S. A. KNUSSER 4 Zn.
Rijk en geen geld.
S. KROM, ALKMAAR
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Buitenlandsch overzicht.
KONIJN's BACON
FOSTER'S MAAGPILLEN
60ste JAARGANG
Nederland en de ontwapeningsconferentie. - De re-
geeringsverklaringen van den Duitschen rijkskanselier.
De nieuwe regeering in Frankrijk samengesteld.
Wij BreïenH! en repareeren alle
soorten wollen kleeding, kousen en sokken (ook
de allerfijnste). Vraagt onze eigengebreide ijzer
werk e WOLLEN BADPAKKEN voor Heeren en Dames,
KLEUR en MODEL naar keuze, a I 3,50. JAAP
SNOR, Zuidstraat 19. (Let op den gelen winkel).
t S. Voor Texel: Wed. BUIJSMAN, Den Burg.
In Crisistijd Is kwaliteit goedkooper
ST00MERIJ
Telefoon 1523 (3 lijnen)
Japonnen (chem. reinigen) vanaf f 2.25
Mantels f 3.25
Regenmantels (chem. reinigen)
incl. waterproof vanaf f 3.50
De Duitsche Rijksdag ontbonden.
Het Fransche kabinet gevormd.
Een aanslag op Ward Hermans.
De Japansche actie in
Mantsjoerije.
in 50 dessins,
kleur-eoht, - wasch-echt,
FEUILLETON
URANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnen
land f 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen 1 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70,
f 1.Modeblad resp. f 0.95, f 1.25,f1.25, f 1.35. Losse nos. 4 ct.fr. p. p. 6 ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewqsno. 4 ct.
Nederland en de ontwapeningsconferen
tie. De treurige gang van zaken te
Genève wordt met verflauwde belangstel
ling door Europa gevolgd. Het is een
eomedie die maar weinig vermag te boeien
door haar langdradigheid en weinig pak
kende scènes. Misschien eindigt ze nog
eens als een treurspel, dat de wereld in
brand zal zetten. De besprekingen in
Genève geven waarlijk niet veel moed
dat men in het vraagstuk van de „ontwa
pening" eenig practisch resultaat zal be
reiken. De oogen van de grootste optimis
ten ten opzichte van dit vraagstuk, gaan
wel zoo langzamerhand wijd open voor
het gedoe in Genève, en het kan niet an
ders of men moet wel genezen worden
van zijn vertrouwen in de politieke leiders
van de werelden in de „machtigen dezer
aarde".
In de „Nw. Rott. Crt." vinden wij een
artikel over de ontwapenings(?)conferen-
tie, waaraan wij het volgende ontleenen.
Het blad schrijft dan o.m.:
„Wij lezen weer dat een onder-commis
sie als slotsom een Fransche resolutie
heeft aangenomen die zegt dat militaire
vliegtuigen eerst een specifiek aanvallend
karakter krijgen, wanneer zij tenminste
6000 kg aan bommen, in exemplaren van
400 kg per stuk, kunnen meenemen. De
vertegenwoordigers van Duitschland, Hon
garije en Italië hebben geweigerd deze
cijfers te aanvaarden, terwijl ook de Ne-
derlandsche en Belgische deskundigen
bezwaar maakten Wij nemen aan dat
menig lezer, die de ontwapeningspetitie
onderteekend heeft, iets meer heeft ver
wacht dan dergelijke voorloopige beslui
ten na vier maanden.
Als er nog gezond verstand in de wereld
bestaat, dan mogen wij hopen dat er nooit
opzweepender propaganda voor ontwape
ning is gevoerd dan de berichten vormen
die wij dagelijks uit Genève vernemen.
Zoo moeten zich spanningen ophoopen die
ten slotte een drijfkracht kunnen worden
voor de conferentie, als deze nog lang ge
noeg duurt. Dit is ten minste een voor
deel van den sleependen gang van zaken
dat de conferentie de wereld niet voor
noodlottige voldongen feiten zet, maar
haar kans geeft door haar ongeduld ten
slotte nog op de een of andere manier in
vloed uit te oefenen op het resultaat. De
openbare meening krijgt daarvoor in
ieder geval den tijd. Wij weten ook dat
men ter conferentie opzettelijk den pas
markeert om tijd te winnen, tot een zeke
re groote mogendheid in staat is om te
overzien wat zij nu werkelijk wil.
Wij zijn daarom nog niet overtuigd dat
al die narigheid te Genève op den duur
schadelijk zal blijken voor de ontwape
ning. Zooveel hulpeloosheid moet gevol
gen hebben.
Tot zoover kunnen wij er niets tegen
hebben dat men te Genève nog wat door
zeurt, wetende dat er op het oogenblik
tooh niets goeds te bereiken is".
Het blad vraagt dan: Wat moeten wij
te Genève doen?
Voor onze regeering moet langzamer
hand het oogenblik gekomen zijn waarop
zij zich gaat afvragen of de tijden het ver
oorloven te Genève een uiteraard niet
kleine en niet goedkoope delegatie ter
ontwapeningsconferentie te onderhouden,
die alleen daar zit omdat de groote
mogendheden het noodig vinden terwille
van binnenlandsch en onderling geharre
war de conferentie „den pas te laten mar-
keeren". Waarom zouden de heeren niet
naar huis komen, waar zij stellig nuttiger
werk kunnen verrichten dan het „mon
nikenwerk" der commissies?
Wij konden het bureau der conferentie
verzoeken ons te waarschuwen als men
weer ernstig aan het werk ging. Dan
moeten wij natuurlijk erbij zijn. Het is
niet onwaarschijnlijk dat dit goede en
spaarzame voorbeeld door andere staten
zou worden gevolgd. En dat kon op zich
zelf een nuttige demonstratie zijn.
Wij zien niet in hoe men op het oogen
blik de zaak der ontwapening beter zou
kunnen dienen!
De regeerlngsverklarlng van Von
Papen is kort en maakt den lezer niet veel
wijzer omtrent haar plannen. Men kan er
uit opmaken, zegt de Berlijnsche corr. van
de „Nw. Rott. Crt.", dat zij onder nationa
le concentratie, de concentratie van het
Duitsch-nationale in breederen zin ver
staat, concentratie gevolgd door strijd
tegen alles wat links van de Duitsch-
nationalen staat.
In een der moeilijkste oogenblikken van
de geschiedenis, zoo zegt zij, heeft de re
geering haar taak aanvaard. Het Duitsche
volk bevindt zich in een moreele en ma-
terieele crisis zonder weerga en de offers
die gevergd moeten worden om den weg
naar de vrijheid in het binnenland en
tegenover het buitenland te herwinnen,
zijn ontzettend groot.
Slechts wanneer het gelukken zal een
samenwerking van alle tot opbouw be
reide, dus van alle nationale krachten te
bewerken, zal Duitschland nog gered kun
nen worden.
Bruning heeft het eerst den moed ge
toond om een duidelijke balans te eischen
van de toestanden waarin wij door het
Verdrag van Versailles, door de gevolgen
der oeconomische crisis, maar ook door
het wanbeheer der parlementaire demo
cratie gebracht zijn. De nieuwe regeering
wensoht dat het Duitsche volk deze balans
kennen en begrijpen zal: de grondvesten
van het Rijk, van Pruisen en van de
meeste andere Bondsstaten en groote en
kleine gemeenten zijn uitermate geschokt.
Deze toestand eischt een volledige her
vorming op financieel, oeconomisch en
administratief gebied en aanpassing van
het leven van den Staat aan de armoede
zijner bevolking.
De sociale verzekeringskassen staan
voor het bankroet en de steeds stijgende
werkloosheid zuigt het merg ook uit de
beste krachten van ons, in den grond
werkzaam, volk. De vier voorafgaande re
geeringen hebben gemeend door toepas
sing van steeds meer Staatsbemoeiing en
Staatssocialisatie de zorgen zoowel van
werkgevers als werknemers voor een goed
deel te kunnen overnemen. Zij hebben ge
tracht van den Staat een soort liefdadige
instelling te maken, en het gevolg is
slechts geweest dat zij de moreele krach
ten, en het individueel initiatief verzwakt
of gebroken hebben. Zij hebben den Staat
een taak wdllen geven die hij volgens zijn
structuur niet kan volbrengen en juist
daardoor is de werkloosheid in zoo ver
schrikkelijke mate toegenomen. De nieu
we regeering kan al deze dingen niet op
slag wegtooveren en zij is zelfs, gedwon
gen een deel van de door de vorige regee
ring afgekondigde noodmaatregelen noo
dig zijn voor de instandhouding van het
staatsbestuur ook gedaan zullen kunnen
worden.
Overigens doet de nieuwe regeering op
dit oogenblik geen beloften. Zy zal hande
len en men zal haar volgens haar daden
kunnen beoordeelen.
Voor de buitenlandsche politiek is de
taak der regeering in beginsel eenvou
diger. Zij bestaat in het verleenen van
haar hartelijke medewerking bij alle in
ternationale onderhandelingen en bespre
kingen over de groote problemen van
ontwapening, herstelbetalingen en oplos
sing der oeconomische crisis, omdat de
hoogste levensbelangen van het Duitsche
volk daarmee gemoeid zijn.
Om al deze redenen heeft de rijks presi
dent besloten het verzoek der nieuwe re
geering tot onmiddellijke ontbinding van
den Rijksdag in te willigen.
De Fransche regeering heeft hpogst-
waarschiinliik haar definitieve samenstel
ling ontvangen, die als volgt werd bekend
gemaakt:
Herriot, minister-president en buiten
landsche zaken; Daladier, openbare wer
ken; Chautemps, binnenlandsche zaken;
Paul Boncour, oorlog; Painlevé, lucht
vaart; Leygues, marine; Senator Gardey,
economische zaken; Berthot, pensioenen:
Sentor Renoult, justitie; Palmade, begroo
ting; Senator de Monzie, onderwijs; Sena
tor Albert Sarraut, koloniën; Dalimier,
arbeid; Léon Meyer, koopvaardij; Sentor
Godard, volkswelvaart; Julien Durand,
handel; Queuille, posterijen.
De Pariische corr. van de „Nw. Rott.
Crt." schrijft naar aanleiding van deze
samenstelling o. m.:
Het belangrijke van de regeering is
Boncour met de portefeuille van oorlog.
Herriot heeft zich daarmee naar alle kan
ten gedekt. Men weet welk gezag Boncour
in internationale kringen geniet en bin
nen de grenzen vindt zijn positie ten op
zichte van de formule: „veiligheid, arbi
trage, ontwapening" vertrouwen. Daar
mee is gezegd, zooals al bekend was, dat
de Fransche gedragslijn inzake ontwape
ning wordt doorgetrokken. Bü voorbaat
moet worden aangenomen, dat Herriot
Painlevé in het kabinet wilde opnemen.
Het departement van oorlog bood zich
daartoe aan. Nu dit door de benoeming
van Boncour onmogelijk was, moest Pain
levé met de luchtvaart genoegen nemen.
Vroeger heeft hü dezelfde portefeuille be
heerd.. Zijn gezag is versterkt doordat hij
de leiding krijgt van het comité, dat be
last is met den gemeensehappeliiken aan
koop van de benoodigdheden voor de drie
departementen van landsverdediging.
AFLEVERING BINNEN ENKELE DAGEN.
VERLAAGDE PRIJZEN.
Winkel: Keizerstraat 31. Tel. 473
Het ontWndingsdecreet.
Het door Von Hindenburg ondertee-
kende decreet tot onmiddellijke ontbin
ding van den Rijksdag is Zaterdagmid
dag te twee uur aan voorzitter Loebe
overhandigd.
In de toelichting wordt alleen vastge
steld dat de uitslag der laatste verkiezin
gen in de bondsstaten heeft bewezen dat
de tegenwoordige samenstelling van den
Rijksdag niet meer overeenkomt met den
politieken wil van het Duitsche kiezers
corps.
Over den datum der nieuwe verkiezin
gen bevat het decreet, dat behalve door
Hindenburg door Von Papen en Von
Gayl onderteekend is, niets.
De verkiezlngsplannen van de
regeering.
De rijksregeering zou van plan zijn den
datum der verkiezingen eerst te bepalen
na overleg te hebben gepleegd met de par
tijen (vermoedelijk alleen met de partijen
van rechts en met den rechtervleugel van
de midden-partijen, voegt het Berlienr
Tageblatt er aan toe. Het is in elk geval
iets ongewoons, vervolgt het blad, dat een
regeering in den vorm van een program
een verkiezingsoproep publiceert, alvo
rens aan de bevolking te hebben medege
deeld, wanneer zal worden gekozen.
Het Tageblatt beweert verder, dat men
in kringen der nieuwe regeering rekent
op het vormen van een sterk blok van
rechts. Indien men er niet in mocht sla
gen de groepen van den rechtervleugel
van het kabinet voor dit blok te winnen,
dan wil men ten minste trachten deze
groepen te bewegen met een nationale
eenheidslijst aan den strijd deel te nemen.
De betreffende kringen zijn van meening,
dat de nieuwe Rijksdag een rechterzijde
van 280 a 300 leden zal hebben.
VON SCHLEICHER UIT HET LEGER
GETREDEN.
In verband met zijn ministerschap.
Naar Wolff meldt heeft luit.-generaal
Von Schleicher na zijn benoeming tot
rijksweerminister op grond van art. 16 der
wet inzake het ministerschap, welke voor
schrijft dat rijksambtenaren, die tot mi
nister benoemd worden, hun functie moe
ten opgeven en op non-activiteit worden
gesteld, zijn ontslag uit het leger genomen.
Volgens de Voss. Ztg. zal kolonel von
Bredow von Schleicher in zijn ambtelijke
functie opvolgen.
Krachtens dezelfde bepaling heeft ook
graaf Schwerin von Krosigh na zijn be
noeming tot rijksminister van financiën
zijn functie van chef der begrootingsaf-
deeling in het departement van financiën
neergelegd.
Het nieuwe Fransche kabinet is ge
vormd. Herriot wordt minister-president
en minister van buitenlandsche zaken
Boncour oorlog; Germain Martin finan
ciën.
VENIZELOS VORMT WEER EEN
KABINET.
Naar Reuter uit Athene meldt, heeft
Venizelos, die juist veertien dagen gele
den met zijn kabinet was afgetreden, op
nieuw de kabinetsvorming op zich ge
nomen.
Door een kogel In den arm ge
troffen.
Vrijdagavond kort voor middernacht is
te Heist op den Berg een aanslag ge
pleegd op het Vlaamsche Kamerlid, Ward
Hermans. Deze was met den laatsten trein
uit Antwerpen teruggekeerd en begaf zich
per fiets naar zijn woning, toen hij in de
Bergstraat door een onbekend persoon
werd aangevallen. De aanvaller dook on
verwachts uit de duisternis op en had een
pistool in de hand. Hij vuurde het wapen
af in de richting van Ward Hermans, die
in den linkerarm werd getroffen en te
gronde viel. Toen Ward. Hermans weer
opstond, was de aanvaller reeds gevlucht.
Het Kamerlid begaf zich onmiddellijk
naar het huis van een geneesheer en viel
daar bewusteloos neer. De kogel kon niet
uit den arm worden verwijderd. Ward
Hermans ligt thans te bed. Zaterdag is
door het parket te Mechelen een onder
zoek bevolen, hoewel Hermans zelf geen
klacht had ingediend. Van zijn aanvaller
kon hij trouwens slechts een zeer vage
beschrijving geven. Volgens de eerste re
sultaten van het onderzoek zouden zware
vermoedens wegen op een der politieke
vijanden van den gewonden afgevaardig
de. Deze aanslag heeft in het heele arron
dissement Mechelen, waar Ward Hermans
zeer bekend Is, groote opschudding ver
wekt.
Nog niet geslaagd.
Volgens Russische berichten uit Harbin
wordt de politieke toestand in Mantsjoerije
zeer ernstig geacht. Ondanks krachtige
troepenconcentraties is het den Japanners
niet gelukt de orde te herstellen.
De gevechten blijven nog steeds voort
duren. Het Japansche oppercommando
heeft in een rapport moeten toegeven, dat
de opstandige troepen krachtig zijn en
dat het onderdrukken van den opstand
derhalve geruimen tijd zal duren. Der
halve zullen de strijdkrachten ook nog
verscheidene maanden in Mantsjoerije
moeten blijven.
EEN VERGISSING VAN EEN
CHINEESCH VLIEGER.
22 dooden, 41 gewonden.
Een Chineesch vlieger, die terugkeerde
van een tocht tegen Chineesche bandieten
in de provincies Kiangsoe en Honan, liet
bij vergissing boven de stad Penpoe een
bom van 35 pond vallen, waardoor 22 per
sonen werden gedood en 41 gewond. De
opgewonden menigte overviel hierop het
hoofdkwartier van de luchtstrijdkrachten,
waar, naar verluidt, de commandant ge
lyncht werd.
Verstopping en slechte
spijsvertering maken U
ellendig en humeuriq.
Neem bijtijds de zeer
zacht werkende Foster's
Maagpillen, het bekende
en beste laxeermiddel.
Alom verkrijgbaar i
16?IS per el.
Verkrijgbaar bij:
Let op naam op den zelfkant
Vraagt onze Stalen-collectie
per Bacon.
DE BENZINEPRIJS.
Verhooging met 1 cent per liter.
Het corr. Bur. meldt:
De Sinclair Petroleum Company deelt
mede, dat met ingang van Maandag de
pompprijs voor benzine wordt verhoogd
met 1 cent, en daardoor dus is gestegen
tot 14 cent per liter.
DE LOONSVERLAGING BIJ DE
SPOORWEGEN.
De B.A. N.S. verklaart zich
er tegen.
Naar het Hbl. verneemt heeft het
hoofdbestuur van den Bond van Ambte
naren in dienst bij de Nederlandsche
Spoorwegen (B.A.N.S.) zich tegen het
voorstel van de spoorwegdirectie ver
klaard inzake een loonkorting van 5
ingaande 1 Juli a.s. tot en met 31 Decem
ber.
A.T.O.- en Van Gend Loos-
personeel.
Het hoofdbestuur van den Centralen
Bond van Spoor-, Tram-, A.T.O.- en Van
Gend en Loospersoneel heeft aan de di
rectie van het A.T.O.- en Van Gend en
Loosbedrijf een schrijven gezonden,
waarin het verzoekt, daar een loonsver-
I laging van 7 niet door het personeel
kan worden gedragen, deze terug te
brengen tot 5
Het hoofdbestuur verklaart zich dan
bereid den leden aan te bevelen, om de
op dezen voet gesloten overeenkomst tot
II Juli 1933, met de directie aan te gaan.
door
E. PHILLIPS OPPENHEIM.
Six James knikte eenigszins ironisch;
zijn belangstelling in zqn patiënt was nog
niet overgroot te noemen.
„Het gasthuis zou vijf en twintig dui
zend pond heel goed kunnen gebruiken,"
was het eenige wat hij zeide.
„U heeft alle condities van de wedden
schap goed begrepen?"
„Volkomen."
Toen Bliss wilde weggaan, haalde hij
een enveloppe uit zijn zak en legde haar
op de schrijftafel neer. Sir James schoof
de enveloppe eenigszins geërgerd terug.
„Ik kan geen geld aannemen voor den
raad, welken ik u gegeven heb," zeide hij.
„Waarom niet?"
„Omdat die raad in uw geval toch
waardeloos is. Duizend tegen een volgt u
hem toch niet op."
„Als ik het niet doe, dan is het in uw
Voordeel," zeide Bliss. „Dan heeft u vijf
en twintig duizend pond voor uw hospi
taal."
De dokter stond ongeduldig op en
drukte even op het belletje naast zqn
schrijftafel. Bijna onbeleefd gaf hü op
die manier zijn patiënt te kennnen. dat hij
hét onderhoud als geëindigd beschouwde.
Meteen liet hü het masker van onver
schillige beleefdheid vallen. Zün gelaat
drukte een bijda minachtend ongeloof uit.
„Ja, misschien," zeide hü.
De gevoelens, welke die twee woorden
bü Bliss opwekten, waren voor hem zelf
een openbaring.
De behandeling van den dokter had
hem zoo driftig gemaakt, dat hü gedu
rende een paar oogenblikken geen woord
kon uitbrengen. Toen balde hü zün rech
terhand en gaf met een kracht, die bewon
derenswaardig was voor den zwakkeling
van een paar minuten geleden, een slag
op de schrijftafel.
„Nog geen dertig tellen geleden", zeide
hü, „was het nog mogeiyk geweest, dat
uw gasthuis zün vqf en twintig duizend
pond zou gekregen hebben. Nu wil ik
liever gehangen worden, dan dat u er ooit
een penny van zult zien".
„De weddenschap is dus te beschouwen
als niet aangegaan?" vroeg de dokter
cynisch.
„De weddenschap is wel aangegaan",
antwoordde Bliss driftig, „maar ik zal
haar winnen".
HOOFDSTUK II.
De Ernest Bliss, die in dat uur zün ge
daantewisseling had ondergaan, stapte de
straat op met een resoluten trek op zün
gezicht. Door snel loopen was het hem
gelukt om de voordeur te bereiken, voor
dat de bediende hem uit kon laten; met
opzet sloeg hü haar met een smak achter
zich dicht, wat hem een gevoel van groote
oplichting gaf. Hij stapte in de auto, nam,
tot groote verbazing van den chauffeur,
zelf het stuur, en even daarna reed de
wagen, bestuurd met een zekerheid, welke
voor een type als dat van Bliss opvallend
was, door het drukste gedeelte van Lon
den en hield eindelijk stil voor een groot
advocatenkantoor in Lincoln's Inn Fields.
„De ontsteking van een van de cylinders
slaat nu en dan over, Hayes", zeide hü
tegen den chauffeur, terwül hü uit de
auto stapte. „Ik zal hier wel een kwartier
tje opgehouden worden, kyk jij het onder-
tusschen even na".
„Ja, münheer", zeide de man. „Waar-
schijnlqk heb ik wat olie op een van de
bougies gemorst. Ik zal het wel even in
orde maken, dan is het klaar als u terug
komt".
Het noemen van zijn naam aan den
jongsten bediende van Crawley Craw
ley, advocaten en procureurs, bracht een
geheel ander effect teweeg dan een half
uur geleden bü den dokter en zou, bü den
man, die Bliss nog dien ochtend geweest
was, zeker alle zelfingenomenheid hebben
doen terugkeeren.
Toen het bekend werd, wie er was,
kwam de eerste bediende onmiddellqk in
eigen persoon naar Bliss toe en bracht
hem zonder eenig uitstel in de allerhoog
ste tegenwoordigheid van Mr. William
Crawley, oudsten deelgenoot van het ad
vocatenkantoor, die door zijn beleefde be
groeting en zün beminnehjksten glimlach
blijk gaf, heel goed te beseffen, dat hü
zich in tegenwoordigheid van een van zün
voornaamste cliënten bevond.
„Ah myn waarde heer", riep hü uit,
terwül hü opstond en zijn hand ter be
groeting uitstak „dat doet me werkeiyk
genoegen. Gaat u zitten, gaat u zitten,
daar staat een gemakkelijke stoel dan
zal ik om cigaretten schellen. Maak het u
zoo gemakkelijk mogelük".
„Ja, ja, dat komt wel goed", zeide Bliss,
terwül hü een gewonen, rieten stoel naar
de schrijftafel van den rechtsgeleerde
toe trok. „Ik heb op 't oogenblik geen zin
om in een gemakkelüken stoel te zitten en
ik wil ook niet rooken. Ik wou u vandaag
over gewichtige zaken spreken".
„Tjonge, tjonge", zeide Mr. Crawley,
„dat belooft wat. Bedoelt u misschien de
Hannover Street hypotheek? Vanmorgen
is mij juist aangeraden
„Die Hannover Street hypotheek kan
me geen zier schelen", viel Bliss hem in
de rede, „u weet heel goed, dat ik, wat be
treft de manier waarop myn geld belegd
wordt u altyd uw gang heb laten gaan.
En in het jaar, dat nu vóór me ligt, ben
ik niet van plan om ook maar een oogen
blik my 't hoofd te breken over geldbeleg
ging".
De rechtsgeleerde nam een afwachtende
houding aan. Hij leunde achterover in
zün stoel, legde zün ellebogen op de arm
leuningen en drukte zqn vingertoppen
styf tegen elkaar aan.
„Nu moet u eens goed hooren", ging
Bliss voort. „Wat wordt er gewoonlqk ge
daan, wanneer een van uw cliënten er voor
een jaar vandoor gaat, naar Afrika of
zoo, ik bedoel, wanneer jullie je in 't ge
heel niet met hem in verbinding kunt stel
len. Ik geloof, dat hij dan een of ander
papier teekent, en dat jullie dan het heele
zaakje voor hem opknappen".
„U bedoelt een volmacht?" zeide Mr.
Crawley, hem voorzichtig polsend.
„Juist, zoo iets", zeide Bliss. „Wees zoo
goed, en laat er even een opmaken".
Mr. Crawley keek, alsof die snelheid
van handelen hem wel een beetje te bar
was. Hij kuchte en ging weer gewoon in
zijn stoel zitten.
„Luister eens, Mr. Bliss", zeide hq,
„heeft u wel eenig begrip van de buiten
gewone beteekenis van zulk een docu
ment".
„Ik geloof dat zoo'n volmacht betee-
kent", zeide Bliss, „dat ik u het recht geef
om alles, cheques en overdrachten en zoo,
in mqn naam te onderteekenen; in 't kort,
dat u het recht heeft om al mijn zaken te
regelen, totdat ik weer terug kom".
„Juist", gaf Mr. Crawley toe. „De ver
antwoordelijkheid, welke zoo'n volmacht
je oplegt, is wel een beetje drukkend. In
uw geval, Mr. Bliss, zou die verantwoor
delijkheid niet alleen drukkend, maar be
paald overweldigend zqn. Het beteekent,
dat ik de geheele controle zou hebben over
een enorm fortuin, een fortuin, dat op
het oogenblik meer dan een en een kwart
millioen pond sterling bedraagt".
„Wel, het is toch eigenlijk uw werk, om
de verantwoording van geldzaken op u te
nemen", zeide Bliss kalmpjes. „Ik zou
graag die volmacht teek enen, voordat ik
wegga".
Mr. Crawley stond op, drukte op het
schelknopje en gaf den bediende, die op
het schellen binnenkwam, de noodige in
structies. Toen ging hü weer zitten en
begon heel ernstig tegen Bliss te praten.
„U bent dus van plan buitenslands te
gaan, mr. Bliss?" vroeg hij.
„Wel, het staat nog te bezien", ant
woordde Bliss, „of ik Londen zal ver
laten of niet".
„Maar waarom dan in 's hemelsnaam...."
begon Mr. Crawley.
Bliss leunde iets voorover en klopte
energiek op de sehrqftafel. Zqn geheele
manier van spreken gaf blqk van de vast
beslotenheid welke hem beheerschte; zün
stem zelfs had een anderen klank.
„Kqk eens, Mr. Crawley", zeide liq, „u
bent een rechtsgeleerde van naam. Ik ver
onderstel, dat u dus wel bekend is met de
eerste beginselen van uw beroep".
„Maar mqn beste Mr. Bliss" zeide de
rechtsgeleerde verwytend.
„Vanavond om zes uur, misschien iets
vroeger", ging Bliss voort, „ben ik van
plan om voor een jaar te verdwijnen".
„Watverdwünen?"
„Ja, maar u mag me niet vragen waar
om, u mag me zelfs in 't geheel geen ver
deren uitleg vragen. U behoeft niet te
weten of ik in Londen ben, op het vaste
land, of misschien in een ander wereld
deel. 't Beste is, dat ik in uw gedachten
gedurende een jaar niet besta. Waar-
schqnlqk zult u nu en dan wel eens wat
van me hooren"; ging Bliss voort, terwül
hü den rechtsgeleerde recht in de oogen
keek. „Dat weet ik nog niet zeker. Maal
ais u mqn zaakwaarnemer wilt blqven,
moet u dit goed begrijpen: wat er ook
moge gebeuren, in geen geval mag u moei
te doen, om mqn verblqfplaats op te spo
ren".
Mr. Crawley had geheel en al zqn be
minnelijk zaken-air, waar hij zoo trotsch
op was, verloren, zün mond hing half
open, zqn oogen staarden Bliss wqd-ge-
opend in-paf aan. De uitdrukking op zqn
gezicht gaf blijk van ongekunstelde stom
me verwondering.
„Nog nooit in mqn leven ben ik zoo
verbaasd geweest", bracht hq er einde-
iyk met moeite uit. „Waarsehüniyk be
grijpt u niets van het gewicht van uw fi-
nantieele zaken. Gedurende de volgende
maanden worden alle hypotheken in
Schotland afgelost, en tot dusverre is er
nog niet bepaald, hoe we dat geld weer
zullen beleggen".
(Wordt vervolgd.) J