S. A. KANNEWASSER Zn.
Een avontuur in het land
der Pharao's.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Buitenlandsch overzicht.
KONIJN'S BOTERHAMWORST
EERSTE BLAD
DINSDAG 24 MEI 1932
60ste JAARGANG
Plan voor een nieuwe economische wereldconferentie. -
Italië en de Volkenbond. - De Iersche Vrijstaat en de
eed van trouw. - De kabinetscrisis in Belgie. -
Kabinetscrisis in Griekenland.
Wif Breien!!!! en repareeren alle
De onlusten te Bombay
geëindigd.
De oorlogsschuiden.
LUCHTVAART
Amelia Earhart over den Oceaan.
in 50 dessins,
kleur-eoht, - wasch-echt,
FEUILLETON
Nr. 7122.
COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant fl.60; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnen
land f 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70,
f 1.Modeblad resp. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.35. Lossenos. 4 ct.;fr. p.p.6et.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. O. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIEN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewijsno. 4 ct.
Een plan voor een nieuwe economische
wereldconferentie. De Raad van den Vol
kenbond is alweer gesloten en de beslui
ten die genomen zijn, zijn waarlijk niet
zeer belangrijk. Het belangrijkste besluit
dat de Raad genomen heeft, is, dat aan de
Volkenbondsvergadering de vraag voorge
legd zal worden, of het niet raadzaam zou
ziin een nieuwe economische wereldcon
ferentie bijeen te roepen, die internatio
nale conventies zou moeten tot stand bren
gen op het gebied van de productie en
den internationalen handel, om daardoor
de herleving der economische bedrijvigheid
van de wereld te verzekeren. Het Volken
bondssecretariaat heeft tevens de opdracht
gekregen thans reeds de noodige voorbe
reidende werkzaamheden voor de bespre
king hierover in de Volkenbondsvergade
ring te verrichten. Zoo kan dus inderdaad,
zooals Paul Boncour reeds zeide, de reso
lutie der internationale arbeidsconferentie
het uitgangspunt voor een nieuwe inter
nationale oeconomische Volkenbondsactie
worden.
Italië en de Volkenbond. Zooals men
weet, is de houding van Italië tot den Vol
kenbond altijd nogal sceptisch geweest.
Hoe is het mogelijk, zou men zeggen. De
particuliere corr. van de „Temps" te Rome
maakt nu melding van een merkwaardig
artikel over den Volkenbond in het tijd
schrift Anti-Europa, het blad, dat de fas
cistische denkbeelden stelt tegenover de
oude liberale opvattingen in Europa. Het
artikel is interessant genoeg om er een
en ander uit over te nemen.
Het bedoelde artikel betoogt, dat de da
den van den Volkenbond niet in overeen
stemming zijn met ziin ideëele beginselen
en dat zulks een steeds grooter gemis aan
vertrouwen in de menigte teweeg brengt.
Het blad gaat dan voort met te zeggen:
„Men begrijpt dus waarom, na de her
haaldelijke ervaringen, na alle middelen
te hebben uitgeput om den Volkenbond
zijn kracht en zijn gezag te hergeven, een
regeering, die zich het kwaad bewust is,
dat uit een dergelijke houding voortvloeit,
zich afvraagt of zij niet beter zou doen
haar verantwoordelijkheid te onttrekken
aan een toestand, die steeds paradoxaler
en onhoudbaarder wordt. Dit zou het
eenige middel zijn om den bond waarlijk
een dienst te bewijzen en de ontbinding
te verhaasten van de dubbelzinnigheden,
die hem ondermijnen, ten bate van een
herleving op nieuwe grondslagen. Een
goed en nuttig denkbeeld op zichzelf mag
niet verloren gaan door het bloote feit, dat
het verkeerd uitgelegd en verkeerd toege
past wordt. De onvolkomenheden van het
statuut, het secretariaat van den bond met
al zijn bureaucratie van den vrede, dat te
Genève geschapen is, mogen niet vereen
zelvigd worden met het denkbeeld van
onderlinge samenwerking der volken.
Voor het welzijn van den Volkenbond is
het noodig, dat weldra verdwijne en ver-
vluchtige wat er voor valsch en verkeerds
Is in zijn huidigen vorm, waarbij tevens
alle ernstige onderscheid moet worden
verwijderd tusechen de theorie en de prac-
tijk en elke mogelijkheid tot het zich be
dienen van den bond voor zelfzuchtige
heerschappijen."
De Iersche Vrijstaat en de eed van
trouw. Het. schijnt ernst te worden in Ier
land om den eed van trouw aan Engeland
af te schaffen. Zooals wij reeds in het kort
hebben vermeld, is Donderdag met een
meerderheid van 8 stemmen door de Dail
(de Tweede Kamer van het Iersche parle
ment) de wet tot afschaffing van den eed
van trouw in derde lezing aangenomen.
Woensdag komt nu het wetsontwerp in
den Senaat aan de orde.
Het debat liep Donderdag in hoofdzaak
over het tweede deel van het wetsont
werp, waarbij werd voorgesteld dat deel
uit de wet tot uitvoering van de grondwet
te schrappen dat zegt, dat hetgeen de
grondwet in strijd met het Engelsch-Ier-
sche verdrag bepaalt, van nul en geener
waarde is.
De Valera betoogde in zijn antwoord
dat ingevolge het verdrag het afleggen
van den eed niet verplicht is, tenzij deze
soorten wollen kleeding, kousen en sokken (ook
de allerfijnste). Vraagt onze eigengebreide ijzer-
sterke Sportkousen. JAAP SNOR, Zuidstraat_i9
(Let op den gelen winkel)
P.S. Voor Texel: Wed. BUIJSMAN, Den Burg.
»~a
in de eigen binnenlandsche wetgeving
verplicht wordt gesteld. De heele quaestie
was volgens hem of de Vrijstaat op ge
lijken voet stond met de andere landen in
het gemeenebest. Andere dominions kun
nen, zoo betoogde hij, den eed afschaffen
als zij dit wenschen. Wij hebben hetzelfde
recht en daarom gaan wij den eed af
schaffen. Dat is in ons belang en het is
de wil der 26 graafschappen. Den nadruk
legde De Valera er op, dat dit z.i. geener
lei schending vormde van het verdrag.
Als regel vormden volgens hem verdragen
geen deel van de binnenlandsche wet
geving van een land. Wij zoo zeide hij
verder brengen het verdrag uit de bin
nenlandsche sfeer over naar de interna-
tioneele sfeer, waarin het thuis hoort. De
Britten hebben altijd trachten te ontken
nen, dat een verdrag een internationaal
instrument is en altijd gepoogd te bewij
zen dat het slechts een overeenkomst is
tusschen dominions.
De kabinetscrisis in België is nog als
maar niet opgelost en men verkeert nog
steeds in het stadium van „onderhandelin
gen", al boop Renkin, de kabinetsforma
teur, wel spoedig een oplossing te zullen
vinden.
Renkin zeide, dat hij hoopte na de be
slissende vergadering der katholieke rech
terzijde die gisterenochtend plaats zou
hebben, zijn volle aandacht aan de bezet
ting der verschillende ministerszetels te
kunnen besteden. In dit verband wordt in
goed ingelichte kringen verzekerd, dat de
katholieke Vlaming Sap die in de
„Standaard" een felle campagne tegen het
vorige kabinet-Renkin heeft gevoerd, een
ministerportefeuille zal aanvaarden.
Van Cauwelaert zal van deze regeering
evenwel nog geen deel uitmaken. Tenein
de de Walen niet te ontstemmen, zal het
liberale Kamerlid voor Luik, mr. Jennis-
sen, die de federatieve richting is toege
daan, in het nieuwe kabinet worden opge
nomen.
Ook Griekenland heeft een kabinets
crisis, tengevolge van den ernstigen eco-
nomischen toestand en het toenemend ver
zet van de oppositie-partijen tegen de
nieuwe wet op de drukpers, die Zaterdag
aan het parlement zou worden voorgesteld.
Minister-president Venizelos heeft in de
Kamer voorgesteld, uit de democratische
oppositie een nieuwe regeering te vor
men, teneinde onlusten te voorkomen, die
zeker zouden ontstaan, wanneer de regee
ring zou worden overgenomen door de
partij der monarchisten.
In den loop van zijn redevoering ver
dedigde Venizelos onder beroep op artikel
48 van de Duitsche rijksgrondwet de door
hem ontworpen beperking der persvrij
heid.
Na de Kamerzitting reed Venizelos naar
den staatspresident Zaimis, teneinde hem
het verzoek om ontslag te overhandigen.
De aftredende regeering is vastbesloten
den strijd tegen de stakende ambtenaren
onverbiddellijk door te zetten.
153 dooden en 1650 gewonden
in één week.
Vroeger dan gewoonlijk het geval is,
is Zondag te Bombay de natte moesson
aangevangen. De regen was zoo hevig,
dat vele straten in een oogwenk blank
stonden, terwijl door den krachtigen
wind tal van boomen werden ontworteld.
In de laatste honderd jaar is het maar
een maal of vier voorgekomen, dat de
natte moesson voor Juni is ingetreden.
Door dit onverwacht vroege intreden van
den regentijd is er een plotseling einde
gekomen aan de onlustbn, die de laatste
week te Bombay hebben plaats gehad, en
die trouwens voor het grootste gedeelte,
reeds door de politie waren onderdrukt.
Er zijn niet minder dan 153 personen
in de afgeloopen week gedood, en aan
de bekomen verwondingen overleden,
terwijl nog 1650 gewonden in de zieken
huizen worden behandeld.
Een onjuist beeld?
Een paar dagen geleden, zoo schrijft
J. A. Spender in de „Aanteekeningen van
den dag in de News Chronicle" heb ik een
brief gekregen van een kennis in Indië,
die op verwijtenden toon spreekt over het
beeld, dat de Engelsche bladen van
Britsch-Indië ophangen. Hij geeft toe,
dat er donkere plekken zijn, gelijk vooral
Bombay, waar de strijd tusschen Hindoes
en Mohammedanen fel oplaait, maar hij
verzoekt mij de menschen nog eens dui
delijk te maken, dat Britsch-Indië nage
noeg zoo groot is als Europa en dat ver
reweg het grootste deel des lands vreed
zaam en kalm is en volstrekt niet zoo on
welvarend, naar Oosterschen standaard
gemeten, als men de menschen in Enge
land tracht w;js te maken.
Er is geen sprake van, dat er ernstige
onrust zou heerschen onder de Europee-
sche bevolking, zij zet haar zaken even
rustig voort, als, naar zij hoopt de En-
gelschen ondanks de autobandieten en
wat dies meer zijn.
In Crisistijd is kwatiteit goedkooper
DE SOCIALISTISCHE
ARBEIDERSINTERNATIONALE.
Over het Verre Oosten.
Naar de „Vorwarts" meldt, heeft de uit
voerende raad van de S.A.I. in haar laat
ste bijeenkomst te Ztirich, een motie aan
genomen inzake den toestand in het Verre
Oosten en het oorlogsgevaar aan de gren
zen der Sowjet-Unie.
De motie eischt de onmiddellijke en on
voorwaardelijke ontruiming van Sjanghai
en Mantsjoerije door de Japansche strijd
krachten.
Ingeval Japan dit mocht weigeren, zal
de S.A.I. terugroeping van alle gezanten
en ambassadeurs in Japan en zoo noodig
het nemen van oeconomische en finan-
cieele sancties bepleiten.
Indien Japan ook dan zijn aanvalstoebe-
reidselen en dreigingen niet mocht staken,
zal de S.A.I. een beroep doen op het I.
V. V. om gemeenschappelijk met alle mid
delen zich tegen het vervaardigen en ver-
schepen van munitie, oorlogsmaterieel en
goederen naar Japan te verzetten en alle
schepen, die uit Japan aankomen of daar
heen vertrekken te boycotten.
De arbeiders zullen zich met de verde
digers der Sowjet-Unie solidair verklaren,
indien deze wordt aangevallen.
VAN DEN VERKEERDEN KANT
AANGEPAKT.
Einstein's oordeel over de ont
wapeningsconferentie.
Londen, 21 Mei. (Reuter). Einstein, die
eenige weken als student in Christ Church i
College te Oxford heeft doorgebracht en j
nu met Lord Ponsonby naar Genève ver-
i trokken is, heeft gezegd, dat het werk op
de ontwapeningsconferentie van den ver
keerden kant is aangepakt. Wij zijn er
zelfs nie.t van overtuigd zei hij, dat ten-
gevolge 'van het werk van de officieele
figuren te Genève, wij of ook maar onze
kinderen de ontwapening zullen beleven.
I Eens in Amerika hoorde hij de vol
gende geschiedenis. In een Amerikaan-
sohe stad was het zoo hoog geloopen met
de misdadigheid, dat de burgemeester
1 een vergadering belegde om te bepalen
wat er gedaan moest worden. Hij ont
wierp een agenda voor die vergadering
en het eerste punt daarop was de grootte
van het mes, dat iedereen ter zelfverdedi
ging zou mogen dragen. Op dezelfde ma
nier gaat het nu te Genève toe.
Op een vraag wat Einstein te Genève
dacht te doen om de zaken'in de goede
richting te sturen, antwoordde de geleer
de, dat hij dat liever nog voor zich wilde
houden.
DE JAPANSCHE KABINETSCRISIS.
No>g niet opgelost.
De Japansche kabinetscrisis was Zater-
dag, tegen de verwachting, nog niet op- j
gelost. Deze vertraging vindt zijn oor
zaak in het feit, dat verscheidene leiders
van het leger stappen hébben onderno
men bij den minister van oorlog, Araki.
In aansluiting daarop had prins Sajonj j
een onderhoud met de politieke leiders.
Amerikaansche bankiers drin
gen op een onmiddellijke recht
vaardige regeling aan.
Ongeveer duizend, naar aanleiding van
de jaarvergadering van de nationale ver-
eeniging der spaarkassen, te New-York
bijeengekomen bankiers drongen op eenj
onmiddellijke rechtvaardige regeling der
oorlogsschulden aan.
In een resolutie, die aan president
Hoover is gezonden, stellen zij de benoe
ming eener commissie voor, die onder
handelingen met debiteuren-landen zal
openen.
De bankiers vereenigden zich met de
kortelings door het spoorwegbedrijf ge-
uitte wenschen van gelijke strekking.
DE ONDERHANDELINGEN IN
PRUISEN.
Het kablnet-Braun heeft zijn
ontslag ingediend; centrum en
nazi's.
De oude Pruisische Landdag is sinds
20 Mei officieel ontbonden. Het kabinet-
Braun heeft daarom Zaterdag nog zijn
ontslag ingediend. Het zal de loopende
zaken blijven behandelen tot het nieuwe
kabinet zal zijn gekozen.
De verkiezing van den president en de
vice-presidenten van den Landdag zal
Woensdag aan de orde zijn.
De eerste vrouw, die in haar
eentje den overtocht volbracht.
16 uur nadat zij te Harbour Grace
was opgestegen is zij met een
mankement aan den motor te
Londonderry in Ierland geland.
Op denzelfden dag waarop Lindbergh
vijf jaar geleden als eerste man alleen
over den Oceaan is gevlogen, is mevr.
Putnam, beter bekend onder haar meis
jesnaam Amelia Earhart, Zaterdagmid
dag half twee, dicht bij Londonderry in
Noord-Ierland, geland. Zij heeft van Har
bour Grace slechts 16 uur over den over
tocht gedaan, maar tengevolge van het
niet vlot functioneeren van den motor
heeft zij haar oorspronkelijk plan om tot
Parijs door te vliegen, opgegeven omdat
het te riskant zou geworden zijn. Mevr.
Earhart vertelde, dat zij de laatste tien
uur in storm en mist gevlogen had en
dat het in de hoogere luchtlagen zelfs nog
zeer koud was geweest. Het mankement
aan den motor had zij ongeveer halver
wege ontdekt en het was, zonder direct
gevaarlijk te worden, toch gaandeweg
zoo verergerd dat zij blij was geweest de
Iersche kust in het zicht te krijgen.
De heer Putnam heeft zijn echtge-
noote een draadloos telegram van geluk-
wensch gezonden en tot zijn vrienden
zeide hij, dat hij geen oogenblik had ge
twijfeld aan het welslagen van den tocht.
„Wat Amy onderneemt, volbrengt zij",
zei hij lachend, „dat heb ik in onzen kor
ten huwelijkstijd reeds ondervonden".
In allerijl naar het postkantoor.
Zoo groot was haar verlangen om haar
vrienden in Londen en New York van
haar gelukkigen overtocht in kennis te
stellen, dat Amelia Earhart zelfs weigerde
zich maar een oogenblik rust te gunnen
en een kopje thee te drinken. Een toe
vallig passeerende auto werd door haar
aangehouden om haar naar Londonderry
te brengen. Onmiddellijk ging zij in de
stad naar het postkantoor, waar zij een
aantal telegrammen verzond en een tele
foongesprek met haar echtgenoot, den
heer G. P. Putman in New York, aan
vroeg. De heer Putman, uitgever en ont
dekkingsreiziger, heeft zijn vrouw bij de
voorbereiding van haar tocht geholpen.
De vliegenierster telefoneerde ook met
een vriend in Londen.
Zij zag er opvallend frisch en levendig
uit na den vermoeienden tocht. Toen zij
SS per el.
Verkrijgbaar bij:
Let op naam op den zelfkant
Vraagt onze Stalen-collectie
in het postkantoor gereed was, stond ze
er op eerst naar haar vliegtuig te gaan
kijken, alvorens de zoo lang ontbeerde
rust te nemen. Nadat zij haar toestel
een Lockheed Vega-eendekker had ge
inspecteerd, ging zij naar Londonderry
terug, waar zij door een der notabelen
met groote gastvrijheid werd ontvangen.
Na daarna den nacht te hebben doorge
bracht, vloog zij Zondagochtend naar
Londen.
Een felicitatie van Hoover
President Hoover heeft een telegram
met gelukwenschen aan Amelia Earhart
gezonden, waarin hij zegt: Niet alleen
gaaft ge het bewijs van onverschrokken
moed, maar ge toonde tevens aan, dat de
vrouwen in staat zijn, de mannen in het
volbrengen van de moeilijkste en gevaar
lijkste ondernemingen te evenaren.
Het succes van Amelia Earhart heeft
in Amerika groote vreugde veroorzaakt.
De heer Putnam, die naar verluidt, der.
tocht van zijn echtgenoote gefinancierd
heeft, heeft nog niet besloten of hij zich
ook naar Europa zal begeven. Volgens
berekeningen te New-York zou mevrouw
Earhart den tocht in 13 uur 55 minuten
volbracht hebben.
Inderdaad, er bestaat geen beter en
meer afdoend middel tegen slechte spijs-
vertering en verstopping, en de daaruit
i voortkomende kwalen.
Alom verkrijgbaar i f0.65 per flacon.
Oorspronkelijk verhaal.
door
KEES MIDDELBERG. -
(Auteursrecht voorbehouden).
13)
De heer Beeehespool bleef ondanks dit
betoog zeer gereserveerd.
„Ik beloof u niets, mijnheer," zei hij
koel. „Maar als u mij de vrije hand wilt
geven in het onderzoek naar deze zaak
en u voegt zich naar mijn wenschen' en
instructie, dan zal ik voorloopig de of
ficieele politie er buiten laten. U weet,
wie ik ben en welken post ik in Birming-
bam heb bekleed. Doch versta mij wel; ik
beloof nj^ts en ik verlang, dat u mij ab
soluut dè vrije hand laat."
„Niets liever dan dat, mijnheer Bee
ehespool, niets liever dan dat. Ik zal u
alles in de vrije hand laten. En ik ben
er zeker van, dat iemand van uw repu
tatie en ervaring deze netelige zaak zal
kunnen oplossen, zonder dat de naam
van mijn hotel daardoor schade lijdt. Is
er op het oogenblk nog iets van uw
dienst?"
„Neen, als ik u noodig heb, zal ik u
laten roepen."
De directeur van het hotel ging opge
lucht heen.
Het was inderdaad een zeer onaange
name geschiedenis voor hem. Toen de
heer Beeehespool in het bagagedepot
kw?am, zag hij dadelijk, dat hij te laat
was. In het licht der electrische lamp zag
hij den nachtportier op den grond liggen
met een bloedende hoofdwonde. Een der
getraliede ramen was open en de tralies
waren los. Daardoor was de inbreker bin
nen gekomen en ook weer ontvlucht.
Want hij was "iet meer in het depot aan
wezig. Hij had natuurlijk geluisterd of
het geluid'van den vallenden of afgegle
den koffer in de hall was gehoord. Toen
had hij het rammelen van de sleutelbos
vernomen en daaruit begrepen, dat
iemand kwam kijken. Misschien was hij
niet zoo spoedig weg kunnen komen. Of
hij was besloten, het op een strijd te
laten aankomen; op dit uur van den nacht
zou alleen de nachtportier nog op zijn en
met één man had hij het blijkbaar wel
aangedurfd. Dat de man al een poosje
bezig was geweest, bleek uti het feit, dat
een aantal der boxes, waarin de bagage
van lederen gast afzonderlijk was opge
borgen, opengebroken was en dat de
koffers en kisten van hun plaats waren
geschoven. Zonderling genoeg was geen
enkele koffer opengebroken en werd er
ook niets vermist.
Toen hem eenmaal was gebleken, dat
de inbreker tqgh al weg was, had de oud
detective den bewusteloozen nachtpor
tier opgenomen en naar een chaise longue
in de hall gedragen. Daarna was hij den
hoteldircteur uit zijn bed gaan kloppen
en had met zijn hulp den gewonde ver
bonden en hem tot bewustzijn gebracht.
Jammer genoeg had de portier niets kun
nen mededeelen. Hij was van achteren
aangevallen en had zijn aanrander niet
eens gezien. Hij had een harden slag op
het hoofd gekregen en was dadelijk be
wusteloos geworden. Hij kon dus gee
nerlei aanwijzing doen in zake het uiter
lijk van den inbreker. De heer Beeehes
pool had daarna nog een nauwkeurig on
derzoek ingesteld in het bagagedepot.
Daarbij was hem slechts één ding opge
vallen, dat een zeer belangrijke aandui
ding gaf. Hij achtte het niet noodig, den
directeur reeds daarop attent te maken.
I11 plaats daarvan had hij voorgesteld, de
zaak maar te laten rusten tot den volgen
den morgen en naar bed te gaan. De
nachtportier werd naar een vrije kamer
gebracht, maar de directeur was er niet
van af te brengen geweest, nu zelf op te
blijven. De oud-detective liet hem begaan
en ging zelf naar bed.
Reeds vroeg in den morgen verscheen
Beeehespool weer en had een langdurig
onderhoud met den directeur. Deze had
gedurende den nacht de zaak van alle
kanten bekeken en was tot de conclusie
gekomen, dat ze niet publiek mocht wor
den en dat vooral de gasten er niets van
mochten vernemen. Dat was echter alleen
te bereiken door de medewerking van
den heer Beechspoeol. E11 daar hij wist,
dat deze een der bekw aamste Engelsche
detectives was geweest, had hij het besluit
genomen, hem de volledige waarheid
mee te deelen in zake den moord op Ab-
dullah. Hij hoopte door dit offer van
openhartigheid te verkrijgen, dat de po
litie van Cairo buiten de zaak zou blij
ven en hij was, zij het dan ook met
moeite, daarin geslaagd, althans voor
loopig. Hij had zelf de wanorde in het
bagagedepot weer verholpen en de slui
tingen der geforceerde boxes hersteld.
De los gedrongen tralies had hij weer
losjes op hun plaats gebracht, zoodat op-
perdvlakkig beschouwd het bagagedepot
niets buitengewoons te zien gaf. Alleen
het raam was gebroken. Toen in den
ochtend het oersoneel verscheen, had
het niets bemerkt. En zelfs tegenover den
Engelschen chef van het depot had de
directeur angstvallig gezwegen. Hq zou
zich misschien die voorzorg hebben
bespaard, als hij voorzien had. cal het
eerste werk van den Birminghamschen
politieman 11a het onderhoud met de di
recteur was geweest, den chef van het
bagagedepot zekere vragen te stellen,
Vragen, welker beantwoording hem niet
scheen teleur te stellen. Daarna ging de
heer Beeehespool de stad in. Hoew:el hij
de inlandsche wijken bezocht, weigerde
hij de hem opgedrongen diensten van de
op bakhish beluste gidsen. Hij belandde
tenslotte in een caravanserai, had een
gesprek met den eigenaar stelde hem
een aanzienlijke fooi ter hand en ver-
zekerde zich daarvoor van diens vol
strekte stilzwijgendheid. Toen keerde hij
naar het hotel terug, 0111 te lunchen.
Na de lunch ging hij met een courant
naar zijn kamer, stak een sigaar op en
ging in een gemakkelijken stoel zitten.
Hij zat een poosje te denken, voordat hij
de courant openvouwde en ook toen hij
eenmaal was begonnen te lezen, dwaal
den zijn gedachten af naar andere onder
werpen. Het scheen, dat er iets was, dat
hem telkens weer in beslag nam. Hij
was in het geheel niet onbevredigd over
het resultaat van zijn nasporingen gedu
rende den ochtend. Maar toch was er
blijkbaar nog een of ander duister punt,
dat hij niet kon ophelderen. En op 'n ge
geven oogenblik wierp hij de courant op
tafel, stond op en ging naar beneden.
„Welk nummer heeft de kamer van
Dr. Gxenham?" vroeg hij den portier.
„Nummer vijftien, mijnheer, eerste
verdieping."
„Mooi. Telefoneer eens even, of mijn
heer op zijn kamer is."
De portier informeerde door de huis
telefoon.
„Een oogenblik, mijnheer." zei hij, toen
de stem van Dr. Óxenham hem antwoord
de. „Mijnheer is op zijn kamer."
„Geef eens even hier. Hallo, Dr. Oxen-
hem? U spreekt met Dr. Beeehespool, ik
woon hier op kamer no. 23. Ik zou u
graag even willen spreken. Kan ik even
bij u komen? Ja? Goed, dank u."
Hij legde den hoorn neer en ging naar
boven.
Toen hij tegenover Dr. Oxenham stond,
nam hij hem met een snellen, scherpen
blik op. Hij taxeerde hem, op wat hij
was: Een wetenschappelijk aangelegd
man met liefhebberijen voor verzamelen.
„Vergun mjj eerst, mjj eens even voor
te stellen," zei hjj toen. Mijn naam is
Horace Beeehespool uit Walton-on-Tha-
mes. Ik ben veertig jaar bij de politie
van Birmingham geweest en u kunt, als
u wilt van mij denken, dat ik een oud
detective ben. Ik ben echter al een poos
gepensionneerd en op een ontspannings-
reis in Egypte. U moet dus goed begrij
pen, dat ik niets meer met de politie te
maken heb en dat ik op het oogenblik 0111
geheel particuliere redenen tot u kom."
John keek eenigszins bevreemd.
„Wat is er van uw dienst, mijnheer
Beeehespool?" vroeg hij.
De oud-detective nam plaats.
„Ik heb een paar dagen geleden in de
couranten gelezen, dat u in een hotel te
Luxor het slachtoffer is geweest van een
poging tot diefstal, niet waar?"
„Juist."
„En dat een paar dagen later op uw
dahabiyah de Egyptisch hofmeester werd
vermoord, zonder dat u een spoor van
den dader hebt kunnen vinden."
„Inderdaad."
„Ik herinner mij ook als curieuze bij
zonderheid te hebben gelezen, dat u door
een op het hoofd ontvangen slag uw ge
heugen had verloren, zoodat u niet meer
kon zeggen, wat er op uw kamer te Luxor
eigenlijk is geschied."
„Ook dat is juist," beaamde John.
„Mag ik eens even vragen: Hebt u zich"
naderhand nog iets kunnen herinneren,
of is dat hiaat in uw geheugen nog steeds
open?"
(Wordt vervolgd.)