Betrckhen^
Nieuwe Uitgaven.
Verbetering van
de Nederlandsche Marinebasis.*)
ftTfraMOTHl
Tijdschriften en Weekbladen.
Radiografisch Weerbericht
In het „Marineblad" van 30 April
achrnft overste Coster het volgende:
Nu de Marinewerf te Amsterdam tot
het verleden behoort en de dagen van de
Werf te Hellevoetsluis geteld schijnen,
kan het zyn nut hebben na te gaan m
hoeverre de alsdan eenig overblijvende
Marinewerf voor haar taak geschikt is
en welke veranderingen de invoering van
het moderne materieel in dit opzicht ten
gevolge zullen moeten hebben.
I. Ontstaan van Haven en W erf.
Van de maritieme werven in Neder
land is Willemsoord de jongste, zij werd
gesticht in de eerste jaren van het Ko
ninkrijk der Nederlanden tusschen 181o
en 1827, en diende in de eerste plaats om
aan de op het eind der 18e eeuw ge
maakte haven het Nieuwe Diep, een Ar
senaal en herstelplaats voor schepen te
bezitten.
De Haven zelve dankt haar ontstaan
aan de behoefte om tydens den 4en Ln-
gelschen oorlog, toen het Zeegat van de
Maas verloopen was, en het Pampus en
daarmee de toegang naar Amsterdam
steeds ondieper werd, voor de schepen
van 'slands Vloot, vooral in den winter,
een veilige ligplaats te vinden. Nog in
1780 wordt hiervoor het Oude Veer (na
bij het tegenwoordige Ewijcksluis) ge
bruikt. In 1781 brengt Prins Willem V
een bezoek aan het Nieuwe Diep en
wordt besloten, deze geul, die diende tot
afwatering der bij hoog water onderloo-
peude banken van het Koegras tot haven
in te richten.
Hiertoe moest eenig baggerwerk aan
den mond. waar een bank, „de Harssens
den toegang beiemmerde, verricht wor
den en werd voorts aangevangen met het
maken van den leidam en den vangdam,
de leidam slechts tot aan het thans op
gespoten terrein bij de olietanks, en de
vangdam voor ongeveer 2/3 van zyn
tegenwoordige lengte. Eerst later, om
streeks 1800, werden deze dammen tot
hun tegenwoordige lengten afgewerkt.
Ter plaatse waar thans de werf is, be
vond zich een met wier begroeide vlakte,
die met hoog water onder liep. en van
waar enkele hoofden in het Nieuwe Diep
uitstaken. In 1812 werden deze gronden
bedijkt en in 1814 werd deze dyk tot het
Nieuwe Werk (bij Oostoever), waar
reeds in 1792 een kielplaats voor sche
pen verrezen was, verlengd. De haven
had dus toen haar tegenwoordige ge
daante gekregen. Eveneens werd in 1814
begonnen met den bouw van het Gioot-
Magazijn, de tegenwoordige magazynen
van „arsenaal", terwijl van I8I0—1822
de stichting van de eigenlijke Marine
werf, w.o. te verstaan graven van het
natte dok, bouw van het oude droogdok,
malen van het kanaal, nu bekend onder
den naam „Boerenverdriet", maken van
de zeedoksluis (dewelke later vergroot
is) en het graven van het afsluitings
kanaal 0111 de Werf, plaats had.
In de jaren 1857-1866 vonden weder
om groote verbeteringen plaats: het ge-
heele natte dok werd drooggelegd om
uitgediept en verlengd te worden (van
de weggegraven aarde weit njeuwe
„Wierhoofd" opgeworpen), henjeuwe
droogdok werd gebouwd, de zef™k?!"
verbreed en vernieuwd en m het Boe
renverdriet een keersluis gemaakt en
zoo werd de toestand geschapen, zooals
wil dezen momenteel kennen.
II Bezwaren van den tegenwoordi-
geCv"nnde grootste bezwaren van de
haven van Nieuwediep ta eigenlijk een
défaut de ses qualités. Immers de vang
dam is aangelegd 0111 in de haven een
dusdanig sterken stroom te onderhouden,
dat de haven door den stroom aut(jnia-
tisch op diepte blijft e" da^°°!jto
genverk overbodig wordt. Dit automa
Tisch op diepte houden van de haven is
zeer zeker gelukt, slechts in hoekjes,
achter uitstekende dammen en op plaat
sen waar door minder gunstige lynen
neervorming optreedt, heeft beperkte
aanslibbing plaats, waardoor eenig bag-
eer werk periodiek noodig blijft.
De in de haven staande getystroom,
die een max. van 3.5 mijl kan bereiken,
maakt echter alle manoeuvres in de
liaven bezwaarlijk en beperkt practiseh
de tijden, dat er door groote schepen ge
manoeuvreerd kan worden tot de tijden
van stil water.
(Vervolg van le pag. van het le blad).
Hierbij komt nog, dat zoowel de ingan
gen naar de koopvaardijsluis als die naar
de zeedoksluis loodrecht op de stroom
richting in de haven zijn gelegen, zoodat
de toegangen naar werf en binnenhaven
voor schepen van eenige lengte alleen
benut kunnen worden bij geheel stil wa
ter en voor schepen van eenigen diep
gang alleen bij stil water van hoog.
Neemt men dan nog in aanmerking, dat
de manoeuvre: een schip op de werf
brengen bij voorkeur bij daglicht wordt
uitgevoerd, dan wordt dus de mogelijk
heid om op de werf te komen, practiseh
tot eens per 24 uur beperkt, een nadeel,
dat vooral indien een beschadigd schip
in het dok moet worden opgenomen, be
slissend kan zijn.
Nu is aan het bezwaar van dien te ster
ken stroom in de haven tegemoet te
komen, door verkorting van den vang
dam, of wel meer radicaal door afdam
ming van de haven aan de Zuiderzee
zijde, echter gaat hierdoor het voordeel
van de automatische uitschuring van de
haven verloren en daarmede onstaat de
kans op aanslibbing. Nu kan aangeno
men worden dat de kans op belangrijke!
aanzanding in de haven zelve, door het
betrekkelijk arm zijn aan neerslag ge
vende deeltjes van het water in Marsdiep
en Wadden-Zee, niet zeer groot is, ech
ter bestaat de mogelijkheid op bankvor-
ming in den mond van de haven tusschen
ierhoofd en Harssens. Verbetering ten
opzichte van den stroom in de haven, zal
dus alleen met aanvaarding van het
risico periodiek in den havenmond te
moeten baggeren, verkregen kunnen
worden.
Een tweede bezwaar voor het gebruik
van de haven, vormen de afmetingen, i.c.
de breedte. De breedte bedraagt in den
mond van laag waterlijn-laag waterlijn
lil) m„ waarvan een breedte van 90 m.,
een diepte van meer dan 6 m. onder L w'
heeft. De omstandigheid, dat voor de
haven een stroom dwars overtrekt, die
een snelheid van 3 mijl per uur kan be
reiken, beperkt voor schepen van eenige
lengte eveneens den tijd, dat de haven
binnengeloopen kan worden. Immers men
zal moeten wachten tot het felle tij af is
en dan van de korte periode van betrek-
kelyk stil water gebruik maken. Groo-
tere schepen ziet men dan ook als regel
omstreeks stil water op de haven komen.
Een moedykheid hierbij is, dat de oogen-
ikken van stil water op de reede en in
de haven niet samenvallen, maar om
streeks een uur verschillen. Maar niet al-
ppHn 1 mond is de havenbreedte te
gering, verderop verbreedt de haven zich
breadt«^an^' bÖ de zeftdoksl,lis is de
breedte 130 m., waarvan 118 m. meer dan
6 m. diep. Een schip vau meer dan 115
m. lengte zal in de haven niet meer kun
nen draaien en genoodzaakt zijn, hetzij
achterwaarts binnen te komen, hetzij
achterwaarts te vertrekken, een ma
noeuvre die met behulp van sleepbooten
by gunstige gelegenheid wel is uit te
voeren, maar die steeds en zeer zeker
bij minder gunstige gelegenheid haar
niet geringe risico's medebrengt. Mo
menteel is 100 m., de practische lengte-
grens van een schip 0111 de haven te
kunnen gebruiken.
Dit is tevens ook de practische grens
0111 nog op de werf te kunnen komen, de
afstand van den steenen dam tot ingang
voorhaven is 115 m. (bij een diepte van
6 m.), de afstand, eenmaal in het natte
dok van zeedoksluis (tot overzijde bateau-
port oude dok) is 130 m.; een schip van
meer dan 110 m. zal niet meer op de werf
kunnen komen.
Nu bezit de Nederlandsche Marine
reeds schepen van 115 m. lengte (Hr. Ms.
„Java" en „Sumatra"), een kruiser van
ong. 168 m. lengte is ontworpen, van 2
flottielje-leiders, lengte 132 m. is de eer
ste bouw-termyn toegestaan. Men kan
dus zeggen, dat verbetering van de haven,
van den toegang naar de werf urgent te
achten is, immers weliswaar zijn momen
teel de kruisers uitsluitend voor Indië
bestemd, maar het lijkt geenszins uitge
sloten, dat deze schepen in een latere
levensperiode diensten in Nederland zul
len gaan verrichten (oefenmateriaal etc.)
terwijl de flottielje-leiders zelfs uitslui
tend voor Nederland bestemd zijn.
Een minimum te stellen eisch aan
haven en werf is dus, dat de tegenwoor
dig bestaande of geprojecteerde schepen
van haven en werf gebruik kunnen ma
ken en er kunnen dokken, terwijl bij het
ontwerpen van verbeteringen hiertoe
met mogelijke lengtevermeerdering der
verschillende scheepstypen zooveel mo-
gelyk rekening te houden is.
Hl. Gedachte verbeteringen.
De gedachte verbeteringen zyn op bij
gevoegde kaart van de haven in teeke-
ning gebracht.
De haven wordt door verlegging van
en steenen dam vanaf het opgespoten
terrein tot aan den mond verbreed
krygt nu een grootste breedte tegenover
de Marine Kazerne van ong. 220 m. De
ingang wordt verbreed door het 'fort
Harssens (uit de oorlogssterkte reeds af
gevoerd) gedeeltelijk te sloopen. Het
natte dok krygt een nieuwen ingang
waarby het bezwaar van den tegenwoor-
digen: „loodrecht op de stroomrichting
te staan', vervallen is. Het natte dok-
wordt uitgegraven, zoodanig, dat het
nieuwe Oostelijke boord aan de Zuidzijde
ligplaats biedt voor schepen tot 180 m.
lengte. Door afgraving van de Noord
zijde dei' tegenwoordige voorhaven van
de zeedoksluis, ontstaat gelegenheid tot
zwaaien van schepen van grootere leng
te, terwijl voorts voor die schepen een
droogdok is gedacht beoosten het be
staande nieuwe dok. De dokgelegenheid
wordt hierdoor tevens vermeerderd, het
geen vooral bij opheffing van 's Rijks
werf te Hellevoetsluis onvermijdelijk zal
zijn.
Wordt hiernaast, met aanvaarding van
het risico, dat periodiek baggerwerk in
den haven-mond noodig kan blijken, be
sloten de haven aan Z.O.-zijde af te slui
ten, dan verbetert niet alleen de gelegen
heid om ook met langere schepen in de
haven te manoeuvreeren aanzienlijk,
maar verkrijgt men tevens het voordeel,
dat de overzijde van de haven voor ver
schillende doeleinden, b.v. visscherij, be
nut kan worden. Momenteel toch is door
het ontbreken van een verbinding tus
schen vasten wal en leidam, maar één
boord van de haven voor schepen prac
tiseh te benutten. Komt aan de Z.O.-zijde
een afdamming tot stand, dan kan daar
een weg over heen geleid worden en is
het Oostelijke boord van de haven even
eens te benutten. In dit geval is een spe
ciale visschershaven aan het Z.O.-lijke
einde van de haven zeer wel te ontwer
pen.
IV. Conclusie.
Resumeerend zal verbetering van de
haven van Nieuwe Diep en de toegang
tot 's Rijkswerf in de naaste toekomst
noodig zijn en lijkt dezelve technisch uit
voerbaar. Partieele verbetering, b.v. dooi
de haven alleen zooveel te verbreeden, als
noodig is om dezelve bruikbaar te maken
voor de door Holland aan te bouwen flot-
Uelje-leraers, is uit een oogpunt van voor
uitziende politiek niet raadzaam.
Of het oogenblik voor uitvoering der
werken, waarmede uiteraard vrij groote
bedragen gemoeid zullen zyn, gunstig is,
kan betwyfeld worden. Aan de eene zijde
staat, dat streven naar een sluitende
staatsbegrooting medebrengt, ook voor
defensie geen nieuwe werken te begin
nen, aan de andere zijde, dat uitvoering
van werken van staatswege de heer-
schende en toenemende werkeloosheid
zal bestrijden, en de uitvoering in een
Jyd van malaise, goedkooper zal zijn dan
in een tijdvak van hoog-conjunctuur.
F. Coster.
Willemsoord, Maart 1932.
STEUN AAN DE
ZEESCHEEPVAART.
Verschenen is Memorie van Antwoord
in zake het wetsontwerp tot behartiging
vin de Nationale Scheepvaartbelangen.
"rü de indiening van dat ontwerp, aiutis
wordt daarin gezegd, werd ^e regeering
door het vertrouwen geleid, dat de nood
zakelijkheid van steunmaatregelen voor de
zeescheepvaart, om dit bedrijf voor den
ondergang te behoeden, algemeen zou wor
den ingezien.
l)e regeering heeft een systeem voor
oogen gestaan, waarbij door onderlinge
samenwerking het bestaande tijdig verbe
terd en versterkt kon worden, ten einde
het voor den toekomstigen en naar ge
vreesd moet worden langdurigen strijd
beter bestand te maken. Vandaar het voor
stel tot oprichting van een financierings-
„maatschappii" onder deskundige leiding.
Denkbaar is voorts een vorm van nau
we samenwerking door eenige scheep
vaartmaatschappijen onder eenzelfde di
rectie te brengen. Voorts is mogelijk ge
meenschappelijke exploitatie van bepaalde
lijnen. Waar ae regeering de vraag van
eenige leien, of een eictatuur op sclnep-
vaartgeVed gerechtvaardigd is, ontken
nend beantwoordt, spreekt het vanzelf, dat
hier nauwelijks dwingend kan worden op
getreden. Alleen in de gevallen waar
steun gevraagd wordt, zal door deskundi
gen moeten worden uitgemaakt of een be
paalde vorm van samenwerking commer
cieel gewenscht is.
Wat den Kon. Hollandsche Lloy betreft,
het heeft inderdaad in de bedoeling der
regeering gelegen in een afzonderlijk ont
werp van wet een nadere regeling te be
lichamen en deze vooraf aan het oordeel
der Staten-Generaal te onderwerpen, doch
hiertoe ontbreekt thans de tijd, omdat deze
maatschappij onder den invloed van den
grooten achteruitgang in het scheepvaart
bedrijf voor de voortzetting van haar be
drijf spoedig nieuwe kasmiddelen behoeft,
waarop bezwaarlijk gewacht zal kunnen
worden tot dat een dergelijk ontwerp het
Staatsblad heeft bereikt. Aan den eisch:
geen verstrekking van verdere kasmidde
len dan na totstandkoming eener aanne
melijke reorganisatie, zal echter de hand
worden gehouden.
Inmiddels heeft de regeering een voor
haar aannemelijk reorganisatievoorstel
ontvangen, waarmede het credietsyndicaat
vormende de grootste groep van crediteu
ren, zyn instemming heeft betuigd, terwijl
tevens van B. en W. van Amsterdam be
richt is ontvangen, dat dit college in be
ginsel bereid is, bij den gemeenteraad een
voorstel aanhangig te maken tot mede
werking aan de totstandkoming dezer re
geling.
DE LOONSVERLAGING BIJ DE
NEDERLANDSCHE SPOORWEGEN.
Naar aanleiding van de Zaterdag tus
schen de directie en den personeelraad
gehouden besprekingen inzake de loons
verlaging wordt o.a. medegedeeld
Het overleg dat met den personeelraad
heeft plaatsgevonden, heeft tot een ge
wijzigd denkbeeld geleid, hierin bestaande,
dat van 1 Juli af een korting van 5 pet.
op alle bezoldigingen, toelagen, premiën
enz. zal worden toegepast en de verder
gaande maatregelen nader met den per
soneelraad zullen worden behandeld, wan
neer in het najaar een herziening der
thans geldende loonregeling wel aan de
ori.e gesteld zal moeten woreen.
EEN NIEUWE SOCIALISTISCHE
JEUGDBEWEGING.
Onder voorzitterschap van mej. mr.
Stien de Zeeuw, uit Rotterdam, is Zater
dagavond en Zondag in het N. V.-Huis te
Utrecht een landelijke conferentie ge
houden, om te komen tot oprichting van
een nieuwe socialistische jeugdbeweging.
De oprichting van deze jeugdbeweging
staat in verband met de scheuring in de
A. J. C., welke organisatie die leden, die
tot de Onafhankelijk Socialistische Partij
behooren, heeft geroyeerd.
Dezen hebben nu, tezamen met een
aantal jongeren, o.w. ook een aantal
A.J.C.-ers, die met de O.S.P.-ers zijn uit
getreden, gesticht het ^Socialistisch Jeugd-
Verbond« (S.J.V.).
De conferentie werd bijgewoond door
114 vertegenwoordigers van jongeren uit
verschillende plaatsen van het land.
DE HAVEN VAN VLISSINGEN.
Bij de Tweede Kamer is een wetsont
werp ingediend tot machtiging van de
ministers van waterstaat en vanfinanciën
tot oprichting van de naamlooze vennoot
schap Haven van Vlissingen en tot het
sluiten van een overeenkomst met die
vennootschap betreffende de exploitatie,
de erfpacht en het gebruik van havens
en haventerreinen en de daartoe behoo-
rende inrichtingen en toekenning aan die
vennootschap van de bevoegdheid tot het
heffen van rechten.
de tweede voorluopige regeering. De
vliegers eischen de terugkeer van kolonel
Grove. Vliegtuigen hebben den torpedo
jager opgehouden, waarmede Grove en
andere revolutionairen naar Juan Fer-
nandez werden gedeporteerd. Ook net
vliegveld Quintero werd door vliegers
heroverd. De toestand is nog verergerd
doordat de marine weigert, de regeering
bij te staan tegen de opstandelingen.
Anderzijds steunt zij niet de revolu-
tionnairen, doch eischt zij de terugkeer
van den vroegeren president Montero
Slechts een klein gedeelte der luchtstryd.
krachten is der regeering trouw gebleven.
De tweede revolutionaire regeering te
■Santiago spreekt echter tegen dat de
luchtmacht in opstand zou zijn gekomen
of zich zou hebben verzet tegen de ver
wijdering uit het land van Grove.
De staat van beleg ln Chili.
Uit Santiago wordt gemeld, dat in Chili
de staat van beleg is afgekondigd. Daar
het spoorwegpersoneel in staking is ge
gaan en deze staking zich over het ge-
heele land heeft uitgebreid, wordt het
spoorwegverkeer in het geheele land
door militairen aan den gang gehouden.
De Britsche kruiser „Durban is te
Caltao aangekomen.
Het oppercommando van het leger heelt
den stakenden spoorwegarbeiders een
ultimatum gesteld, waarin zij bedreigd
wsrden met ontslag, arrestatie en ver
oordeeling door een krijgsraad, wanneer
zij niet uiterlijk heden, Maandagmorgen
te 10 uur, het werk weer hebben hervat.
Ex-dletator Ibanez op weg naar
Santiago.
De voormalige Chileensche dictator
Ibanez, is met toestemming der nieuwe
Chileensche Junta naar Santiago de Chile
vertrokken. Men hecht aan zijn vertrek
groote beteekenis en in politieke kringen
verwacht men, dat Ibanez in den een of
anderen vorm weer in de Chileensche
regeering betrokken zal worden.
CHINA EN JAPAN.
Sjanghai volkomen door de
Japanners ontruimd.
Volgens eer. officieele mededeeling van
het Japansche ministerie van oorlog
hebben de laatste Japansche troepen
Sjanghai verlaten.
De Japansche regeering constateert, dat
het Chineesch—Japansch acooord van 5
Mei over den toestand in Sjanghai door
de Japansche regeering volkomen is ten
uitvoer gelegd. De bescherming der be
volking is overgedragen aan de Ohinee-
sche politiestrüdkrachten.
TREINAANSLAG IN LITAUEN.
Op een passagierstrein van Kowno naar
Memel, die Maandagmorgen te Memel
had moeten aankomen, is Zondagnacht
een aanslag gepleegd. Op Litausch ge
bied hebben onbekenden een stuk rail
van twee meter over de rails gelegd, om
den trein te laten ontsporen. De loco
motief, die weinig vaart had, ontspoorde,
maar de trein kwam tot staan, zonder
dat er ongelukken gebeurden.
Met toestemming der redactie over-
?932°men UU hCt »MarinebIad" April
NIEUWE OPSTAND IN CHILI
Onder leiding van Chileensche vlieger
officieren is zoo luidt een gerucht
een nieuwe militaire actie ingezet ten
gunste van den radicalen kolonel Grove,
die in de afgeloopen dagen door Davila
is ten val gebracht.
Zeven met bommen beladen militaire
vliegtuigen hebben de vlieghavens van
Iquique en Quintero bezet en het oorlog
schip aangehouden, dat kolonel Grove
naar het eiland Juan Fernandez zou
deporteeren.
Nader wordt nog gemeld:
Het Chileensche vliegercorps is, naar
uit Santiago te Chili wordt gemeld, een
nieuwe tegenrevolutie aangevangen tege
EXCURSIES NAAR DE
WIERINGERMEER.
De Directie van den Wieringermeer-
polder te Alkmaar zendt ons een ge
schriftje gevattende een toelichting voor
het maken van uitstapjes naar het nieuwe
gebied. Het bevat, naast tekst, een aantal
photo's eneen uitstekend kaartje.
LUCHTREISGIDS K. N. I. L.
Verschenen is de Luchtreisgids 1932
van de Kon. Ned. Indische Luchtvaart
maatschappij.
Nieuwe zakelijkheid in opvoeding
door J. Riemens-Reurslag. Uitgave
van v. Holkema Warendorf's Uitg.
Mij. te Amsterdam. Prijs 2.90 geb.
Laat ons beginnen met de laatste regels,
waarmede de aankondiging voor dit boek
besluit.
„Men zal dit boekje hevig bestrijden, men
zal het ermee eens zijn, maar men kan het
niet ongelezen laten of er onverschillig tegen
over staan."
Ja, zoo is het. Een mooi boek, dat je pakt,
dat je meeneemt, dat je niet loslaat. Een
boek, dat je achter elkaar uitleest.
Het raakt problemen aan. die je dagelijks
aan den lijve voelt.
Wij leven in een tijd van verval, een oude
gedegen cultuur is aan het afsterven, en
reeds flauwtjes teekent zich de opkomst van
een nieuwe af.
De eene helft kan moeilijk afscheid nemen
van die oude cultuur, waarin men zoo rustig
leefde, de andere helft gaat. misschien wel
wat onbesuisd, het nieuwe licht tegemoet.
En dat nieuwe licht, het zijn de uitvindin
gen op technisch gebied, die elkaar steeds
vlugger opvolgen en die een kaste van aan
bidders der techniek vormt, die een eigen
cultuur, een eigen kunst, een eigen moraal
schept.
En dc jeugd? Zij voelt zich aangetrokken
tot dat nieuwe licht.
En nu doet het zoo prettig aan in dit boek.
dat de schrijfster de jeugd wil volgen op
dezen weg naar die nieuwe cultuur, maar nu
moet men weer een vrouw zijn, om in te
zien, dat hier materialistische gevaren zijn, en
daarom denkt zij zich onze scholen of school
complexen in een groot park, waar ook
plaats moet zijn voor een klein tempeltje,
waar de onderwijzer of leeraar zich met zijn
leerlingen of leerling kan terugtrekken en on
derwerpen kan bespreken van hooger orde,
zoodat in die nieuwe zakelijkheid een geeste
lijk, een religieus element geschoven wordt,
dat harmonie moet brengen tusschen lichaam
en ziel, tusschen stof en geest.
Waarlijk een frisch boek, dat waard is ge
lezen te worden.
NATIONAAL VERBOND VAN
GEMEENTE-AMBTENAREN.
De afdeeling Amsterdam van bovengenoem-
den Bond deed een vlugschriftje het licht
zien, getiteld „Rondom de loononderhande
lingen 1932 waarin een nadere uiteenzetting
gegeven wordt van het standpunt door het
Nationaal Verbond tijdens de gevoerde loon
onderhandelingen ingenomen. Secretariaat is
damSt ^Veterin8Plantsoen 16, Amster-
rott. verzekering-societeiten.
Verschenen is het Jaarverslag 1931 van
bovengenoemde maatschappij, uit te brengen
in de jaarvergadering, die 8 dezer wordt ge
houden.
Zomer-uitstapjes te water.
Deze biedt de Koninklijke Nederlandsche
Stoomboot-maatschappij te Amsterdam aan,
n.1. rondreizen naar Kopenhagen, Hamburg en
ook verder, met een luxe-stoomschip of ook
met haar vrachtschepen. Voor 65.al kan
men een rondreis van 13 dagen maken naar
Kopenhagen, Danzig en Stettin. Wie er zich
voor interesseert, vrage proispectus aan.
Wegwijzer door Assen.
Van Drente's hoofdstad is een nieuwe gids
verschenen, die de „voortreffelijke eigenschap
pen" (aldus noemt het Assen's burgemees
ter) als woonstad wil doen uitkomen. De typo
grafische indeeling is inderdaad origineel,
maar jammer is het, dat de druk niet beter is
geworden; de illustraties hadden scherper
kunnen zijn. Een duidelijk kaartje van de stad
is aan het boekje toegevoegd.
Gemeentelijke Gebiedsindeeling.
Verschenen is een overdruk van een tweede
artikel over Gemeentelijke gebiedsindeeling,
door de Centrale Commissie voor Bezuiniging,
ingesteld door de Nederlandsche Maatschap
pij voor Nijverheid en Handel te Haarlem in
het Mei-nummer van „Maatschappijbelangen",
het orgaan der Maatschappij, gepubliceerd.
Nogmaals de Nederlandsche taal.
Wij ontvingen het eerste nummer van „Onza
Taaltuin": maandblad voor de wetenschap der
taal als volksuiting, nationale cultuurschat en
instrument voor schoone kunst, onder redac
tie van Prof. Dr. Jac. van Ginneken en Prof.
Dr. G. S. Oveidiep. Uitgave W. L. J.
Brusse, N.V., Rotterdam. Uit het woord ter
inleiding blijkt, dat het maandblad wil zijn
een wetenschappelijk taaitijdschrift, niet
slechts voor de taalgeleerden en het onderwijs,
maar ook om leiding te geven aan het groote
publiek. „Wij beschouwen ons", aldus de bei
de redacteuren verder, „echter niet als gidsen
naar een gevaarlijk of ontoegankelijk gebied,
waar de gewone sterveling zonder ons zijn
weg niet zou kunnen vinden; maar voelen ons
als hoveniers van den taaltuin, die in werke
lijkheid de dagelijks bezochte en gebruikte
verkeersplaats is van heel ons Nederlandsche
volk".
Interessant is de studie van prof. van Gin
neken over „namen en bijnamen". Interessant
ook omdat hij daarin voorbeelden geeft van
het ontstaan van dikwijls grappige, ook wel
karakteristieke, maar zeer vaak met het oor
spronkelijke geen gelijkenis meer vertoonende
bijnamen. Wat dunkt u van deze ontwik
kelingsgang: (het betreft een klein jongetje
van circa 1 jaar, dat achtereenvolgens in de
familie de volgende namen krijgt)Piet, Pietie,
Pietevogeltje, Vogeltje, Pin, Pinnie, Pinneke,
Pinnemin, Minneke, Poentje, Pompoentje,
Nollie, Nolleke, Molleke. De naam „Jacob"
maakt de volgende evolutie door: Jacob, Jaak,
Jaakske, Jakie, Kob, Kip, Kippie, Kippekop,
Tip, Tippie, Jaap, Japke. Op dezelfde manier
ontstaan ook de bijnamen van dieren, waaruit
dan weer achternamen ontstaan zijn: Arend,
de Beer, de Bij (Bie), de Bock, den Braasem,
enz.
Onwilekeurig denken wij hierbij aan het
volgende aardige versje van wijlen pater van
Meurs: (in Betuwsch dialect en uit het hoofd
geciteerd)
Toen 'k heur nog vrijde, och heer. och heerl
Was 't „lieve Koatjel", wel duuzend keer!
Toen we getrouwd waoren, von ik het laf,
En liet het „lieve" van Koatje eraf.
Na de eerste woordenwisseling maakt de
jonge man het nog korter; hij begint te spre
ken van „Koat":
't Klonk nie zoo aorig, maor toch niet kwaodt
Maor toe 't me klaor wier wat aord ze had,
Maokte ik 't nog korter en bromde „kat!"
Verder kon de naam niet worden ingekort,
en 's dichters eenige wensch is dan ook voor
de toekomst:
'k Hoop dat de kat wêr een Koatje wordt!
Prof. Overdiep behandelt in dit nummer
o.a. Syntaxis en Dialectstudie, waarmede hij
een aanvang maakt.
Ontvangen het zomer-nummer van het Heidel-
berger Fremdenbiatt, speciaal voor Nederland ge
redigeerd in het Nederlandsch en tal van wetens
waardige artikelen bevattend. Dr. W. Schmidt
vertelt bijvoorbeeld van Nederlandsche kunste
naars en Heidelberg en over alle in dit deel van
Duitschland gelegen steden en stadjes zijn er arti
kelen. Het is de bedoeling den Nederlandschen
toerist een handleiding te geven voor zijn bezoek
aan deze door de natuur zoo rijk bevoorrechte
streek, waarvan Josef Victor von Scheffel zong:
Alt Heidelberg, du feine,
Du Stadt an Ehren reich,
Am Neckar und am Rheine,
Kein' andre koramt dir gleich!
Voor zoover de Heldersche lezer er gebruik van
maakt Heidelberg Is prachtig gelegen en van
af het beroemde slot heeft men een uniek gezicht
op de omgeving wenschen wij hem veel genoe
gen en fraai weer!
Naar waarnemingen verricht in den 1
morgen van 21 Juni.
Medegedeeld door het Kon. NederlandscK
Meteorologisch Instituut te de Bilt.
Hoogste stand 766.2 te Thorshavn.
Laagste stand 757.2 te Marseille.
Verwachting:
Zwakke tot matige N.W. tot Noorde
lijke wind, half tot zwaar bewolkt, weinig
of geen regen, weinig verandering in
temperatuur.