Gedistilleerd ook bij de maat verkrijgbaar
S. A. KANHEWASSER Zn.
motorraces
TIELEIMI^S' Wijnhandel
Een avontuur in het land
der Pharao's.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Buitenlandsch overzicht.
Beperking der werkloosheid door
verkorting van den arbeidsduur.
KONIJN'S LEVERKAAS
Nr. 7120.
EERSTE BLAD
DONDERDAG 19 MEI 1932
60ste JAARGANG
Een kabinetscrisis in België. - De conferentie te
Lausanne en Amerika. - Na den aanslag in Japan. -
Gevaar voor een militaire dictatuur? - De toekomst
van Sjanghai.
Autobus:
Den Helder—Alkmaar
Zondag 22 Mei 1932
te ALKMAAR
Volgbus zonder stoppen:
12.10 van Havenhoofd
Schrikbarende toename van het aantal werkloozen.
De toestand van het bedrijfsleven in ons land.
in 50 dessins,
kleur-eofat, - wasch-echt,
FEUILLETON
HELDERSCHE COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnen
land 1 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70,
f 1.Modeblad resp. i 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.35. Losse nos. 4 ct.;fr. p.p.6ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave n.V. Drukkerij v/h c. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewijsno. 4 ct.
In België ls een kabinetscrisis uitge
broken, het kabinet-Renkin is afgetreden.
Het conflict dat sedert de samenstelhing
van de huidige regeeringscombinatie in
Juni 1931 steeds tussehen liberale en de
katholieke Vlamingen heeft bestaan en
onlangs bij de behandeling der voorstel
len tot regeling van het gebruik der
talen bij het lager en bij het middelbaar
onderwijs een zeer scherpe wending nam,
heeft Dinsdagavond aanleiding tot het af
treden van het kabinet-Renkin gegeven,
schrijft de Brusselsche corr. van de „Nw.
Roti. Crt."
Dinsdag waagde de minister-president
nog een laatste poging bij de liberale frac
tie en bij de katholieke Vlamingen, met
het- doe! de standpunten nader tot elkaar
te brengen, maar geen der beide partijen
was tot het doen van een stap te be
wegen.
Het zou het voornemen van Renkin
zijn, indien de Koning hem daartoe de
noodige opdracht geeft "een nieuw kabi
net-Renkin samen te stellen, dat met een
beperkt program voor het parlement zal
verschijnen en zoowel de Kamer als den
Senaat volkomen vrij zal laten, wat betreft
de regeling der taalkwestie bij het lager
en middelbaar onderwijs.
De conferentie te Lausanne en de Ame-
rikaausehe deelneming. De diplomatie
ke medewerker van de „Daily Telegraph"
meldt, dat men in regeeringskringen te
Washington de uitnoodiging aan Ameri
ka om deel te nemen aan het derde ge
deelte van de conferentie te Lausanne,
waarop algemeene vraagstukken zullen
worden besproken, met wantrouwen be
oordeelt. Het is daarom mogelijk, dat
Amerika zal voorstellen deze vraagstuk
ken na de conferentie ter sprake te bren
gen.
Een dergelijke regeling zou de vrees
van Amerika inzake vermenging van de
verschillende financieele vraagstukken,
overbodig maken. Het jongste bezoek van
Churchill is niet zonder invloed op de of-
ficieele meening in Amerika gebleven.
Hoe meer het tijdstip van de conferentie
te I .ausanne nadert, des temeer neemt,
naar de „Financial News" mededeelt, het
pessimisme in Engelsche bankkringen
toe. Ondanks den uitslag van de verkie
zingen in Frankrijk is de hoop op een be
vredigende regeling van het herstel-
vraagstuk niet zeer groot. Men vreest,
dat de conferentie tot geen besluiten zal
komen en voor een half jaar verdaagd
zal worden. Dit is, naar men meent, het
doel van Frankrijk, waarbij de kwestie
van de vorming eener nieuwe regeering
als verontschuldiging voor de vertraging
zal worden aangevoerd. De Fransche ver
tegenwoordigers zullen waarschijnlijk
zeer spoedig een verdaging voorstellen.
De politieke moord in Japan heeft daar
grooten indruk gemaakt. Het „Handels
blad" ziet er een nieuw symptoom in van
een beweging, welke onder een deel van
de Japansehe bevolking veld wint en die
van groote beteekenis kan wprden niet
alleen voor Japan zelf, maar ook voor de
verhoudingen van dit land tot het buiten
land.
De aanslag op Inoekai is niet een op
zich zelf staand feit. Hij vormt een scha-l
kei in een keten soortgelijke misdaden,
welke den laatsten tijd in Japan zijn ge-;
pleegd. De Zondag gedood e premier toch,
is het vierde slachtoffer van een groep
terroristen, die zich blijkbaar tot taak heb
ben gesteld om leiders van het Japansehe
volk op politiek en economisch gebied, die
niet handelen in den geest als zij of hun
lastgevers meenen, dat voor het Japan
sehe vaderland de juiste is, uit den weg te
ruimen.
Voor de verdere ontwikkeling van den
gang van zaken in het Verre Oosten zal
het van de grootste beteekenis zijn of de
i extremistische nationalisten het pleit zul
len winnen en Japan binnenkort onder
een uitgesproken militaire dictatuur zal
staan, dan wel of het gebeurde den stoot
geeft tot een krachtige tegenbewerking
om het tot dusver slechts van den keizer
afhankelijke militaire gezag binnen con-
stitutioneele perken te brengen.
I De toekomstige vrede in het Verre
Oosten zal in belangrijke mate afhangen
j van het verdere verloop van de ernstige
gebeurtenissen, welke geleid hebben tot
den moord op den Japanschen premier,
den grooten voorstander van een consti-
tutioneelen regeeringsvorm, en waaruit
blijkt, dat Japan voor een beslissende
crisis staat.
De toekomst van Sjanghai. De Ja
pansehe minister van buitenl. zaken Jos-
jizawa, heeft Dinsdag een belangrijke be
spreking gehouden met de ambassadeurs
van Engeland, Amerika, Frankrijk en
Italië.
In welingelichte povtieke kringen ver
luidt, dat Josjizawa den ambassadeurs al
lereerst het besluit der Japansehe regee
ring heeft medegedeeld Sjanghai volko
men te ontruimen en vervolgens de spoe
dige opening ter sprake heeft gebracht
van de internationale verzoeningsconfe
rentie te Sjanghai waar in overeenstem
ming met het besluit van den Volken-
bondsraad, maatregelen zullen worden be
sproken tot het waarborgen van de veilig
heid in Sjanghai.
Josjizawa heeft den ambassadeurs be
paalde voorstellen der Japansehe regee
ring voor de agenda der verzoeningscon
ferentie overgebracht. Een dezer voorstel
len betreft het veranderen van Sjanghai
in een internationale vrije stad binnen
een gedemilitariseerde zone.
DE MOORDAANSLAG OP DEN
JAPANSCHEN
MINISTER-PRESIDENT.
Soezoeki opvolger van Inoekai?
De Japansehe minister van justitie
Soezoeki heeft de functie van leider der
Saiyoekai-partij aangenomen. Verwacht
wordt, dat hij ook tot minister-president
zal worden benoemd.
De achttien personen, die in verband
met den aanslag werden gearresteerd,
zullen door den krijgsraad berecht wor
den.
Een ultimatum van het lager.
Het leger heeft een ultimatum uitge
vaardigd, waarin het eischt, dat een na
tionale regeering worde samengesteld.
Het is mogelijk, dat rekening worde
gehouden met het ultimatum van het
leger. Immers volgens de grondwet moet
de minister van oorlog worden gekozen
uit de generaals en dus kan nooit een
kabinet worden samengesteld dat niet de
instemming heeft van de legerleiding.
Thans weigeren de generaals genoegen
te nemen met een partijkabinet.
Verklaringen van de daders.
De moordenaars van minister-president
Inoekai hebben heden voor de Japan
sehe politie verklaringen afgelegd over
hun daad. De moord was reeds verschei
dene maanden voorbereid. Zij hebben
geen berouw over hun daad. Zjj verklaar
den te weten, dat hun de doodstraf wacht.
Zij zullen dien dag kalm afwachten. De
daders leggen er den nadruk op, dat zij
uit vaderlandlievende motieven gehandeld
hadden.
35 Japanners in N.O. Mant-
sjoerije gedood.
Naar Reuter uit Charbin meldt, hebben
opstandelingen Dinsdag in een plaats aan
de rivier Soengari 35 Japanners gedood
en de plaats in brand gestoken. Daarna
zijn ze naar Foegdin aan de Soengari te
ruggetrokken.
NOG EEN AANSLAG IN JAPAN
BERAAMD.
Nader meldt men uit Tokio:
Het is de politieke politie gelukt nog
bijtijds een nieuwen aanslag op het spoor
te komen. Onder de transformatoren van
de electriciteitscentrale werd dynamiet
gevonden.
De Japansehe keizer heeft zijn deel
neming laten betuigen aan de familie van
den vermoorden premier.
Tegelijkertijd heeft het corps diploma-
tique de Japansehe regeering sympathie
betuigingen overhandigd. In buitenland-
sche kringen wordt er de nadruk op ge
legd, dat Inoekai een aanhanger van ver
zoeningspolitiek is geweest.
door
J. MEIJER Azn.
Directeur van het Centraal Bureau voor Verificatie en Financieele
Adviezen der Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten.
III.
In het voorgaande artikel werd grooten-
deels aan de hand van statistische cijfers
aangetoond, welken omvang de werkloos
heid heeft verkregen. Daar de statistieken
in de verschillende landen nog onvolledig
zijn, ligt het voor de hand, dat de toestand
nog ernstiger is, dan uit de cijfers is af te
leiden.
Men kan er zich nauwelijks een voor
stelling van maken, welke millioenen-
massa's mannen, vrouwen en jongeren uit
de meest verschillende bedrijven en be
roepen werkloos zijn. Wat dit beteekent
aan verlies van volkskracht en moreele
waarde, is niet te schetsen. Het grootste
gevaar loopt de z.g. rijpere jeugd (van
1621 jaar). De waarde der persoonlijk
heid wordt door de werkloosheid aange
tast. De krachten verzwakken en gaan op
den duur verloren. Zij, die nog het voor
recht hebben te arbeiden, zijn zedelijk
verplicht mede te werken om het maat
schappelijk euvel te bestrijden en de
slachtoffers daarvan op te beuren. Al wat
er toe kan bijdragen de werkgelegenheid
uit te breiden, het werk te verruimen, de
werkloozen zedelijken en stoffelijken steun
te verleenen, mag niet worden verwaar
loosd. Op het Congres van den Wereld
bond voor Ontwikkeling van Volwassenen,
het vorig jaar te Weenen gehouden, is
hierop nog eens uitdrukkelijk de aandacht
gevestigd. Een voornaam ding is, dat
alles in het werk gesteld moet worden om
den werklooze zijn arbeidsgeschiktheid te
doen behouden. Hij mag niet de overtui
ging verliezen, dat hij als staatsburger in
de maatschappij een taak te vervullen
heeft, ook al is hij werkloos. Hij dient deel
te blijven uitmaken van de organisatie
waarvan hij lid is, zoodat hij het gevoel
heeft nog tot de werkende gemeenschap
te behooren. Ook is het gewenscht, dat
bij door middel van zijn organen op de
hoogte blijft van den stand en de ontwik
keling van zijn vak en arbeidsmogelijk
heden.
Het kost hoe langer hoe meer moeite
om de werkloozen door cursussen en ont-
spanningsniiddelen bezig te houden en te
ontwikkelen, om ze daardoor tevens voor
inzinking te behoeden. De werkloosheid
is geen acuut verschijnsel meer, zij heeft
allengs een permanent karakter verkre
gen en is een van de grootste kwalen ge
worden waaraan ooit de maatschappij
heeft geleden. De voorwaarden voor het
slagen van den ontwikkelingsarbeid zijn
daarom, uit een psychologisch oogpunt be
zien, minder gunstig dan voorheen. Niets
mag evenwel verzuimd worden om te
trachten de werkloosheid te bestrijden en
haar nadeelige gevolgen te verzachten.
De geestelijke belangen, die hierbij in het
geding zijn, zijn van te groote beteekenis.
Het voornaamste vraagstuk zal echter
blijven: het overwinnen van de economi
sche crisis, het opheffen der werkloos
heid.
Er wordt in uitgebreide kringen ge
twijfeld aan het menschelijk vermogen de
economische crisis te overwinnen. Het is
KONINGSTRAAT 85
TELEFOON 492
niet gemakkelijk zich omtrent dit vraag
stuk een ooi-deel te vormen. Dit heeft ech
ter de ervaring van de laatste jaren wel
geleerd, dat het economische leven
niet in aparte hokjes is in te deelen, doch
dat alle volkeren slechts één belang heb
ben, n.1. het bevorderen van de welvaart
door gemeenschappelijk overleg in vrede
lievende gezindheid. Protectionisme, con-
tingenteering en welke maatregelen er
ook ten aanzien van het economisch ver
keer door de volkeren worden genomen,
zij baten op den duur niet, zij kunnen
hoogstens een of andere groep tijdelijk
helpen.
Daarom, zoolang niet bij alle leidende
personen het bewustzijn levendig wordt,
dat de bijzondere belangen moeten wijken
voor het ééne groote algemeene belang,
n.1. dat der wereldwelvaart en dat de be
hartiging daarvan slechts kan worden be
vorderd door het prijsgeven van die spe
cifieke belangen zoowel van individuen,
groepen als volkeren, zoolang blijft het
economische leven een chaos. Moge één
maal de tijd aanbreken, dat bedoeld in
zicht verworven is, dan zal ook de werk
loosheid tot het verleden gaan behooren!
Te nemen maatregelen.
Intusschen is onze meest voor de hand
liggende plicht om na te gaan, of onder
de bestaande omstandigheden de werk
loosheid ware te beperken door het tref
fen van maatregelen, die meer binnen het
bereik liggen van de eigen natie. En dan
moet vooral de aandacht geschonken wor
den aan de denkbeelden voor het schep
pen van arbeidsmogelijkheden, b.v. door
werkverruiming en verkorting van ar
beidsduur. Het laatste denkbeeld vooral
komt in den laatsten tijd meer op den
voorgrond.
De economische omstandigheden hebben
tal van ondernemers er reeds toe genoopt
den arbeidstijd van hun arbeiders in te
korten, door b.v. halve dagen of slechts
eenige dagen van de week of gedurende
een bepaalde periode geen arbeid te
laten verrichten. We hebben hier dus te
doen met maatregelen, welke geheel en
al uit het vrije initiatief van den onder
nemer zijn ontstaan, rekening houdende
met het bijzondere belang van de bijzon
dere onderneming.
Maar nu rijst de vraag of de inperking
van den arbeidsduur niet algemeener
ware te regelen en wel zóó, dat daardoor
aan werkloozen een deel van de taak van
de thans nog arbeidenden ware over te
dragen. Deze vraag is, zooals gezegd, in
den laatsten tijd aan de orde gekomen en
het is juist dit denkbeeld dat ernstige
overweging verdient.
In het begin van het vorige jaar is in
het Internationaal Verbond van Vakver-
eenigingen het plan van de vijf dagen (of
veertig uren) werkweek gesproken. De
gemeenschappelijke Commissie uit ge
noemd verbond en de Socialistische Ar
beiders-Internationale tot onderzoek der
problemen der economische crisis en der
werkloosheid heeft het resultaat van haar
onderzoek neergelegd in eenige conclu
sies. De voornaamste conclusies komen
hierop neer, dat het productie-apparaat
der wereldeconomie na den oorlog gewel
dig vergroot is, dat voor de producten
geen afzetgebied kan worden gevonden.
Er is een wanverhouding ontstaan tus
sehen productievermogen en verbruik en
deze is de voornaamste factor in de crisis.
De verlaging der loonen kan, volgens de
opvatting dier Commissie, den wantoe
stand niet verbeteren, doch alleen verer
geren. De rationalisatie heeft het pro
ductievermogen van den arbeid in enkele
jaren reusachtig doen toenemen, doch de
door de technische ontwikkeling en door
de intensieve aanwending der arbeids
kracht vrijgekomen arbeiders zijn niet
naar andere productietakken overge
bracht. Genoemde Commissie wenscht den
arbeidstijd aan te passen aan de zoo be
langrijk gestegen productiviteit van den
SIS per el.
Verkrijgbaar bij:
Let op naam op den zelfkant
Vraagt onze Stelen-collectie
In Crisistijd is kwaliteit goedkooper
arbeid en acht het daarom noodzakelijk
internationaal den strijd aan te binden
voor de vjjfdagenweek (veerti~urenweek).
Ook heeft zij er met nadruk op ge
wezen, dat niet een vermindering der
staatsuitgaven in een tijd van economi
sche crisis, doch de aanwending hiervan
op zoo groot mogelijke schaal voor pro
ductieve openbare werken de wanver
houding tussehen productiemogelijkheid
en verbruik vermag te verminderen.
Tal van oorzaken worden nog door de
Commissie genoemd, welke er toe hebben
bijgedragen, de crisis te verscherpen! Zij
acht het tenslotte wenschelijk, d. i in elk
land een nationaal bureau wordt opge
richt, dat op grond va" een voor langeren
tijd vooruit klaargemaakt program, door
kapitaalbelegging, het voor de doorvoe
ring van dit program noodige werk en de
noodige bestellingen op tijden van groote
werkloosheid moet concentreer en. Zij
wenscht de politieke onrust te doen ver
dwijnen door internationale ontwapening
en erkent, dat, evenals elke afzonderlijke
staat, ook de gezamenlijke Europeesche
staten een mechanisme noodig hebben,
dat de vreedzame herziening hunner on
derlinge verhoudingen mogelijk maakt.
(Nadruk verboden).
NAAR GOEDKOOPE SIGAREN
Evenals de alom bekende3ets.Philosoof
sigaartjes, brengen wij nu een 5 ets. sigaar
in den handel welke werkelijk éénig lekker
is, en gedekt is met lichtvale Sumatra tabak.
Wij raden U werkelijk aan, hier eens een
proef mee te willen nemen.
Bij alle sigarenwinkeliers hier ter plaatse
verkrijgbaar.
Voor Engros H. W. J. VAN HEUVEL,
(adv.) Oostslootstraat 97—99.
Oorspronkelijk verhaal.
door
KEES MIDDELBERG.
(Auteursrecht voorbehouden).
11)
Mahmoud Ibrahim boog in het stof.
„Allah zegene uw hoofd en uw hart, 0
groote Effendi. Zou de machtige Effendi
mjj kunnen helpen om de twee weken.
„Als je mij alles precies vertelt, zal ik
zien, wat ik doen kan. Nu?"
Mahmoud boog weer tot den grond.
„Dat de almachtige Allah u dan met
duizendvoudigen zegen.
„Ja. Nu, spreek. Vlug!"
„Ik spreek al, verheven Effendi. Eer
gisteravond, 0 groote Heer, zei Abdullah
by het avondmaal, dat Allah hem genadig
was geweest., want dat Hij een vreemde
ling op zijn weg had gezonden, die hem
voor dien avond een goede baksliish had
beloofd. De vreemdeling, zon zei hij, had
heui dien namiddag op st t aangespro
ken en hem gevraagd, of hij goed den
weg wist in Caïro. Daarop had Abdullah
geantwoord, dat niemand in Caïro den
weg zoo goed wist als hij. En toen had
de vreemdeling hem gevraagd, of hij hem
na het avondmaal zou kunnen brengen
naar het groote kerkhof buiten den Oos
telijken stadsmuur; hij zou hem een
goede bakshish geven. Abdullah had den
vreemdeling gezegd, dat hij hem gaarne
naar het. kerkhof zou brengen. Dat was
eergisteravond, o groote Effendi. En zie,
Abdullah is sindsdien niet meer terugge
keerd. Hij moet mij nog twee weken be
talen, maar hoe zal ik het geld krijgen,
als Abdullah niet meer terugkeert? O, ik
ben een geslagen man, als de machtige
Effendi mij niet wil helpen om de twee
weken.
„Ja, houd eens even je mond."
Mahmoud Ibrahim boog diep en zweeg.
De chef dacht een poosje.
„Is dat alles, wat je weet?" vroeg hij
toen.
„Het is alles, o machtige Effendi."
„He.b je dien vreemdeling gezien?"
Mahmoud Ibrahim hief de handen om
hoog.
„Hoe kan ik hem zien, Effendi, als Ab
dullah hem zou ontmoeten voor de mos
kee van Omar?"
„Dat is waar. En weet je, of iemand
anders Abdullah nog gezien heeft met
dien vreemdeling?"
„Ik weet het niet, machtige Heer."
„Heeft niemand Abdullah 11a dien tijd
meer gezien?"
„Niemand, 0 groote Effendi. En daar
om dacht ik, dat hy misschien hier zou
zyn."
„Neen, hij is niet meer hier geweest,
sinds hij eergisteren vertrokken is van
hier. Ik weet evenmin als jij, waar hij is.
Mahmoud Ibrahim sloeg de oogen ten
hemel.
„Allah Kerim! Dan zal ik dus de twee
weken.
„Ja. Wacht eens even hier; ik kom da
delijk terug."
De chef van het bagagedepot verliet
zijn kantoortje, om de directie van het
hotel te raadplegen. Na een poosje kwam
h" terug.
„Wij zullen de politie van de zaak op
de hoogte brengen. Je zult er vandaag of
morgen wel meerman hooren!"
Mahmoud Ibrahim boog in het stof.
„En de twee weken, o machtige Ef
fendi"
„Die moet je aan Abdullah gaan vra
gen."
„Maar waar is hij, groote Heer?"
„De politie zal het uitzoeken. Salem!"
De houder der beste caravanserai van
Caïro scheen diep terneergeslagen en
teleurgesteld. Hij aarzelde nog, maar de
houding van den onbarmhartigen chef
was duidelijk. Hij boog diep.
„Allah moge u behoeden, o machtige
Effendi. Salem Aleikum!"
En voortdurend buigend schoof hij
achterwaarts uit het vertrek weg.
Het bezoek van Mahmoud Ibrahim had
een nieuw licht geworpen op het verdwij
nen van Abdullah. Een waas van geheim
zinnigheid hing over het geval. Was er
een misdaad in het spel? Was hem een
ongeluk overkomen? Waarom was hij
niet teruggekeerd van den tocht naar het
groote Mahomedaansche kerkhof? Waar
was hij gebleven en wie was de vreemde
ling geweest, die hem den weg naar het
kerkhof had gevraagd?
De hoteldirectie gaf aan de politie ken
nis van de zaak met het gevolg, dat een
intelligent Egyptisch ambtenaar eerst een
bezoek bracht aan het hotel en vervol
gens aan de caravanserai van Nahmoud
Ibrahim. De houder der beste caravanse
rai van heel Caïro een vuil, verwaar
loosd, rommelig huis, waar het- stonk
kon den politieman geen andere me-
dedeelingen doen dan hy tegenover den
bagagechef in het hotel had gedaan. Hij
jammerde en weeklaagde over de twee
weken, die Abdullah hem nog moest be
talen en welker verlies hij in geen jaren
zou te boven komen. De politie liet hem
jammerend alleen en begon een onder
zoek. Het resultaat was mager. Twet
menschen bleken Abdullah op dien avond
te hebben gezien. Een bedelaar voor de
moskee van Omar had gezien, hoe een
man met zwarten baard, in goede kleeren
gestoken, een Egyptenaar of Arabier, op
hem toe was gegaan en vervolgens met
hem was weggegaan. Een ander had dt
beide mannen gezien dicht bij den stads
muur, waarbuiten het groote kerkhof
lag. Het was dus inderdaad een feit, dat
Abdullah een vreemdeling naar het kerk
hof had gevoerd. Maar verder ontdekte
men niets. Niemand had Abdullah na
dien tijd nog gezien..
De politie begon toen op het uitgebrei
de kerkhof te speuren naar eventueele
sporen. En aangezien het hoe langer hoe
meer begon te lijken op een misdaad,
nam zij het onderzoek op het kerkhof
zeer grondig en nauwkeurig ter hand.
Toen bleek, dat de vermoedens van mis
daad maar al te gegrond waren geweest.
Op een verborgen plek, waarop de
aandacht der speurders was gevallen we
gens den lossen grond, vond men het lijk
van den ongelukkigen Abdullah begra
ven. Zijn hersenpan was door een paar
hevige slagen verbrijzeld. De vreemde
ling, dien hij in den avond naar het
groote kerkhof had gebracht, had hem
daar, nadat het geheel donker was ge
worden, blijkbaar gedood en zyn lijk da
delijk begraven. Bleef dus nog de vraag:
Wie was die vreemdeling en met welke
reden kon hij een armen zwoeger, zooals
Abdullah, hebben vermoord?
De politie wist geen antwoord op die
vragen, noch de hoteldirectie. Abdullah
had geen vijanden; hij had zich nooit
blootgesteld aan het verschrikkelijk be
ginsel van den Islam: Oom om oog. tand
om tand. Geld of goed bezat hij niet.
Waaruit was dus deze laaghartige, af
schuwelijke moord te verklaren?
Denzelfden dag, waarop de politie het
lijk van Abdullah vond, ontving de direc
teur van het groote hotel met een eer
biedwaardige buiging in de hall een aan
tal gedistingeerde gasten. Het waren de
hertog en de hertogin van Parkminster
met hun gasten.
Her Grace de hertogin had na den
diefstal van haar juweelen alle genoegen
in den tocht langs den Nijl verloren. En
op haar dringenden wensch had de her
tog de reis afgebroken en was de daha-
biyah den Nyl weer komen afzakken. Te
Caïro had het gezelschap het woonschip
verlaten en zijn intrek genomen in het
hotel, waar de heer en mevrouw Russell
en Dr. John Oxenham reeds eenige da
gen verbleven. Met een zekere nieuws
gierigheid, gemengd met een weinig
atgunst, hadden de drie Amerikanen de
deftige Britsche aristocraten zien komen.
Amerika is een vrij land en iedere Ame
rikaan is een vrijgeboren burger. Graven,
baronnen, hertogen kent men in Ameri
ka niet, noch zelfs ridderorden of krui
sen van verdienst. Het is een land der
democratie, zoo beweren zij, en geen ver
molmde adel tyraniseert er den vrijen
burger.... En met dat al, is de Ameri
kaan bij zyn bezoek aan Europa gebrand
op een kennismaking met een echten
earl of duke en de millioenen dollars
rijken fabrikant van corncdbeaf uit Chi-
cago of de selfmade railway-king, die
zijn carrière begon als schoonmaakjou-
gen op het kantoor zijn niet gelukki
ger dan wanneer hun dochters huwen
met leden van den vermolmden Britscherr
adel en op haar visitekaartjes een vijf- of
zevenpuntig kroontje prijkt....
(Wordt vervolgd.)