Wat kikker Karei en Tuimeltje beleefden. xxxxx x Een zeldzaam nachtdier. Teekeningen van één pennestreek. Een lekkere boterham voor de warme dagen. RAADSELS. X x X XXXXXXXX X X X lijk. Om zijn middel gespte hij de riem, die hem op zijn plaats zou moeten houden, als hij „loopings" maakte, "ty'ant dat was hij in de eerste plaats van plan! Baas Smulders waarschuw de de jongens voor de schroef.De motor sloeg aan, de schroef begon te draaien.... zoemend en ronkend. Het vliegtuig drong voorwaarts. Maar de anderen hielden het tegen. „Klaar!" gilde Tonny„Los!" Als een wervelwind stoof het toesteld vooruit. „Hij gaat!" jubelden de jongens. En inderdaad, het toestel raakte even los van den grond.Maar het was ook maar éven! Toen schokte het weer tegen den grond en taxi-de weer een eind verder. Schijnbaar was er toch iets dat haperde, was het toestel te zwaar. Tonny had den motor op de derde versnelling getrokken en hij vloog vooruit. Vanuit de cockpit zag Tonny slechts voorbij schietende knotwilgen en de overkant van het weiland naderde angstvallig. Behalve dien éénen lucht sprong was de „vliegende klabak" niet van den grond geweest. Nu werd het ernst. Wilde hij niet in de sloot rijden, dan moost hij remmen. De remmen trokken aan.... Bons! Pats! Als een door den bliksem getroffene sloeg het toestel voorover, de schroef boorde zich snorrend in den grond, kluiten aarde vlogen omhoog en Tonny ben gelde aan zijn riem tusschen nemel en aarde! In de verte kwamen de jongens met baas Smulders ongerust aanloo- pen. Tonny heesch zich zoo goed en kwaad als het ging weer in de cockpit, die nu heelemaal horizontaal stond en gespte de riem los. Toen liet hij zich naar buiten glijden en weldra stond hij gezond, maar eenigszins geschrok ken, op zijn beide beenen. (Slot volgt.) IN HET MUSEUM VAN OUDHEDEN Hier vinden jullie de oplossing van de vorige week van het museum van oudheden. De beste oplossing is in 17 zetten: E in leeg vakje, D op E, daarna O naar D en verder: E, A, B, E, C, D, A, C, E, B, C, A, steeds naar het vrije hokje. Dan nog D, E. Ten slotte hebben niet alleen, maar dat is geoorloofd, D en E, doch ook B en C hun plaatsen met elkaar verruild. De opgave is een beetje moeilijker, dan zij wel lijkt. Maar met geduld1 en een beetje oefenen gaat het wel. Als het niet wil, eerst maar eens probeeren na te trekken! De moeilijkheid is de fi guur enkele minuten goed te bekijken en (ten uit het hoofd na te teekenen. Houden jullie ook zoo van zelf aller lei lekkers te maken? Poffertjes bak ken of koekjes maken, of moeder hel pen op Oudejaar bij de oliebollen en op Sint Nicolaas bij de borstplaat.... Dat is voor mij altijd de leukste tijd ge weest Het is vooral voor de meisjes, voor- de aanstaande huismoedertjes, hoewel de jongens er even goed dol op zijn een aardige bezigheid zoo in de keuken te kunnen rondmodderen. Daar om zal ik jullie eens vertellen, hoe je iets kunt maken, dat vooral op warme dagen heerlijk frisch is op je boterham. Vraag aan moeder een groote eet lepel vol havermout en döet dat in een schoteltje of op een soepbord en ver wijder de harde schilletjes, die er even tueel nog tusschen zitten. Dan een beetje melk er over gieten, zoodat het, een dikke brei wordt, die wij goed door elkaar roeren. Hiervan gaan wij nu een heerlijk vruchtenhapje klaar maken. Van alles is goed. Je kunt appelen, sinaasappelen, bananen, aardbeien, ker sen, enzoovoorts, nemen. Wat je toe vallig bij de hand hebt, doe je er maar in. Maar goed wassohen en schillen. Daarna de vruchten fijn drukken en Het is een roofvogel. Zijn kop lijkt wel een beetje op die van een kat. De ooren zijn om zoo te zeggen, in een opening tusschen de veeren verborgen. De kop is omlijst door een krans van stijve, naar buiten gerichte veeren. Aan de pooten, die geweldige klauwen be zitten, telt men één teen, die naar vo ren is gericht en die hij ook geheel achteruit kan buigen. Het dier vliegt De beide mussohen op onze teeke- ning zijn zoo feestelijk gekleed, omdat zij bezoek verwachten van hun vrien den, twee hondjes en een geitje! goed door de havermoutbrei roeren. Daarna goed suiker over de brei doen en als jullie het heel erg lekker wilt maken wat versnipperde noten er over strooien. En dan op de boterham. Jongens, het water loopt me in men mond, nu ik dat hier zoo voor jullie neerschrijf haast geruischloos. De opvallendste kenteekenen zijn de groote door bor- de pupillen bij iedere ademhaling groo- ter en kleiner worden. Het is een vo- stelige veeren omgeven oogen, waarvan gel, die 's nachts op roof uitgaat! En wie van jullie nu nog niet weet, welke vogel er wordt bedoeld, moet in de goede volgorde de punten 1 t/m 44 maar eens met elkaar verbinden Schijnbaar zijn de musschen echter een beetje kortzichtig, want de drie vrien den zijn allang aanwezig. Zien jullie ze niet? Toen ik' laatst in de natuurlijke historie-les sprak oevr de rupsen, bracht iedere jongen een paar van die beestjes mee. Nu ik het over het var ken heb, zie je nog niet eens een worst. Oplossingen der vorige raadsel. I Kuiken - duiken - fuiken - ruiken. II v v I n viool bot I III Rood --oranje - geel - blauw - groen zwart - paars. Goede oplossingen ontvangen van: H. A„ L B., A. v. d. B., G. en J. B., M. B„ J. B., W. B., J. D., D. D., J. D., G. F., M. G„ N. G., C. G., N. v. d. H.f A. J„ M. J„ N. K., A. en J. K„ J. en K. K, (Texel), P. L., D. en S. L„ G. L., H. L., M. L„ M. O., N. v. P„ J. en A. R. (Texel), T. S., M. S., C. v. S„ T. S., A. v. S., L. S., D. T„ A. en M. T., J. v. d. V., H. V., J. V., A. W„ J. W., S. Z. Nieuwe raadsel. I Mijn geheel is een dorp in Zuid-Hol land van 8 letters. I. 2, 3 is een jongensnaam. 6, 7, 8 is iets, dat men op school ge bruikt. 3, 2, 6, 6, 5, 8 is heel leelijk als je het doet. (Ingez. door A. T.) II Op de horizontale en verticale kruisjeslijnen komt de naam van een viervoetig dier. Op de le rij een medeklinker. Op de 2e rij een lichaamsdeel. Op de 3e rij het gevraagde woord. Op de 4e rij iets dat men graag wil. Op de 5e rij een medeklinker. (Ingez. door A. B.) III Op de horizontale en verticale kruisjeslijnen komt de naam van een bloem. Op de le rij het gevraagde woord. Op de 2e rij komt de naam van een plaats in N. Holland. Op de 3e rij een kleedingstuk. Op de 4e rij een jongensnaam. Op de 5e rij het tegenovergestelde van kort. Op de 6e rij een boom. Op de 7e rij iets wat op het land gebruikt wordt. Op de 8e rij een medeklinker. (Ingez. door I. B.) 135. Ziehier hoe het afliep. De luchtballon waar de twee torretjes op zaten, was niet half zoo zwaar als die van Tuimeitje en met een reuzevaartje kwamen de tor retjes op Tuimeitje af. Toen kwam er een groote botsing, want de zeepbalonnetjes waren tegen elkaar gevlogen en daar gingen Tuimeitje en de torretjes naar beneden, zoo verschrikkelijk vlug, dat ze er duizelig van werden. 136. De kikkers, die bij het paleis stonden, hadden alles gezien. Ze hielden hun oogen dicht en toen ze die open deden, zagen ze, dat Tuimeitje ergens was neerge vallen en maar niet opstond. En het gekste was nog, dat ze alleen zijn hoofd zagen. Wat was er nu weer? Tui meitje was in een modderpoel gezakt en met groote moeite hield hö zijn hoofd boven»

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 19