HET BINNENHOF
I
OP EN OM I
Het wetje-Ebels en het deviezen-ontwerp
aangenomen. - Nieuwe vaste Kamer-
Commissie. - Motie-Duys. - Sombere
klanken. - Het rapport-Weiter. - Een
unieke zitting!
dan nog met een enkel woord over den laat-
sten grooten voetbalwedstrijd van het seizoen
in het Stadion: AjaxEnschede, die de popu
laire club, tot groote voldoening van haar tal
rijke schare aanhangers wederom het lande
lijk kampioenschap bracht. Ajax is in de
hoofdstad dermate populair, dat het spelen in
haar eerste elftal in de laatste jaren welhaast
een soort maatschappelijke positie is gewor
den! Vele van dergelijke spelers krijgen, min
Voor den boerenstand van groot belang was
deze week het feit, dat de Eerste Kamer op
Donderdag 3 Juni j.1. het wetje-Ebels betref
fende de loopende pachtcontracten heeft aan
genomen.
De vrijz.-democratische afgevaardigden Ebels
en Oud waren van de „overzijde" van het
Binnenhof komen overloopen om in den Senaat
het initiatief-ontwerp te verdedigen.
Het werd hun in de oude Statenzaal voor
waar niet moeilijk gemaakt. Een zevental
Senatoren hebben over het wetje gesproken en
geen van hen bleek bijzondere bezwaren te
koesteren.
Drie katholieken voerden het woord, 't Wa
ren de heeren Van Sasse van Ysselt, Dobbel-
man en Michiels van Kessenich. Mr. van
Ysselt had enkele technische bezwaren, doch
zou er zich hoewel „noodgedwongen" bij
neerleggen. De tweede katholieke spreker
gispte de laksheid der Regeering ten opzichte
van crisis-maatregelen, terwij! de derde spreker
hoopte, dat het voorstel wet geworden, een
zeer kort leven beschoren zal zijn
De liberaal Koster drong er bij de Regeering
op aan om toch spoedig met verdere maat
regelen te komen
Mr. Slingenberg (v.-d.) wees er op, dat de
verschillende crisis-maatregelen ten slotte een
verplaatsing van lasten veroorzaakte. Hij raad
de tot de noodige voorzichtigheid. Het voorstel
voorziet in een dringende behoefte aldus de
afgevaardigde en ook omdat het een tijde
lijk karakter heeft, zou hij er voor stemmen.
De heer Rugge (s.d.a.p.) wees er op, dat
ondanks dit wetje, dat een noodmaatregel is,
de destijds verworpen Pachtwetten in deze
Kamer terugkomen (als initiatief-voorstellen).
Prof. Diepenhorst (a.-r.) onderstreepte, dat
het wetje-Ebels een ander principe inhoudt dan
de verworpen Pachtwetten. Een vergelijking
gaat niet op, beduidde hij den heer Rugge.
De heer Van der Hoeven (c.-h.) noemde het
wetsvoorstel een nuttige „stok achter de deur".
En ten slotte noem ik nog den heer Pollema
(c.-h.), die zich eigenlijk het minst enthousiast
over het voorstel uitliet. Hij vreesde onrecht
van de toepassing der wet, een afwenteling
van het economisch risico van den pachter op
den verpachter.
Echter. ook deze afgevaardigde wenschte
geen poging te doen om een spaak in het wiel
te steken.
De verdediging van de heeren Ebels en Oud
geschiedde op de bekende gronden. Moeilijk
hadden zij 't ik wees er reeds op niet.
Minister Donner was ook aanwezig. Z.Exc.
deelde o.a. nog mede, dat de samenstelling der
Kamers voor crisis-pachtzaken zal geschieden
in overleg met zijn ambtgenoot van Econo
mische Zaken en Arbeid.
Over het wetje is niet gestemd. De Kamer
ging er „stilzwijgend" mee accoord.
President De Vos van Steenwijk wenschte
de beide kranige Lagerhuizers geluk met hun
succes, en vele leden bleven niet achter om de
gelukkige initiatief-nemers een handje te komen
reiken.
Ook in de Tweede Kamer zijn belangrijke
beslissingen gevallen.
Allereerst is bepaald, dat de wijziging van
de L.O.-wet de rijstebrijberg! vóór het
zomer-recès niet meer in behandeling komt. In
de Octobersche dagen van dit jaar zal deze
„kluif" worden aangevat.
Voorts is aangenomen het „Clearing-ont-
werp" de strekking hebbend om een een
zijdige deviezen-regeling t. o. van het buiten
land te kunnen invoeren. Deze maatregel zou
b.v. gebruikt kunnen worden om Duitschland
tot reden te brengen. Onze Oostelijke naburen
hebben weet men vooral onze landbouw-
export onbillijk benadeeld. Tegen zulk optre
den wenscht de Regeering een „wapen" in han
den te hebben.
Het ontwerp vond in den minister van Eco
nomische Zaken en Arbeid een verdediger, die
zich door den nood van het oogenblik tot voor
vechter voelt gedrongen.
Van enthousiasme was natuurlijk niets te
bespeuren. „Er is geen sprake van een vecht
lustige stemming", aldus mr. Verschuur.
Voorzichtigheid moet worden betracht bij
het kiezen van de middelen. Doch tevens: vast
beradenheid. Als we gaan dreigen, moet dat
of meer direct door toedoen van Ajax „baan
tjes" worden in winkelneringen en aan
clandizie geholpen enz. Zoo ergens in ons land
dan wordt het probleem amateur-professional
een groote moeilijkheid. De grens vatl hier al
moeilijker en moeilijker te bepalen. Die moei
lijkheid komt zeker bij het na-kaarten over dit
opnieuw behalen van het kampioenschap en
de daardoor nog weer gestegen populariteit
van Ajax ter sprake.
gedragen worden door den eensgezinden wii
om, als 't noodig is, dóór te tasten. Ziedaar
den grond, waarop de Regeering zich in de
naaste toekomst plaatsen wil to. van het bui
tenland.
De minister erkende, dat de weg van de
actieve handelspolitiek betreden wordt, maar:
tijdelijk en voor bepaalde gevallen. De pro-
tectionist mr. Kortenhorst (r.-k.) kreeg te ver
staan, dat hij zich niet behoefde te verheugen
over een andere oriënteering betreffende onze
handelspolitiek. „Aanvallen" wil onze regeering
dus geenszins, slechts: verdediging, „conser-
veeren" noemde minister Verschuur het.
Het denkbeeld van ir. Van der Waerden
(s.d.a.p.), om te komen tot een vaste Kamer
commissie voor handels-politieke aangelegen
heden trok den bewindsman wel aan. Van ge
heimhouding zou, wat het contact tusschen die
commissie en de regeering aangaat, nauwelijks
sprake behoeven te ziin. De wijze, waarop dat
contact moet plaats hebben, is aan de Kamer
ter regeling overgelaten.
De heer Van der Waerden (s.d.a.p.), die
per amendement een speciale commissie in het
leven wilde roepen, was door de mededeeling
van den minister, dat hij met een vaste Kamer
commissie wilde samenwerken, zoozeer bevre
digd, dat hij bedoeld amendement ten slotte
introk, nadat president Van Schaik, op raad
van den heer Colijn (a.-r.) de overweging toe
zegde, om met een voorstel tot wijziging van
het Reglement van Orde te komen tot instel
ling van de gevraagde vaste commissie. Dat
„overwegen" heeft natuurlijk slechts formeele
beteekenis, zoodat de commissie eigenlijk reeds
geboren is.
Nadat de minister een amendement-Van der
Waerden, dat de wet automatisch op 1 Januari
1935 doet vervallen, had overgenomen, werd
het ontwerp met 772 stemmen aangenomen.
Een verblijdend-eensgezinde Kamer dus!
Slechts de twee communisten handhaafden
hun gebruikelijke afwijzende houding. De rest
van den middag hebben de genoemde twee
Moskou-aanbidders geheel en al voor zich op-
geëischt: voor de toelichting van het initiatief-
ontwerp-Wijnkoop dat onze werklooze mede
burgers als „bij tooverslag" uit de narigheid
wil helpen.
Slechts de heer Kupers (s.d.a.p.) heeft bui
ten de communisten, eenige woorden aan het
product dat het motto „ons is niets te dol"
schitterend handhaaft! gewijd. Hij noemde
het „een schandaal, zooals met de werkloozen-
belangen wordt omgesprongen".
De heer De Visser vorderde ruim twee uur,
en zijn vriend Wijnkoop niet zooveel minder
om het ontwerp toe te lichten. Het wil o. a.:
aan alle werkloozen boven de 14 jaar het volle
loon toekennen. Een 6-urigen werktijd, en bij
verdere inkrimping gelijk loon. Ook een werk
man, die zelf ontslag neemt, kan volle onder
steuning krijgen. Een commissie, bestaande al
leen uit arbeiders, zal de motieven onderzoeken.
Enzoovoorts!
Toen art. 1 der wet met 772 verworpen
werd, was de heer Wijnkoop zoo verstandig,
het ontwerp in te trekken.
Even onvruchtbaar zijn de debatten gebleken
over een motie-Duijs, vragend om vrijstelling
van premiebetaling voor de sociale verzekering
voor werkgevers, die minder dan 1500 per
jaar inkomen hebben.
De heer Duijs (s.d.a.p.) zette uiteen, dat het
hier betreft een poging om de kleine patroons
te helpen. Vele patroons hebben een inkomen,
geringer dan dat van een werkman, zei de af
gevaardigde. Hij \#>egde de partijen der rech
terzijde toe, dat men daar niets doet om te hel
pen. „Van principes valt geen kommetje soep
te koken". Wat de kosten betreft, mr. Duijs
wilde die desnoods verhaald zien op de werk
gevers met meer dan 1500 inkomen.
Uit het debat, dat naar aanleiding van de
motie gevoerd werd, zijn niet minder dan vier
moties geboren!
Aangezien ten slotte alle moties behalve
een Vrijheidsbondsche, die nog „zwemmende"
is werden verworpen, kan ik, wat den in
houd daarvan betreft, wel naar het verslag
verwijzen.
De heer Duijs heeft over zijn geesteskind
maar zeer waardeerende woorden kunnen be
luisteren. Minister Verschuur, maar ook de
heeren Schouten (a.-r.) en Loerakker (r.-k.)
hebben de moties in geen buitengewoon fraai
licht gesteld.
Minister Verschuur verklaarde gehoopt te
hebben, dat de heer Duijs bijtijds de gelegen
heid zou hebben aangevat om zijn motie „eeni-
germate in technischen zin te kuischen". De
bewindsman zei voorts, dat mr. Duijs in zijn
toelichting zich niet heeft bemoeid met de crisis,
maar wel met de verzekering in 't algemeen.
De heer Verschuur deed uitkomen, dat de toe
passing der motie tot vrij sterke willekeur zou
leiden. Hoe moet dat inkomen worden vastge
steld; waar men via de belastingen eerst 1 of
2 jaar later bekend kan zijn met iemands ver
diensten? Een zeker inkomen kan niet dienen
als graadmeter van het weerstandsvermogen,
dat een werkgever bezit. De bewindsman wees
op r wente, waar groote werkgevers thans nul
inkomen genieten., zou dus ook dezen rnen-
schen vrijstelling van premie-betaling moeten
worden yerleend? En wat te do;n met een
werkgever, die zijn inkomsten uit een N.V.
geniet? En hoe het „timmermansbaasie" te hel
pen, dat zonder personeel werkt;
Voort: de kosten. Minister Verschuur re
kende uit, dat die vermoedelijk 11 millioen
zullen bedragen. Waar moeten die redelijker
wijze vandaan komen?
En trouwens zei voorts de bewindsman
waarom zouden wij, nu ineens die lasten, dit
soort onkosten gaan verminderen' Gelijk de
heer Schouten had gezegd, kost een arbeider
den boer 5 per H.A. aan sociale lasten, doch
ót polder- en waterschapslasten kosten hem
zeker wel 20 per H.A.! Waarom dus die
uitgaven ook niet verminderd?
Ten aanzien der andere moties sprak de
minister het onaannemelijk uit. In 't algemeen
wees hij er met nadruk op, dat de schatkist
niets, maar dan ook niets aan extra-kosten of
verminderde inkomsten kan missen.
Het rapport van de bezuinigingscommissie-
Welter zal zeer spoedig aan de Kamer worden
overgelegd, deelde de bewindsman voorts mee,
en de lezing van deze „leerzame en stichtelijke
lectuur" kan Z.Exc. allen ten sterkste aanbe
velen
Somber en ietwat-dreigend klonken de woor
den van den minister, toen hij sprak over het
buitengewoon-moeilijke om de Begrooting voor
1933 sluitend te krijgen.
„Er is een geweldige klove tusschen inkom
sten en uitgaven", zei mr. Verschuur.
Door den fiscus mag dus geen goedgeefsch-
heid" worden betracht, betoogde voorts de be
windsman. „Een lid der regeering aldus de
minister voelt zich tusschen al die goed-
geefsche moties niet buitengewoon op z'n
gemak".
De motie-Braat zou 80 a 90 millioen gulden
vorderen. En die van den heer Kersten ook
ongeveer.
De motie-Weitkamp (een toeslagfonds vra
gend) ging wel het minst ver, zei de minister,
maar toch, waar de landbouw meer heil vindt
bij directe steunmaatregelen en niet bij onthef
fing van lasten, ook over deze motie moest mr.
Verschuur zijn onaannemelijk doen hooren.
De motie-Duijs tuimelde tenslotte met 5526.
De vergadering van j.1. Woensdag heeft zich
gekenmerkt door zeer typische gebeurtenissen.
Ieder zal dat met me eens zijn als ik releveer,
dat de communist De Visser eensuccesje
in de Kamer wist te behalen, en minister De
Geer een wetsontwerpje er nu eensniet
door heeft gekregen! Vervolgens werden zonder
„slag of stoot" en nog wel zonder hoofdelijke
stemming goedgekeurd twee contingenteerings-
ontwerpen (boter en leestklaar schoenwerk)
en het ontwerp-garantie-regeling ten behoeve
van de kippenhouderij.
Minister Verschuur zat te kijken of hij 't in
Keulen hoorde donderen! Met geen woord
maakte men 't hem lastig, zelfs het communis
tische duo hield zich koest
Zou de Kamer het euvel der veelpraterij
gaan beteugelen, of was 't reeds 'n ietsje
recèsstemming?
Het succesje van den heer De Visser was
hierin gelegen, dat hij zijn interpellatie over
het „geval-Reuderink" door minister Beelaerts
van Blokland niet voldoende beantwoord
achtte. De communist vroeg schorsing van de
beraadslaging tot minister Donner, van „Jus
titie", die nu onmogelijk aanwezig kon zijn
en wie de zaak eigenlijk aanging in de Ka
mer zou kunnen verschijnen om den interpellant
te antwoorden. De Kamer ging met het voor
stel accoord met 3725 stemmen. Links en de
katholieken Van der Meijs, Uyen en Van Poll,
de anti-rev. prof. Visscher en de chr.-hist. heer
Bakker stemden voor.
De communist stelde een 14-tal vragen over
het geval. Men weet de heer Reuderink, het
Rotterdamsche raadslid, heeft in Rusland ge
werkt en deswege zou hij zijn Nederlander
schap hebben verloren, omdat hij, zonder toe
stemming van onze Regeering, „in vreemden
Staasdienst" zou zijn getreden. Een commissie
uit den Raad heeft uitgemaakt, dat Reuderink
wel degelijk Nederlander is gebleven.
De Regeering schijnt er anders over te
denken.
Vraag no. 14 gaf de bedoeling der interpel
latie weer:
„Is de regeering bereid op hare beslissing,
ten aanzien van personen, die in de Unie der
Socialistische Sovjetrepublieken werkzaam zijn
of geweest zijn en van wie niet is gebleken,
dat zij een publiekrechtelijke functie vervullen
of hebben vervuld, terug te komen?"
Het antwoord van minister Beelaerts was
uiterst-vluchtig.
Men leze het verslag er maar eens op na.
Als minister Donner zal hebben geantwoord,
kom ik op de zaak nog wel terug.
Het échecje van minister De Geer lag in het
afwijzen van een ontwerpje tot verkoop van
grond langs het Tweede Kamer-gebouw aan de
gemeente Den Haag. Men wilde den grond
vasthouden voor eventueelen nieuwbouw en
dus gaat de verkoop niet door.
Ten slotte zij nog even vermeld, dat de
Eerste Kamer de Indische Begrooting en ook
het „schema" van de Bestuurshervorming in de
Buitengewesten heeft aangenomen.
PARLEMENTARIËR.
Zie je nou wel wat ik gezegd heb dat
het weer mooi weer worde zou. Ja dat
weet ik goed en nou zegge de ouwe men-
sche wel datte ze dat aan hun eksteroogge
voelle maar dat is kwats want ik heb geen
eksteroogge en ik weet het toch wel, maar
dat komp toch niet altijd uit, maar nou
wel en Zondag was het toch nog wel een
beetje koud op het strand en toch wel
lekker en ik ben d'r ook gewees met m'n
vader en nou kon die zelf eens zien dat ik
toch niet lastig ben want d'r was een
klein jongetje die nog kleiner as ik was en
die zei maar de heele tijd, moedeee mag
ikke en balletje hebbe, en as die dat vroeg
dan kreeg ie d'r ook een en as ik wat
vraag dan moet ik altijd m'n mond
houwe
En d'r was ook een mooie boot, hoe
die nou heet en hoe ik dat schrijve moet
dat weet ik niet. Ik heb 'm wel gezien
maar dat is zoo'n gekke naam dat ik dat
niet onthouden kan en ik ben ook weeze
kijke toen die naar binne kwam en dat was
wel mooi en ik vind dat veel beettere ma
troze as die van ons, want deze zijn veel
dikker en hebbe allemaal bruine gezichte
en toen die dan heelemaal van Engeland
zijn afgekoome toen waare ze heelemaal
niet moe en dat zijn die van ons altijd as
ze gevaarre hebbe want as die matrooze
van ons gevaarre hebbe dan moette ze een
paar daagge in het hospitaal gaan ligge
en dan krijgge ze niks anders as wittebrood
en aappenootjes dat is dan goed voor hun
en dan kenne ze d'r weer teege as ze weer
moette vaarre. Nou ik wou dat ik dat ook
eens kon doen op het hospitaal gaan ligge
en dan niks anders as appenootje gaat
eette.
Maar die vreemde matroze scheine veel
van bieten te houwe want toen ik ook eens
op die boot mog kijkke en ik wat tegen
een van die matrooze zei toe zeg ie tegen
me, biette.
Ik zeg tegen 'm, moet u bietten hebbe.
En toen zeit ie weer biette.
Nou en toen ik van de week d'r een in de
stad teegge kwam toen vroeg d'r een wJt
aan me en toen vroeg ik aan m wa't zeg
,U en toen zeg ie weer biette.
Nou en om dat ze dat nou al een paar
keer tegen me geseg hadde dag ik dat ie
nou toch zeker biette hebbe moes en toen
heb ik hem naar een aardappelwinkel toe
gebracht en toen heb ik teggen die meneer
van die aardappelenwinkel gezeg dat die
matroos biette hebbe moes en toen ben ik
maar weg gegaan. Die zal wel een heele
zak vol meegenommen hebbe as ze daar
allemaal zoo van houwe.
En d'r is ook wat op de huishoudschool
gewees, dat is een school die heelemaal bij
de watertoorren staat en waar de meissies
nou allemaal moette leerre hoe ze moette
kooken en soldatensla en nog een hoop
meer van die dingen moetten maakke en ik
ben d'r ook gewees en d'r stond een hoop
lekkers en ik had gedag toen ik dat allemaal
zag dat ik ook wat zou krijgge maar ik heb
niks gehad maar dat gaa ik nou niet alle
maal in de krant zette en dat heb die meneer
van de krant wel gedaan die heb dat alle
maal precies gezeg van die soldatensla en
die andere dinge en die heb geschreve dat
ie niks gehad heb en ik geloof wel dat ie
wel wat gelus zou hebbe want hij heb d'r
een hoop over geschreve.
En m'n vader zeg altijd dat waar de mond
van vol is vloeit het hart van over en de
poes is d'r ook weer. Weet U wel die poes
van de Heldersche krant en nou zijn de
meissies ook weer blij en ie is heelemaal een
paar dagen in de Prins Hendriklaan gewees
en d'r komp ook een grootte winkel naast
de krant en ze hebbe daar een heele hoop
juffrouwen in de kaste gaan 'zette maar nou
zijn ze allemaal aangekleed want eers hadde
ze niks an net as op het strand.
Nou ik moet nou weer, ophouwe tot de
volgende week dan maar weer hè, daaaaag.