Gedistilleerd ook bij de maat verkrijgbaar |g|
Rijk en geen geid.
TIELEMANS' Wijnhandel
De juichende zomer
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Buitenlandsch overzicht.
Nr. 7132.
EERSTE BLAD
DONDERDAG 16 JUNI 1932
60ste JAARGANG
De „leuter-conferentie te Genéve. - Wat zal Lausanne
brengen? - De Hngelsche bisschoppen verklaren zich
tegen aanvalswapenen. - De nieuwe financieële nood
verordening in Duitschland. - De besprekingen tusschen
Herriot en MacDonald.
KONIJN's Gekookte Geldersche
TWEEDE KAMER.
Kustverdediging.
in 50 dessins,
kletir-eoht, - wasch-echt,
Steun aan de varkenshouderij.
FEUILLETON
HELOEÜSCHE eOUH^NT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnen
land f 2.-, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 t> 0.70, f 0.70,
f 1.—. Modeblad resp. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.35. Lossenos. 4 ct. ;fr. p.p.6et.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewjjsno. 4 ct.
De leuterconferentie te Genève. Het
oneerbiedige woord dat we hier gebrui
ken over de gewichtige besprekingen
te Genève is niet van ons, doch werd door
het deftige blad, de „Nw. Rott. Crt." ge
bezigd. Het moet dus wel erg zijn met de
discussies in Genève, als de „Nw. Rott.
Crt." zich zoo kan vergeten en ten koste
van haar prestige dit woord durft te ge
bruiken.
Het blad schrijft o.m. naar aanleiding
van het jongste gebabbel te Genève:
Er verschijnen sedert maanden in de
groote dagbladen drie serieën van be
richten, die geen krant kan weglaten,
doch welke toch beter ongelezen zouden
blijven, omdat ze niet anders dan teleur
stelling wekken: weerberichten, beursbe
richten en berichten van de ontwape
ningsconferentie. In de eerste serie
schijnt sinds enkele dagen eene betere
wending te zijn gekomen. Wij mogen
hopen, dat de heeren in de Bildt hiermee
het sein hebben gegeven ook voor de
tweede serie, zoodat ook daar wat meer
licht in zal komen. Dan resten nog slechts
de berichten over de ontwapeningsconfe
rentie, die niet slechts teleurstelling, doch
hoe langer hoe meer ergernis verwekken.
Zou nu werkelijk voor ons land de tijd
nog niet aangebroken zijn, om die, plat
weg gezegd, leuterconferentie te laten
voor wat zij is, en onze Nederlandsche
afvaardiging naar Den Haag terug te
doen keeren?
Volgens de jongste berichten zal de
conferentie nu voorloopig weer tot Au-
fustus doorpraten; als zij er nog ooit toe
omt, iets te gaan doen, waarbij het ge-
wenscht is, Nederlands stem te laten hoo-
en, dan kunnen onze vertegenwoordigers
innen de 24 uur te Genève terug zijn.
Het zou misschien jammer zijn, zoo nu
juist met mooi weer aan het dienstver-
blijf te Genève een voorloopig eind werd
gemaakt, maar de heeren zullen toch ook
wel naar huis terug verlangen. In ieder
geval zou hun terugkomst hier te lande
met vreugde worden begroet, omdat
daaruit zou blijken, dat althans onze re
geering het onwaardig vertoon te Ge
nève moe is.
Zal Lausanne minder teleurstelling en
minder ergernis verwekken dan Genève?
vraagt hetzelfde blad terecht na boven
staande ontboezeming. Geen mensch die
het niet hoopt; maar helaas ook al weer
zeer weinigen die het verwachten. De be
richten uit Parijs en Londen van de laat
ste dagen zijn iets optimistischer, doch
dit zegt nog niet veel, want het pessimis
me was universeel en dreigde de heele
conferentie van den aanvang af te ver
stikken.
Vrees daarvoor is zeker niet ongerecht
vaardigd, te meer omdat er al weer eene
heeft zijn intrede gedaan; al wat adem heeft
verzadigd jich aan licht en lucht. Stelt U
zelf in staat zonder gevaar van deze feest
gaven der natuur te genieten door, ter voor
koming van zonnebrand, Uw huid met
„Zij"-Crême in te wrijven.
In prijzen van 203045en 75 cent.
volgende conferentie nu eene groote
oeconomische conferentie, waar dan spij
kers met koppen zouden worden gesla
gen! tegen September is aangekon
digd.
Dat is de beste wijze, om de bijeenkomst
te Lausanne te laten mislukken. Immers
de neiging daar zal er nu te grooter om
j worden, de beslissing over al waar het
op aankomt maar weer uit te stellen, de
vraagstukken hangende te houden tot de
conferentie van September. En onder de
heeren politici, die te Lausanne bijeen
komen, zijn er genoeg, aan wie dat wel
kom zal zijn.
De Engelsche bisschoppen tegen aan
valswapenen. De aartsbisschop van;
York en vele andere Anglicaansche kerk-
vorsten publiceeren in de „Times" een'
brief, waarin zij hun groote teleurstel-
De herstelconferentie in Lausanne.
Orandi. Von Papen.
MacDonald. Herriot.
ling te kennen geven over het feit, dat
op de ontwapeningsconferentie nog geen
vorderingen zijn gemaakt. Dezelfde klacht
dus weer, als hierboven reeds werd geuit
en waardoor de „Nw. Rott. Crt." sprak
van leuterconferentie. De brief vervolgt
dan verder:
Er zijn ook nog geen aanwijzingen, dat
de naties zich ernstig met het vraagstuk
van den vrede en de ontwapening van in
ternationaal standpunt bezien, bezighou
den. Rapporten van technische commis
sies, volgens welke bepaalde groote be
wapeningen als verdedigingswapens moe
ten worden beschouwd, zijn absurd en
ondermijnen het vertrouwen.
De werkelijke plicht van een mede-on
derteekenaar van het verdrag van Ver-
sailes bestaat daarin, dat het tot een ver
bod of toch ten minste tot een belangrijke
vermindering der wapens komt, welke
Duitschland bij het verdrag van Versail-
les zijn verboden. De slagschepen, mili
taire vliegtuigen, zwaargeschut, onderzee
booten en tanks moeten worclen afge
schaft. Met alle macht, die in ons is
aldus besluiten de bisschoppen hun brief
eischen wij dat de Engelsche regeering
zich onmiddellijk uitspreekt voor een ver
bod of tenminste voor een belangrijke
vermindering van deze wapens.
m
jé
De nieuwe financleele noodverordening
in Duitschland. De rijkspresident heeft
Woensdagmiddag de nieuwe financieele
noodverordening onderteekend. Zij zou
nog gisterenavond worden gepubliceerd
en dan meteen in werking treden.
Over de politieke noodverordening was
men het Woensdagmiddag in de be
voegde kringen nog niet eens geworden,
zoodat het nog onbekend was wanneer zij
zal worden uitgevaardigd.
Bij de nijpdverordening van den rijks
president inzake maatregelen tot hand
having van de werkloozenondersteuning
en der sociale verzekering, zoomede tot
verlichting van de crisislasten der ge
meenten wordt een officieele uiteenzet
ting gegeven, waarin o.m. wordt ver
klaard:
I. De noodverordening brengt de uit-
keeringen in het algemeen terug tot den
stand van 1927. Aangezien de loonen in
het algemeen gedaald zijn tot het niveau
van 1927 is het noodzakelijk ook de uit-
keeringen der ongevallenverzekering met
15 pet. te verminderen.
II. Verlichting in de crisislasten der ge
meenten. De financieele toestand van het
rijk is uitèrst gespannen. Tegenover een
opbrengst aan belasting en tarieven in
1930 van 6 milliard rijksmark, staan in
1931 ondanks alle belastingverhoogingen
inkomsten tot een bedrag van nog niet
51/s milliard. Voor 1932 wordt dit bedrag
geraamd op ongeveer 5.4 milliard. Het
ontwerp begrooting der rijksregeering
voorziet in een bedrag aan inkomsten en
uitgaven tot een totaal van 8.2 milliard.
Aangezien voor al deze uitgaven nog
geen dekking is gevonden, ziet de regee
ring zich gedwongen opnieuw de zoutbe-
lasting in te voeren en op het gebied van
uitkeeringen aan oorlogsinvaliden de
wanverhouding op te heffen, welke was
ontstaan door het feit dat de kinderlooze
lichtgewonden er beter aan toe waren
dan de gehuwden met kinderen.
De besprekingen tusschen Herriot en
MacDonald hebben de hoop gevestigd dat
althans tusschen Engeland en Frankrijk,
ten opzichte van het vraagstuk der her
stelbetalingen, overeenkomst zou zijn be
reikt. Op zijn reis naar Genève ver
klaarde Herriot aan den specialen be
richtgever van de „Daily Mail" dat niets
hem grootere verwachtingen geboden had
voor de toekomst, dan de uiterst vriend
schappelijke en vruchtbare besprekingen
te Parijs.
In Crisistijd is kwaliteit goedkooper
Hoe onvolkomen de machine van
tepenwoordip nop is.
Een mensch van vleesch en bloed moet
haar bedienen.
Op de vraag, of hij hoopte, dat men te
Genève ditmaal tot resultaten van wer
kelijke beteekenis zou komen, antwoordde
Herriot: natuurlijk, anders zou ik niet
naar Genève gaan. Hij verklaarde groote
bewondering en vriendschap te koeste
ren voor MacDonald en zeide ervan over
tuigd te zijn, dat bij zooveel goeden wil
aan alle kanten het mogelijk moest zijn
goede vorderingen te maken, al kon men
ook niet direct een oplossing van alle
hangende kwesties verwachten.
Ook te Lausanne, zoo verklaarde, naar
Reuter verneemt, Herriot verder, zal men
tot een oplossing geraken, die tot herstel
van het zwaar geschokte vertrouwen in
de wereld zal bijdragen.
Hierbij werd opgemerkt, dat de ge
dachte aan een bewapeningspauze spoe
dig veld zal winnen en wellicht in vast
staande vorm door de Britsche regeering
zal worden voorgesteld.
Het voorstel zou o.a. behelzen, dat ge
durende een bepaalden tijd geen enkel
wapen, van welken soort ook, mag wor
den bijgemaakt.
OORLOGSBODEMS NAAR
AMSTERDAM.
Hr. Ms. „Gelderland" komt Donderdag
a.s. voor een kort bezoek in onze haven.
Vrijdag komt de pantserboot Hr. Ms.
„Gruno". Beide schepen, die ligplaats
krijgen aan den steiger der Holland—
Amerika-Lijn, blijven tot Maandag.
REGELING VAN DEN OPSLAG VAN
BOTER.
De regeering heeft een nadere regeling
getroffen voor den opslag van boter in
koelhuizen, waarvan de kosten blijkens
het kort geleden gepubliceerde communi
qué niet door de belanghebbenden behoe
ven te worden gedragen.
DE KAMERFACATURE-HEEMSKERK.
Voor de vervulling van de vacature in
de Tweede Kamer, ontstaan door het
overlijden van mr. Th. Heemskerk, komt
voor benoeming in aanmerking volgens
de candidatenlijst der Anti-rev. partij mr.
H. Bijleveld, directeur van de Rijksver
zekeringsbank en oud-minister van
marine.
DE SCHOOLGELDEN OP DE
ZEEVAARTSCHOLEN.
Het Tweede Kamerlid Ketelaar heeft
den minister van onderwijs, kunsten en
wetenschappen de volgende vragen ge
steld:
1. Is het juist, dat aan de besturen der
zeevaartscholen door den minister van
onderwijs, kunsten en wetenschappen is
opgedragen, de schoolgelden van den
twee-jarigen cursus zeer aanzienlijk te
verhoogen en in het algemeen het volle
uniforme bedrag te heffen, terwijl alleen
in bijzondere gevallen op een daartoe
strekkende aanvrage als uitzondering bij
min- of onvermogendheid van de ouders
of verzorgers tot vermindering of vrijstel
ling van schoolgeld zal mogen worden
overgegaan?
2. Is de minister bereid bij bevestigend
antwoord op de eerste vraag, mede te
deelen, hoe deze regeling ontworpen is
en in hoeverre zij verschilt van de tegen
woordige regeling?
3. Bestaat op het oogenblik op de ver
schillende zeevaartscholen een evenredige
schoolgeldheffing en zoo ja, waarom
wenscht de minister een dergelijke rege
ling zij hqt wellicht eenigszins ver
hoogd niet te handhaven?
4. Waarom kan voor een middelbare
nijverheidsschool niet hetzelfde tarief van
schoolgeldheffing gelden als voor de
H.B.S. met vijfjarigen cursus?
5. Vreest de minister niet, dat, gezien
de kringen, waaruit de leerlingen van de
zeevaarscholen voortkomen, het bedrag
aan schoolgeld, vermeerderd met de aan
schaffing van dure technische boeken,
voor velen te hoog zal zijn en daarvan
weer het gevolg zal wezen, dat velen zon
der vooropleiding zullen gaan varen en
daardoor later veel meer moeite met het
afleggen van hun examens zullen hebben?
De niet-afgebouwde forten bij
Vlissingen en Kijkduin.
In een nota naar aanleiding van het
verslag over het wetsontwerp tot intrek
king van de wet van den 23sten Juni
1913, tot instelling van een fonds ter
verbetering van de kustverdediging, zegt
de regeering:
Sinds de instelling van het fonds ter
verbetering van de kustverdediging werd
ten laste van dat fonds aan het maken
en verbeteren van de forten bij Vlissingen
en Kijkduin (Den Helder) een bedrag van
in totaal rond f 3.500.000 uitgegeven.
Naar het oordeel van de regeering is
een belangrijk deel van deze gelden uit
gegeven voor den bouw van verdedigings
werken, welke destijds gerekend moesten
worden tot werken, welke aan de meest
moderne eischen voldeden.
Eerst in den loop van den wereldoorlog
bleek nadat de bouwwerkzaamheden
waren onderbroken dat, in verband
met hetgeen in dien oorlog werd ervaren,
het tot dusverre ingenomen standpunt
zou moeten worden verlaten. Het reeds
gemaakte werk moest zooals dat trou
wens met veel materieel ontworpen voor
den wereldoorlog, het géval was als
minder deelmatig worden beschouwd, zoo
dat het dan ook niet verantwoord kon
worden geacht nog belangrijke sommen
voor den afbouw te bestemmen, waar
door dan 2 forten zouden zijn verkregen,
welke oogenschijnlijk een doelmatige be
steding van de gelden zouden hebben
opgeleverd, doch door welken bouw de
landsverdediging slechts weinig gebaat
zou zijn geworden.
De in aanbouw geweest zijnde forten
bij Vlissingen en Kijkduin zullen op de
hiervoren ontwikkelde gronden inderdaad
verder buiten gebruik moeten worden
gelaten.
KONINGSTRAAT 85
TELEFOON 492
ülüi per el.
Verkrijgbaar bij:
Let op naam op den zelfkant
Vraagt onze Stalen-collectle
Ingediend is thans het reeds aange
kondigde wetsontwerp tot steun aan de
varkenshouderij. Aan de memorie van
toelichting wordt Ifet volgende ontleend:
Gezien de ernstige ontwrichting van de
varkenshouderij, welke een der voor
naamste bronnen van inkomsten is vooï
de kleinere bedrijven op de lichtere gron
den, heeft de regeering gemeend, thans
ook maatregelen te moeten beramen
welke ten doel hebben aan dezen belang
rijken tak van den landbouw hulp te bie
den. Daar een zeer belangrijk deel van
den Nederlandschen varkensstapel voor
export is bestemd, zal in een plan tot
hulpverleening aan de varkenshouderij
hiermede noodzakelijk rekening moeten
worden gehouden. De regeering heeft ge
meend ten aanzien van het exportvraag-
stuk de beschouwing in het advies der
Landbouw crisis-commissie te dezer zake
in groote lijnen te moeten volgen.
Het is met het oog op de exportbelan
gen, welke er toch in de eerste plaats bij
gebaat zijn, dat onze plaats op de buiten-
landsche markt wordt versterkt, uiter
mate gewenscht, hierin verbetering te
brengen. De eerste voorwaarde hiervoor
is, dat de kwaliteit van het aangeboden
varkensvleesch wordt verbeterd. Daar
voor is noodzakelijk dat de landbouwers
de varkens naar kwaliteit betaald krij
gen. Dit zal slechts dan algemeen kunnen
worden doorgevoerd, indien in den ex
port concentratie tot stand wordt ge
bracht. De overtuiging, dat slechts op
deze wijze een afdoend resultaat is tö'
verkrijgen, heeft zich niet slechts bij den
landbouw, maar ook bij de particuliere
exporteurs zoo sterk gevestigd, dat sedert
enkele jaren pogingen in het werk wor
den gesteld om tot een gemeenschappe-
lijken opzet te komen.
Iedere landbouwer, die een toom big
gen gefokt heeft, moet deze, voordat de
dieren een bepaald gewicht hebben be
reikt, door het comité van een merk doen
door
E. PHILLIPS OPPENHEIM.
1)
HOOFDSTUK IV.
De dagen, welke nu volgden, waren
voor Bliss een nachtmerrie. Gedurende
drie en een halve week trachtte hij het
Alpha fornuis te verkoopen;. het kostte
hem een paar schoenen en hij had niet
het minste succes.
Dezelfde Bliss, die in zijn vorig leven
op zijn wenken bediend was, die nooit
iets anders dan de grootste onderdanig
heid en beleefdheid van het bedienend
personeel op kantoren of in restaurants
had ondervonden, werd nu door loopjon
gens, die zich verwaardigden om van zijn
tegenwoordigheid notitie te nemen, door
even door de opening in de deur naar
hem te kijken, onhebbelijk behandeld;
uren moest hij soms wachten in tochtige
gangen, als een bediende het eenvoudig
vergat, dat hij dan nog steeds met een
min of meer verkapt beleedigend ant
woord, dat men van zijn aanbieding geen
gebruik wenschte. te maken, naar huis
kon gaan. Nu en dan, als het hem gelukte
den patroon zelf te spreken te krijgen,
moest hij hooren, dat het artikel, dat hij
wenschte te verkoopen, te weten het for
nuis, het slechtste, het duurste en het
meest ouderwetsche fornuis was, dat er
bestond. Eiken volgenden dag accentueer
de de harde uitdrukking op zijn gezicht.
De tegenzin in zijn nieuwe werk, waar
mee hij begonnen was, half omdat hij het
wilde en half omdat hij er werkelijk voor
voelde, werd met den dag sterker door
het volkomen ontbreken van ook maar
eenig succes. Nu en dan voelde hij zijn
beenen onder zich trillen, maar nu was de
oorzaak niet langer nervositeit, maar
werkelijke zwakte. Hij sliep in een klein,
afgeschoten hokje op den zolder van een
huis in een van de meest obscure buur
ten, zijn voedsel bestond uit ingrediënten,
welke niet bepaald voedzaam waren. Zijn
eenige inkomsten waren twee pond in de
week, welke hem in de handen brandden,
wanneer hij ze, na zes dagen werken zon
der eenig resultaat, moest aannemen. De
ayonden, wanneer hij verslag moest gaan
uitbrengen in het kleine magazijn in
Fleetstreet, werden langzamerhand een
soort nachtmerrie voor hem. Het begon
al, wanneer hij de deur opendeed en over
den drempel stapte. De magazijnknecht,
die gewoonlijk het model fornuis nog eens
extra stond op te poetsen, liet zijn werk
in den steek en keek hem vol verwach
ting aan. Altijd kwam mr. Masters hem
bij de kantoordeur tegemoet, met de
stereotype vraag, welke iederen dag iets
dringender, iets angstiger klonk:
„En Bliss, hoe is 't vandaag gegaan?"
En dan, om het nog erger te maken,
hield het aanhoudend tikken van de
schrijfmachine op en zag hij de heldere
oogen van de typiste met een zweempje
van hoop op hem gevestigd. En telkens
en telkens weer moest hij hetzelfde zeg
gen. Het was bijna niet meer uit te hou
den. Op den zes-en-twintigsten dag van
zijn proeftijd stapte hij, of liever, hinkte
hij, met een trek van pijn op zijn gezicht
naar binnen om de vuurproef voor de zoo-
veelste maal te doorstaan. Hij had van
Islington af moeten loopen en voelde zich
moe en duizelig. Terwijl hij de deur open
deed begon hij al te spreken, te spreken
met halfgesloten oogen, om de gezichten
maar niet te zien. Hij had een gevoel,
alsof hij zijn patroon op een of andere
manier vandaag den genadeslag ging toe
brengen. Vandaag had hij, volgens af
spraak, bij iemand moeten terugkomen en
al de hoop van mr. Masters was op dit
bezoek gevestigd geweest.
„Weer niets," zeide hij. „Zelfs geen
kans op een order. Bembers heeft me niet
eens willen ontvangen. Zijn bediende ver
telde me, dat ze juist een groote order ge
plaatst hadden bij een Amerikaansche
firma, omdat haar fornuizen vijf procent
goedkooper waren dan de onze."
De typiste keek snel een anderen kant
op. Mr. Masters mompelde iets binnens
monds, stond op, en ging naar het maga
zijn. Bliss liet zich op den eersten den
besten stoel neervallen en bedekte zijn ge
zicht met zijn handen. Het meisje keek
even naar hem en zuchtte.
„U bent zeker erg moe," zeide ze, „zal
ik voor een kopje thee zorgen?"
Dat was voor het eerst vandaag, dat
iemand hem zoo vriendelijk toesprak.
Dankbaar keek hij haar aan.
„Dolgraag," antwoordde hij. „Ik ben
zoo moe als een hond. 't Kan zijn dat ik
een prul van een reiziger ben," ging hij
eenigszins verbitterd door, „maar ik ge
loof, dat zelfs de aartsengel Gabriël in
eigen persoon niet in staat zou zijn, die
fornuizen te verkoopen."
„Ik ben heel erg bang," was het ant
woord, terwijl het meisje met een kopje
thee in haar hand op hem toekwam, „dat
de deurwaarder er nu wel aan te pas zal
komen."
Vragend keek hij haar aan.
„Wat bedoelt u daarmee?" vroeg hij.
„Ik dacht, dat de fornuizen niet snel ge
noeg in elkaar gezet konden worden, dat
ze bij bezendingen ingescheept werden
voor export."
„Voor-den-mal-houderij," verzekerde ze
hem, „niets anders dan dat. Ik geloof,
dat het er nu niet meer op aankomt, dat
ik u alles vertel. Mr. Masters heeft den
geheelen faillieten boedel van een ijzer
gieterij in Sheffield opgekocht. Het was
natuurlijk een gewaagde speculatie, maar
u weet, dat hij alles nogal optimistisch
inziet. Op het oogenblik zijn er vijfhon
derd fornuizen klaar en hij heeft er geen
twintig verkocht. Verleden week is de
quitantie voor de helft van het materiaal
gepresenteerd, die hebben we gelukkig
kunnen betalen, maar de volgende komt
nu aanstaanden Dinsdag. Ik weet zeker,
dat Mr. Masters het geld niet heeft, want
het geld dat er nog is, is precies toerei
kend om Zaterdag de loonen uit te beta
len. Aanstaanden Dinsdag hebben we
dan vijfhonderd fornuizen, maar geen
cent in kas."
Bliss was niet in staat een woord uit
te brengen. Hij zat doodstil en staarde
de spreekster in-verbaasd aan.
„Het spijt me zoo voor Mr. Masters,"
ging ze zachtjes voort. „Hij was vroeger
maar een gewoon werkman en de twee
honderd pond, waarmee hij begonnen is,
heeft hij van zijn weekloon opgespaard.
En hij voelt zich zoo. Ik geloof, dat het
een groote slag voor hem zal zijn, als dit
mislukt. Maar hoe ik ook erover heb zit
ten denken, ik kan geen manier vinden
om hem te heipen."
„Vijfhonderd fornuizen," herhaalde
Bliss, „en elk fornuis is veertien guinea's
waard. Waarom probeert hij niet, om een
gedeelte ervan onder den prijs te ver
koopen, dan kan hij tenminste die reke
ning betalen."
„Ja, dat heeft hij al geprobeerd, of
schoon hij gloeiend het land had, want
hij vond, dat zooiets voor een eerlijk za-
kenmensch niet te pas kwam. Vandaag
nog heeft hij tweehonderd van de for
nuizen tegen inkoopsprijs aan een of an
dere firma aangeboden. Met dat geld
had hij dan juist zijn rekening kunnen
betalen. Maar ze wilden er niet op in
gaan. En nu begint hij echt moedeloos te
worden."
„Allemachtig," mompelde Bliss. „En ik
had mezelf om mijn ooren kunnen slaan,
omdat ik niet in staat was ze tegen veer
tien pond te verkoopen."
„Maar dat is heel iets anders. U heeft
uitsluitend winkeliers bezocht, en voor
den detailverkoop is veertien pond heusch
niet te veel. Als u mijn opinie wilt weten,
dan begrijp ik eigenlijk niet, dat u niets
verkocht heeft," voepje ze niet zeer fijn
gevoelig eraan toe, „in 't begin was u
toch zoo zeker, dat 't u wel lukken zou."
Bij die woorden klemde hij zijn kaken
opeen. Hij had een uitdrukking op zijn
gezicht, die Sir James Alroyd waarschijn-
ten hoogste verbaasd zou hebben.
„De maand is nog niet om," zeide hij
kortaf.
De deur ging open en mr. Masters
kwam op zijn gewone drukke, joviale ma
nier naar binnen stappen. Met het meest
genoeglijke gezicht van de wereld neu
riede hij een liedje, maar zijn houding
die wilde zeggen, dat er niets aan db
hand was, was te gewld, om waar te zijn,
„Zoo, ben je daar nog, Bliss." zeide hij
opgewekt, ,,'t Spijt me, dat ik het je moet
zeggen, maar wil je er aan denken, óat
aanstaanden Zaterdag je proeftijd om is.
Je weet toch wel, dat we een maand
proeftijd hadden afgesproken."
Bliss stond eenigszins moeielijk op.
,,'t Spijt me, dat ik tot dusver nog niets
verkocht heb, mijnheer," zeide hij lang
zaam. „Maar ik heb nog twee dagen voor
den boeg, en nu heb ik gedachtik
bedoel, terwijl ik hier zat, heb ik een
plannetje gemaakt. Misschien draait het
op niets uit, maar in elk geval kan ik
't morgen nog eens probeeren."
Mr. Masters keek hem een beetje
nieuwsgierig aan.
„Ben je van plan om je geluk nog eens
in een andere buurt te probeeren?" vroeg
hij. „Je moet maar denken, jij hebt den
alleenverkoop en 't is werkelijk het beste
fornuis dat er bestaat. Als het je eerst
maar lukt om de menschen die er wat
voor voelen te pakken te krijgen."
„Ja, dat heb ik ook al gedacht, mijn
heer," zeide Bliss nog diep in gedachten.
„O ja, dari wou ik u nog vragen, als de
een of andere klant het fornuis een wil
zien, kan dat dan
(Wordt vervolgd.)
0