Moederliefde en apenliefde.
De werkende vrouw.
Het menu van deie week
Goede bedoeling is niet voldoende.
De ratten houden het maar veertien
dagen vol
door
J. DE BOER—VAN STRIEN.
Dezer dagen heeft een geleerd heer
uitgemaakt, dat moederliefde bij ratten
niet langer dan zegge en schrijve 15
dagen diuurt. Gedurende de eerste 15
dagen is de moederrat zeer bezorgd
voor haar kroost en draagt het in den
bek rond, maar is de vijftiende dag ver
streken, dan is haar belangstelling
voor haar kinderen tot nul gereduceerd
en gedraagt ze zich tegenover hen als
tegenover volwassen „vreemde" ratjes.
Onwillekeurig geeft dit de mensche-
Uike moeder een gestreeld gevoel. „Wij
zijn dan toch maar anders", denkt de
mensch-moeder en ze bekijkt haar
kroost met gevoelens van trots of van
verlangen, al naar de situatie het mee
brengt.
Inderdaad steken wü gunstig af bij
die moeder-rat. Maar dit wil nog niet
zeggen, dat de moederliefde op dit on-
dermaansche zou zijn geperfectioneerd,
hoeveel sentimenteele films we aan dit
onuitputtelijke chapiter ook wijden mo
gen en hoe dierbaar er ook liedjes over
gekweeld worden. De negerin met de
lage stem zingt: „Honey my baby" en
de dame met de peroxyde haren, die in
de filmdrama's voor „vamp" speelt,
pleegt aan het bedje van haar engel
achtig kindje met een schril gezonden
liedje in het hoog-Amerikaansch be
rouw te toonen, terwijl het publiek in
de donkere zaal een traan wegperst,
maar weet ge, daarmee zijn we er nog
niet. De zaak is, dat het in deze ver
worden tijden nog niet zoo gemakkelijk
is om op de goede wijze een moeder te
zijn en moederliefde toe te passen. Ge
makkelijk is dat tenslotte nooit ge
weest. Men mag aannemen, dat Medea
in haar tijd aanvankelijk met de beste
voornemens bezield is geweest en ook
juffrouw Pieterse bedoelde het allicht
niet zoo kwaad met haar Woutertje.
Helaas zijn echter de omstandigheden
sterker geweest dan Medea en wat juf
frouw Pieterse betreft., was ze eigen
lijk wel zoo véél erger dan menige bur
ger-moeder van vandaag den dag?
Er is liefde en er is apenliefde! Jam
mer genoeg verwisselt menigeen de
laatste voor de eerste. En, wat erger is,
weet het zelf niet eens. De moeder uit
Speenhoff's befaamde „Broekje van
Jantje" gaf pure en zuivere liefde, toen
ze haar laatsten rok offerde voor Jantje
en de moeder, die „trotsch is op haar
knappe zoontje" en met alle geweld
wil, dat Kees een gedicht van den
Schoolmeester zal citeeren voor een
verzameling ooms en tantes, offert aan
de apenliefde. Het is ook altijd merk
waardig te constateeren hoe moeders
een of ander haar kinderen pogen op
te dringen ..om hun bestwil", n.1. het
bestwil, zooals de moeder het ziet, maar
zooals de kinderen het volstrekt niet
willen gevoelen. We hoorden onlangs
nog van een moeder, die een veelbelo
vend jong padvindstertje had weggeno
men uit de rüen van het gilde, waar
het meisje zich gelukkig voelde, „om
dat zoo'n meisje bii het ouder worden
alleen maar met meisjes in aanraking
bleef komen, hetgeen haar huwelijks-
kansen verminderde". Is het een won
der, dat het meisje in kwestie blaakte
van verontwaardiging over deze uiting
van moederliefde?
Dergelijke voorbeelden zijn er te over
te vinden. In vrijwel alle gevallen be
doelen de moeders het goed, maar haar
pogingen zijn niettemin in haar uitwer
king volslagen verkeerd. Want déze
vorm van moederliefde brengt met zich
mee, dat de moeders het opgroeiende
kind nog te veel beschouwen als
„eigendom" en niet als een zelfstandig
individutje, dat slechts wat leiding
noodig heeft. Deze moeders plegen bit
ter bedroefd te zijn wanneer haar kin
deren, zoo spoedig ze wat grooter wor
den, volslagen hun eigen gang
gaan en ze zien niet, dat dit
slechts een reactie is op haar
eigen houding tegenover het
kind, toen het nog klein was.
Het zijn dan ook juist deze
moeders, die zoo gauw spre
ken, met een zuchtje, over de
„ondankbaarheid" van kinde
ren en dan met een traan
in het oog denken aan
dat mooie jurkje met vier en
twintig strookjes, dat ze voor het
kind met eigen hand naaiden, toen het
nog klein was en aan alle zelfgebreide
kleertjes, waarin het er zoo lief uitzag.
Er zijn tegenwoordig ook moeders,
die juist den anderen kant uitzwaaien
en die meenen, dat ze haar moederlief
de niet beter kunnen uiten, dan door
zich voor te doen als de kameraad van
het opgroeiende kind. „Mientje en ik,
hebben geen geheimpjes voor elkaar",
zegt zoo'n moeder zelfvoldaan en ze
verzekert ons. dat het haar op den
duur niet zal kunnen schelen als Mien-
tje haar bij haar voornaam gaat noe
men.
Misschien vindt Mientje dit alleen
een tijdlang leuk, maar de dag zal
komen, dat ze zal gaan heseffen, dat
een vriendinnetje toch iets anders is
dan een moeder en dat je van een moe
der bovendien iets anders verwacht.
Het is een merkwaardig verschijnsel,
dat de meeste kinderen, hoe modern
bevlogen ze ook mogen ziin, tóch op
den duur in hun moeder het meest
waardeeren een zekere strakke waar
digheid, die van geen wijken weet.
Werkelijke moederliefde is, als zoo
vele groote en eeuwige dingen, niet te
definieeren. Maar ze is er en ze gedijt
het beste.in dë stilte. In de be
zonkenheid zal iedere moeder het zui
verste zien hóe haar houding is en
moet zijn tegenover haar kinderen; of
ze die houding later zal kunnen door
voeren is natuurlijk een tweede, maar
de erkenning is al heel wat. Vrijwel
altijd gaat het op, dat men de diepste
en innigste vormen van moederliefde
waarneemt bii diegenen, die. er
zelden of nooit over praten. Het is ook
niet noodig, dat men het opgroeiende
kind honderd-en-één maal verzekert:
„Moeder houdt zooveel van je". Neen,
wanneer het kind dit maar wéét als een
rotsvaste zekerheid; het voelt aan
moeders gedragingen en bovenal ook
beseft, dat het duizend fouten en ge
breken kan hebben, maar de liefde van
moeder er geen haartje beter om wordt.
Wie streeft naar de ware moederliefde
weet ook, dat deze alleen „geven" be
duidt en nooit: „iets verwachten"! Er
gaat iets verkillende uit van de weten
schap, dat ouders een kind zoo deugde
lijk mogelijk opfokken voor de wereld,
opdat het later behalve voor zichzelf,
ook voor ziin ouders zal kunnen zorgen.
En zelden beseffen de ouders, die kin
deren al jong met dergelijke praat be
lasten, hóe verlammend het effect hier
van kan zijn.
De liefde van de moeder tot het kind
is vanouds de liefde geweest, die van
offeren weet; onzelfzuchtigheid is haar
basis. En daarom is ze zoo moeilijk!
Als we het goed bezien, is het van de
ratten nog zoo onpractisch niet, dat
ze er zich na 15 dagen al afmaken.
Maar per slot zijn het ook maar
ratten!
De laatste jaren ziin te Sjanghai ge
heel andere opvattingen ontstaan over
de werken/de vrouw. Thans werkt de
meerderheid der Obineesche vrouwen
en meisjes in de fabrieken en spinne
rijen, doch ook het aantal vrouwelijke
employé's op de handelskantoren
neemt gestadig toe. Vooral de banken
nemen graag Chineesche meisjes in
dienst en op de regeeringskantoren
zijn er al meer dan 30 werkzaam.
Men heeft zelfs een cursus geopend
tot opleiding van stenotypistes. Wel
kent men in China reeds jaren vrouwe
lijke artsen, onderwijzeressen en ver
pleegsters, doch een meisje, dat op een
kantoor werkt, is iets nieuws.
Deze meisjes zijn gretig ingegaan op
een circulaire van de afdeeling Sjang
hai der Y(oung) W(omen's) CXbristian)
A(ssociation) om te komen tot de op
richting van een clublokaal. Het bleek,
dat ook de EuropeesChe meisjes daar
voor voelden en dat zii zich niet afzon
deren van haar Chineesche collega's
en op voet van gelijkheid met haar om
gaan. Daarom heeft de Y.W.C.A. voor
de kantoormeisjes slechts één afdeeling,
hoewel zii anders gesplitste afdeelingen
heeft voor Chineesche en buitenland-
sche meisjes. De buitenlandsohe meis
jes zijn niet alle Europeesch; er ziin
nl een groot aantal Japansche meisjes
in dienst bij Japansche consulaten,
banken en handelszaken. Hun aantal
bedraagt ruim 1200. Verder ziin er een
groot aantal Russische en Portugee-
sohe meisjes en tamelijk veel Duitsche,
Engelsche en Amerikaansche. Vrijwel
elk land van Europa, ook Nederland,
is er vertegenwoordigt. In afwachting
van het gereed komen van het club
lokaal, heeft men eenige gemeenschap
pelijke avondjes gegeven, die een ver
rassend succes hadden. Het bestuur
bestaat uit drie vertegenwoordigers
van elke nationaliteit, die meer dan 50
leden telt. Een Canadeesche werd als
presidente gekozen. Het eerste punt
op het werkprogramma is het onder
zoek naar de woningtoestanden onder
de leden. Dan hoopt men nog meer te
kunnen doen, wanneer het clubgebouw
eenmaal gereed is.
Zondag:
Aspergesla.
Kalfsoesters, doperwten.
Aardappelen.
Koffiepudding.
Maandag:
Ribstuk.
Andijvie, aardappelen.
Macaroni.
Dinsdag:
Koud vleesch.
Postelein, aardappelen.
Schuimpudding.
Woensdag:
Karbonade.
Bloemkool, aardappelenpuree.
Flensjes.
Donderdag:
Bloemkoolsoep.
Spaghetti met tomatensaus en
balletjes gehakt.
Rabarber.
Vrijdag I:
Schelvisch met peterselie.
Boter.
Worteltjes, aardappelen.
Turfjes met bessensap.
Vrijdag II:
Roereieren met homaten.
StooMa met rijst.
Banan engerecht.
Zaterdag:
Sla, gebakken aardappelen en ham.
RiistebreL
Koffiepudding.
2 dL. zeer sterke koffie, 100 gram
suiker, 2 eierdooiers, 3 dL. melk. 3 dL.
room, vanillesuiker, 7 blaadjes witte
gelatine.
De gelatine wordt in koud water te
weeken gezet; daarna wordt de melk
met de suiker en vanillesuiker aan de
kook gebracht en bii de tot schuim ge
klopte eieren gevoegd, evenals de goed
uitgeknepen gelatine en de koffie-ex-
tract, waarna er van tijd tot tijd in de
massa geroerd moet worden om het zak
ken der gelatine te voorkomen. Begint
de pudding drillerig te worden, dan
wordt de stijfgeklopte room erdoorheen
geroerd en als alles goed vermengd is
in een omgespoeMen puddingvorm
overgebracht.
Wanneer de eieren geklopt zün en
de heete melk bijgevoegd wordt, moe
ten wij dit in den beginne slechts drup
pelsgewijze doen, daar anders de kans
op schiften heel groot is.
De asoergesla wordt opgediend op
een bedje van gele kropsla en bedekt
met een paar lepels mayonnaise, terwijl
we er omheen een rand van partjes of
schijfjes ei en tomaten schikken.
In het warme jaargetijde zullen we
inpLaats van soep vooraf of toespijs na
gaarne een voorgerecht geven, in den
vorm van een of ander slaatje. Hebben
wij schelpen, dan worden ze daarin op
gediend en beschikken wü hierover
niet, dan nemen we eenvoudig naar ge
lang van het aantal personen dessert-
bordjes, waar wy de slaatjes dan voor
uit op klaar maken en op het groote
bord plaatsen, nadat er gedekt is. We
kunnen dan eveneens een schaaltje
witte brood of toost op tafel zetten en
boter.
„En u? Kunt u ook piano spelen?"
„Ik weet het niet ik heb het nog
niet geprobeerd!"
(„Journal.")
We beleggen de schelp of het bordje
met wat mooie gele slablaadjes en kun
nen hierop b.v. een in tweeën gesneden
hard' ei, garnalen, gekookte visch, ra
dijs, in plakjes gesneden, zalm, schijf
jes tomaten en nog vele andere soorten
visoh, vleesch of groenten leggen, die
wü met een lepel mayonnaise bedek
ken en garneeren met ei of stukjes
tomaat en met peterselie bestrooien.
Een gevulde schelp met bloemkool is
ook bijzonder smakelijk; we verdeelen
de bloemkool in kleine roosjes, was-
schen deze en koken ze in water met
zout gaar, zorgen echter, dat ze heel
blijven en brengen ze over op een zeef
om het overtollige water te verwijde
ren, leggen ze op een paar slabladen
met een paar halve schijfjes tomaat er
omheen en bedekken ze met mayon
naise.
Hoe meer men gewend is aan het
maken van slaatjes, des te meer varia
ties zal men zelve weten te bedenken.
Mayonnaise, waarvoor ik reeds meer-
maien een gemakkelijk te bereiden re
cept heb gegeven, maken we altijd in
voorraad, hetgeen vooral aangenaam is,
ais er onverwachte gasten komen; een
of ander slaatje is dan in een oogen'blik
gemaakt.
Schelvisch met petersliesaus.
1 Groote schelvisch, 4 citroenen, 30
gram boter, 30 gram bloem, 4 dL. melk,
3 eierdooiers, 1 eetlepel gehakte peter
selie, 60 gram boter, zout.
De visch wordt van de graat gesne
den, gewassohen, gezouten en daarna
gaar gekookt in Vi L. water en het sap
van drie citroenen; daarna wordt de
visch uit het water op een pan water
warm gehouden; het vocht wordt tot op
iets minder dan de helft ingekookt.
We maken nu een sausje door de 30
gram boter te smelten, bloem toe te
voegen en de 4 dL. melk, daarna het
gezeefde visch water en alles tezamen
ongeveer 10 minuten na te koken;
daarna worden de geklopte eierdooiers,
de boter en de peterselie door de saus
geroerd en alles over de visch gegoten.
Schuimpudding.
Vi L. melk. 60 gram suiker, citroen
sap, 30 gram maizena, 3 eiwitten.
114 L. bessenwijn, 50 gram suiker,
20 gram maizena, 3 dooiers.
De melk wordt met de suiker en de
citroensap aan de kook gebracht en
daarna met de maizena gebonden; het
wit der eieren hebben wü met een tikje
zout zeer stüf geklopt en wordt nu bij
de vla gevoegd, die wü daarna nog een
oogenblik laten doorkoken en daarna
nog eens flink opkloppen en in een
glazen vlaschotel overgieten om koud
te worden.
De eierdooiers worden met de suiker
goed schuimig geklopt, daama wordt de
maizene erbij gevoegd en de bessenwqn,
waairna de massa onder voortdurend
Moppen op een lage pit tot een schui
mig geheel wordt geslagen en op de vla
wordt gegoten.
Presenteeren met een vanillewa
feltje.
Bananenjgerecht.
De bananen zijn niet duur en tege
lijkertijd buitengewoon voedzaam, zoo
dat wij dit gerecht, dat niet algemeen
is, gaarne eens als afwisseling met de
meelspijzen zullen bereiden.
6 Bananen, 100 gram poedersuiker, 4
eetlepels citroensap, 2 dL. room, 2 ei
witten, 50 gram geconfüte gember.
De bananen worden aan schijfjes ge
sneden en met de poedersuiker en ci
troensap een uurtje op een koele plaats
gezet. De room en de eiwitten worden