Gedistilleerd ook bij de maat verkrijgbaar S. A. KANHEWASSER Zn. motorraces TIELEIMI^S' Wijnhandel Een avontuur in het land der Pharao's. NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Buitenlandsch overzicht. Beperking der werkloosheid door verkorting van den arbeidsduur. KONIJN'S LEVERKAAS Nr. 7120. EERSTE BLAD DONDERDAG 19 MEI 1932 60ste JAARGANG Een kabinetscrisis in België. - De conferentie te Lausanne en Amerika. - Na den aanslag in Japan. - Gevaar voor een militaire dictatuur? - De toekomst van Sjanghai. Autobus: Den Helder—Alkmaar Zondag 22 Mei 1932 te ALKMAAR Volgbus zonder stoppen: 12.10 van Havenhoofd Schrikbarende toename van het aantal werkloozen. De toestand van het bedrijfsleven in ons land. in 50 dessins, kleur-eofat, - wasch-echt, FEUILLETON HELDERSCHE COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnen land 1 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70, f 1.Modeblad resp. i 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.35. Losse nos. 4 ct.;fr. p.p.6ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave n.V. Drukkerij v/h c. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewijsno. 4 ct. In België ls een kabinetscrisis uitge broken, het kabinet-Renkin is afgetreden. Het conflict dat sedert de samenstelhing van de huidige regeeringscombinatie in Juni 1931 steeds tussehen liberale en de katholieke Vlamingen heeft bestaan en onlangs bij de behandeling der voorstel len tot regeling van het gebruik der talen bij het lager en bij het middelbaar onderwijs een zeer scherpe wending nam, heeft Dinsdagavond aanleiding tot het af treden van het kabinet-Renkin gegeven, schrijft de Brusselsche corr. van de „Nw. Roti. Crt." Dinsdag waagde de minister-president nog een laatste poging bij de liberale frac tie en bij de katholieke Vlamingen, met het- doe! de standpunten nader tot elkaar te brengen, maar geen der beide partijen was tot het doen van een stap te be wegen. Het zou het voornemen van Renkin zijn, indien de Koning hem daartoe de noodige opdracht geeft "een nieuw kabi net-Renkin samen te stellen, dat met een beperkt program voor het parlement zal verschijnen en zoowel de Kamer als den Senaat volkomen vrij zal laten, wat betreft de regeling der taalkwestie bij het lager en middelbaar onderwijs. De conferentie te Lausanne en de Ame- rikaausehe deelneming. De diplomatie ke medewerker van de „Daily Telegraph" meldt, dat men in regeeringskringen te Washington de uitnoodiging aan Ameri ka om deel te nemen aan het derde ge deelte van de conferentie te Lausanne, waarop algemeene vraagstukken zullen worden besproken, met wantrouwen be oordeelt. Het is daarom mogelijk, dat Amerika zal voorstellen deze vraagstuk ken na de conferentie ter sprake te bren gen. Een dergelijke regeling zou de vrees van Amerika inzake vermenging van de verschillende financieele vraagstukken, overbodig maken. Het jongste bezoek van Churchill is niet zonder invloed op de of- ficieele meening in Amerika gebleven. Hoe meer het tijdstip van de conferentie te I .ausanne nadert, des temeer neemt, naar de „Financial News" mededeelt, het pessimisme in Engelsche bankkringen toe. Ondanks den uitslag van de verkie zingen in Frankrijk is de hoop op een be vredigende regeling van het herstel- vraagstuk niet zeer groot. Men vreest, dat de conferentie tot geen besluiten zal komen en voor een half jaar verdaagd zal worden. Dit is, naar men meent, het doel van Frankrijk, waarbij de kwestie van de vorming eener nieuwe regeering als verontschuldiging voor de vertraging zal worden aangevoerd. De Fransche ver tegenwoordigers zullen waarschijnlijk zeer spoedig een verdaging voorstellen. De politieke moord in Japan heeft daar grooten indruk gemaakt. Het „Handels blad" ziet er een nieuw symptoom in van een beweging, welke onder een deel van de Japansehe bevolking veld wint en die van groote beteekenis kan wprden niet alleen voor Japan zelf, maar ook voor de verhoudingen van dit land tot het buiten land. De aanslag op Inoekai is niet een op zich zelf staand feit. Hij vormt een scha-l kei in een keten soortgelijke misdaden, welke den laatsten tijd in Japan zijn ge-; pleegd. De Zondag gedood e premier toch, is het vierde slachtoffer van een groep terroristen, die zich blijkbaar tot taak heb ben gesteld om leiders van het Japansehe volk op politiek en economisch gebied, die niet handelen in den geest als zij of hun lastgevers meenen, dat voor het Japan sehe vaderland de juiste is, uit den weg te ruimen. Voor de verdere ontwikkeling van den gang van zaken in het Verre Oosten zal het van de grootste beteekenis zijn of de i extremistische nationalisten het pleit zul len winnen en Japan binnenkort onder een uitgesproken militaire dictatuur zal staan, dan wel of het gebeurde den stoot geeft tot een krachtige tegenbewerking om het tot dusver slechts van den keizer afhankelijke militaire gezag binnen con- stitutioneele perken te brengen. I De toekomstige vrede in het Verre Oosten zal in belangrijke mate afhangen j van het verdere verloop van de ernstige gebeurtenissen, welke geleid hebben tot den moord op den Japanschen premier, den grooten voorstander van een consti- tutioneelen regeeringsvorm, en waaruit blijkt, dat Japan voor een beslissende crisis staat. De toekomst van Sjanghai. De Ja pansehe minister van buitenl. zaken Jos- jizawa, heeft Dinsdag een belangrijke be spreking gehouden met de ambassadeurs van Engeland, Amerika, Frankrijk en Italië. In welingelichte povtieke kringen ver luidt, dat Josjizawa den ambassadeurs al lereerst het besluit der Japansehe regee ring heeft medegedeeld Sjanghai volko men te ontruimen en vervolgens de spoe dige opening ter sprake heeft gebracht van de internationale verzoeningsconfe rentie te Sjanghai waar in overeenstem ming met het besluit van den Volken- bondsraad, maatregelen zullen worden be sproken tot het waarborgen van de veilig heid in Sjanghai. Josjizawa heeft den ambassadeurs be paalde voorstellen der Japansehe regee ring voor de agenda der verzoeningscon ferentie overgebracht. Een dezer voorstel len betreft het veranderen van Sjanghai in een internationale vrije stad binnen een gedemilitariseerde zone. DE MOORDAANSLAG OP DEN JAPANSCHEN MINISTER-PRESIDENT. Soezoeki opvolger van Inoekai? De Japansehe minister van justitie Soezoeki heeft de functie van leider der Saiyoekai-partij aangenomen. Verwacht wordt, dat hij ook tot minister-president zal worden benoemd. De achttien personen, die in verband met den aanslag werden gearresteerd, zullen door den krijgsraad berecht wor den. Een ultimatum van het lager. Het leger heeft een ultimatum uitge vaardigd, waarin het eischt, dat een na tionale regeering worde samengesteld. Het is mogelijk, dat rekening worde gehouden met het ultimatum van het leger. Immers volgens de grondwet moet de minister van oorlog worden gekozen uit de generaals en dus kan nooit een kabinet worden samengesteld dat niet de instemming heeft van de legerleiding. Thans weigeren de generaals genoegen te nemen met een partijkabinet. Verklaringen van de daders. De moordenaars van minister-president Inoekai hebben heden voor de Japan sehe politie verklaringen afgelegd over hun daad. De moord was reeds verschei dene maanden voorbereid. Zij hebben geen berouw over hun daad. Zjj verklaar den te weten, dat hun de doodstraf wacht. Zij zullen dien dag kalm afwachten. De daders leggen er den nadruk op, dat zij uit vaderlandlievende motieven gehandeld hadden. 35 Japanners in N.O. Mant- sjoerije gedood. Naar Reuter uit Charbin meldt, hebben opstandelingen Dinsdag in een plaats aan de rivier Soengari 35 Japanners gedood en de plaats in brand gestoken. Daarna zijn ze naar Foegdin aan de Soengari te ruggetrokken. NOG EEN AANSLAG IN JAPAN BERAAMD. Nader meldt men uit Tokio: Het is de politieke politie gelukt nog bijtijds een nieuwen aanslag op het spoor te komen. Onder de transformatoren van de electriciteitscentrale werd dynamiet gevonden. De Japansehe keizer heeft zijn deel neming laten betuigen aan de familie van den vermoorden premier. Tegelijkertijd heeft het corps diploma- tique de Japansehe regeering sympathie betuigingen overhandigd. In buitenland- sche kringen wordt er de nadruk op ge legd, dat Inoekai een aanhanger van ver zoeningspolitiek is geweest. door J. MEIJER Azn. Directeur van het Centraal Bureau voor Verificatie en Financieele Adviezen der Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten. III. In het voorgaande artikel werd grooten- deels aan de hand van statistische cijfers aangetoond, welken omvang de werkloos heid heeft verkregen. Daar de statistieken in de verschillende landen nog onvolledig zijn, ligt het voor de hand, dat de toestand nog ernstiger is, dan uit de cijfers is af te leiden. Men kan er zich nauwelijks een voor stelling van maken, welke millioenen- massa's mannen, vrouwen en jongeren uit de meest verschillende bedrijven en be roepen werkloos zijn. Wat dit beteekent aan verlies van volkskracht en moreele waarde, is niet te schetsen. Het grootste gevaar loopt de z.g. rijpere jeugd (van 1621 jaar). De waarde der persoonlijk heid wordt door de werkloosheid aange tast. De krachten verzwakken en gaan op den duur verloren. Zij, die nog het voor recht hebben te arbeiden, zijn zedelijk verplicht mede te werken om het maat schappelijk euvel te bestrijden en de slachtoffers daarvan op te beuren. Al wat er toe kan bijdragen de werkgelegenheid uit te breiden, het werk te verruimen, de werkloozen zedelijken en stoffelijken steun te verleenen, mag niet worden verwaar loosd. Op het Congres van den Wereld bond voor Ontwikkeling van Volwassenen, het vorig jaar te Weenen gehouden, is hierop nog eens uitdrukkelijk de aandacht gevestigd. Een voornaam ding is, dat alles in het werk gesteld moet worden om den werklooze zijn arbeidsgeschiktheid te doen behouden. Hij mag niet de overtui ging verliezen, dat hij als staatsburger in de maatschappij een taak te vervullen heeft, ook al is hij werkloos. Hij dient deel te blijven uitmaken van de organisatie waarvan hij lid is, zoodat hij het gevoel heeft nog tot de werkende gemeenschap te behooren. Ook is het gewenscht, dat bij door middel van zijn organen op de hoogte blijft van den stand en de ontwik keling van zijn vak en arbeidsmogelijk heden. Het kost hoe langer hoe meer moeite om de werkloozen door cursussen en ont- spanningsniiddelen bezig te houden en te ontwikkelen, om ze daardoor tevens voor inzinking te behoeden. De werkloosheid is geen acuut verschijnsel meer, zij heeft allengs een permanent karakter verkre gen en is een van de grootste kwalen ge worden waaraan ooit de maatschappij heeft geleden. De voorwaarden voor het slagen van den ontwikkelingsarbeid zijn daarom, uit een psychologisch oogpunt be zien, minder gunstig dan voorheen. Niets mag evenwel verzuimd worden om te trachten de werkloosheid te bestrijden en haar nadeelige gevolgen te verzachten. De geestelijke belangen, die hierbij in het geding zijn, zijn van te groote beteekenis. Het voornaamste vraagstuk zal echter blijven: het overwinnen van de economi sche crisis, het opheffen der werkloos heid. Er wordt in uitgebreide kringen ge twijfeld aan het menschelijk vermogen de economische crisis te overwinnen. Het is KONINGSTRAAT 85 TELEFOON 492 niet gemakkelijk zich omtrent dit vraag stuk een ooi-deel te vormen. Dit heeft ech ter de ervaring van de laatste jaren wel geleerd, dat het economische leven niet in aparte hokjes is in te deelen, doch dat alle volkeren slechts één belang heb ben, n.1. het bevorderen van de welvaart door gemeenschappelijk overleg in vrede lievende gezindheid. Protectionisme, con- tingenteering en welke maatregelen er ook ten aanzien van het economisch ver keer door de volkeren worden genomen, zij baten op den duur niet, zij kunnen hoogstens een of andere groep tijdelijk helpen. Daarom, zoolang niet bij alle leidende personen het bewustzijn levendig wordt, dat de bijzondere belangen moeten wijken voor het ééne groote algemeene belang, n.1. dat der wereldwelvaart en dat de be hartiging daarvan slechts kan worden be vorderd door het prijsgeven van die spe cifieke belangen zoowel van individuen, groepen als volkeren, zoolang blijft het economische leven een chaos. Moge één maal de tijd aanbreken, dat bedoeld in zicht verworven is, dan zal ook de werk loosheid tot het verleden gaan behooren! Te nemen maatregelen. Intusschen is onze meest voor de hand liggende plicht om na te gaan, of onder de bestaande omstandigheden de werk loosheid ware te beperken door het tref fen van maatregelen, die meer binnen het bereik liggen van de eigen natie. En dan moet vooral de aandacht geschonken wor den aan de denkbeelden voor het schep pen van arbeidsmogelijkheden, b.v. door werkverruiming en verkorting van ar beidsduur. Het laatste denkbeeld vooral komt in den laatsten tijd meer op den voorgrond. De economische omstandigheden hebben tal van ondernemers er reeds toe genoopt den arbeidstijd van hun arbeiders in te korten, door b.v. halve dagen of slechts eenige dagen van de week of gedurende een bepaalde periode geen arbeid te laten verrichten. We hebben hier dus te doen met maatregelen, welke geheel en al uit het vrije initiatief van den onder nemer zijn ontstaan, rekening houdende met het bijzondere belang van de bijzon dere onderneming. Maar nu rijst de vraag of de inperking van den arbeidsduur niet algemeener ware te regelen en wel zóó, dat daardoor aan werkloozen een deel van de taak van de thans nog arbeidenden ware over te dragen. Deze vraag is, zooals gezegd, in den laatsten tijd aan de orde gekomen en het is juist dit denkbeeld dat ernstige overweging verdient. In het begin van het vorige jaar is in het Internationaal Verbond van Vakver- eenigingen het plan van de vijf dagen (of veertig uren) werkweek gesproken. De gemeenschappelijke Commissie uit ge noemd verbond en de Socialistische Ar beiders-Internationale tot onderzoek der problemen der economische crisis en der werkloosheid heeft het resultaat van haar onderzoek neergelegd in eenige conclu sies. De voornaamste conclusies komen hierop neer, dat het productie-apparaat der wereldeconomie na den oorlog gewel dig vergroot is, dat voor de producten geen afzetgebied kan worden gevonden. Er is een wanverhouding ontstaan tus sehen productievermogen en verbruik en deze is de voornaamste factor in de crisis. De verlaging der loonen kan, volgens de opvatting dier Commissie, den wantoe stand niet verbeteren, doch alleen verer geren. De rationalisatie heeft het pro ductievermogen van den arbeid in enkele jaren reusachtig doen toenemen, doch de door de technische ontwikkeling en door de intensieve aanwending der arbeids kracht vrijgekomen arbeiders zijn niet naar andere productietakken overge bracht. Genoemde Commissie wenscht den arbeidstijd aan te passen aan de zoo be langrijk gestegen productiviteit van den SIS per el. Verkrijgbaar bij: Let op naam op den zelfkant Vraagt onze Stelen-collectie In Crisistijd is kwaliteit goedkooper arbeid en acht het daarom noodzakelijk internationaal den strijd aan te binden voor de vjjfdagenweek (veerti~urenweek). Ook heeft zij er met nadruk op ge wezen, dat niet een vermindering der staatsuitgaven in een tijd van economi sche crisis, doch de aanwending hiervan op zoo groot mogelijke schaal voor pro ductieve openbare werken de wanver houding tussehen productiemogelijkheid en verbruik vermag te verminderen. Tal van oorzaken worden nog door de Commissie genoemd, welke er toe hebben bijgedragen, de crisis te verscherpen! Zij acht het tenslotte wenschelijk, d. i in elk land een nationaal bureau wordt opge richt, dat op grond va" een voor langeren tijd vooruit klaargemaakt program, door kapitaalbelegging, het voor de doorvoe ring van dit program noodige werk en de noodige bestellingen op tijden van groote werkloosheid moet concentreer en. Zij wenscht de politieke onrust te doen ver dwijnen door internationale ontwapening en erkent, dat, evenals elke afzonderlijke staat, ook de gezamenlijke Europeesche staten een mechanisme noodig hebben, dat de vreedzame herziening hunner on derlinge verhoudingen mogelijk maakt. (Nadruk verboden). NAAR GOEDKOOPE SIGAREN Evenals de alom bekende3ets.Philosoof sigaartjes, brengen wij nu een 5 ets. sigaar in den handel welke werkelijk éénig lekker is, en gedekt is met lichtvale Sumatra tabak. Wij raden U werkelijk aan, hier eens een proef mee te willen nemen. Bij alle sigarenwinkeliers hier ter plaatse verkrijgbaar. Voor Engros H. W. J. VAN HEUVEL, (adv.) Oostslootstraat 97—99. Oorspronkelijk verhaal. door KEES MIDDELBERG. (Auteursrecht voorbehouden). 11) Mahmoud Ibrahim boog in het stof. „Allah zegene uw hoofd en uw hart, 0 groote Effendi. Zou de machtige Effendi mjj kunnen helpen om de twee weken. „Als je mij alles precies vertelt, zal ik zien, wat ik doen kan. Nu?" Mahmoud boog weer tot den grond. „Dat de almachtige Allah u dan met duizendvoudigen zegen. „Ja. Nu, spreek. Vlug!" „Ik spreek al, verheven Effendi. Eer gisteravond, 0 groote Heer, zei Abdullah by het avondmaal, dat Allah hem genadig was geweest., want dat Hij een vreemde ling op zijn weg had gezonden, die hem voor dien avond een goede baksliish had beloofd. De vreemdeling, zon zei hij, had heui dien namiddag op st t aangespro ken en hem gevraagd, of hij goed den weg wist in Caïro. Daarop had Abdullah geantwoord, dat niemand in Caïro den weg zoo goed wist als hij. En toen had de vreemdeling hem gevraagd, of hij hem na het avondmaal zou kunnen brengen naar het groote kerkhof buiten den Oos telijken stadsmuur; hij zou hem een goede bakshish geven. Abdullah had den vreemdeling gezegd, dat hij hem gaarne naar het. kerkhof zou brengen. Dat was eergisteravond, o groote Effendi. En zie, Abdullah is sindsdien niet meer terugge keerd. Hij moet mij nog twee weken be talen, maar hoe zal ik het geld krijgen, als Abdullah niet meer terugkeert? O, ik ben een geslagen man, als de machtige Effendi mij niet wil helpen om de twee weken. „Ja, houd eens even je mond." Mahmoud Ibrahim boog diep en zweeg. De chef dacht een poosje. „Is dat alles, wat je weet?" vroeg hij toen. „Het is alles, o machtige Effendi." „He.b je dien vreemdeling gezien?" Mahmoud Ibrahim hief de handen om hoog. „Hoe kan ik hem zien, Effendi, als Ab dullah hem zou ontmoeten voor de mos kee van Omar?" „Dat is waar. En weet je, of iemand anders Abdullah nog gezien heeft met dien vreemdeling?" „Ik weet het niet, machtige Heer." „Heeft niemand Abdullah 11a dien tijd meer gezien?" „Niemand, 0 groote Effendi. En daar om dacht ik, dat hy misschien hier zou zyn." „Neen, hij is niet meer hier geweest, sinds hij eergisteren vertrokken is van hier. Ik weet evenmin als jij, waar hij is. Mahmoud Ibrahim sloeg de oogen ten hemel. „Allah Kerim! Dan zal ik dus de twee weken. „Ja. Wacht eens even hier; ik kom da delijk terug." De chef van het bagagedepot verliet zijn kantoortje, om de directie van het hotel te raadplegen. Na een poosje kwam h" terug. „Wij zullen de politie van de zaak op de hoogte brengen. Je zult er vandaag of morgen wel meerman hooren!" Mahmoud Ibrahim boog in het stof. „En de twee weken, o machtige Ef fendi" „Die moet je aan Abdullah gaan vra gen." „Maar waar is hij, groote Heer?" „De politie zal het uitzoeken. Salem!" De houder der beste caravanserai van Caïro scheen diep terneergeslagen en teleurgesteld. Hij aarzelde nog, maar de houding van den onbarmhartigen chef was duidelijk. Hij boog diep. „Allah moge u behoeden, o machtige Effendi. Salem Aleikum!" En voortdurend buigend schoof hij achterwaarts uit het vertrek weg. Het bezoek van Mahmoud Ibrahim had een nieuw licht geworpen op het verdwij nen van Abdullah. Een waas van geheim zinnigheid hing over het geval. Was er een misdaad in het spel? Was hem een ongeluk overkomen? Waarom was hij niet teruggekeerd van den tocht naar het groote Mahomedaansche kerkhof? Waar was hij gebleven en wie was de vreemde ling geweest, die hem den weg naar het kerkhof had gevraagd? De hoteldirectie gaf aan de politie ken nis van de zaak met het gevolg, dat een intelligent Egyptisch ambtenaar eerst een bezoek bracht aan het hotel en vervol gens aan de caravanserai van Nahmoud Ibrahim. De houder der beste caravanse rai van heel Caïro een vuil, verwaar loosd, rommelig huis, waar het- stonk kon den politieman geen andere me- dedeelingen doen dan hy tegenover den bagagechef in het hotel had gedaan. Hij jammerde en weeklaagde over de twee weken, die Abdullah hem nog moest be talen en welker verlies hij in geen jaren zou te boven komen. De politie liet hem jammerend alleen en begon een onder zoek. Het resultaat was mager. Twet menschen bleken Abdullah op dien avond te hebben gezien. Een bedelaar voor de moskee van Omar had gezien, hoe een man met zwarten baard, in goede kleeren gestoken, een Egyptenaar of Arabier, op hem toe was gegaan en vervolgens met hem was weggegaan. Een ander had dt beide mannen gezien dicht bij den stads muur, waarbuiten het groote kerkhof lag. Het was dus inderdaad een feit, dat Abdullah een vreemdeling naar het kerk hof had gevoerd. Maar verder ontdekte men niets. Niemand had Abdullah na dien tijd nog gezien.. De politie begon toen op het uitgebrei de kerkhof te speuren naar eventueele sporen. En aangezien het hoe langer hoe meer begon te lijken op een misdaad, nam zij het onderzoek op het kerkhof zeer grondig en nauwkeurig ter hand. Toen bleek, dat de vermoedens van mis daad maar al te gegrond waren geweest. Op een verborgen plek, waarop de aandacht der speurders was gevallen we gens den lossen grond, vond men het lijk van den ongelukkigen Abdullah begra ven. Zijn hersenpan was door een paar hevige slagen verbrijzeld. De vreemde ling, dien hij in den avond naar het groote kerkhof had gebracht, had hem daar, nadat het geheel donker was ge worden, blijkbaar gedood en zyn lijk da delijk begraven. Bleef dus nog de vraag: Wie was die vreemdeling en met welke reden kon hij een armen zwoeger, zooals Abdullah, hebben vermoord? De politie wist geen antwoord op die vragen, noch de hoteldirectie. Abdullah had geen vijanden; hij had zich nooit blootgesteld aan het verschrikkelijk be ginsel van den Islam: Oom om oog. tand om tand. Geld of goed bezat hij niet. Waaruit was dus deze laaghartige, af schuwelijke moord te verklaren? Denzelfden dag, waarop de politie het lijk van Abdullah vond, ontving de direc teur van het groote hotel met een eer biedwaardige buiging in de hall een aan tal gedistingeerde gasten. Het waren de hertog en de hertogin van Parkminster met hun gasten. Her Grace de hertogin had na den diefstal van haar juweelen alle genoegen in den tocht langs den Nijl verloren. En op haar dringenden wensch had de her tog de reis afgebroken en was de daha- biyah den Nyl weer komen afzakken. Te Caïro had het gezelschap het woonschip verlaten en zijn intrek genomen in het hotel, waar de heer en mevrouw Russell en Dr. John Oxenham reeds eenige da gen verbleven. Met een zekere nieuws gierigheid, gemengd met een weinig atgunst, hadden de drie Amerikanen de deftige Britsche aristocraten zien komen. Amerika is een vrij land en iedere Ame rikaan is een vrijgeboren burger. Graven, baronnen, hertogen kent men in Ameri ka niet, noch zelfs ridderorden of krui sen van verdienst. Het is een land der democratie, zoo beweren zij, en geen ver molmde adel tyraniseert er den vrijen burger.... En met dat al, is de Ameri kaan bij zyn bezoek aan Europa gebrand op een kennismaking met een echten earl of duke en de millioenen dollars rijken fabrikant van corncdbeaf uit Chi- cago of de selfmade railway-king, die zijn carrière begon als schoonmaakjou- gen op het kantoor zijn niet gelukki ger dan wanneer hun dochters huwen met leden van den vermolmden Britscherr adel en op haar visitekaartjes een vijf- of zevenpuntig kroontje prijkt.... (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 1