■F Él! Zeven dieren spelen. Bridge-rebriek. Ü1 H SCHAKEN. L 10. 21. 1 1 DAMMEN. 1 1 Zoekplaatje. Dikteie Bigmans, Otto Chimpansee, Bertus Geitesik en Amelia Kattestaart spelen met hun vriendjes, de beide honden Does Krul en Bobbie Hangoor, en de gans Max Kwaakmans. Wat zijn ze leuk gekleed hè! Dikkie en Otto heb ben haast dezelfde jasjes aan, maar DiikMe heeft een geruite broek en Otto XVIII. Wat het verzaken aangaat, waar over wij aan het slot van onze vorige bijdrage nog een en ander opmerk ten, de Engelsche regels die o.i. voorkeur verdienen boven de Holland- sche vindt men in het boekje: The Laws of Contract Bridge, verschenen te Londen bij de la Rue. Wij zullen echter later het verzaken in een apart artikel meer uitvoerig behandelen. Alvorens nu over te gaan tot de techniek van het spel zelf, nadat het bieden is afgeloopen, willen wij nog eenige algemeene opmerkingen en wenken geven. Bridge is een spel dat zeer populair is geworden en de reden ervan is wel deze, dat het evenals bij de krijgskunst een zeer scherpzinnige tactiek vereischt. Een Engelsch gene raal heeft eens gezegd: „Bridge vereenigt vrijwel alle be ginselen van den oorlog in zich: Ver rassing, concentratie, doelbewustheid, offensief en coöperatie. Voor een jong officier is er geen betere leerschool dan Bridge, en als hij dit spel niet meester wordt, zal hij nooit strategi sche problemen tot oplossing kunnen brengen". Wat die leerschool aangaat, het is een feit, dat over het algemeen veel te weinig aandacht wordt gewijd aan gemaakte fouten; hoe dikwijls krijgen wij niet te hooren, dat een speler over zijn deveine klaagt. Zijn slechte score heeft echter dikwijls meer te maken met slecht spel dan met slechte kaar ten. Met goede kaarten kan bijna ieder vrij gemiddelde bridgespeler overweg ;als men slechte kaarten krijgt, zijn het juist de goede spelers die door een juiste tactiek hun verlies weten te beperken. Net als in een oor log is bij Bridge een juist defensief minder catastrofaal dan een onstuimig uitgevoerd ondoordacht offensief. In aansluiting hieraan vestigen wij de aandacht op de psychologie van het spel; een en ander is ontleend aan een aardig boekje hierover van Buller: „The Reflections of a Bridgeplayer" (Londen, Methuen). Buller heeft aan diverse groote internationale matches meegedaan en heeft in zijn lange brid- ge-practijk een en ander meegemaakt. Mannen spelen volgens hem over het algemeen beter dan vrouwen, die dik wijls afgeleid wordenmaar de vrouw heeft een fijnere intuïtie, weet meestal beter te snijden Ook hij zegt: „Slechte kaarten zijn de toetssteen voor goed Bridge". Van conventies en ezelsbrugetjes moet hij niets hebben; men moet de theorie weliswaar goed onder de knie hebben, maar dat uit het hoofd leeren van alle mogelijke conventies heeft geen nut, en heeft „esprit de jeu" (Card Sense) of men heeft het niet. Buller voelt ook niets voor de z.g. „Goulash". Het komt nogal eens voor dat rondgepast wordt en dan opnieuw wordt gegeven. Sommige spelers voe len in dat geval iets voor den „gou lash" (wij zijn er tegen, het maakt van het spel een gokje). Iedere speler zet zya kaarten op volgorde en sorteert heeft er fijne knoopen op. Bertus beeft een pracht van een fluweelen jasje aan getrokken en Amelia ziet er uit om te stelen, in haar rose japonnetje, met zwart-fluweelen sehoudercape! Waar of de drie anderen zijn? Wel zij spelen „verstoppertje", en als je héél goed kijkt, dan zie je de twee honden en de gans, Does, Bobbie en Max, staan. Pro beer het maar eens! dus Schoppen bij Schoppen enz. De- geen, die heeft gegeven, geeft opnieuw en wel op deze wijze: hij legt zijn der tien kaarten met het dek naar boven (dus met de waardeaanduiding naar beneden) en achtereenvolgens leggen (als Z gever was), W, N en O hun pakje daarop. De kaarten worden niet gewasschen, maar alleen door O ge coupeerd, waarop Z opnieuw geeft en wel 6 kaarten aan W, N, O en zichzelf, voorts nogmaals 5 ieder en dan ieder 3. Dat er uit dezen „goulash" vreemde spellen komen, zal wel een ieder dui delijk zijn. „Bent u getrouwd?" „Nee, alleen maar door een auto over reden!" UITSLAG WEDSTRIJD HELDERSCHE DAMCLUB. Groep I. gesp. gew. rem. verl. pnt. J. Stoll 14 10 4 0 24 J. Dijkers 14 7 2 5 16 D. Dissel 14 5 6 3 16 D. C. W. Rab 14 6 3 5 15 J. C. Kossen 14 5 2 7 12 Joh. Bremer 14 4 2 8 10 S. Slort 14 8 4 7 10 A. A. Bremer 14 2 5 7 9 Groep II. L. Simonse 20 8 9 3 25 P. H. C. Groene- meijer 20 8 8 4 24 O. Ottervanger 20 10 4 6 24 W. Wieren 20 6 9 5 21 P. J. Arends 20 7 6 7 20 J. Jagel 18 4 10 4 18 H. G. Fontejjn 20 5 8 7 18 C. Goedegebuur 18 6 5 7 17 A. Bosman 20 7 8 10 17 A. J. Bezemer 20 6 4 10 16 P. Slort 20 4 8 8 16 Groep III. Jn. Bremer 14 11 2 1 24 P. J.Smolenaars 14 10 4 0 24 W. v. Brederode 14 8 2 4 18 W. Slort 14 5 3 6 13 G. v. Roekei 14 4 3 7 11 W. Volkers 14 5 0 9 10 W. Groof 14 3 2 9 8 H. Thijssen 14 0 4 10 4 De wedstrijd wordt gehouden iederen Donderdagavond van half 8 tot 11 uur, in de bovenzaal van het Evangelisatie gel o iw, Palmstraat. De wedstrijden zijn ook toegankelijk voor niet-leden. De oplossing van het probleem v£ zich hiermede bloot aan aftrekschaak afwikkeling dezer variahten is gemak volgt. Het probleem van Restadt bev£ is e4, met de eenvoudige dreiging eö Lg3:f. Evenzoo volgt na Tde3:, Td4+ A. Bc Alles betreffende deze rubriek te adresseeren aan: G. L. GORTMANS Roerstraat 101 Amsterdam (Z.) Van G. J. A. van Dam. (Het watervalmotief). Bovenstaande stand is voor liefheb bers van experimenten op probleem gebied. Zij, die in de damproblematiek zweren bij het »Part pour l'art«, zullen dezen stand bizonder apprecieeren. Oplossing: 19—13, 8X10; 3227, 17X3237X17, 31X115 26X61 Loyd is 1 Kc2. De witte koning st< Ïb4 :f, Pc3of Kböf, Kb3. De verde lijk. Ook kan nog Tdö, waarna Pb twee half pin standen. De sleutelz Er kan de3: e.p., Td3 !f. Of fe3: e.] na Tge3Lf4f. Een aardig gehe< t e t t L Van G. L. Gortmans en G. Mantel Jr. m m wf' m m VZW*/ VVVZZ/ VZW/ Wk m mu m Een ander specifiek motief, het „Komeet motief". Opl.: 34-29, 25X43; 37—32, 45X83; 27—21, 16X29 22X4 enz. Een andere eigenaardige bewerking hiervan is het volgende probleem van G. J. A. van Dam: Zwart: 29, 33, 42, 45. Wit22, 23, 28, 32, 34, 39, 44. Opl.: 44—40, 29X38 34—29, 46X38; 39X481 u r 2 e P 9] le prijs II Problema 1931. Wi Wit begint en geeft mat in drie zetten. Wit: Kc8, Dd4, Th6, Pf4 en f5, pi e2 en f3. Zwart: Kc6, Te6, Ld6, Pe8 en f6, pi b6, b5, e3 en f7. In de vacantiemaanden stel ik mij voor een enkel woord te vertellen over de geschiedenis van het schaakspel, met wat toelichtende partijen. Ik begin met een herinnering aan den grooten Franschen speler Philidor, 1726-95 in Parijs en Londen levend. Hij was den eersten, die een eenigszins modern spel speelde en den verkondiger van de bekende pionstelling: Eerst de pionnen en dan de stukken. Hierbij een blindpartij, die hij gelijk met een andere in 1783 speelde. Graf Brühl. 1. e4 2. Lc4 3. De2 Philidor. e5 c6 d6 Het type van Philidor's spel. 4. c3 f5 5. d3 Pf6 6. eföLf5: 7. d4 e4 8. Lg5 d5 De gesloten pionnenformatie isbereikt. 9. 11. 12. 13. 14. Lb3 Pd2 h3 Le3 f4 c4 Zeer voorzichtig. 15. cd5 16. DÏ2 17. Pe2 18. 0-0 19. Pg3 Zwart staat nu meer ontwikkeld. Ld6 Pbd7 h6 De7 h5 a6 cd5: 0-0 b5 Pb6 g6 20. 22. 23. 24. 25. 26. Tacl Pf5 Dg3+ Dg7: Lc4 g3 b3 Pc4 gf5: Dg7 Kg7: bc4 Tab 8 La3 27. Tc2 cb3 28. ab3Tbc8 Na Lb4 laat wit Tbl volgen. 29. Tc8: Tc8: 30. Tal Lb4 31. Ta6: Tc3 32. Kf2 Td3 33. Ta2 Ld2 34. Td2Tb3 Vereenvoudiging der stelling. 35. Tc2 h4 Zeer mooi. 36. Tc7+ Kg6 37. gh4Phö 38. Td7 Pf4: 39. Lf4Tf 3f 40. Kg2 Tf4 41. Td5Tf3 Na e3 zou Te5 kunnen. 42. Td8 Td3 43. d5 f4 44. d6 Td2f 45. Kfl KfT 46. h5 e3 Weer zeer mooi. 47. h6 f3 opgegeven. Zwart haalt nu een dame onder schaak. Dr. P. FÉMNSTRA KUIPER.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 20