
de doode parnes (voorzitter) voorbij de
synagoge reed. Wijd stonden de hoofd
deuren geopend.... brandden de kaarsen
in het stille interieur. Zacht reed de koets
verder, voor de laatste maal had de Par
nesvoor zijn Sjoel (synagoge) ge
loefd.
Ou den doodenakker waren ook vele
niet-Israëlieten verzameld. Nadat allen
zich rondom de baar geschaard hadden,
sprak de leeraar der gemeente, de heer
Van Buuren. de Hesped (lijkrede) uit.
Spreker wees op het vele en goede, dat
de overledene niet alleen voor de Joodsche
gemeenschap, doch ook voor de gemeente
Den Helder had gedaan, hoe nu bü zijn
laatsten gang bleek, dat ook niet-Israëlie
ten waren opgetrokken om hun mede
burger de laatste eer te bewijzen.
Naar aanleiding van de woorden in
Exodes XXIII 10—11: „En zes jaar zult
gü uw land bezaaien en inzamelen ziin
voortbrengselen, maar gedurende het ze
vende jaar zult gij het vriilaten en prijs-
laten", liet spr. uitkomen, dat nu voor den
Parnes 't ruil jaar, het Sjabbas-Sjabosaun,
de volmaakte Sabbath gekomen was. Spr.
vertelde verder, hoe men op het loofhut
tenfeest in de Synagoge een palmtak
pleegt op te heffen. Deze palmtak wordt
gebruikt tezamen met beekwilgen en an
dere kleine planten. Hoog en sierlijk
steekt deze palmtak boven de lagere en
onaanzienlijke planten uit, soepel en gra
cieus buigt en wuift de palmtak naar alle
zijden. De palmtak, ook wel loelof ge
naamd, mag niet gebroken ziin of een ge
brek hebben, want dan is deze ongeoor
loofd. Ook mag het loelof niet aan de punt
gebroken ziin.
Een parnes, een voorzitter, wordt ver
geleken met zoo'n loelof. Er mag geen
enkel gebrek aan ziin. Hoog en statig
steekt hü boven de andere uit, maar toch
moet hü zich evenals de soepele, zich naar
alle ziiden buigende palmtak, buigen voor
de verlangens ziiner gemeenteleden, doch
ook moet hii zich hoog en verheven op
het leidersstandpunt plaatsen als het noo-
dig is. Een loelof, waar een gebrek aan is,
wordt niet opgeheven, ook een parnes
moet zooveel mogelijk volmaakt zijn.
Deze overleden parnes heeft zijn taak
met juistheid vervuld. Hii heeft niet geleid
met trots, maar met liefde en hii hau
de Sjolaum, den vrede lief. Als het bui
gende loelof, boog hii zich tot iedereen,
die hem kwam raadplegen.
Nu nemen wij afscheid. Wii danken u
voor hetgeen gii waart, niet alleen voor
de Joden, maar voor alle medeburgers.
En nu is uwe Sjabbos-Sjabbosaun aange
broken. nu is uw rustdag gekomen. Sodego
lau Sisrong, uw veld kunt gii niet meer
bearbeiden, maar uw naam is niet ver
geten. In de archieven van de Joodsche
gemeente is uw werk beschreven. Uw
naam is niet vergeten, want Sjijm tauf
mi sjemen tauf, een goede naam is beter
dan kostbare olie.
Deze naam zal een troost zijn voor de
treurende achterblijvenden. „Koenii oerie,
Ki wo oureig". Sta op, want het licht gaat
komen.
Nadat spreker zijn rede beëindigd had,
nam de huidige voorzitter der Joodsche
Gemeente, de heer D. I. Grunwald, het
woord en dankte den overledene voor het
geen hij gedaan had als bestuurder van
de Vereeniging „Steunt de armen" en
bovenal voor de grootsche werken die
hij als voorzitter van de Joodsche Ge
meente had gedaan. Moge hij rusten on
der de schaduw des Allerhoogsten.
Alsnu werd het stoffelijk overschot met
de gebruikelijke ceremoniën grafwaarts
gedragen.
Na afloop der plechtigheid, sprak de
heer L. Kannewasser, schoonzoon van den
overledene, een woord van hartelyken
dank voor de betoonde belangstelling.
Een degelijk mensch is ter ruste ge
legd.
SPELDJESVERKOOP
DRANKBESTRIJDING.
De speldjesverkoop op Zaterdag j.1. ten
bate der drankbestrijding heeft opge
bracht de som van 168.50.
Het Drankweer-Comité dankt gevers en
geefsters en verder allen, die hunne me
dewerking hieraan hebben verleend.
„PRO PATRIA".
De uitslagen van de adspiranten-wed
strijden van bovengenoemde vereeniging,
opgenomen in ons blad van Zaterdag, be
hoeven een kleine aanvulling. De naam
van nummer 1 in de vierkamp jongens
klasse B is er niet bij vermeld. De win
naar was J. J. Kraan.
ZANGVEREENIGING
„MORGENROOD"w
Dir. F. van der Meij.
Men schrijft ons:
Naar we vernemen, wordt Zaterdag
21 Mei door kinderkoor en onderafdeeling
van bovengenoemde zangvereeniging een
uitvoering gegeven in „Casino.
Voor de pauze worden verschillende
twee- en drie-stemmige nummers gezon
gen met pianobegeleiding en a capella, af
gewisseld door een paar goed verzorgde
dalcroze-nummers.- Mej. Corry Dol ver
leent weer haar welwillende medewerking
door de pianobegeleiding te verzorgen en
is deze dus weer in goede handen. Zoo
als we weten wordt aan de nuanceering
steeds de uiterste zorg besteed.
Na de pauze wordt een aardige operette
in 2 bedrijven gegeven. Het belooft dus
een afwisselende avond te worden. Lief
hebbers van ongekunstelde kinderzang
houden dezen avond vrij. Introducties zijn
bij: de leden 25 ct. verkrijgbaar.
Gaarne verwijzen wij naar de in dit
blad voorkomende advertentie.
HARMONIEKAPEL „WINNUBST".
Concert
op Donderdag 19 Mei 1982 des avonds van
8.30 u. tot 10 u. in het Julianapark, onder
leiding van den heer H. B. Schenkels,
directeur.
Programma:
1. „Goede Kameraden", marsch, Ch. de Roy
van Zuydewyn.
2. „Lugdunum", ouverture, G. Allier.
3. „In Schoner Maicnnacht", watzer, Max
Rentzsch.
4. „Dornröschens Brautfarht C'haracter-
stück", Max Rhode.
5. „Tannhauser", Fantaisie sur l'Opare de
Richard Wagner, arr. G. Gadenne.
6. „Kompotpourri, von Nico Dostal.
7. „El Capitan", marsch, J. P. Sousa.
ALBERT SCHWEITZER-AVOND.
In de Groote Kerk te Alkmaar.
Zaterdagavond a.s. te 8 uur zal de be
kende auteur en zendeling prof. dr. Albert
Schweitzer een rede houden over zijn ar
beid onder de negers in Lambarene
(Midden-Afrika). Deze lezing wordt ge
houden in de Groote Kerk te Alkmaar:
na de pauze zal een orgelcorcert worden
gegeven, waarmede de avond wordt ge
vuld.
1 Daar wellicht lezers van de Held. Crt.
van de gelegenheid willen profiteeren om
met de interessante persoonlijkheid van
prof. Schweitzer kennis te maken, laten
wij hier de treinen volgen. (Zaterdag 21
j Mei is de laatste dag van de winterdienst-
regeling
Vertrek den Helder 18.51, Anna Pau-
lowna 19.04, Schagen 19.16, Heerhugo-
waard 1-9.31Alkmaar 19.40. Vertrek
Alkmaar 22.47. Aankomst Heerhugo
waard 22.55, N.-Scharwoude 23.04, Scha
gen 23.15, Anna Paulowna 23.28, Den
Helder 23.41.
DE 18 MEI-VOLKENBONDSDAG
EN DE SCHOLEN.
Het dagel. bestuur van de „Vereeniging
voor Volkenbond en Vrede" verzoekt ons
opname van het volgendie:
Gedurende reeds een lange reeks van
jaren heeft de „Vereeniging voor Volken
bond en Vrede", welks hoofdbestuur en
verdere organen zijn samengesteld uit
personen van elke politieke en godsdien
stige richting, op den 18 Mei haar Vol-
kenbondsdag. Deze beoogt om, zooveel
mogelijk op een en denzelfden dag en zoo
veel mogelijk door geheel het land, aan
dacht te schenken aan den Volkenbond,
zijn beteekenis, ziin werken, en zoodoende
te komen tot een vermeerderde belang
stelling Voor deze instelling, die alleen
dan. wanneer zij leeft bü allen, kan
groeien tot een organisme waarvan
kracht uitgaat.
Telken jare sedert 1927 is van de zijde
van den Minister van Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen een aanschrijving uit
gegaan, waarin aan de sohoolautoriteiten
zoowel van het Lager als het Middelbaar
onderwijs verzocht werd de beteekenis
van dezen 18 Mei-Volkenbondsdag, en in
verband daarmede de beteekenis van den
Volkenbond, aan de scholieren uiteen te
zetten.
De Minister heeft gemeend, dat thans
de aandacht van dc scholen voldoende op
deze aangelegenheid is gevestigd, zoodat
het Z. E. niet noodzakelijk is voorgeko
men dit jaar wederom een circulaire voor
dit doel te verzenden.
Het zou uiteraard te betreuren zijn, en
het ligt zeker niet in de bedoeling van
den Minister, dat dientengevolge de scho
len, Lagere zoowel als Middelbare, open
bare zoowel als bijzondere, niet op den
18 Mei a.s. de gebruikelijke aandacht aan
den Volkenbondsdag zouden geven.
Doel van dit artikeltje is, met aandrang
aan alle scholen, leeraren en onderwijzers
te verzoeken aandacht aan den Volken-
bondsdag op den 18 Mei a.s. te geven.
Voorzoover zulks door onderwijzers of
leeraren mocht worden erewenscht, steit
het Secretariaat van de „Vereeniging voor
Volkenbond en Vrede", gevestigd Jan
van Nassaustraat 93 te 's-Gravenhage,
zich t?r beschikking teneinde inlichtin
gen, die worden gevraagd, hetzij betref
fende den Volkenbond, hetzij betreffende
de wijze om deze op de scholen uiteen te
zetten, te verschaffen. Het zal het Secre
tariaat aangenaam ziin, indien vele aan
vragen het daartoe bereiken.
„NOORDER KUNSTKRING".
Qp de komende tentoonstelling zal
Lambert Simon met een zeer be
langrijke inzending voor den dag komen.
En hoewel de aard van zijn werk voor
diegenen, die nog weinig op gebied van
moderne kunst hebben gezien, problemen
met ]iich mee brengt, de citaten uit
verschillende critieken, die hieronder vol
gen, bewijzen duidelijk de waarde van
zijn oeuvre.
De Utrechtsche kunst-medewerker van
de Maasbode schreeft in dat blad van 15
November omtrent de tentoonstelling van
Lambert Simon in de Kunsthandel Wage
naar:
Lambert Simon is een jeugdig
schilder uit Den Helder, die te Parijs heeft
gewerkt en wiens oeuvre (dientengevolge,
mag men wel zeggen) dus eenige cosmo-
politische invloeden vertoont. Men ziet,
vooral in zijn eerste arbeid, de sporen van
Otto van Rees' nabijheid. Men ziet, in
coloriet en in vormen, de aandacht voor
wat rtien kortweg: „Ecole de Paris" pleegt
te ndemen. Er zijn eenige .neo-klassicis
En zoo gaat schr. verder, even later te
getuigen: Uit zijn stillevens en „Booten'
spreekt gevoel voor fijne kleurnuances, uit
eenige der figuurstukken voor diepe of
voor zuivere kleur en kleurverhoudingen.'
Aangezien volledig citeeren te veel
plaatsruimte zou vergen, kunnen we vol
staan met de slot-alinea: „Zijn beste kwa
liteiten vertoont hij in een meer monumen
taal bedoeld schilderij: „Visschers We
denken hierbij meer aan oud-ltaliaansche
wandschildering dan aan de moderne
Fransche kunst, al is hier mogelijk een
niet door mij gekend intermediair. Een
zevental visschers zijn in drie rijen opge
steld in één vlak uitgebeeld.Van een con
tour, krachtig van kleur en evenwichtig
van vorm en kleurverhouding (behalve
een overdrijving in den vorm der recht-
sche figuur). Aanduidingen van golven op
den achtergrond, aanduidingen van licht
schijn in de omtrekken der koppen, ex
pressiviteit van een enkele kop. Op dit een
enkele der andere stukken grond ik mijn
geloof in de toekomst van dezen schilder,
indien hij verder met de hem eigen gaven
den eigen webg vindt en gaat, zonder zich
tot onnoodige buitenissigheden te laten
verleiden".
De aandachtige lezer zal hebben be
merkt. dat het werk. dat zooals vermeld,
in royale mate op de tentoonstellinq van
den Noorder Kunstkring vertegenwoor
digd zal zijn, zeker een bezoek waard is.
De dezer dagen te verschijnen affiche
voor deze tentoonstelling is ook het werk
van Lambert Simon en door hem zelf op
steen geteekend. En als de voorspellingen
van de kunstcritici nu eens waarheid zijn
geworden, dan wilt gij, lezer, u zelve niet
verwijten te moeten zeggen: „Ik heb de
gelegenheid gehad zijn werk van meet af
aan te volgen, maar ik was te onver
schillig".
tische en surrealistische motieven en
visies.
Dat alles zou nieuws beteekenen, in
dien Simon geen talent van eenige betee
kenis vertoonde. Maar dat heeft hij wel
en het is logisch, dat hij in zijn sturm und
drang voor de artistieke buitenwereld
open staat. Hij koos den lyrischen kant,
waarin de abstracties niet zinledig worden
en nog aan „belle peiture" wordt gehecht.
Hetgeen zijn voordeel valt te noemen.
Daar bovendien, in den korten tijd dat hij
schildert, binnen de dateeringen al van
eenige ontwikkeling gesproken kan wor
den, valt te verwachten, dat zijn afhanke
lijkheid niet lang zal duren en dat er een
goede toekomst voor dit talent openstaat.
Na uitvoerig op eenige werken van
Lambert Simon te zijn ingegaan eindigt
deze criticus:
Daar is een stemming met be
wustheid en niet enkel met picturaal toe-
valseffect vastgehouden. Er zijn nog
zwakheden en onvolkomenheden de niet
verantwoorde vergrooting van den kinder-
arm), maar toch is dit werk zeker een
goede belofte Lambert Simon is een
schilder met smaak en picturaal-gezonde
belangstelling, wiens ontwikkeling wij
rpet aandacht zullen blijven volgen. Diepte
zal zijn werk winnen, indien het leven
Ijem van dieper dingen bewust doet wor
den.
CvDe Utrechtsche kunstkritische mede
werker van de Nieuwe Rotterdamsche
Courant schrijft over Lambert Simon:
„Deze nog onbekende jonge schilder
woont in Den Helder, na eenigen tijd in
Parijs te hebben gewerkt. Dit laatste, ver
meld in een bij de uitnoodiging gevoegde
notitie, is een onnoodige mededeeling voor
wie de tentoonstelling bezoekt. Men be
merkt dit meer dan voldoende en tevens,
dat „de typische veelzijdigheid, in de notie
vermeld, welke het werk der jongere
moderne schilders kenmerkt, bij dezen
schilder de veelzijdigheid zijner Fransche
voorbeelden is, dus evenmin als trouwens
bij de andere jonge moderne schilders,
als kenmerk van het karakter zijner kunst
kan gelden. Dit is echter geen blaam,
want wat is natuurlijker voor een zoe
kenden jongen kunstenaar, die staat te
midden van de heterogene stroomingen in
de kunst van dezen tijd, dan dat hij de
verschillende kunst uitingen probeert, tot
hij tenslotte de voor hem eenige, eigen,
vaste heeft gevonden. Dit bewust zoe-
zoeken zien wij in het werk van Lambert
Simon eer dan een zich laten drijven nu
met deze dan met gene strooming van de
zwakkeren,"
Eindelijk, eindelijk is dan de lente ge
komen. Hoe gezellig het ook in den winter
kan zijn, het zit nu eenmaal in den mensch
dat hij blij wordt wanneer het mooie weer
weer aankomt. En niet alleen deze gene
ratie. Wij vermoeden van af den tijd, dat
de menschen het besef kregen, dat na]
den winter toch altijd weer het voorjaar
kwam, zij met verlangen naar dit jaar
getijde uitzagen, vandaar dat het in zoovele
sagen en mythen een voorname plaats
inneemt en vaak een overwegend deel
heeft gevormd, en misschien nog wel
vormt, van de natuurgodsdiensten van
de primitieve volken.
De verheerlijking en verwelkoming van
het nieuwe jaargetijde vinden wij ook
nog in onzen tijd terug, of terugvinden
is feitelijk niet het juiste woord.
De 1 Mei-beweging van de moderne
arbeidersklasse, is in haar meest elemen-
tairen vorm daarvan een uiting.
Hoe materieel onze tijd in vele opzichten
ook moge zyn, men moet toch al een zeer
harde kei zijn als de komst van het nieuwe
leven geen andere gevoelens wakker roept
en de menschen bü wie dit niet het ge
val is, zijn diep te beklagen, eveneens
de omgeving waarin zij leven. Zoo iemand
kan een deprimeerenden invloed op zyn
medemensciien uitoefenen. Toch zal wel
niemand zoo worden geboren en zulk een
toestand is het gevolg van de vele teleur
stellingen en tegenslagen die de een in
grooter mate krijgt dan de ander en deze
menschen zyn oprecht te beklagen.
Laten wy nu ter zake komen. Wij
hebben geboft met Pinksteren. Zelfs de
grootste optimist had wellicht niet durven
voorspellen dat het weer zoo prachtig
zou worden. Want prachtig is het geweest.
Niet overwarm maar heerlyk weer om
uitstapjes te maken.
Wat het maken van uitstapjes betreft,
Den Helder moet het nog grootendeels
van de eigen bewoners hebben, hoewel
langzaam maar zeker haar naam als,
laten wij maar een groot woord gebruiken
„toeristenoord" naar buiten bekend wordt.
Daar hebben we de
„Donkere Duinen".
In betrekkelyk zeer korten tijd hebben
deze zich ontwikkeld tot een prachtig
wandelpark. Wij herinneren ons nog best
hoe deze plek vroeger verboden grond
was. Het bosschie van Snip was taboe,
maar er groeiden juist van die füne
bramen, waardoor artikel 461 wel eens
werd overtreden, met al de gevoegen
daaraan verbonden.
Het gemeentebestuur spaart geen moei
ten om dit duinencomplex tot een fraai
park te maken en het geld dat hieraan
wordt besteed is niet weggegooid. Op
eiken mooien dag incasseeren wij de
interest van dat geld en interest incas
seeren wil in dezen rijd van malaise heel
wat zeggen. En wat voor interest
Nu is er nog een beetje fantasie noodig
maar ons nageslacht zal in werkeüjke
bosschen kunnen wandelen, doch ook nu
is het er heerüjk. Wanneer men de
heerlyke dennenlucht ruikt zet men on
willekeurig de longen daarvoor wyd open.
Sinds verleden jaar is er een nieuwig
heid bü gekomen. Men heeft nu een toe
gang gemaakt tot den hoogen heuvel by
den vyver en wanneer men daar boven
opstaat, heeft men een schitterend pano
rama van de Donkere Duinen en de
omgeving. Degeen die dit idee heeft ge
had, krijgt een standbeeld op het eilandje
in den vyver.
Het was met de Pinksterdagen in de
Donkere Duinen dan ook zeer druk en
vaak hoorden we van vreemdelingen
grooten lof over dit prachtige Heldersche
plekje. Het is dan ook iets waar wij met
recht trotsch op kunnen zyn.
„Duinoord" maakte goede zaken. Bussen
reden af en aan en lieten stroomen be
zoekers uit. De duinen by den Zanddyk
waren als gewoonlyk druk bezet en in de
duinen zelf waren ook vrij veel menschen.
Op het strand waren ook een aantal wande
laars, tenten waren er niet, alleen op
den Pinksterdag zagen wy er één, d.w.z.
op het strand voorby paal 2.
In de afgesloten duinen waren de
menschen te tellen, terwijl toch vorige
jaren dit duingedeelte druk bezocht was;
vooral de omgeving van den z.g. Bramen-
berg (op de stafkaarten heet deze Ama-
juba), mocht zich in druk bezoek ver
heugen.
Wy merkten op dat het gedeelte, dat
eenige weken terug verbrand is, zich met
groen, frisch gras heeft getooid, zoodat
dit zeer afsteekt by de andere beplanting
en men den omvang van den brand nog
duidelyk kan waarnemen. Hier en daar
bloeit er een dotterbloem tusschen, alleen
de boschjes schijnen wat erger te hebben
geleden.
Het zijn vooral de dames die aan een
mooien dag een byzonder cachet geven.
Nauwelyks schünt de zon enkele dagen
of daar komen de luchtige zomertoiletjes
en wy hebben ons wys laten maken dat
dat allemaal heel goedkoop kan gebeuren.
Voor 59 cent per el heb je al „beeldige"
stof. Niet deskundig zynde op dit ge
bied moeten wy het wel gelooven en we
vinden het fijn dat de wereld voor 'een
beetje centen er opeens heel wat aan
trekkelijker kan uitzien. Honni soit qui
mal y pense.
Met den tweeden Pinksterdag liet het
weer zich soms niet zoo mooi aanzien.
Sedert den vorigen dag was de wind
gedraaid en kwam nu uit zee. Tenge
volge daarvan kwamen soms dampen op
zetten, die af en toe den vuurtoren half
deden verdwijnen. Over de duinen golfden
de wolken alsof er op zee een reusach
tige brand was, doch dan won de zon
het weer en kwam stralend te voorschyn.
Uit den aard der zaak was het veel
drukker dan den vorigen dag.
De fietsenstaller bü Duinoord zat met
zyn handen in het haar om de vele fietsen
te bergen. De bergplaats was allang al
vol en hjj moest andere plaatsen opzoeken.
In den speeltuin van Duinoord had hij
er nog een tweehonderd kunnen bergen.
Voor hem en voor allen die iets met deze
dagen verdienen is het gelukkig dat het
zulle schitterend weer was.
Nu willen wy nog een kleine opmer
king maken over het verkeer naar Duin
oord. Met de te verwachten grootere
drukte van den zomer, een drukte, die
die van het vorig jaar zeker zal over
treffen, lijkt het ons goed dat hieraan
aandacht wordt besteed. Hiermede willen
wy niet zeggen, dat er nu niet opgelet
wordt. Gisteren zagen wy dat van politie
zijde reeds ingegrepen wordt, doch 0. i.
rijden de bussen veel te hard, wat van
het standpunt van de chauffeurs wel te
door
JAMES LEYNSE.
Mf
-kk.
Toen ik nog in Holland woonde inplaats
van in het groote China, had ik nooit
kunnen denken, dat de dames Hsi, Sang,
Ch'ing en Tiao zoo'n grooten invloed op
mijn leven zouden hebben. Menig uur heb
11c reeds aan dat viertal gewfid. lederen
dag opnieuw eischen zü myn onverdeelde
attentie en steeds meer kom ik onder haar
bekoring. Wie die Chineesche dames dan
zfin? O, niemand anders dan de vier ver
deelingen van de Chineesche etikette,
maar zü zyn als zoodanig lastig en veel-
eischend genoeg.
Madame Hsi regelt bruüoften en alle
feesten verwant daarmee
en in het land van den
Gouden Draak heeft zy
^■^1 - het daarmede zeer druk.
Madame Sana, altijd in
X het wit, zorgt voor be
grafenissen. Maar zy' is
lang niet zoo somber als
Hsi- haar Hollandsche zuster
en begraaft met feesten en muziek, met
veel papieren bloemen en lange kleurige
optochten van leeuwen, be-
dienden, huizen, booten en
auto's kunstig gemaakt van
jeng dennegroen en papier. Iv,
Madame Ch'inp glimlacht
altijd en vindt overal een
hartelijk welkom. Zü regelt
de geboorte- en allerlei an- Sang
dere feesten. Maar met geboorten heeft
zii het al heel druk, want haast iedere
minuut komt er een
klein Chineesje ter
wereld. Ook zorgt zii
voor de ceremonies bii
het betrekken van een
nieuw huis, een feest
bii een promotie, een
verjaardag van een
ouden Vader of Moe
der en wat al niet
ch'ing. meer.
Madame Tiao is de delicaatste van het
viertal en meer verfijnd dan menige Euro
peaan zich ook maar eenigszins kan in
denken. Zij beheersoht de gebruiken voor
condoleantie en troost in ziekte, droefheid,
moeilijkheden en rampspoed.
Natuurlijk zijn deze vier dames net zoo
veranderlijk en modieus als haar Euro-
peesehe zusters, maar in China heerschen
zii meer onbeperkt en onbe
twist dan ergens anders ter
wereld. Ik behoef in Peking
nu wel niet meer myn bril
af te zetten wanneer ik met
een diepe buiging een oudere
persoon begroet, maar op het
platteland passeer ik het
examen als ik langzaam en Tlao-
sierlijk buig met mijn bril in mijn hand en
mijn hoed op. Natuurlijk is een donkere
bril, die het oog verbergt, nog meer taboe
dan een die het oog brutaal vergroot.
Kuei hsin-g, Uw geëerde naam, vraag ik
i>0" steeds, maar pi hsing, mijn verach
telijke naam, zeg ik al lang niet meer,
wanneer iemand vraagt hoe ik heet.
De Dames Etikette letten zeer scherp
op de juiste verdeeling van standen en
rassen. Een toerist ziet te Peking alleen
maar een massa Ohineezen, maar daar zyn
de Man Chu Jen, Manchoe families, de
Noord en Zuid Chineezen, zoowel als de
Mong Ko Jen, Mongolen en Hsi, Tsang
Jen Tibetanen, om maar niet eens te
spreken van de verschillende nauwkeurig
gescheiden provincies, standen en rangen
die allen hun eigen gebruiken hebben.
De Dames Etikette rekenen daar stipt
mede. Een jonge man moge in een zekere
stad of provincie geboren zijn en des
noods ook zijn vader, maar als zijn familie
daar nog niet voor drie opeenvolgende
generaties gewoond heeft, behoort hii nog
tot de oude plaats en provincie, ook al is
hij daar nog nooit geweest en de dames
Etikette vragen van hem een trouw na
komen van de gewoonten van „zijn" pro
vincie.
Van morgen is met de
post een groote roode
enveloppe gekomen met
groot daarop in goud
verguld: Hsi, geluk. Dit
.bedoelt dus, dat de brui
loft van Li, vyf zegenin
gen, de zoon van Mijn
heer Li, de Oprechte, met Appelbloesem,
de dochter van Mynheer Chang, het
Eeuwig G.eluk, binnen tien dagen zal
plaats hebben in het restaurant „de Oost
zee", een plas nabij de Beltoren te Peking.
Sinds Mynheer Li, de Oprechte, een
vriend van my is, moet ik wel naar het
restaurant, ware Mynheer Chang, het
Eeuwig Geluk, een mijner vrienden, dan
zou ik naar zyn huis hebben moeten gaan
om het „Sungen", het uitlaten, van de
bruid mede te vieren.
Hst.
Een paar dagen voor de bruiloft moet
ik een huwelykscadeau zenden, twee ge
lakte doozen of een paar vazen, twee pla
ten in lijst of twee stukken zyde. Alles is
geschikt als het maar twee stuks is. De
cadeaux worden by ontvangst getaxeerd
en tien percent van de waarde aan den
"6oy" gegeven als zyn aandeel in het
brengen. Op den morgen van de bruiloft
mag ik niet vergeten in een groote roode
enveloppe twee dollars mede te brengen,
als zynde myn aandeel in de kosten van
het bruiloftsdiner. Twee dollars is het ge
middelde aandeel van de gegoeden, waar
onder een Europeaan alrijd wordt geclas
sificeerd, en twee kwartjes, dat van de
minder gesitueerden. Aan de poort neemt
een vriend van den Vader des bruide
goms myn enveloppe in ontvangst en no
teert nauwkeurig myn naam en hoeveel
heid in het gesehenkenboek, zoodat later
de familie myn gave na kan zien voor het
eventueel zenden van cadeaux by een der
gelijke gelegenheid in myn familie.
Madame Hsi wil persé, dat ik eerst de
Vader en Moeder gelukwensch en daarna
den Bruidegom, want in China zyn de
Ouders de hoofdpersonen by een brui
loft. De Ouders staan dan ook in de recep-
tielyn en de Bruidegom scharrelt zoowat
rond, dus vergeet ik niet licht om mjjn
ta hsi, ta hsi, groot geluk, groot geluk,
aan het juiste adres te richten. De Bruid
is in de binnenkamer, waar alle dames
heen gaan, maar in haar moet ik als man
geen al te groote belangstelling toonen,
want dat vindt Madame Hsi ongemanierd.
Zy zorgt ook, dat de bruiloft op een ge
lukkige dag valt, zoodat er allerlei trouw-
proeessie's over de straten gaan. De door-
snee-Europeaan ziet daarin weinig ver
schil, maar 'n Chineesch kind weert reeds
dat verborgen in een groene trouwstoel
een bruid van een Zuidelyke familie ge
dragen wordt en in een roode een Peking-
sche bruid, en dat de Manchoe-families
altyd lantaarns in hun trouwprocessie's
hebben, ook al is het klaar daglicht.
Madame Sang en begrafenissen.
Komt er een groote grauwe brief van
Madame Sang, dan trek ik ter begrafe
nis. Alweer zend ik een geschenk. Een
krans van papieren bloemen voor de kata
falk, een lange banier van wit papier of 'n
van zwart, grijs of witte zy'de met daarop
in gouden papieren letters: Ling Kuei
Hsi T'ien, (Moge de) ziel terug (gaan naar
den) Westelijken Hemel, met onderaan
Lin Sen, zynde Lin myn (.fliineesche fa
milie naam en Sen myn voornaam, omdat
Europeesche namen niet uitgesproken
kunnen worden.
Bjj aankomst geef ik aan de poort een
gele enveloppe met twee dollars met myn
naam op een strookje blauw papier daar
op vastgeplakt. Ook die gift wordt in de
familieboeken genoteerd. Daarna ontvang
ik een wit papieren chrysantemum voor
myn knoopsgat als teeken van rouw en
ben ik gereed om met diepe buigingen
mijn rouwbeklag aan de in het wit ge-
kleede familie te brengen. Als blijk van
vriendschap neem ik dan deel aan het be
grafenis-feestmaal. Ken ik de familie
goed, dan volg ik de katafalk een eind-
weegs naar het graf en buig myzelf dan
uit den stoet.
Madame Ch'ing en geboorten.
Madame Ch'ing schrijft niet vaak, maarl
zendt meestal een afgevaardigde. Alleen
zéér moderne famiiles geven per brief
of kaartje kennis van een geboorte. Ge
schenken worden eerst na den derden dag
verwacht en dan alleen maar voor de
Moeder, wat versierselen of geld, een paar
kippen of rood gekleurde eieren, een cake
of ook wel wat bloeiende planten. Met de
man yueh, volle maand, komt er echter
op rood papier een uitnoodiging voor een
groot diner. Iedere geest betaalt daar een
dollar of vyftig cent als zyn of haar aan
deel in het feest. Een groote schaar vrien*
den en bekenden worden uitgenoodigd en
dan stroomt het geschenken voor het een
volle maand oud zynde kind. Rood ge
borduurde schoentjes, een tygermuts, een
zilveren slot met roodzijden koord 0111 de
baby aan de aarde vast te binden, kleeren
en opschik alles is welkom wanneer Mada
me Ch'ing hoogty viert.
Madame Tlao en haar eischen.
Madame Tiao is er in geslaagd om een
Orientalische charm aan het leven t4
geven. Men moet haar goed kennen, wil
men de Chineezen leeren begrijpen. Haar
eischen zyn strikt maar fascineerend. Zij
leert, dat de Noorderkant van een kamer,
het verst, verwijderd van de deur, de eere-
zijde is en dat links hooger en voornamer
is dan rechts. Dat het onbeleefd is te haas
ten en dadelijk te beginnen over de reden
van een bezoek en dat men altyd een paar
beleefde phrases ter zijner beschikking
moet hebben. Zij staat de Chineezen toe
om allerlei persoonlyke vragen te doen
over salaris, positie, ambitie, leeftijd en
zelfs intieme zaken, want curiositeit be
schouwt zij als een vorm van interesse en
beleefdheid. Voor alle bezoeken heeft zij
een verscheidenheid van regels en zy
blijft by ieder bezoek de geheele conver
satie beheerschen, totdat men met een
ken nin kao ts'e, Wilt U my excuseeren,
langzaam en buigend de kamer verlaat,
zorgend, dat nieinands rug naar den gast
heer gekeerd wordt. Haastig staat deze
dan op om met druk gebaar het vertrek
te verhinderen en om den gast te sungen,
wegbrengen, naar de poort. Bezorgd roept
de gast dan uit: pu sung, pu sung, niet uit
leiden, maar de gastheer roept om strüd
man, man ti tso, ga langzaam. Zelfs wan
neer de rickshah weg rijdt, heeft Madame
Tiao nog het laatste, woord, want in China
doet men niets zonder de toestemming van
de vier Dames der etikette.