S. A. UHNfWItSSER I Zi. Een avontuur in heiland der Pharao's. TOBRALCO STOOMWASSCHERIJ „DEN HELDER" NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Buiterilandsch overzicht. Beperking der werkloosheid door verkorting van den arbeidsduur. Nr. 7121. EERSTE BLAD ZATERDAG 21 MEI 1932 60ste JAARGANG De kabinetscrisis in België. - Het gezwam te Genéve en t e ouding van brankrijk. - Hen Russisch memo- randum. - De kabinetscrisis in Japan. Er is gewoon Krentenbrood en er is Krentenbrood vanKrigée Autobus: Den Helder—Alkmaar Zondag 22 Mei 1932 te ALKMAAR Volgbus zonder stoppen: 12.10 van Havenhoofd Schrikbarende toename van het aantal werkloozen. De toestand van het bedrijfsleven in ons land. Angstige tijden. FEUILLETON in 50 dessins, kleur-eoht, - wasch-echt, WILHELMINASTRAAT 63-67 TEL. 524 COURANT peiL3 ma£>»den bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor land f i-Xder^S' Bree"and'Wieringen en Texel f 1.65binnen- .nnit Pr, en West'Indië per zeepost f 2.10, idem per f 1 ModehbH86 den f 3-20- Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70, 11-. Modeblad resp. 1 0.95, f i.25, f.25, f 1.35. Losse nos. 4 ct.fr. v.p. 6et Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. "Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIEN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewijsno. 4ct. Over de kabinetscrisis in België valt niet veel meer te vermelden dan'wat on derhandelingen. Renkin heeft, zooals ver wacht werd, van koning Albert opdracht ontvangen tot het vormen van een nieuwe regeering, en de afgetreden minister president is onmiddellijk met zijn be sprekingen begonnen. 1 agen den middag had een bijeenkomst plaats in bet departement van kunsten en wetenschappen, waar hij, na een onderhoud met mr. Bovesse, den Waal- schen liberalen minister van P.T.T. in de afgetreden regeering, den minister van kunsten en wetenschappen Petitjean, den kabinetformateur en de Vlamingen Poul- let en Sap in zijn werkkamer ontving en met hen over een nieuwe door hem ont worpen formule betreffend het onderwijs vraagstuk confereerde. Na dit onderhoud was die stemming heel wat optimistischer dan Woensdag. De katholieke Vlamingen zouden in strijd met de verwachting geen nieuwe eischen hebben gesteld. Gistermiddag drie uur zouden de libe rale fracties van Kamer en Senaat bijeen geroepen worden en daarin zou men dan trachten tot overeenstemming te komen. Wellicht vindt men daarover dus een en ander elders in dit blad. Het gezwam te Genève en de houding van Frankrijk schreven wij in den kop van dit overzicht en men kan bij een nuchtere beschouwing van de besprekin gen die te Genève gevoerd worden, geen andere gevolgtrekking maken en geen betere kwalificatie ervoor vinden dan dat het gezwam is. Daarover hieronder nog meer. En wat betreft de houding van Frankrijk ter ontwapeningsconferentie, op de beteekenis daarvan hebben we al eerder gewezen. Tot nog toe immers was Frankrijks houding een van de grootste struikelblokken om te komen tot een positief resultaat. .Wij laten hieronder het Hbl. aan het woord over het werk te Genève en doen hier en daar een greep uit- een artikel in het nummer van Donderdagavond. De technische commissies van de ont wapeningsconferentie hebben na een korte Pinkstervacantie den arbeid hervat. Uit hetgeen daarover uit Genève wordt gemeld, blijkt wel heel duidelijk, met welk peuterwerk men in die commissies den tijd blijft doodslaan. En tevens, hoe groot het meeningsverschil onder de diverse deskundigen is, zoodat men in geen enkele commissie tot overeenstemming kan komen en verschillende meerder- en minderheidsrapporten worden opgesteld. Daardoor wordt echter waarschijnlijk al thans één goed resultaat bereikt, n.1. dat de dwaasheid en nutteloosheid van den strijd over de vraag wat nu eigenlijk aan valswapenen zijn, duidelijk wordt en dat men zal gaan inzien, dat de oplossing langs dezen weg niet te bereiken zal zijn. Een dergenen, die lang te voren ge waarschuwd heeft tegen de gevaren, welke de regeling van het ontwapeningsvraag- stuk zouden bedreigen van de zijde van deskundigen, is lord Cecil geweest. Het geen hü voorspeld heeft, dat zou gebeu ren, geschiedt thans te Genève en dit heeft hem aanleiding gegeven, om voor een groot auditorium van Volkenbonds journalisten en andere belanghebbenden in het ontwapeningsvraagstuk, zeer juiste critiek te oefenen op den arbeid der tech nische commisies. Cecil laakte scherp de beschouwing van vele deskundigen, die beweerd hadden, dat zelfs slagschepen, militaire vlieg tuigen en zware kanonen niet als aan valswapenen moeten beschouwd worden. Lord Cecil drong er op aan, dat de alge- meene commissie zich op het standpunt zou stellen alle wapenen als aanvals wapenen te beschouwen, wier bezit een staat, die een ander land overvallen wil, de uitvoering van dit plan zou vergemak kelijken. Het vredesverdrag van Versail- les heeft een duidelijk antwoord gegeven op de vraag, welke wapenen als zoodanig te beschouwen zijn; alle oorlogsschepen boven 10.000 ton, alle onderzeebooten, alle tanks en alle zware kanonnen met een kaliber van meer dan 155 millimeter en alle militaire vliegtuigen zijn bij het ver drag van Versailles aan Duitschland ver boden. Men mag lord Cecil er dankbaar voor zijn, dat hij, met zijn groot gezag, in zijn critiek herinnerd heeft aan de oplossing door de heeren van Versailles van het vraagstuk, dat thans zooveel hoofdbrekens kost. Verderop zegt het „Hbl." nog: Ofschoon de groote heeren in dit op zicht allen aan elkaar gewaagd zijn, blijft toch Frankrijk de groote hinderpaal voor een bewapeningsvermindering. En daar om wordt thans met zoo groote spanning uitgezien naaf de vorming van de nieuwe Fransche regeering en de door haar aan te nemen houding ten opzichte van het ontwapeningsvraagstuk. En aan het einde van het artikel: Zal echter de nieuwe Fransche premier zijn verantwoordelijkheid niet alleen tegenover het volk, maar ook tegenover Europa, inzien? Dat is de vraag, waarop thans spoedig het antwoord verwacht wordt. Moge Frankrijk zich deze gelegenheid 0111 het reddende woord te spreken en al dus met één slag aller sympathie te ver overen, niet laten ontgaan! Een Russisch memorandum ter ontwa peningsconferentie. Te Genève heeft de Russische delegatie op de ontwapenings conferentie een memorandum over het vaststellen van de wapeningssterkte van een land ingediend. Hierin wordt gezegd, dat de wapenin gen van een land in verhouding moeten staan tot zijn oppervlakte, de lengte zijner grenzen, de bevolkingsdichtheid en de dichtheid van het spoorwegnet. Boven dien moeten de bondgenootschappen welke het land met nabuurstaten heeft gesloten, in aanmerking worden geno men, alsmede de politieke betrekkingen met andere landen. Voorts moet ook de veiligheidstoestand van een land in reke ning gebracht worden. Tenslotte moet het particuliere kapitaal, dat in de wapenings industrie is gestoken verminderd worden en mededeeling worden gedaan van de grootte van dit kapitaal. De kabinetscrisis in Japan heeft nog geen oplossing gevonden. De legeraad van Japan heeft den lei der van de Seioekai-partij, Soezoeki, de eischen voorgelegd, waarop hij wenscht toe te stemmen in de vorming van een nieuw kabinet. Het leger eischt in de eerste plaats de opneming in de regeering van die mannen die een waarborg bie den voor de ten uitvoer legging van een nationale politiek. Soezoeki heeft in groote lijnen zijn in stemming betuigd met de eischen van het leger, zoodat verwacht kan worden dat hij met de kabinetsvorming zal worden be last. Waarschijnlijk zal de huidige mi nister van oorlog, Araki, in functie blij ven. Naar verluidt hebben de vertegen woordigers van het leger zich tegelijker tijd bereid verklaard onwettige bewegin gen in het leger te onderdrukken. door J. MEIJER Azn. Directeur van het Centraal Bureau voor Verificatie en Financieele Adviezen der Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten. Het plan-Keegstra. IV. (Slot). Kort na het nemen van de in ons vorig artikel genoemde besluiten, werd in de Tweede Kamer der Staten-Generaal door dr. J. v. d. Tempel een interpellatie ge richt tot den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw, waarbij als punten IV en V het volgende werd gevraagd: Is de Regeering bereid het vraagstuk van de wettelijke regeling der 40-urige arbeidsweek aanhangig te maken bij het Internationaal Arbeidsbureau? Is de Regeering bereid langs den weg van overleg met belanghebbenden, even tueel door wettelijke maatregelen, te be vorderen, dat in de bedoelde takken, waar de omstandigheden dit practisch uitvoer baar maken, bij middel van verkorting van arbeidstijd het aantal te werk ge stelde arbeiders wordt uitgebreid? Is de regeering bereid, ter bevordering van werkverruiming en werkverschaffing, een algemene regeling te treffen ten aan zien van bijdragen van Rijkswege in de kosten van door gemeenten tot het ver schaffen van werkgelegenheid te onder nemen werken? Met de Regeeringsverklaringen, welke hierop volgden, nam dr. J. v. d. Tempel geen genoegen. Hij diende moties in, waarvan het resultaat evenwel was, dat zij werden verworpen! Zoo komt dus het vraagstuk van de verkorting van den arbeidsduur aller- Zwakte van de organen in den rug bedreigt zoowel mannen als vrouwen, vooral in den middelbaren leeftijd en daarna. De verschijn selen zijn gemakkelijk te onderkennen. Als uw rug, ledematen en spieren pijnlijk zijn; als gij u prikkelbaar, vermoeid en zenuw achtig voelt; als gij last hebt van urinestoor- nissen, waterzuchtige zwellingen, hoofdpijn of aanvallen van duizeligheid, gebruik dan on middellijk Foster's Rugpijn Pillen. Want als tengevolge van verzwakking der organen in den rug urinezuur en andere schadelijke onzui verheden zich in het bloed meer en meer op- hoopen door verwaarloozing der eerste waar schuwende verschijnselen, wordt herstel moei lijker. Er bestaat gevaar voor rheumatiek, ischias, spit, waterzucht en blaaszwakte. Foster's Rugpijn Pillen zijn een speciaal middel, die rechtstreeks op de bedoelde orga nen werkt en geen nevenwerking heeft op de ingewanden. Bij alle drogisten a 1.75 per flacon. eerst door economische noodzakelijkheid in de onderneming zelve naar voren: de ondernemer is in tal van gevallen genoopt zijn toevlucht tot dezen maatregel te nemen. De crisis leidt er evenwel toe, dat ook in de kringen der arbeiders uit al- gemeene overwegingen aandacht aan het vraagstuk geschonken wordt: opheffing van de wanverhouding tusschen produc tievermogen en verbruik deftr wettelijke regeling van de 40-urige arbeidsweek en door het van regeeringswege bevordereen langs den weg van overleg met belang hebbenden, dat het aantal te werk gestel de arbeiders wordt uitgebreid bij middel van verkorten van arbeidstijd. Maar wat daarbij niet ter sprake kwam is verlaging van het loonpeil. Verlaging van loon. In het maandblad „De Gemeente-finan- ciën" van 10 Januari '32 wordt echter in een artikel van den heer Keegstra deze kwestie wel besproken. De schrijver be- "pleit beperking van den arbeidsduur, ten einde de werkgelegenheid te verruimen en het daardoor mogelijk te maken nieuwe arbeidskrachten aan te stellen. Maar aangezien daaruit verhooging van kosten voortvloeit, neemt de schrijver, dat het nadeelige gevolg van den genoemden maatregel zal kunnen worden voorkomen, indien de werknemers bereid zijn bij de instelling van den arbeidstijd genoegen te nemen met eenige vermindering van hun arbeidsinkomen. Hiertoe zullen zij bereid zijn meent hij indien zij we ten, dat de verkorte arbeidstijd gepaard zal gaan met een evenredige uitbreiding van het personeel der onderneming. Of dit laatste zoo positief kan worden, mag worden betwijfeld, ook al is de hoop niet uitgesloten, dat éénmaal de noodzakelijk heid van dezen maatregel zal worden in gezien. Het spreekt vanzelf, dat de vak- vereenigingsbesturen een groote kracht in die richting kunnen uitoefenen. Het zou inderdaad een daad van groote betee kenis zijn. De schrijver meent, dat het niet noodig zal zijn, dat de bonden tegen over dergelijke plannen even afwijzend staan als tegenover de voorstellen tot loons- en salarisverminderingen zonder meer, omdat bij de verkorting van den arbeidsduur, ook al gaat die gepaard met vermindering van het arbeidsinkomen, de loon- en salarisbasis niet wordt aange tast. Bovendien zou het naar de meening van genoemden schrijver niet noodig zijn het totale arbeidsinkomen per week of per maand in dezelfde mate te verminde ren, als de arbeidsduur, omdat de voor Oorspronkelijk verhaal. door KEES MIDDELBERG. (Auteursrecht voorbehouden). 12) De Britten waren correct, maar gere serveerd. De hertog in eigen persoon maakte een buiging voor den heer en mevrouw Russell, toen His («race toeval- lig eens met hen samen in de lilt stapte. En de hertogin had Dr. Oxenham met een glimlachje bedankt, toen hij haar liet voorgaan bij een van de terrasdeu ren. En noch Dr. Oxenham, noch de joviale bankier uit New-York hadden den euvelen moed een conversatie te be proeven met opmerkingen over het weer of over bezienswaardigheden der stad Caïro. De bankier hield zelfs zijn sigaar uit den mond, zoolang hij met den hertog van Parkminster in de lift stond! „Daar heb je nu weer die Engelsche deftigheid," had de bankier later gemop perd. „Als in Amerika twee menschen elkaar treffen, nadat lij beiden een paar avonturen hebben beleefd, die met elkan der verband schijnen te houden, dan zou den zij de zaak bij de eerste ontmoeting met elkaar bespreken. Hier maken ze een buiging, zeggen: Good Morning, en gaan huns weegs. Funny peolpe!" Waarop zijn vrouw er hem op attent maakte, dat de Engelschen misschien nog heelemaal niets wisten van wat hun over komen was en dat de hertog in alle geval niet aan hun gezichten had kunnen zien, dat zij de heer en mevrouw Russel waren. Het was trouwens druk en vol in het hotel. Er logeerden een groot aantal gas ten en de enkele onder hen verdween onder het geheel. De directeur van het hotel had met veel moeite gedaan gekre gen, dat in zake het verdwijnen van Ab- dullah en de lugubere vondst op het kerk hof niet publiek werd gemaakt, dat het een geëmplooieerde van het hotel betrof. Hij wilde zijn gasten de onaangename gewaarwording besparen en tevens alle eventueele schade voor de reputatie van het hotel voorkomen. De moord op den armen Abdullah had absoluut niets met het hotel te maken en niettemin is het niet aangenaam, als iemand, die in een hotel logeert, verneemt, dat een der be dienden op geheimzinnige wijze is ver moord. En zijn menschen met levendige fantasie, die uit zulk een gebeurtenis allerlei mogelijkheden voor zich zeiven distilleeren. Zoo wist dus niemand der gasten, dat een der bagageknechts twee dagen te voren naar een kerkhof was ge lokt en daar was vermoord. Doch den avond van den dag, waarop de hertog van Parkminster met zijn gade en hun gasten hun intrek hadden genomen in het hotel, zou de reputatie van het hotel een nieuwe proef ondergaan. Het was reeds lang na middernacht, toen een der gasten thuis kwam van een bezoek aan een der ambtenaren van het Britsche consulaat. Het was Mr. Horace Beechespool uit Walton-on-Thames. Hij was een man van bij de zeventig jaren, maar nog zoo lenig en vlug als een veer tiger. Toch had hij geen gemakkelijken werkkring gehad. Meer dan veertig jaren lang had hij deel uitgemaakt van het poli tiecorps van Birmingham en de laatste vijftien jaar daarvan was hij chef geweest van de poitierecherche. Zonder dat men hem nu bepaald kon vergelijken met den chef der Londensche Scotland Yard, had hij in de reusachtige Engelsche fabrieks stad toch een staat van dienst beleefd en bovendien een reeks van ervaringen op gedaan, die hem tot een van de beste krachten des lands stempelden. Sinds een i paar jaar was hij gepensionneerd en woon de in een liefelijk dorp langs de Theems en op het oogenblik was hij te Caïro, waar hij nog een paar dagen dacht te vertoeven, om dan verder zuidwaarts te reizen. Een oud vriend en studie-makker van hem, die een post bekleedde bij het Britsche consulaat te Caïro, had hem voor dien avond te dineeren genoodigd en het was tamelijk laat geworden, voordat de heer Beechespool weer naar zijn hotel terugkeerde. De nachtportier had hem opengedaan. Hij had de hall reeds half doorschreden, toen er ergens een dof gerucht hoorbaar werd. Het was een val of slag of kort ge rommel of iets van dien aard en het kwam uit het bagagedepot. De heer Beechespool schonk er geen aandacht aan en ging de trap op. Doch bij den draai der trap ge komen, zag hij, hoe de nachtportier onbe weeglijk in de hall stond en met verbaasd gezicht in de richting van het bagage depot keek. De heer Beechespool bleef staan. „Is er iets?" vroeg hij den poriei'. „Ik weet het niet, mijnheer, „antwoord de de man. „Ik dacht, dat ik iets hoorde in het bagagedepot." „Is er iemand, daar?" „Neen, mijnheer. Het depot is al lang gesloten. Misschien is er een koffer om gevallen of van een anderen koffer afge gleden. Het zal wel niets te beteekenen hebben." „Neen," zei de heer Beechespool en gaapte. Hij zag, hoe de portier naar zijn loge ging en een sleutelbos nam. Met rammelende sleutels ging hij naar de deur van het bagagedepot, zocht den goe den sleutel uit, stak hem in het slot en opende de deur. De gepensioneerde politiedetective aar zelde. Hij verlangde naar zijn bed, maar hij wilde toch liever nog even wachten, tot de portier weer te voorschijn kwam. Hij hoorde het electrisch licht aandraaien, maar hfj kon van zijn plaats het depot niet zien. Hij hoorde de stappen van den portier hol weerklinken op den steenen vloer. Toen hielden ze. plotseling op. Hij meende een onbestemd gerucht te hooren. Daarna klonk plotseling een hard kra kend geluid, kort en fel, gevolgd door een doffen slag. waarde zou kunnen worden gesteld, dat de overheid tijdelijk, bij de invoering een bijdrage verleend aan het bedrijf voor eiken werknemer die als direct gevolg van de arbeidsvermindering wordt aan gesteld. Aldus weet de werknemer, dat het opheffen van de werkloosheid niet alleen op hem wordt verhaald, maar dat daartoe ook door den belastingbetaler naar billijke verhouding wordt bijgedra gen. En de overheid heeft daarvoor mid delen beschikbaar in den vorm van vrij komende ondersteuningsgelden. M.a.w. de thans voor werkloozenuitkeering be schikbare gelden zullen dan dienen om deels de door den schrijver bedoelde bij dragen aan de onderneming te verleenen. De schrijver geeft dan met enkele voor beelden aan hoe het plan kan worden uit gewerkt en beveelt het aan bij de over heidsorganen en bij allen, die invloed hebben bij de overheid en bij de vakor ganisaties. Een belangwekkend voorstel. De hoofdgedachte en de strekking van het plan verdienen alleszins waardeering. Hoewel het tot stand komen van de sa menwerking tusschen de belanghebben den ongetwijfeld op vele moeilijkheden zal stuiten, mogen pogingen om in de aangegeven richting werkzaam te zijn, niet uitblijven, wil men de verdere uit breiding van de werkloosheid zooveel als mogelijk is trachten te verhoeden. Zoo deze zaak niet terstond en flink wordt aangepakt, is de ellende in de toekomst niet te overzien. Moge dan daarbij vooral ook van de Overheid een krachtig initiatief uitgaan en zij bereid gevonden worden het loon- en salarisvraagstuk met de volle mede werking der daarbij betrokken werkne mers- en werkgeversorganisaties onder de oogen te zien, dan kan op den geza menlijk vast te stellen grondslag het plan van verkorting van arbeidsduur met een zekere vermindering van loon gepaard gaande, uitgewerkt worden. De Overheid geve daarbij zelve het voorbeeld. Zij breken met het tot dusver gevolgde stelsel van ontslaan en op wachtgeld stellen, dat in de eerste jaren toch geen noemenswaardige verlichting geeft en maar al te dikwijls het trage functionneeren van den dienst in de hand 1 werkt. Zij verkorte daarentegen den ar beidstijd en stelle voor het verrichten van den arbeid in den vrijgekomen tijd werkloozen aan, zij het dan in lossen dienst. Op die wijze werkt zij mede aan de beperking van de werkloosheid en aan het op peil houden van de volkskracht. Voor de openbare kas zullen daarvan de voordeelen niet uitblijven. Moge dan spoedig algemeen het nut van verkorting van den arbeidsduur, ten einde tot beperking van de werkloosheid te komen, worden ingezien en maatrege len worden beraamd om te trachten het hiervoren besproken denkbeeld te ver wezenlijken. (Nadruk verboden). ISiÜ per el. Verkrijgbaar bij: Let op naam op den zelfkant Vraagt onze Stalen-collectie DE IERSCHE WET TOT AFSCHAF FING VAN DEN EED. In de Iersche Dail is Donderdag het de bat over de wet tot afschaffing van den eed uit de Iersche grondwet voortgezet. Een amendement-Finlay om de behan deling op te schorten en eerst voeling te nemen met de Engelsche regeering werd met 77 tegen 69 stemmen verworpen, na dat de Valera zelf ingegrepen had en in een lange- verklaring nogmaals uitge legd, dat zijn regeering zoowel juridisch als moreel gerechtigd was het ontwerp in den voorgelegden vorm door te zetten. DE AMERIKAANSCHE FINANCIËN. Een tekort van 2.5 milliard. Het departement van financiën deelt mede, dat het deficit per 16 Mei bedroeg 2.508.700.476 dollars. Verwacht wordt, dat het deficit gedu rende de zes weken, welke nog moeten verloopen voordat het financieele jaar ten einde is, zal stijgen tot drie milliard dol lar. De stijgende uitgaven en de vermin dering der ontvangsten zijn oorzaak van dit grootste tekort in vredestijd in de Amerikaansche geschiedenis. Onder voortdurende controle van Dr. Ing. H. J. DE WIJS, Scheikundig Ingenieur. Een hygiënische behandeling uwer wasch is in het belang der gezond heid van uw gezin Hij vloog de trap weer af en snelde naar het bagagedepot, waarvan de deur wijd open stond. Toen kwam er een gesmoorde verwen- sching over zijn lippen. „Damn, te laat!" zei hij. HOOFDSTUK V. „Gelooft u aan bovennatuurlijke dingen?" „Mijnheer Beechespool," besloot de directeur van het hotel zijn betoog, „ik wil u in alles tegemoetkomen en al uw wenschen vervullen, als u er in toestemt, de zaak discreet te behandelen." De heer met het zilveren haar en de scherpe oogen wierp zijn sigaret in den aschbak. „Ik kan u niets belooven," zei hij koel tjes en zakelijk. „U hebt in deze zaak al veel te veel aan uw eigen belang gedacht. Het is niet een kwestie, die u of uw hotel alléén aangaat. Ik ben de eenige, aan wien u thans hebt verteld en erkend, dat er twee of drie dagen geleden een bagage- knecht van uw hotel onder geheimzinnige omstandigheden is vermoord. U hebt ei voor gezorgd, dat. er in de courantenbe lichten niets werd vermeld van de dienst betrekking van den vermoord) vaa uw hotel. Dat is heel aangenaam voor u, maar weet u, of de politie misschien niet verder zou zijn gekomen met haar onder zoek, als er in de bladen had gestaan, dat de vermoorde Abdullah een bagageknecht van dit hotel was? Er zullen zeker wel menschen zijn, die den man kenden als uw employé, maar niet zijn naam wisten. Het is volstrekt net onmogelijk, dat er méér aanwijzingen zouden zijn gekomen, als de couranten de volledige waarheid hadden vermeld. U hebt uw eigen belang laten domineeren over het veel grootere belang, dat de moord op dien armen baga geknecht wordt opgehelderd. En nu zou u liefst hebben, dat er van het gebeurde van heden nacht weer niets bekend werd. Ik kan u daarover niets beloven, mijn heer, niets." De hoteldirecteur was blijkbaar alles behalve op zijn gemak. „Ik vraag u slechts, mijnheer Beechs- pool, dat er niet méér publiek wordt, dan noodig is. Ik geef u toe, dat het verzoek u egoïstisch moet toeschijnen. Maar be grijpt u niet, van welk een grooten in vloed de zaak voor het hotel kan zijn? Eerst wordt een bagageknecht van mijn hotel onder raadselachtige en nog niet opgehelderde omstandigheden vermoord. Een paar dagen later hoort de nachtpor tier ergens een verdacht geluid. Hij gaat er op af en wordt een oogenblik later be wusteloos op den grond gevonden met een bloedende hoofdwonde. Er is blijk baar ingebroken in het bagagedepot. Men vindt he4 slot van een aantal boxes ge forceerd en de koffers in wanorde, hoe wel er niets wordt vermist. De inbreker is ontvlucht door het raam, waarvan hij de tralies heeft losgewrikt. Wat denkt u, mijnheer Beechespool, dat dit alles tenge volge zal hebben, als het bekend wordt? De reizigers zullen zeggen: Dat hotel is niet veilig meer. Wij gaan ergens anders heen! U mag mij niet kwalijk nemen, dat ik mij tacht te beveiligen tegen zulke schade." (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 1