Gedistilleerd ook bij de maat verkrijgbaar |g| Rijk en geen geid. TIELEMANS' Wijnhandel De juichende zomer NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Buitenlandsch overzicht. Nr. 7132. EERSTE BLAD DONDERDAG 16 JUNI 1932 60ste JAARGANG De „leuter-conferentie te Genéve. - Wat zal Lausanne brengen? - De Hngelsche bisschoppen verklaren zich tegen aanvalswapenen. - De nieuwe financieële nood verordening in Duitschland. - De besprekingen tusschen Herriot en MacDonald. KONIJN's Gekookte Geldersche TWEEDE KAMER. Kustverdediging. in 50 dessins, kletir-eoht, - wasch-echt, Steun aan de varkenshouderij. FEUILLETON HELOEÜSCHE eOUH^NT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnen land f 2.-, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 t> 0.70, f 0.70, f 1.—. Modeblad resp. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.35. Lossenos. 4 ct. ;fr. p.p.6et. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewjjsno. 4 ct. De leuterconferentie te Genève. Het oneerbiedige woord dat we hier gebrui ken over de gewichtige besprekingen te Genève is niet van ons, doch werd door het deftige blad, de „Nw. Rott. Crt." ge bezigd. Het moet dus wel erg zijn met de discussies in Genève, als de „Nw. Rott. Crt." zich zoo kan vergeten en ten koste van haar prestige dit woord durft te ge bruiken. Het blad schrijft o.m. naar aanleiding van het jongste gebabbel te Genève: Er verschijnen sedert maanden in de groote dagbladen drie serieën van be richten, die geen krant kan weglaten, doch welke toch beter ongelezen zouden blijven, omdat ze niet anders dan teleur stelling wekken: weerberichten, beursbe richten en berichten van de ontwape ningsconferentie. In de eerste serie schijnt sinds enkele dagen eene betere wending te zijn gekomen. Wij mogen hopen, dat de heeren in de Bildt hiermee het sein hebben gegeven ook voor de tweede serie, zoodat ook daar wat meer licht in zal komen. Dan resten nog slechts de berichten over de ontwapeningsconfe rentie, die niet slechts teleurstelling, doch hoe langer hoe meer ergernis verwekken. Zou nu werkelijk voor ons land de tijd nog niet aangebroken zijn, om die, plat weg gezegd, leuterconferentie te laten voor wat zij is, en onze Nederlandsche afvaardiging naar Den Haag terug te doen keeren? Volgens de jongste berichten zal de conferentie nu voorloopig weer tot Au- fustus doorpraten; als zij er nog ooit toe omt, iets te gaan doen, waarbij het ge- wenscht is, Nederlands stem te laten hoo- en, dan kunnen onze vertegenwoordigers innen de 24 uur te Genève terug zijn. Het zou misschien jammer zijn, zoo nu juist met mooi weer aan het dienstver- blijf te Genève een voorloopig eind werd gemaakt, maar de heeren zullen toch ook wel naar huis terug verlangen. In ieder geval zou hun terugkomst hier te lande met vreugde worden begroet, omdat daaruit zou blijken, dat althans onze re geering het onwaardig vertoon te Ge nève moe is. Zal Lausanne minder teleurstelling en minder ergernis verwekken dan Genève? vraagt hetzelfde blad terecht na boven staande ontboezeming. Geen mensch die het niet hoopt; maar helaas ook al weer zeer weinigen die het verwachten. De be richten uit Parijs en Londen van de laat ste dagen zijn iets optimistischer, doch dit zegt nog niet veel, want het pessimis me was universeel en dreigde de heele conferentie van den aanvang af te ver stikken. Vrees daarvoor is zeker niet ongerecht vaardigd, te meer omdat er al weer eene heeft zijn intrede gedaan; al wat adem heeft verzadigd jich aan licht en lucht. Stelt U zelf in staat zonder gevaar van deze feest gaven der natuur te genieten door, ter voor koming van zonnebrand, Uw huid met „Zij"-Crême in te wrijven. In prijzen van 203045en 75 cent. volgende conferentie nu eene groote oeconomische conferentie, waar dan spij kers met koppen zouden worden gesla gen! tegen September is aangekon digd. Dat is de beste wijze, om de bijeenkomst te Lausanne te laten mislukken. Immers de neiging daar zal er nu te grooter om j worden, de beslissing over al waar het op aankomt maar weer uit te stellen, de vraagstukken hangende te houden tot de conferentie van September. En onder de heeren politici, die te Lausanne bijeen komen, zijn er genoeg, aan wie dat wel kom zal zijn. De Engelsche bisschoppen tegen aan valswapenen. De aartsbisschop van; York en vele andere Anglicaansche kerk- vorsten publiceeren in de „Times" een' brief, waarin zij hun groote teleurstel- De herstelconferentie in Lausanne. Orandi. Von Papen. MacDonald. Herriot. ling te kennen geven over het feit, dat op de ontwapeningsconferentie nog geen vorderingen zijn gemaakt. Dezelfde klacht dus weer, als hierboven reeds werd geuit en waardoor de „Nw. Rott. Crt." sprak van leuterconferentie. De brief vervolgt dan verder: Er zijn ook nog geen aanwijzingen, dat de naties zich ernstig met het vraagstuk van den vrede en de ontwapening van in ternationaal standpunt bezien, bezighou den. Rapporten van technische commis sies, volgens welke bepaalde groote be wapeningen als verdedigingswapens moe ten worden beschouwd, zijn absurd en ondermijnen het vertrouwen. De werkelijke plicht van een mede-on derteekenaar van het verdrag van Ver- sailes bestaat daarin, dat het tot een ver bod of toch ten minste tot een belangrijke vermindering der wapens komt, welke Duitschland bij het verdrag van Versail- les zijn verboden. De slagschepen, mili taire vliegtuigen, zwaargeschut, onderzee booten en tanks moeten worclen afge schaft. Met alle macht, die in ons is aldus besluiten de bisschoppen hun brief eischen wij dat de Engelsche regeering zich onmiddellijk uitspreekt voor een ver bod of tenminste voor een belangrijke vermindering van deze wapens. m jé De nieuwe financleele noodverordening in Duitschland. De rijkspresident heeft Woensdagmiddag de nieuwe financieele noodverordening onderteekend. Zij zou nog gisterenavond worden gepubliceerd en dan meteen in werking treden. Over de politieke noodverordening was men het Woensdagmiddag in de be voegde kringen nog niet eens geworden, zoodat het nog onbekend was wanneer zij zal worden uitgevaardigd. Bij de nijpdverordening van den rijks president inzake maatregelen tot hand having van de werkloozenondersteuning en der sociale verzekering, zoomede tot verlichting van de crisislasten der ge meenten wordt een officieele uiteenzet ting gegeven, waarin o.m. wordt ver klaard: I. De noodverordening brengt de uit- keeringen in het algemeen terug tot den stand van 1927. Aangezien de loonen in het algemeen gedaald zijn tot het niveau van 1927 is het noodzakelijk ook de uit- keeringen der ongevallenverzekering met 15 pet. te verminderen. II. Verlichting in de crisislasten der ge meenten. De financieele toestand van het rijk is uitèrst gespannen. Tegenover een opbrengst aan belasting en tarieven in 1930 van 6 milliard rijksmark, staan in 1931 ondanks alle belastingverhoogingen inkomsten tot een bedrag van nog niet 51/s milliard. Voor 1932 wordt dit bedrag geraamd op ongeveer 5.4 milliard. Het ontwerp begrooting der rijksregeering voorziet in een bedrag aan inkomsten en uitgaven tot een totaal van 8.2 milliard. Aangezien voor al deze uitgaven nog geen dekking is gevonden, ziet de regee ring zich gedwongen opnieuw de zoutbe- lasting in te voeren en op het gebied van uitkeeringen aan oorlogsinvaliden de wanverhouding op te heffen, welke was ontstaan door het feit dat de kinderlooze lichtgewonden er beter aan toe waren dan de gehuwden met kinderen. De besprekingen tusschen Herriot en MacDonald hebben de hoop gevestigd dat althans tusschen Engeland en Frankrijk, ten opzichte van het vraagstuk der her stelbetalingen, overeenkomst zou zijn be reikt. Op zijn reis naar Genève ver klaarde Herriot aan den specialen be richtgever van de „Daily Mail" dat niets hem grootere verwachtingen geboden had voor de toekomst, dan de uiterst vriend schappelijke en vruchtbare besprekingen te Parijs. In Crisistijd is kwaliteit goedkooper Hoe onvolkomen de machine van tepenwoordip nop is. Een mensch van vleesch en bloed moet haar bedienen. Op de vraag, of hij hoopte, dat men te Genève ditmaal tot resultaten van wer kelijke beteekenis zou komen, antwoordde Herriot: natuurlijk, anders zou ik niet naar Genève gaan. Hij verklaarde groote bewondering en vriendschap te koeste ren voor MacDonald en zeide ervan over tuigd te zijn, dat bij zooveel goeden wil aan alle kanten het mogelijk moest zijn goede vorderingen te maken, al kon men ook niet direct een oplossing van alle hangende kwesties verwachten. Ook te Lausanne, zoo verklaarde, naar Reuter verneemt, Herriot verder, zal men tot een oplossing geraken, die tot herstel van het zwaar geschokte vertrouwen in de wereld zal bijdragen. Hierbij werd opgemerkt, dat de ge dachte aan een bewapeningspauze spoe dig veld zal winnen en wellicht in vast staande vorm door de Britsche regeering zal worden voorgesteld. Het voorstel zou o.a. behelzen, dat ge durende een bepaalden tijd geen enkel wapen, van welken soort ook, mag wor den bijgemaakt. OORLOGSBODEMS NAAR AMSTERDAM. Hr. Ms. „Gelderland" komt Donderdag a.s. voor een kort bezoek in onze haven. Vrijdag komt de pantserboot Hr. Ms. „Gruno". Beide schepen, die ligplaats krijgen aan den steiger der Holland— Amerika-Lijn, blijven tot Maandag. REGELING VAN DEN OPSLAG VAN BOTER. De regeering heeft een nadere regeling getroffen voor den opslag van boter in koelhuizen, waarvan de kosten blijkens het kort geleden gepubliceerde communi qué niet door de belanghebbenden behoe ven te worden gedragen. DE KAMERFACATURE-HEEMSKERK. Voor de vervulling van de vacature in de Tweede Kamer, ontstaan door het overlijden van mr. Th. Heemskerk, komt voor benoeming in aanmerking volgens de candidatenlijst der Anti-rev. partij mr. H. Bijleveld, directeur van de Rijksver zekeringsbank en oud-minister van marine. DE SCHOOLGELDEN OP DE ZEEVAARTSCHOLEN. Het Tweede Kamerlid Ketelaar heeft den minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen de volgende vragen ge steld: 1. Is het juist, dat aan de besturen der zeevaartscholen door den minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen is opgedragen, de schoolgelden van den twee-jarigen cursus zeer aanzienlijk te verhoogen en in het algemeen het volle uniforme bedrag te heffen, terwijl alleen in bijzondere gevallen op een daartoe strekkende aanvrage als uitzondering bij min- of onvermogendheid van de ouders of verzorgers tot vermindering of vrijstel ling van schoolgeld zal mogen worden overgegaan? 2. Is de minister bereid bij bevestigend antwoord op de eerste vraag, mede te deelen, hoe deze regeling ontworpen is en in hoeverre zij verschilt van de tegen woordige regeling? 3. Bestaat op het oogenblik op de ver schillende zeevaartscholen een evenredige schoolgeldheffing en zoo ja, waarom wenscht de minister een dergelijke rege ling zij hqt wellicht eenigszins ver hoogd niet te handhaven? 4. Waarom kan voor een middelbare nijverheidsschool niet hetzelfde tarief van schoolgeldheffing gelden als voor de H.B.S. met vijfjarigen cursus? 5. Vreest de minister niet, dat, gezien de kringen, waaruit de leerlingen van de zeevaarscholen voortkomen, het bedrag aan schoolgeld, vermeerderd met de aan schaffing van dure technische boeken, voor velen te hoog zal zijn en daarvan weer het gevolg zal wezen, dat velen zon der vooropleiding zullen gaan varen en daardoor later veel meer moeite met het afleggen van hun examens zullen hebben? De niet-afgebouwde forten bij Vlissingen en Kijkduin. In een nota naar aanleiding van het verslag over het wetsontwerp tot intrek king van de wet van den 23sten Juni 1913, tot instelling van een fonds ter verbetering van de kustverdediging, zegt de regeering: Sinds de instelling van het fonds ter verbetering van de kustverdediging werd ten laste van dat fonds aan het maken en verbeteren van de forten bij Vlissingen en Kijkduin (Den Helder) een bedrag van in totaal rond f 3.500.000 uitgegeven. Naar het oordeel van de regeering is een belangrijk deel van deze gelden uit gegeven voor den bouw van verdedigings werken, welke destijds gerekend moesten worden tot werken, welke aan de meest moderne eischen voldeden. Eerst in den loop van den wereldoorlog bleek nadat de bouwwerkzaamheden waren onderbroken dat, in verband met hetgeen in dien oorlog werd ervaren, het tot dusverre ingenomen standpunt zou moeten worden verlaten. Het reeds gemaakte werk moest zooals dat trou wens met veel materieel ontworpen voor den wereldoorlog, het géval was als minder deelmatig worden beschouwd, zoo dat het dan ook niet verantwoord kon worden geacht nog belangrijke sommen voor den afbouw te bestemmen, waar door dan 2 forten zouden zijn verkregen, welke oogenschijnlijk een doelmatige be steding van de gelden zouden hebben opgeleverd, doch door welken bouw de landsverdediging slechts weinig gebaat zou zijn geworden. De in aanbouw geweest zijnde forten bij Vlissingen en Kijkduin zullen op de hiervoren ontwikkelde gronden inderdaad verder buiten gebruik moeten worden gelaten. KONINGSTRAAT 85 TELEFOON 492 ülüi per el. Verkrijgbaar bij: Let op naam op den zelfkant Vraagt onze Stalen-collectle Ingediend is thans het reeds aange kondigde wetsontwerp tot steun aan de varkenshouderij. Aan de memorie van toelichting wordt Ifet volgende ontleend: Gezien de ernstige ontwrichting van de varkenshouderij, welke een der voor naamste bronnen van inkomsten is vooï de kleinere bedrijven op de lichtere gron den, heeft de regeering gemeend, thans ook maatregelen te moeten beramen welke ten doel hebben aan dezen belang rijken tak van den landbouw hulp te bie den. Daar een zeer belangrijk deel van den Nederlandschen varkensstapel voor export is bestemd, zal in een plan tot hulpverleening aan de varkenshouderij hiermede noodzakelijk rekening moeten worden gehouden. De regeering heeft ge meend ten aanzien van het exportvraag- stuk de beschouwing in het advies der Landbouw crisis-commissie te dezer zake in groote lijnen te moeten volgen. Het is met het oog op de exportbelan gen, welke er toch in de eerste plaats bij gebaat zijn, dat onze plaats op de buiten- landsche markt wordt versterkt, uiter mate gewenscht, hierin verbetering te brengen. De eerste voorwaarde hiervoor is, dat de kwaliteit van het aangeboden varkensvleesch wordt verbeterd. Daar voor is noodzakelijk dat de landbouwers de varkens naar kwaliteit betaald krij gen. Dit zal slechts dan algemeen kunnen worden doorgevoerd, indien in den ex port concentratie tot stand wordt ge bracht. De overtuiging, dat slechts op deze wijze een afdoend resultaat is tö' verkrijgen, heeft zich niet slechts bij den landbouw, maar ook bij de particuliere exporteurs zoo sterk gevestigd, dat sedert enkele jaren pogingen in het werk wor den gesteld om tot een gemeenschappe- lijken opzet te komen. Iedere landbouwer, die een toom big gen gefokt heeft, moet deze, voordat de dieren een bepaald gewicht hebben be reikt, door het comité van een merk doen door E. PHILLIPS OPPENHEIM. 1) HOOFDSTUK IV. De dagen, welke nu volgden, waren voor Bliss een nachtmerrie. Gedurende drie en een halve week trachtte hij het Alpha fornuis te verkoopen;. het kostte hem een paar schoenen en hij had niet het minste succes. Dezelfde Bliss, die in zijn vorig leven op zijn wenken bediend was, die nooit iets anders dan de grootste onderdanig heid en beleefdheid van het bedienend personeel op kantoren of in restaurants had ondervonden, werd nu door loopjon gens, die zich verwaardigden om van zijn tegenwoordigheid notitie te nemen, door even door de opening in de deur naar hem te kijken, onhebbelijk behandeld; uren moest hij soms wachten in tochtige gangen, als een bediende het eenvoudig vergat, dat hij dan nog steeds met een min of meer verkapt beleedigend ant woord, dat men van zijn aanbieding geen gebruik wenschte. te maken, naar huis kon gaan. Nu en dan, als het hem gelukte den patroon zelf te spreken te krijgen, moest hij hooren, dat het artikel, dat hij wenschte te verkoopen, te weten het for nuis, het slechtste, het duurste en het meest ouderwetsche fornuis was, dat er bestond. Eiken volgenden dag accentueer de de harde uitdrukking op zijn gezicht. De tegenzin in zijn nieuwe werk, waar mee hij begonnen was, half omdat hij het wilde en half omdat hij er werkelijk voor voelde, werd met den dag sterker door het volkomen ontbreken van ook maar eenig succes. Nu en dan voelde hij zijn beenen onder zich trillen, maar nu was de oorzaak niet langer nervositeit, maar werkelijke zwakte. Hij sliep in een klein, afgeschoten hokje op den zolder van een huis in een van de meest obscure buur ten, zijn voedsel bestond uit ingrediënten, welke niet bepaald voedzaam waren. Zijn eenige inkomsten waren twee pond in de week, welke hem in de handen brandden, wanneer hij ze, na zes dagen werken zon der eenig resultaat, moest aannemen. De ayonden, wanneer hij verslag moest gaan uitbrengen in het kleine magazijn in Fleetstreet, werden langzamerhand een soort nachtmerrie voor hem. Het begon al, wanneer hij de deur opendeed en over den drempel stapte. De magazijnknecht, die gewoonlijk het model fornuis nog eens extra stond op te poetsen, liet zijn werk in den steek en keek hem vol verwach ting aan. Altijd kwam mr. Masters hem bij de kantoordeur tegemoet, met de stereotype vraag, welke iederen dag iets dringender, iets angstiger klonk: „En Bliss, hoe is 't vandaag gegaan?" En dan, om het nog erger te maken, hield het aanhoudend tikken van de schrijfmachine op en zag hij de heldere oogen van de typiste met een zweempje van hoop op hem gevestigd. En telkens en telkens weer moest hij hetzelfde zeg gen. Het was bijna niet meer uit te hou den. Op den zes-en-twintigsten dag van zijn proeftijd stapte hij, of liever, hinkte hij, met een trek van pijn op zijn gezicht naar binnen om de vuurproef voor de zoo- veelste maal te doorstaan. Hij had van Islington af moeten loopen en voelde zich moe en duizelig. Terwijl hij de deur open deed begon hij al te spreken, te spreken met halfgesloten oogen, om de gezichten maar niet te zien. Hij had een gevoel, alsof hij zijn patroon op een of andere manier vandaag den genadeslag ging toe brengen. Vandaag had hij, volgens af spraak, bij iemand moeten terugkomen en al de hoop van mr. Masters was op dit bezoek gevestigd geweest. „Weer niets," zeide hij. „Zelfs geen kans op een order. Bembers heeft me niet eens willen ontvangen. Zijn bediende ver telde me, dat ze juist een groote order ge plaatst hadden bij een Amerikaansche firma, omdat haar fornuizen vijf procent goedkooper waren dan de onze." De typiste keek snel een anderen kant op. Mr. Masters mompelde iets binnens monds, stond op, en ging naar het maga zijn. Bliss liet zich op den eersten den besten stoel neervallen en bedekte zijn ge zicht met zijn handen. Het meisje keek even naar hem en zuchtte. „U bent zeker erg moe," zeide ze, „zal ik voor een kopje thee zorgen?" Dat was voor het eerst vandaag, dat iemand hem zoo vriendelijk toesprak. Dankbaar keek hij haar aan. „Dolgraag," antwoordde hij. „Ik ben zoo moe als een hond. 't Kan zijn dat ik een prul van een reiziger ben," ging hij eenigszins verbitterd door, „maar ik ge loof, dat zelfs de aartsengel Gabriël in eigen persoon niet in staat zou zijn, die fornuizen te verkoopen." „Ik ben heel erg bang," was het ant woord, terwijl het meisje met een kopje thee in haar hand op hem toekwam, „dat de deurwaarder er nu wel aan te pas zal komen." Vragend keek hij haar aan. „Wat bedoelt u daarmee?" vroeg hij. „Ik dacht, dat de fornuizen niet snel ge noeg in elkaar gezet konden worden, dat ze bij bezendingen ingescheept werden voor export." „Voor-den-mal-houderij," verzekerde ze hem, „niets anders dan dat. Ik geloof, dat het er nu niet meer op aankomt, dat ik u alles vertel. Mr. Masters heeft den geheelen faillieten boedel van een ijzer gieterij in Sheffield opgekocht. Het was natuurlijk een gewaagde speculatie, maar u weet, dat hij alles nogal optimistisch inziet. Op het oogenblik zijn er vijfhon derd fornuizen klaar en hij heeft er geen twintig verkocht. Verleden week is de quitantie voor de helft van het materiaal gepresenteerd, die hebben we gelukkig kunnen betalen, maar de volgende komt nu aanstaanden Dinsdag. Ik weet zeker, dat Mr. Masters het geld niet heeft, want het geld dat er nog is, is precies toerei kend om Zaterdag de loonen uit te beta len. Aanstaanden Dinsdag hebben we dan vijfhonderd fornuizen, maar geen cent in kas." Bliss was niet in staat een woord uit te brengen. Hij zat doodstil en staarde de spreekster in-verbaasd aan. „Het spijt me zoo voor Mr. Masters," ging ze zachtjes voort. „Hij was vroeger maar een gewoon werkman en de twee honderd pond, waarmee hij begonnen is, heeft hij van zijn weekloon opgespaard. En hij voelt zich zoo. Ik geloof, dat het een groote slag voor hem zal zijn, als dit mislukt. Maar hoe ik ook erover heb zit ten denken, ik kan geen manier vinden om hem te heipen." „Vijfhonderd fornuizen," herhaalde Bliss, „en elk fornuis is veertien guinea's waard. Waarom probeert hij niet, om een gedeelte ervan onder den prijs te ver koopen, dan kan hij tenminste die reke ning betalen." „Ja, dat heeft hij al geprobeerd, of schoon hij gloeiend het land had, want hij vond, dat zooiets voor een eerlijk za- kenmensch niet te pas kwam. Vandaag nog heeft hij tweehonderd van de for nuizen tegen inkoopsprijs aan een of an dere firma aangeboden. Met dat geld had hij dan juist zijn rekening kunnen betalen. Maar ze wilden er niet op in gaan. En nu begint hij echt moedeloos te worden." „Allemachtig," mompelde Bliss. „En ik had mezelf om mijn ooren kunnen slaan, omdat ik niet in staat was ze tegen veer tien pond te verkoopen." „Maar dat is heel iets anders. U heeft uitsluitend winkeliers bezocht, en voor den detailverkoop is veertien pond heusch niet te veel. Als u mijn opinie wilt weten, dan begrijp ik eigenlijk niet, dat u niets verkocht heeft," voepje ze niet zeer fijn gevoelig eraan toe, „in 't begin was u toch zoo zeker, dat 't u wel lukken zou." Bij die woorden klemde hij zijn kaken opeen. Hij had een uitdrukking op zijn gezicht, die Sir James Alroyd waarschijn- ten hoogste verbaasd zou hebben. „De maand is nog niet om," zeide hij kortaf. De deur ging open en mr. Masters kwam op zijn gewone drukke, joviale ma nier naar binnen stappen. Met het meest genoeglijke gezicht van de wereld neu riede hij een liedje, maar zijn houding die wilde zeggen, dat er niets aan db hand was, was te gewld, om waar te zijn, „Zoo, ben je daar nog, Bliss." zeide hij opgewekt, ,,'t Spijt me, dat ik het je moet zeggen, maar wil je er aan denken, óat aanstaanden Zaterdag je proeftijd om is. Je weet toch wel, dat we een maand proeftijd hadden afgesproken." Bliss stond eenigszins moeielijk op. ,,'t Spijt me, dat ik tot dusver nog niets verkocht heb, mijnheer," zeide hij lang zaam. „Maar ik heb nog twee dagen voor den boeg, en nu heb ik gedachtik bedoel, terwijl ik hier zat, heb ik een plannetje gemaakt. Misschien draait het op niets uit, maar in elk geval kan ik 't morgen nog eens probeeren." Mr. Masters keek hem een beetje nieuwsgierig aan. „Ben je van plan om je geluk nog eens in een andere buurt te probeeren?" vroeg hij. „Je moet maar denken, jij hebt den alleenverkoop en 't is werkelijk het beste fornuis dat er bestaat. Als het je eerst maar lukt om de menschen die er wat voor voelen te pakken te krijgen." „Ja, dat heb ik ook al gedacht, mijn heer," zeide Bliss nog diep in gedachten. „O ja, dari wou ik u nog vragen, als de een of andere klant het fornuis een wil zien, kan dat dan (Wordt vervolgd.) 0

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 1