Spionnage in den grooten oorlog. BADSEIZOEN! VAN DONDERDAG 19 MEI 1932. TWEEDE EN LAATSTE BLAD. STAUSNItUWS Volkenbondsdag 18 Mei. HEEFT U? (Wordt vervolgd.) Licht op voor alle voertuigen: Wintertijd. Donderdag 19 Mei20.22 uur Vrijdag 20 20.23 II- - SS! Op het den 2en Pinksterdag te Soest- dijk gehouden Concours, behaalde de „Oranje Harmoniekapel" een len prijs in den Marschwedstrijd met 67 punten en een 2en prijs in den concertwedstrijd met 309 punten. Als bijzonderheid wordt nog vermeld, dat, in verband met de deelname aan het concours in Den Helder op Hemelvaarts dag het verplichte nummer een week in studie was. COLLECTE KATH. DEN HELDER ten behoeve van het Plaatselijk Crisis-Comité. De collecte op den Eersten Pinkster dag bij het uitgaan der kerken heeft op gebracht de somma van 360.42. Afgedragen was reeds 1476.84, zoodat nu in totaal is afgedragen 1836.26. AANBESTEDING. uitslag der gehouden aanbesteding voor de levering van versch rundvleesch ten behoeve van de zee- en landmacht te Den Helder op den 18en Mei 1932. Aanbesteed werd 50.000 kg versch rund vleesch te leveren gedurende het tijdvak 1 Juli 1932 t.m. ulto December 1932. Ingeschreven werd door: J. M. Groot te Alkmaar ad 0.49 per kg; W. Steen- kamp te Amsterdam ad 0.54 per kg; A. v. d. Linde te Amsterdam ad 0.57 per kg; A. J. H. v. Haaren te Den Helder ad 0.68 per kg. DE NOODTOESTAND IN DE VISSCHERIJ. Door de leden M. A. Grunwald, M. A. Kolster en L. Coltof is het volgende schrijven aan de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Hollands Noorder kwartier te Alkmaar gezonden: Mijne Heeren, Wij hebben de eer U voor te stellen, dat onze Kamer het initiatief neemt tot het voeren van een gezamenlijke actie van alle Kamers van Koophandel in Ne derland in samenwerking met andere, iaarvoor in aanmerking komende orga- /'saties, ten doel hebbende de consump tie van visch te bevorderen. Zooals U bekend is, zijn tengevolge van de exportmoeilijkheden, de prijzen van visch tot een zóódanig laag peil ge daald, dat ook in visscherijkringen van een noodtoestand kan gesproken worden. De binnenlandsche consumptie van visch is over het algemeen niet groot te noemen en wij meenen, dat, wanneer deze bevorderd zou kunnen worden, de vis- sohers betere prijzen zouden kunnen maken. Bij het uitblijven van eenige actie, zul len de visschers zijn aangewezen op de hulp van Crisis-comité's, of op hulp van de staatskas, terwijl wij van meening zijn, dat door een reclamecampagne voor het vischgebruik, er eenige opleving zou kunnen komen. Desgewenscht zullen wij ons voorstel la de volgende zitting van onze Kamer gaarne nader toelichten. TWEE DEENSCHE KOTTERTJES GESTRAND. Weer vlotgebracht. Dinsdagavond om ongeveer half zeven zijn twee Deensche kotters, die op weg waren naar IJmuiden, in de gronden vast- geloopen. Een drietal vletten vertrokken van hier om assistentie te verleenen en een Urkerbotter, in de nabijheid van de plaats der stranding, bleef eveneens voor hulpverleening in de omgeving. Om ongeveer twee uur Dinsdagnacht gelukte het de „E 157" met hoog water op eigen kracht vlot te komen, terwijl het andere kottertje, de „E 30" door de Ürker werd vlotgesleept en op eigen kracht zijn reis naar IJmuiden kon voortzetten. De achttiende Mei is de datum van den Volkenbondsdag, waarop de vredesbijeen komsten plaatshebben en de vredesbood schappen worden uitgezonden naar hen, die van goeden wil zijn (good will-day). Zoo ook had gisterenavond in Musis deze jaarlyksche bijeenkomst plaats, waar mevrouw W. A. L. Ros—Vrijman zou spreken over den Volkenbond en zijn werk. Ds. Enklaar heette de aanwezigen wel kom en zette het doel van den avond uiteen: kennis te verspreiden van en be langstelling wekken voor het werk van den Volkenbond, die nuchter enthousi asme noodig heeft, dat rekening wil hou den met de werkelijkheid. Jurkjes en strikjes en een Jon gen die sopraan zingt. Vóór evenwel mevrouw Ros—Vrijman het woord verkreeg, kwam de heer de Hoogh met zijn kinderkoor een tweetal nummers zingen. De meisjes hadden be halve roode wangen van de agitatie en de blijde verwachting, prachtige schoon gestreken jurkjes aan en de jóngens, die er wat branieachtiger uitzagen, hadden d'r allerbeste pakje aangetrokken. Een van de grootste jongens moest met de meisjes meezingen, namelijk eerste stem en de anderen vonden dat erg vermakelqk. Maar ik voor mij zou het wat een eer vinden om de meisjes te mogen steunen en zoo dacht ons zangertje er zelf blijk baar ook over, want hij trok zich van de spottende blikken der vriendjes dan ook lekker niets aan. Nauw vereenigd, vast omsloten Door denzelfden schoonen band, Zijn wij broeders, reisgenooten Naar hetzelfde Vaderland. Zoo zongen ze, tweestemmig en zuiver en toen nog een liedje. Rede mevrouw Ros. En toen kwam mevrouw RosVrijman, die ons zou vertellen over den Volken bond en zijn werk. We hebben den Volkenbondsdag wel eens onder schijnbaar gunstiger omstan digheden gevierd, zoo zeide zij. Maar zoo heel ongunstig kan spr. de omstan digheden ook weer niet vinden, want het gaat een zaak in den regel het best als zij in de verdrukking komt. En de zaak van den vrede is zoo groot, dat wij ons niet blind moeten staren op dezen crisis tijd. Voor 90 pet. hangt de oplossing van de crisis af van het slagen van onze pogingen. De Volkenbond wordt met smalende woorden afgemaakt, maar vraagt men zich wel eens af, wat er de laatste jaren van de maatschappij ware terechtgekomen zonder den Volkenbond? Welk een ge weldige revolutie heeft er plaats gehad het Kellog-pact heeft den oorlog onder misdaad gerubriceerd. Het Volkenbonds- werk is enorm geweest; sociaal werk op het gebied der arbeidersbeweging, der vergiften, der zedelijkheid. De eisch dat een volkerengemeenschap zooals die thans is verwezenlijkt, in een paar jaar tijds kan veranderen wat in eeuwen is ontstaan en gegroeid, is een onzinnige eisch. Waarom, vraagt spr., is er geen storm van verontwaardiging opgegaan over de samenstelling van onze delegatie voor ontwapening Het is een zuiver militaristische dele gatie geweest, waarin bovendien geen enkele vrouw zitting had. De Volken bond is onze zaak en wat hij kan doen, is wat de volkeren hem laten doen. Zoo'n delegatie moet weten welke leidende ge dachte achter haar staat. Het stembiljet maakt ieder man en vrouw verantwoor delijk. Denk niet, dat men niet goed na tionalist is als men tegen den oorlog is. De rechtsorde is in den loop des tijds internationaal uitgegroeid tot volkenge meenschap en daarmee groeit ook het begrip »nationalisme« uit. De grootheid van een land ligt dieper dan bij de grootte van zijn legercultuur, kunst en wetenschap geven de grootte aan. Geen wetenschap echter, die zich in dienst stelt van de vernieling, zooals de onze, o schandeEn onder de puinhoopen van het oude nationalisme begint het nieuwe op te groeienhet nieuwe nationalisme voert de landen op tot de hoogst bereik bare beschaving, niet om te concurreeren met een anderen staat, maar uit liefde voor de beschaving en den vrede zelf. Maar we mogen ons niet laten verblin den door een schijn-pacifismeeen bij eenkomst als deze is prachtig, maarniet afdoende. We moeten eerst onszelf en onze houding veranderenhoe langer hoe bewuster moeten wij ons worden, dat God is de God van de heele menschheid en dit weten moeten wij naar buiten dragen,. Als we ons een oogenblik konden re- aliseeren onze eigen kracht, zouden we een eind in de goede richting zijn. Het helpt niet of wij ontwapeningsconferen ties houden wanneer wij ons niet helder en scherp realiseeren wat ten opzichte van de bewapening geschiedt. Verschillende citaten geeft de spreekster van militairistische en andere schrijvers, o.a. van den oud-officier van Warmelo, die zegt, dat de gewone wapens al zoo danig geraffineerd werken, dat, om ze te kunnen hanteeren, eerst iets in de jongelui, die ze moeten gebruiken, moreel kapot moet worden gemaakt. De Volkenbond is machteloos wanneer het gaat zooals thans in Genève. Wij moeten hem de levende kracht geven met ons élan. Wij moeten de levende belichaming worden van onzen wil. We staan voorde crisis der maatschap pij rondom ons failliete staten, concerns, overal malaise, maar milliarden liggen in onproductieve oorlogsuitgaven vast. Als dat geld vrijkomt, wordt daardoor de crisis al voor een goed deel opgelost. Met een opwekking om zich toch vooral rekenschap van een en ander te geven, eindigde spr. haar kort, opwekkend woord, door ds. Enklaar, die de spr. dankzegde, „krachtig en edel" genoemd. Een pluimpje voor de .jongens en meisjes. De vredesboodschap. Er volgde een korte pauze, waarna aan mevrouw van Maanen het woord werd gegeven voor het uitspreken der vredes boodschap. Maar vooraf krégen al die jongens en meisjes een complimentje van ds. Enklaar, omdat ze zoo muisstil waven geweest tijdens de voor hen natuurlijk onbegrijpelijke en dus vervelende lezing. En wij sluiten ons daar gaarne bij aan hoor,jongenshnmeisjes.'tWas schitterend! Hierna sprak mevrouw van Maanen een kort woord ter inleiding van de vredesboodschap. Namens de Nederlandsche jeugd, aldus spr. wordt elk jaar op 18 Mei naar vele jongeren een vredesboodschap uitgezon den. Reeds vóór den oorlog geschiedde dat door jongeren uit Wales, die daar mede een vriendenband wilden aan- kweeken. In de laatste jaren is de be weging sterk toegenomen; van Londen uit wordt al naar 17 landen, die ieder een vertegenwoordiger hebben, deze boodschap gezonden. Spr. is secretaresse voor ons land en heeft al uit enkele landen die boodschappen ontvangen. De Nederlandsche boodschap is gezon den aan diverse landen en steden; ver tegenwoordigers zorgen voor de publi caties. Ook de radio heeft haar in ver schillende talen uitgezonden en in vele landen is zij dus gehoord. De Nederland sche jongeren, die die boodschap uit zonden, hebben een groote verantwoor delijkheid daarmede op zich gelegd, omdat nu ook van hen daadwerkelijke vredes- propaganda verlangd wordt. Wij zullen den tekst der beide bood schappen, de eene, die uit Wales is ge zonden, de andere uit ons land, hier niet vermelden; het is de bedoeling die te publiceereu met de namen. Dit jaar ge schiedde de uitzending door de ruim 2000 leden van de jongeren vredesactie, de Vrijz. Chr. Jongeren en verschillende scholen, waaronder onze Hoogere Burger school. „Doe mee". Herman Heyermans op zijn best. „Doe mee 1" zongen toen de jongens en meisjes, „roep de jeugd van de wereld, laat de menschen maar praten, ga rustig je gang, wat je wilt dat is goed en geen hoon maak' je bang doe mee De jongens en de meisjes met de vlas kopjes en de mooie jurkjes. En Annie Moor, een van 's heeren de Hoogh's leerlingetjes, achter den vleugel. Speciaal gedicht en getoonzet voor dezen avond. doe mee En toen werden we allemaal stil. U kent toch Heijermans' éénacter «Brief in Schemer" Van de blinde moeder, die aan haar gemobiliseerden jongen schrijft. Laat schrijven, wel te verstaan, door meester. En die telkens in de verwar rende veelheid harer gedachten een uitweg zoekt met overpeinzingen over den oorlog en er niets, niets, niets, van begrijpt. Waarom o God, is dit? Waaromdooden de menschen elkander, terwijl ze op uren afstand van elkander liggen en elkaar niet zien, elkaar niet kennen Waarom „Moeder, schiet nou op", zegt de nuch tere meester, „ik moet nog 42 school schriften corrigeeren Waarom Onder het groote vraagtee- ken achter dit woord zakt het doek: we krijgen geen antwoord. Het waren de heer R. F. van Heusden en mevr. A. Lagerveld—Steilberg, beiden van de jongeren Vredesactie, die dit sublieme Falklandje vertolktende vrou wenrol is de zwaarste der twee en zij werd voortreffelijk weergegeven. En dat was het einde van dezen avond. Ds. Enklaar sloot met een kort woord de bijeenkomst; we moeten vertrouwen heb ben in de kracht van den Volkenbond. Denk niet, dat alle petities, die worden gezonden, vergeefsch zijn; ze getuigen van sympathie voor het werk en steunen dat moreel. Omstreeks half tien was deze bijeen komst geëindigd. „NOORDER KUNSTKRING". Lea Halpern. Lezer, heb eenige welwillendheid en medelijden met den verslaggever, die tot taak heeft uit een aanzienlijke hoeveelheid krantenuitknipsels en tijdschrift-artikelen voor U een overzicht te distilleeren. En zeker als al die critieken thans het werk van Lea Halpern besprekend zon der uitzondering even gunstig och neen veel sterker: even enthousiast en vol lof zijn over het werk van deze potten bakster". En daar komt nog bij. dat hem oingevraagd juist den zelfden dag weer een nieuw kunsttijdschrift in handen komt, waarin een criticus weer moeite heeft om bijvoegelijke naamwoorden te vinden, die violdoende zijn bewondering kunnen uit drukken voor deze. kunstenares-van-de- klei en het glazuur. En daar komt ook nog bij, dat hij in weekbladen critieken heeft gelezen bijv. in de Groene Amsterdam- nier die niet eens in de hem toegezon den uitknipsel-verzameling zijn onder gebracht. Én dat, waar die vaak zoo sar castische criticus zoo vast zijn pen weet te hanteeren, dat hij ongetwijfeld de wed loop heeft gewonnen in zoeken van lof- rédenen op het werk van Lea Halpern. Gij zult zeggen: is pottenbakken zoo n kunst? En Lea Halpern noemt zich niet: pot- tenbakkers-kunstenaresse of kunstpotten- bakster, maar heel eenvoudig: pottenbak ster, zooals zij zelf ook is: heel eenvoudig en haar werk ook: heeï eenvoudig. Dat wil zeggen, zonder blague, zonder ge wildheid, zonder tirelantijntjes-om-de-ver- koopskans-te-vergrooten. Maar ik zal beginnen met te citeeren; mlaar waarmee te beginnen? Kasper Niehaus, kunstredacteur van de Telegraaf, gebruikt als eerste titel (groote letters) „Lea Halpern schept kunst uit aarde en vuur", dan: „Groote technische en aesthetische kwaliteiten. Na een inleiding omtrent het voorbeeld der Japanners„waarin zij een leer en een voorbeeld zag. haar werk is geen slaafsche stijl-nabootsing, maar draagt in vorm en versiering een eigen karakter. Deze nuttige of schoone voorwerpen, spreken tot ons enkel door den vorm en de glazuren; de versiering bijv. met een relief van een kerkje is ondergeschikt gemaakt aan de hoofdzaak. „Bijna al het aardewerk van Lea Hal pern is met een kleurig of veelkleurig gla zuur bedekt. Deze glazuren worden ge dekt door toevoeging van verschillende metaaloxyden (ijzer en kooper). Door verhooging of verlaging van de tempera tuur gedurende het bakken en door ver meerdering of vermindering van den luchttoevoer in den oven, kan een soort oxyde geheel verschillende kleurstoffen produceeren. De kunstenares kan deze glazuren van méér dan één kleur die oorspronkelijk mislukten één-kleurig waren naar wil en welbehagen maken. „Zij is ook een meesteres in de techniek van craqueleeren in de glazuur, het enger en wijder netwerk van barsten en barstjes, onze schitterende collectie BAD- en STRAND ARTIKELEN al gezien? NEEN! Ziet dan onze speciale étalage en brengt een bezoek aan deze afdeeling Parterre. dat met grooter mazen of fijner, de voor werpen bedekt en opzettelijk als versiering is aangebracht. De meeste voorwerpen zijn op het pottenbakkerswiel gedraaid, enkele werden met de hand gekneed, de decoratieve kleine dierplastieken er is een giraffe bij in ongeglazuurd steengoed eerst in klei geboetseerd Vervolgens noemt de criticus meerdere werken die met name zijn bewondering wekken. Hij eindigt: Deze ceramiste, die tegelijk een bezwaam chemiste is, doet den genuis van het vuur, de godheid der pottenbakkers eer aan." Dit lange citaat geeft een aardige korte uiteenzetting van de technische bekwaam heid der artiste. fn de „Nieuwe Rotterdammer' lezen wij na een uiteenzetting omtrent de moeilijk heid der techniek, de eerlijke ontboeze ming van gebrek aan terminologische taal- beheersching van een kunstcritisch journa list: „Toen wij rondgingen op deze tentoon stelling werden wij ons deze tekorten aan terminologie weder pijnlijk bewust. Want feitelijk verdiept men zich in een wereld van wonderlijke schoonheid, zonder daar uit meer dan onbeholpen aanduidingen mede te kunnen brengen." Hierna gaat deze criticus over tot be spreking der geëxposeerde werken nog een halve kolom. In de „Maasbode" van 27 Oct. 31 schrijft Jan N. de criticus van dat blad o.a.: Maar wie niet geheel een vreem deling is in de huidige ceramische kunst, zal spoedig overtuigd zijn hier voor een zeer bijzonder en waardevol oeuvre te staan van een kunstenares, die als weini gen haar vak beheerscht en er iets eigens in weet te bereiken." W. Jos. de Gruyter schrijft in het „Vaderland'' o.a.: Hoogstzelden blijkt het (potten- bakkerswerk) geboren uit een diepe, rechtstreeksche worsteling met de materie, de klei, de aarde; hoogst zelden is het een dwingend bezielen der gedraaide, ge- kneede of gegoten grondstof, chemisch bewerkt en in hitte gehard. Mej. Halpern maakt op dezen regel een gelukkige uitzondering Elders in het „Vaderland" lezen we: en de tentoonstelling van potten bakkerskunst door Lea blalpern bezich tigde. Prinses Juliana liet zich aan deze kunstenares voorstellen en kocht één harer werken." Enkele dagen later volgde de aankoop van een prachtig gestyleerd rendier door de Koningin-Moeder. Omtrent Lea Halpern's inzending op een tentoonstelling te Weenen lezen we in de Haagsche Vrouwenkroniek o.a.: „Zij zond daar met de grootste Duitsche cera- miek-kunstenaars in en had met haar werk een even goede pers als zij dit hier te lande thans bij Kleykamp heeft". En dan sluit Roeland van Ruyven zijn critiek van ruim een pagina met een lofrede, die er mag wezen. Neen lezer, ik zal U niet langer ver moeien met citaten uit critieken uit kolom men-lange artikelen in dagbladen of pa gina's beslaande beschouwingen uit tijd schriften en maandbladen. Alleen dit: we hebben het voorrecht, dat zij na Den Haag, Rotterdam en Amsterdam in Den Helder exposeert op de tentoonstelling waar u komt kijken. GEMEENTERAAD. Onteigening. Terugkomende op het taadsbesluit van 25 Augustus 1931, tot onteigening in het belang van de Volkshuisvesting, ten name van de gemeente Den Helder, voor het aanleggen van een plantsoen, van een perceel weiland, eigendom van P. de Beurs, deelen B. en W. thans mede, dat het volgens den rechtskundigen raads man der gemeente, om formeele redenen, gewensclit is, dat de Raad alsnog een besluit neemt om den Burgemeester te machtigen, de noodige stappen te doen, om langs gerechtelijken weg de onteige ning van bedoeld perceel te verkrijgen. Ofschoon krachten de bepalingen van de Onteigeningswet een procedure als hier bedoeld dwingend is voorgeschreven en dus uit dien hoofde een opzettelijk besluit als hier bedoeld, niet vereischt is, achten B. en W. het raadzaam dat met dezen wenk van den rechtskundigen raadsman wordt rekening gehouden en stellen voor een besluit in dezen geest te nemen. RIJKSPOSTSPAARBANK. Opgave bet reffende het postkantoor Den Helder en zijn bijkantoren over de maand April 1932. Op spaarbankboekjes, uitgegeven aan bovengemelde kantoren, werd in den loop der maand ingelegd f 106.020.13 en terug betaald f 90.454.83, derhalve meer inge legd dan terugbetaald f 15.565.30. Het aan tal nieuw uitgegeven spaarbankboekjes bedroeg 75. Door tusschenkomst dezer kantoren werd ter Directie op Staats schuldboekjes ingeschreven een nominaal bedrag van f en afgeschreven f 3200. Derhalve minder in- dan afge schreven f 3200. Het aantal nieuw uitgegeven Staats schuldboekjes bedroeg 0. EEN NATTE GESCHIEDENIS. Dinsdagmiddag pl.m. 5.30 u. had een jongmensch, zekeren J. Rijn, die van plan was om in de sluizen bij het Ankerpark een palinkje te verschalken, het ongeluk om door een paaltje, waar hij tegen aan stond zelf verschalkt te worden, daar dit brak en de jongen „help" roepend in het water van den sluis verdween. Dit, geach te lezer, is in 't geheel geen humoristisch feit. Om in het water van een sluis te val len is niet bepaald iets, wat als een pretje te beschouwen is. De "kameraad van de in het water gevallen jongeling, wist niets anders te doen dan luidkeels 0111 hulp te roepen. Er was echter op dit oogenblik niemand dan een pl.m. 11-jarige jongen, zekeren Kees Boon, uit de Trechtersteeg, die echter toonde over een behoorlijke dosis tegenwoordigheid van geest te be schikken. Hij haalde tenminste in een minimum van tijd een pikhaak en pikte die den in het water zijnden Van Rijn in zijn broek. Hij kon het slachtoffer echter niet omhoog krijgen, daar deze zijn broek door dit experiment steeds uitscheurde. Intusschen waren een paar officieren na derbij gekomen en dezen gelukte het den jongen op het droge te brengen. We zul len maar hopen, dat dit onvrijwillig bad geen nadeelige gevolgen voor hem zal hebben. AANRIJDING OP DE KERKGRACHT. De reeks aanrijdingen, als gevolg van de overtredingen van de bepalingen van het verkeer, nemen geregeld toe, niet tegenstaande de zware boeten die de kan- toni-echter vordert! De ondervinding van de onaangename gevolgen zal waarschijn lijk ook in deze weer de beste leermees teres zijn. Zoo kwam Dinsdagmorgen een jongedame van de v. Galenstraat de Kerkgracht 'oprijden. Ze reed links en moest in de richting van het Raadhuis, doch verder dan de richting kwam ze niet, want door het verkeerd rijden, kwam ze op den hoek van de Kerkgracht in botsing met een luxe-auto, waarvan de chauffeur gelukkig de tegenwoordigheid van geest had om oogenblikkeljjk te rem men, waardoor de jongedame er zonder kleerscheuren van afkwam en alleen haar rijwiel de gevolgen van de botsing vertoonde, in den vorm van een krom voorwiel. Het meisje vond het niet raadzaam de politie te waarschuwen, waarmee ze overduidelijk haar schuldgevoel demon streerde. Dinsdagavond had er weer een aanrij ding plaats, en wel op den hoek van den Nw. Brugsteeg en de Keizersgracht. (Wat doet die naam ons Heldersche hart toch goed). Een motorrijder, die van de Bin- II. Hoe men de Duitsche geheime diplomatieke code stal en welk gebruik ervan werd gemaakt. Onnoodig te zeggen, dat zelfs in vollen vredestijd de diplomatieke telegrammen van gezant tot minister en omgekeerd nooit gaan in gewoon schrift. Brief- en telegramgeheim zijn in norma len tijd gewaarborgd, maar welk regeer der zou er zich op durven verlaten, dat dit beginsel tot in alle onderdeden werd nagekomen? Wat in vredestijd geldt, geldt nog sterker in oorlogstijd, en geen geheim is door ale oorlogvoerende lan den zorgvuldiger dan dat van de code, waarin men telegrafeerde of schreef. Bij kans alle landen hadden meer dan een code, voor het verschillend gebruik, dat ervan te maken viel, en onderdeelen van bepaalde diensten hadden weer afzon derlijke codes, en bepaalde agenten had den vermoedelijk weer eigen cijferschrift. Maar aangezien het alphabet slechts 26 letters telt en er slechts 10 cijfers zijn, is het voor de experts in de materie van het geheimschrift, niet zoo moeilijk een stelsel op hot spoor te komen, indien dit niet van verfijnde listigheid is. Vandaar, dat men een code maar niet elk oogen blik kan veranderen, en dat het ontdek ken van zulk een code, vooral wanneer het onbekend blijft, tot de bedenkelijkste gevolgen kan leiden. Zijn de verhalen, die daarvan zijn uit gelekt, juist, dan heeft de Duitsche diplo matie dit in den oorlog op gevoelige wijze ondervonden. Aan een jong Belgisch in genieur is het gelukt om het grootste deel van deze Duitsche dipomatieke code op het spoor te komen. Lord Belfour heeft op 7 November 1925 toen hij sprak voor de Universiteit van Edinburg, even den sluier opgelicht over het geheim, dat be treffende de Duitsche diplomatieke code nog altijd aanwezig was. De Wilhelm- strasse bewaakt deze code met begrijpe lijke zorg. De radiomast, welke de be richten in codeschrift uitzond, was streng bewaakt; slechts dat personeel, dat drin gend noodig was te vertrouwen, werd er toegelaten, en zelfs belangrijke ambte naren aan Buitenlandsche Zaken lieten niet na schijnbaar ondergeschikt werk te verrichten teneinde dit geheim te helpen bewaren. Maar het gebeurde op 27 No vember 1914, dat er iets aan de technische toestellen te Brussel haperde, en een jong ingenieur, van wien een groote roep uitging; vond zich in den laten avond van November 1914 verplicht om aan het her stellen zijn medewerking te verleenen. De vader van den ingenieur was bloed verwant, uiteraard heel ver, van den Oostenrijkschen keizer, en mede deze omstandigheid leidde er de Duitschers toe om den ingenieur blijvend aan hun dienst te^ verbinden toen zij bij hun on derzoek in zijn kamers, 11a zijn gedwon gen vertrek, een radio-telegrafisch toe stel ontdekten, dat voor dien tijd van bij zondere beteekenis was. Maar de inge nieur, tot dusverre slechts in zijn werk verdiept, verkreeg te zelfder tijd, dat hem het vertrouwen der Duitschers gewerd, verbinding met de patriotten van Libre Belgique, die op zijn geboorte in Enge land een beroep deden. Zoo trad hij, zon der dat men daarvan iets kon vermoeden, in dienst van de "intelligence Service, en hij deed daarin wonderen. Een oogenblik dacht hij er over zich van het boek zelf, overigens bewaard in een looden omhul- zel, meester te maken, maar hij begreep al gauw, dat men dan, met hoeveel moeite ook, een nieuwe code zou samenstellen en dat hij hoogstens in het ontcijferen van enkele telegrammen zou slagen. Hij bleef daarom dag in dag uit werkzaam; .hij noteerde wat hij noteeren kon en ont hield wat hij onthouden kon. Heeft de inspanning hem wellicht naar het uiterlijk verraden? De Duitschers begonnen hem te wantrouwen, maar mis sen konden zij hem niet. Een keer werd hij in een café nabij de Beurs aangehou den; een anderen keer werd hem gezegd, dat hij op straffe des doods zonder ver lof de provincie Brabant niet mocht ver laten. Mpar de ingenieur bleef waak zaam, en toen zijn taak teneinde was ge komen, slaagde hij er, dank zij valsche papieren, en dank zjj de hulp van Belgen in, om over de grenzen te komen. Wel iswaar waren deze door den beluchten electrischen draad afgesloten, maar wij zullen het ook later zien onover- winbaar waren de bezwaren van dien draad toch niet! Zoo kwam de ingenieur veilig in Holland, waar hij met den be kenden majoor Oppenheim in verbinding trad. Het staat vast, dat hij zijne papieren aan dezen heeft overgeleverd; het staat ook vast, dat de verdiensten van den Belg, die hem hielp ontvluchten, zijn erkend; het staat zelfs vast, dat hij het bureau van de Intelligence Service heeft betreden. Wat er daarna van hem is ge worden, niemand weet het. Alle naspo ringen bleven tevergeefs. Het is alweer Boucard, die ons weet te vertellen, dat de Intelligence Service dezen bekwamen medewerker wellicht het liefst voor goed wilde laten verloren gaan. Maar de on waarschijnlijkheid van dit argument springt in het oog. Veeleer kan aange nomen worden, dat hij bij een ongeluk om liet leven is gekomen, of dat hij is geval len in een der vallen van zijn vijanden, die het hem niet hebben vergeven, dat hij, tegen het verbod in, België had verlaten. Wel wisten zij niet hoeveel hij wist, maai de wetenschap, die hij medenani, kon hen elders te veel toeschijnen. En die wetenschap was meer dan vol doende. Men beweert, dat teqgevolge van de kennis dezer geheime teekens, de E11- gelsc-he admiraliteit in staat is geweest tijdens den Jutlandslag aan de Duitschers een verkeerd telegram langs den radio- weg te zenden. Maar vast staat, dat de ontknooping van 't Duitsch-Mexikaansch drama, die den laatsten druppel van den Amerikaanschen emmer deed overloopen, door het bezit van de geheime code is teweeggebracht. Toen in den laten avond van 23 Februari 1917 de Amerikaansche gezant te Londen een dringende telefoon van den Engelschen Minister van Buiten landsche Zaken ontving om bij hem te komen, kreeg hij de mededeeling, dat een telegram onderschept was van den Duit- schen Staatssecretaris aan den Duitschen gezant te Washington, den nog levenden Graaf Bernstorff, waarin aan dezen werd opgedragen om met Mexico in verbin ding te treden teneinde Mexico aan Duitschland's zijde te brengen en dit be paalde deelen van het Amerikaanscli grondgebied Texas, Nieuw-Mexico en Ari- zona toe te zeggen. Op Japansche hulp was tevens gespeculeerd, maar zulks zon- .der dat eenige schaduw van dit bewijs viel waar te nemen. Eigenaardig is het wel, dat van Duitsche zijde dit telegram in verschillende exemplaren en langs ver schillende wegen werd gezonden. Het ging, gelijk wij reeds gezien hebben, aan Bernstorff's rechtstreeks, maar het ging ook aan den gezant in Mexico, en het ging eveneens in de koffers van den Zweedschen diplomatieken dienst. Deze toch, gelijk de bedoelde Amerikaansche ambassadeur de heer Page heeft toege geven, heeft een rol gespeeld, die niet in alle opzichten van neutraliteit getuigde. Zelfs heeft men zich van Amerikaansche diensten bediend om deze geheime in structie te doen overkomen, misbruik makende van de overigens goede trouw, door de Amerikaansche regeering jegens de Duitsche zendingen getoond. De uitwerking van het Mexicaansch complot, waarin Mexico moest trachten Japan aan zijne zijde te krijgen, heeft zich niet laten wachten. President Wilson mocht twijfelen, toen hem de materieele zekerheid van authenticiteit van den tekst werd voorgelegd, twijfelde ook hij niet meer. Toch is het noodig geweest, dat de ambassadeur Page in overleg trad met de Intelligence Service 0111, door middel van andere voorbeelden van ontcijferde tele grammen elke gedachte aan een vergis sing buiten te sluiten. Het heeft uiter aard niet ontbroken aan pogingen om de Amerikaansche openbare meening op een dwaalspoor te leiden, maar het antwoord, dat President Wilson op de vragen van Senator Lodge kon geven, was ten eenen- inale afdoende. Merkwaardig is het, dat uit de verdere telegrammen blijkt, dat het Duitsche de partement van buitenlandsche zaken niet heeft kunnen veronderstellen, dat men zijn geheime code op het spoor was ge komen. Want het kon ook moeilijk an ders de correspondentie met den ge zant in Mexico werd in de gelijke code voortgezet en hem werd in die code ge last te verbranden wat te verbranden viel. De Duitsche ambassadeur te Wash ington kon niets meer verbranden, want naar aanleiding van het gebeurde viel aan Bernstorff het lot ten deel, dat aan zijn Oostenrijkschen collega Dumba reeds ten deel was gevallen toen diens mede weten van aanslagen van Amerikaansche munitiefabrieken onomstootelijk was ge bleken. Nog eenigen tijd zijn zoodoende de onderhandelingen voortgezet, en zelfs in Mei 1917 bleek men aan de Wilhelm- strasse in de meening te verkeeren, dat verraad in Mexico was gepleegd. Eek- hardt, die zich alle moeite had getroost en daarvoor weinig dank had geoogst, diende zich zelfs tegenover Staatssecre taris Zimmermann geheel schoon te was- sehen, waarin hij aan de hand van on weerlegbare bewijzen slaagde. Verhalen als deze zijn niet geheel te controleeren. Zij kunnen waar zijn, zij kunnen overdreven, zij kunnen zelfs vol maakt onjuist zijn. Maar zelden is een met zoo groote zorg geheim gehouden en met reden diplomatiek complot zoo onomwonden aan den kaak gesteld kun nen worden, en zelden is een gelegde mijn zoo in de verkeerde richting gesprongen als deze. Dat maakt het wel bijna zeker, dat de Intelligence Service een niet slech te troefkaart in deze zaak heeft uitge speeld 1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 9