1 rl J »mm Bridge-rubriek. Driemaal scherp denken. SCHAKEN. y® p»p Hl iH iH üt in j§ m gg mm H^ü Es" n n p Met de vele wenken, die nien door het bieden krijgt, is het uitkomen wel iswaar eenvoudiger geworden dan vroeger, toen men absoluut in den blinde tastte, maar het blijft in vele ge vallen toch raden, al kan men door goed op te letten en door schrander oombi- neeren vrij juiste conclusies trekken. Zooals reeds eerder opgemerkt, is een der regels het uitkomen met de hoogste kaart van de door den partner geboden kleur. Als tweede regel heeft men uit komen in de langste kleur, die men zelf heeft met de vierde van boven (Regel van Elf). Ook die gaat niet altijd op en bij een hand van: A, V, B, 9, 7, 4 döet men, als de partner niet heeft geboden, goed, in deze kleur uit te komen bij Sans met de hoogste der twee aanslui tende honneurs, dus met de V. Dit geldt alleen voor uitkomen als de Blinde nog dicht is; heeft men die eenmaal opengelegd, dan zal wat daar ligt, dik wijls van invloed zijn op verder uit komen als men aan slag is gekomen. Er zijn enkele goede regels, die dikwijls hun nut hebben: zijt gij O en gii hebt geen houvast meer, speel dan door de kracht van den Blinde heen; zijt gij W speel dan een kaart in de zwakste kleur van den Blinde. Ligt b.v. in den Blinde: H, B, vierde van Harten en W is aan slag, dan doet hij goed met een Har tentje te spelen. Is W aan slag en in den Blinde liggen van Ruiten slechts Boer vierde, dan doet W goed met een Ruitentje aan te komen. Logischerwijs verwacht men, als N geen hooge Ruiten heeft, die bij Z en als W dus door Z heenspeelt, kan een der honneurs door W gevangen worden, als O deze tactiek volgt. Gaan wij nu weer terug tot een spel, waarin niet Sans, maar een kleur is ge boden. Schoppen is troef en dat is het eenige bod geweest, zoodat O en W in het duister tasten. Heeft nu W: Schop pen 9, 7, 4 Harten A, H, 6, 2 Rui- nu W met Harten H uit, dan merkt O ten 6, 5, 3 en Klaveren V, 5, 4. Komt op, dat die niet genomen wordt en weet dus dat W nog het Aas achter de hand heeft. W moet goed opletten, wat in den Blinde ligt en als hü daar ziet in Har ten: B, 10, 5, 4 en zijn partner O speelt eerst d 8 en daarna een kleintje, dan weet W dat O in de derde ronde van de Harten renonce moet hebben. Hü kan tellen of Z eventueel ook renonce heeft: rekent hij na en merkt dat Z er nog een moet hebben, dan speelt hij voor de derde maal Harten, na eerst H en A te hebben gemaakt en zoo kan dan O nog een klein troefje maken. Het verschil in uitkomen tusschen Sans en kleurenspel toonen wij nog heeft Seh. H, 6, 4 Ha: H, V, 7, 3 aan met onderstaand voorbeeld. W Ru. A, 4, 2 en KI. V, 6, 3; als zijn partner gezwegen heeft en Schoppen is b.v. troef, dan doet W het best met de Harten Heer voor te spelen; bü Sans komt hü echter in geval zijn partner niet bood, met de Harten 3 uit (vierde van boven). Er zijn nog van die lastige gevallen, als W bü Sans b.v. heeft: H, B, 10 zesde van Klaveren en verder alleen wat klein grut en de partner heeft in alle talen gezwegen, dan zou o.i. het best uitge komen worden met de B (hoogste van twee aansluitende honneurs). Volgens enkele leermeesters is echter de 10 beter. Zit men met dubbele vorken in een kleur, dan is uitkomen in die kleur vrijwel catastrofaal. Wü hebben on langs een spel gezien, waarbij in Sans O had: A, V, 10, 8, 6 en Z zat over hem met H, B, 9 in dezelfde kleur, zoodat O slechts het Aas in die kleur maakte. Wü hebben in onze bijdragen over het uitkomen alleen enkele algemeene regels kunnen geven. Het is niet doen lijk om een onfeilbaar recept te geven, maar wie logisch denkt en deze regels slechts als een soort leiddraad be schouwt, zal eigener initiatief wel een methode weten te vinden, die redelijke resultaten afwerpt. Als eerste moeilykheid hebben wij (no. 1) een figuur, die met een potlood in één streek nagetrokken moet wor den, zondier dat. men tweemaal over de zelfde lijn gaat. Eerst nadenken, dan pas probeeren! De eerste kus van den bacterioloog. C^Everybody's Weekly".) Bü no. 2 staan wü reeds voor een moeilijker taak. De figuur, die wü daar zien, is ontstaan uit een vierkant, waar aan men de helft van een tweede vier kant van dezelfde grootte heeft toege voegd. De figuur moet nu, zonder dat men de omtrekken verandert, door het trekken van enkele verdeelllinen, in vier evengroote stukken worden ver deeld, die alle denzelfden vorm hebben als de groote figuur, alleen naar ver houding verkleind natuurlijk. Men kan zooveel lijnen trekken, als men wil, al leen moet men er voor zorgen de goede deelliinen even dik te trekken of des noods dun in de inkt te zetten, zoodat zij goed uitkomen. In no. 3 vinden wij zes hondenhok ken (plattegrond) gemaakt van 13 luci fers Zeven lucifers worden namelijk op gelijke afstanden van elkaar neergelegd en aan de lengtezijden komen drie lucifers te liggen, kop aan staart. Neem nu één lucifer weg en vorm van de overblijvende 12 lucifers weder om zes hokken. Zij mogen een anderen vorm hebben, doch moeten aan aöe zijden volkomen afgesloten zyn. Wie kan dat? WIE BEN IK? Ik ben.ja dat moeten jullie nu juist raden. Ik zal jullie alleen maar een beetje op den weg helpen zoodat je mij eerder zult kennen. Hoort eens goed. Myn geheel is een plaats in Amerika. Meer zeg ik niet. Of ja. ik zal dit nog verraden: mijn naam bestaat uit drie lettergrepen. De eerste lettergreep is een grooe slee. Myn tweede. ja daar haal je byvoor- beeld melk in. En myn derde en laat ste lettergreep. dat mogen jullie zijn als je dt raadseltje goed hebt opge lost. BOTJE BIJ BOTJE LEGGEN. Deze uitdrukking wordt gebezigd, als eenige menschen voor gezamen- lyke rekening iets ondernemen, ter- wyl ze daar vandaan komt, dat in de middeleeuwen een „botdrager een muntstukje van 1 of 1V» stuiver" was. De botdrager was n.1. 1 stuiver en een „butken" of „botje", waar men in de provincie Friesland, Overijsel en Gro ningen een halven stuiver onder ver stond. Nieuws uit China? Nee niets. Een paar treinen opge blazen, Li Kwang Schang hebben ze vermoord, Shu Wang Tei is met z'n divisie overgeloopen naar den vijand. Anders niets. De oplossing van het probleem van Bottacchi is 1 Pd3. Er dreigt dan schaak op e7 en e5, hetgeen den looper aan zijn plaats bindt. De stand is dus nu een tempostand geworden. Er volgt na Lc5, Pe5f, Te5:, Dd7+. Na Lc7, Pb4+. Na Te4, Pb4+, Lb4Dd7f. Na Pd5, Pe7f, Le7:, Pe5f of Te7:, Pb4+. De oplossing van het probleem van Tuhan Baranowski is Ld7. Er dreigt dan Df8. Aardig zijn de varianten Tcö, de3:f en Lc5, Le5:f. J. Genttner en C. F. Hladik. Eerv. verm. Nova Praha 1926. Wit begint en geeft mat in drie zetten. WitKd3, Lg3 en h3, Pe2 en h2. ZwartKhl, La7 en a8, pi a6, b6, c6, d6 en e3. In het tijdperk 184050 traden naar voren de Engelsche speler Stauntoi en de Fransche Saint Amant. In dit geval was de Engelschman den sterkste, die dan ook de match won met 11 tegen 6 en 4 remises. Hier volgt een der partyen en e6 spelen. St. Amant weet dèt meesterlijk te verhinderen. 1.7. K3 Pd8 18. Dd2 b5 19. b4 Pe6 20. Lf5 Pe4 Ook na Lf4 staat wit beter. 21. Pe4de4 22. d5 ef3 Na Le4Le4 Te4volgt Tc2. Zwart moest nu Lf4 spelen. Seint Amant. Staunton. 1. d4 e6 2. c4 d5 3. e3 P46 4. Pc3 c5 De ontwikkeling is wat ouderwetsch, gelijk te begrijpen is. 5. Pf3 Pc6 6. a3 Le7 7. Ld3 0-0 8. 0-0 b6 9. b3 Lb7 10. cd5ed5 Om de diagonaal b7-hl te sluiten. 11. Lb2 cd4 Met Ld2 had wit verloren. 12. ed4Ld6 13. Tel a6 14. Tel Tc8 15. ,Tc2 Tc7 16. Te2 Dc8 Staunton wil eerst Dg4 en dan Pd8 23. TeöDd8 Na fe6: komt Le6:f. 24. Lf6 gf6: Zeer mooi gespeeld. 25. Td6Kg7 Er dreigde Dh6! 26. Td8: Td8: 27. Le4 opgegeven. Dr. P. FEENSTRA KUIPER. 1 DAMMEN. 1 Wy vervolgen met een tweetal Rus sische eindspelen: Auteur: B. I. Sjosjina. 3842 44—40 Op 38—43; 34—30. Op 45504044. Op 6-11; 25 -20, 38—43 40-<Ë 43—4820—25, 48X3025X6. 25—20 42—47 Op 42-48; 20-25, 48X30 26X48, 45X3448X25. 20—15 45—50 Op 6-1140-44, 11—1644-50. 40—45 50—11 15—38 Wit speelt en wint. 39-33 8—13 Op 42—48; 33—42. Op 42-4743—48. 83X47 13X24 47X15 37-41 43—32 en wint. Auteur: A. A. Sawjeljewa. Wit speelt en wint. In de volgende opening: 33 - 28,20—2539—33,18—2344 -S 12—18; 31—27, 7—12; 37—31,1—7 U wit thans schyfwinst forceeren dót' 27-22, 31X22; Op zw. 16-21 volgtS- 22-18, 34—30, 40X16. Op zw. 17—S volgt 22—18, 28X26. Op zw. 12 volgt 42—37, 32X1. Op zw. 14 of 15-3 volgt 22—18, 34—30, 40X27. Alles betreffende deze rubriek adresseeren aan: G. L. GORTMAtfS Roerstraat 101 Amsterdam Schat nooit U zeiven toch te hoog! Houd, vriend, uw einde wel op't oog' Daar hem, die zich het fierst verheft Vernedering het diepste treft. Moderne kinderen. Vader: Je moet je meer op schryven toeleggen, Frits, anders krd« je nooit een goede hand. Frits: Als het niet beter 8*®. papa, dan koop ik een schrijfmao®3^

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 20