H'-W. HET BINNENHOFI
I. OP EN OM I
Alle crisis-ontwerpen voor het Staats
blad rijp gemaakt. - Het godslasterings
wetje blijft tot het najaar liggen. - De
Eerste Kamer eindelijk op reces-
Senaatsverkiezingen. - Matige belang
stelling.
'M&Ü
Eindelijk is nu ook de Senaat naar huis! Alle
door de Tweede Kamer behandelde en aangeno
men crisis-ontwerpen zijn thans voor het Staats
blad rijp gemaakt. Er is slechts één wetsvoor-
dracht, welke eerst in het najaar door de Eerste
Kamer zal worden behandeld: het Godslaste
ringswetje! Men heeft er blijkbaar zoo'n haast
niet mee
Over de ontwerpen betreffende de contin-
genteering van schoeisel, tricotgoederen, wollen
stoffen en bovenkleeding, van boter, van rij
wielbanden en van porselein en aardewerk is
niet zeer veel gezegd. De wetsvoordracht kwam
er zonder stemming. Dr. Wibaut had verklaard
met zijne politieke vrienden geacht te willen
worden te hebben tegengestemd. Minister Ver
schuur bleek zich daarover te verbazen, omdat
de heer Wibaut c.s. zich indertijd niet tegen de
crisis-invoerwet had verklaard.
Er was één lid der Rechterzijde, dat zich
tegen de contingenteenng van bovenkleeding
verzette, n.1. de heer Ter Haar (c.-h Hij zag
hier je reinste protectionisme en sloot zich dus.
wat dit ontwerp betreft, aan bij de soc.-demo-
cralen.
Het Clearing-ontwerp (aangaande het inter
nationale betalingsverkeer) wist echter de Ka
mer tot loffelijke eensgezindheid te brengen.
Zonder verzet kreeg minister Verschuur zijn
wapen tegen het buitenland" in handen. Zijne
Exc. ondervond allereerst steun van katholieke
zijde. De heeren Dobbelman en Van Lanschot
juichten het ontwerp toe. Laatstgenoemde sprak
van „een stok achter de deur, die liefst onge
bruikt moet blijven". Ook informeerde hij naar
onze huidige verhouding tot Duitschland wat
de voor ons zoo ongunstige boter-contingen-
teering betreft.
De Vrijheidsbonder Koster zegde steun toe
in de overtuiging, dat de Regeering het nieuwe
wapen met de grootste behoedzaamheid gebrui
ken zal.
Prof. Diepenhorst (a.-r.) verheugde er zich
in, dat door dit ontwerp „Lamme Goedzak"
begraven wordt.
Minister Verschuur gaf de verzekering, „dat
de Regeering liever niet van het haar ver
schafte wapen gebruik zou maken". Hieruit
bleek wel, hoe voorzichtig de Regeering zal
zijn met de toepassing van het Clearing-wetje.
Z. Exc. hing nog een somber beeld op van
de vorderingen, welke de onderhandelingen met
Duitschland hebben gemaakt. „De houding van
dat land is zeer teleurstellend geweest", verze
kerde mr. Verschuur. En dat niettegenstaande
Duitschland met Italië, Zwitserland, Denemar
ken en Tsjecho-Slowakije nadere regelingen
heeft getroffen inzake het losmaken van ge
sperde cnti.
De minister gaf de belofte, dat, voor zoover
mogelijk en noodig, het bedrijfsleven zal wor
den gekend en geraadpleegd inzake maatrege
len, de toepassing der wet betreffend.
De rest van dien Donderdag-middag werd
besteed aan den steun aan de kippenhouderij.
Ook ten deze heerschte een communis opinio,
n.1. dat zij moest worden aangenomen. Wel had
men diverse critiek. Zoo betreurde de heer Van
Citters (a.-r.) het, dat het de coöperaties een
zijdig bevoordeelt, terwijl zijn partijgenoot prof.
Deipenhorst daar evenzeer over klaagde. Hij
wenschte geen onderdrukking van den vrijen
handel, die hij niet gelijksoortig, maar toch wel
evenwaardig aan de coöperatie noemde. De
heer Gelderman (v.-b.) wenschte bedacht te
„Papa, waarom bouwen ze tegen
woordig zooveel huizen met platte
daken?"
„Wel, ik denk, opdat de hypotheken
daar steviger op kunnen liggen".
(„Rire").
zijn op inkrimping van het pluimveebedrijf.
Senator Westerdijk (v.-d.) wees op de enorme
beteekenis van de eieren-export. T. a. van het
ontwerp verklaarde hij „gaarne voor" te zijn.
Prof. Steger (r.-k.) kon zich met het voorge
stelde goed vereenigen. Het „vat de koe bij de
horens", ontboezemde hij, vervallend in agra
rische beeldspraak. Ook hij wenschte den vrijen
handel weer bij de regeling te zien betrokken.
Mede was hij van oordeel, dat het ontwerp
„onnoodig eenzijdig geconstrueerd" bleek en de
buitenlandsche belangen daarin te vee! be
schermd worden. Daarom kon de afgevaardigde
over het voorgestelde „niet enthousiast" zijn.
Minister Verschuur zette uiteen hoe de Re
geering, toen een débacle dreigde, snel moest
ingrijpen. Indien aan de voorbereiding der huii-
dige regeling meer tijd hadkunnen worden be
steed, dan zou men wellicht een beter resultaat
hebben behaald. Maar: het doel van den maat
regel, den inzinkenden eierprijs te stuiten, werd
onmiddellijk bereikt. Bij een eventueel noodige
regeling in 't volgende jaar zal worden getracht
ook den vrijen handel van de garantieregeling
te doen genieten.
De minister verklaarde, dat zoowel de coö
peratie als de vrije handel hem even na aan
't hart ligt.
Nog deed mr. Verschuur begrijpen, dat zijn
streven er op is gericht om bij een volgende
regeling de opslag van eieren in de buitenland
sche koelhuizen te beperken.
Tenslotte sloeg Z. Exc. zich in figuurlij
ken zin natuurlijk! op de borst toen hij be
toogde, dat men hier een pracht-voorbeeld van
een crisis-regeling had. Zij kost den Staat on
geveer niets en toch worden de kippenhouders
geholpen!
Deze lofuiting kwam den minister wel toe.
Jammer echter, dat niemand anders dan Z. Exc.
deze woorden sprak
Den volgenden dag kwamen in behandeling
het wetsontwerp inzake den steun aan de
scheepvaart en dat ten bate van de varkens
houderij.
De gevoerde debatten waren niet zeer aan
lokkelijk door belangrijke momenten.
Het ontwerp betreffende de scheepvaart ont
moette geen verzet van beteekenis, ook niet
van s.-d. zijde. Dr. Wibaut ontboezemde zelfs
eenig enthousiasme over het gebodene. Hij vond
in dit ontwerp grondslagen, die een reorgani
satie van scheepvaartbedrijven mogelijk maakt,
waardoor deze bedrijven niet alleen voor het
oogenblik worden geholpen, maar ook hun
levensvatbaarheid voor de toekomst zullen zien
versterkt.
De heer Smeenge (v.-b.) nam de gelegenheid
te baat om te pleiten voor verbetering in den
droeven toestand bij de binnenschipperij. Zijn
partijgenoot Gelderman nam de leiding der
groote Scheepvaartbedrijven in bescherming,
betoogende dat zij aan de slechte situatie van
de scheepvaartbedrijven geen schuld heeft.
Minister Verschuur maakte 't zich met de
verdediging van zijn voorstel niet moeilijk. In
't kort kwam zijft rede hierop neer, dat het doel
van het ontwerp is de maatschappijen over cre-
diet-moeilijkheden heen te helpen. Eisch daar
bij zal zijn een op krasse wijze gereorganiseerde
rendementsbasis.
De zaak van de binnenschipperij is in behan
deling, deed Z. Exc. begrijpen. Er wordt
gezocht naar een beurtvaartregeling, in samen
werking met de Kamers van Koophandel.
De steun aan de varkenshouderij deed de
eensgezindheid der Kamer, ten aanzien van de
vorige wetsvoordrachten geopenbaard, weer te
niet. De soc.-democraten wenschten thans weer
niet mee te doen. De heer Hermans motiveerde
die houding. Men wilde namelijk de kosten niet
afwentelen op de binnenlandsche consumenten.
Exc. Verschuur trachtte duidelijk te maken,
dat men toch onmogelijk kon verlangen, dat de
Staat door middel van honderden mlllioenen de
phantastische prijzen in het boerenbedrijf zou
willen handhaven.
Met aanteekening van de tegenstem der s.-d.
werd het ontwerp zonder „neuzen tellen" aan
vaard.
Toen was ook het einde van de Senatoriale
zittingsperiode 1931'32 aangebroken.
President De Vos van Steenwijk sprak een
slotwoord. Hij zei op de hem eigen „voldragen"
wijze het volgende:
„Zoo heeft dan de Kamer thans alle bij haar
aanhangige wetsontwerpen, waarop Memories
van Antwoord inkwamen, en dus voor open
bare behandeling rijp waren, afgedaan.
Niet één blijft liggen.
De Kamer kan eindelijk uiteengaan: met vol
doening terugziende op veel en meermalen snel
verrichten arbeid in het weldra ten einde spoe
dende parlementaire jaar.
Een jaar vol van zorgen voor Regeering en
Zij: „U beweert, dat u slechts mij
alleen op de wereld bemint. Maar ik
geloof u niet!"
Hij: „Maar lieve juffrouw! U is
precies zoo wantrouwend als uw
zuster!" „Muskete"
Kamer beiden, die zich herhaaldelijk geplaatst
zagen voor de oplossing van zeer moeilijke, op
oeconomisch gebied diep ingrijpende, vraag
stukken.
De aanstonds intredende parlementaire va-
cantie kome den Ministers van de Kroon, den
Kamerleden, den Griffiers en allen overigen,
die bij onzen arbeid waren betrokken, ten
goede, en schenke hun na maanden van in
spanning eene welverdiende, niet roestende,
rust.
Geen „otium urbanum", doch, ter verfris-
sching en versterking van geest en lichaam,
naar het recept van Scribe, „un instant de
repos dans ces vertes campagnes".
Gaan wij uiteen, toch niet dan ons steeds ter
beschikking van de Regeering houdende, waar
zij in deze zoo ongewisse tijden onverhoopt
voor eenigen maatregel de medewerking der
Kamer zou behoeven."
Een hamerklop
Het Nederlandsche Parlement trad de gebrui
kelijke zomerrust in.
De welverdiende!
Deze week hebben er verkiezingen van de
Eerste Kamer plaats gehad! Bij het verschijnen
van dit Overzicht zullen de uitslagen reeds
bekend zijn.
Eigenaardig is, dat de periodieke vernieu
wing van den Senaat bij de groote massa nog
steeds weinig „beweging" pleegt te veroorza
ken. Men weet het college wordt niet recht
streeks door den kiezer samengesteld, doch door
de Provinciale Staten.
Men spreekt in dit geval van een „getrapte
verkiezing". Daarbij komt, dat de Eerste Ka
mer om de drie jaar voor de helft wordt ver
nieuwd. Nieuwe stroomingen in de volkslagen
vinden dus in dit college lang niet zoo spoedig
een „weerslag" als in haar zuster aan de over-
l zijde van het Binnenhof. Vandaar de zeer ge-
i temperde belangstelling voor de verkiezingen
van leden der Eerste Kamer. Men is immers
reeds in staat, vooruit vrij-zekere berekenin
gen" te maken wat betreft den vermoedelijken
uitslag. Men behoeft slechts bekend is zijn met
de verhoudingen in de kiezende Prov. Staten.
Tot de 25 aftredende leden behooren: de
anti-revolutionnairen Anema, Arntz, Briët, Van
Citters en Diepenhorst; de roomsch-katholieken
Dobbelman, v. d. Lande Nivard en Steger; de
christelijk-historischen De Gijselaar, v. d. Hoe
ven, De Vos van Steenwijk en Van Wassenaar
van Catwijck; de sociaal-democraten Danz,
Hermans, Mendels, Ossendorp, Rugge en De
Zeeuw; de vrijzinnig-democraten Slingenberg en
Westerdijk en de Vrijheidsbonders Gelderman,
Koster, Rink en Smeenge.
De beurt was aan de Prov. Staten van Gel
derland, Overijsel, Groningen, Drente, en van
Zuid-Holland om de nieuwe leden aan te
wijzen.
Het resultaat zal niet veel „beroering" in het
land teweeg hebben gebracht. In de verhouding
der partijen was geen belangrijke wijziging te
wachten. Slechts zullen eenige „nieuwe gezich
ten" in de Senaatszaal worden gezien,
straks, als „het spel" wederom gaat beginnen.
Welke dan in het katholieke kamp kunnen
worden opgemerkt.
PARLEMENTARIËR.
Fat: Mijn spraak schiet te kort.
lieve juffrouw om uw schoonheid en
beminnelijkheid na,ar waarde te hul
digen. Ik kan mijn verrukking slechts
stamelen.
Juf: Maar meneer, wendt u zich dan
tot Dr. X., die is specialiteit voor stot-
terenden.
Huisknecht, kun je een dollar
wisselen?
Jawel, sir; hoeveel moet u ervoor
terug hebben?
Ja mijn vriend, ik hen tijdens de
commune tweemaal ter dood veroor
deeld.
Enne. is het vc*w>ie ook ten
uitvoer gebracht?
Nou nog twee nachten slapen, en dan zijne
we weg, dus as de mensche nou de krant
aan het leze zijn, dan is Wimpie foetsie.
Fijn hè. Maar nou is het heelemaal niet lollig
dat het maar den heelen tijcF zoo aan het
regene is én dat was het van de week ook
een heele tijd, toen ik met al die heere van
de krant ben meegewees. Dat kwam zoo. Ik
moes van de week öp een avond nog een
boodschap doen naar de krant en toen
waarrre al die dames en heere nog aan het
werk en toen ginge ze allemaal naar het
strand. En toen hebbe ze gevraag of Wim
pie ook mee ging en toen heb ik dat maar
gedaan en het was wel lollig en ook toen
het begon te regene, want toen zijn ze alle
maal in Dennenheuvel gewees en ik ook en
toen heb ik een glaassie limonade van die
meheere gehad en toen zijn we met de bus
terug gegaan. Maar as die meneer van de
krant, die met de haaringe wage naar Brus
sel is gewees ook zoo in die bus heb moete
springe, dan zal die wel niet goed geworde
zijn, want mijn glaassie limonade zat zoowat
in mijn keel.
En toen we in de stad waürre, toen 'uegon
het nog veel harder te regene en toen ik
thuis kwam heb ik op m'n kop gehad omdat
ik zoo laat was weggebleve. Maar een ding
vind ik niks niet mooi. Want een van de
mijnheerre heb een feduitstuk in zoo'n bak
kie gegooid waarop stond dat je daar twee
en een halve cent in gooie moes maar d'r
kwam niks uit. En toen zijne we eens gaan
kijke waar dat bakkie wel naar toe ging en
toen kwaame we weer aan een ander bakkie
en toen zei die meneer dat ie niet ging,
maar de twee en een halve cent zaat'te d'r
toch in en die hebbe we niet terug gehad
en die had die meneer ons toch moette terug
geven hè, maar dat heb ie niet gedaan! En
d'r is een boot ook gestrand. Dat is d'r zoo
eene die heb nog zeile op dus dan zal die
wel van mensche zijn die geen cente hebbe
om koole te koope hè. En toen we dat hoor
de, dat die boot vas zat, toen liep d'r een
meneer heel hard naar de haave en ook een
andere meneer en die zei, dat Wimpie ook
mee mog, maar ik schijn wel niet goed ge-
loope te zijn, want ik ben naar de reddings
boot geloope en die ging niet weg en omdat
ik nou naar de verkeerde boot ben geloope,
ben ik niet meegewees en dat heb ik wel
jammer gevonden. Maar dat is nou net iets
voor mij, ik heb altijd pech.
Der scheine anders wel heel wat zeilboote
te verongelukke, want d'r is ook een Duit-
sche zeilboot van de marine omgewaaid.
Dus dan ken je toch wel zien, da*e ze in
Duitschland ook geen cente hebbe voor
koolle te koopen want anders zouwen ze niet
gaan zeile. En ik geloof dat ik ook naar
duischland ga met de vacantie. Dat zijn alle
maal mensche die ook veel van bier houwe
hè en dat doen de mensche van Wieringe
ook maar toch niet zoo erg, want die men
sche van Wieringe zijn stom gewees, want
in de krant heb gestaan datte ze bij de ge
meentebode van Wieringe een vaatje bier
benne koomme haalle wat ze daar verlore
hebbe.. Nou is het maar goed, dat het niet
zoo warm is gewees van de week, anders
was er niet veel van dat vaatje overgebleve.
Nou, as ik burregemeester van Wierringe
was gewees, dan was ik vas naar die ge
meentebode toegeloope en had het vaatje
meegenome, dan moette die mensche het
maar niet verlieze. Want as je zoo'n ding
verlies dan hoor je het toch rolle, of zou
•die meneer die dat verloore heb dronke zijn
gewees.
Ik ben toch blij datte ik nou vacantie heb,
dus dan krijgge de mensche de volgende
week een brieffie van mij uit Maastricht en
moet ik dat allemaal schrijve wat ik daar
zien en hoor. En nou zullen we maar hoope
dat het mooi weer is hè, want nu heb het
toch wel een beetje te fiard geregend hè,
maar dat zal ook wel goed' worde want het
kén toch niet aan de gang blijvve. Maar pret
tig is het toch niet as je den heelen dag moet
binne zitte.
En d'r worde nog maar allemaal fietse
gestoolle en de mensche schijne hun fietse
graag kwijt te zijn, want ze zette ze maar
altijd zoo voor de huize neer en dan worde
deze natuurlijk weggehaald en dan loope ze
maar naar de politie toe, dan zalle die wel
zorrege datte die weer terug koome, maat
die krijgge ze ook niet terug.
■Nou, nou moet ik dan maar weer op-
liouwe, want mijn brieffie is alweer vol en
as dat vol is moet ik vanzellef ophouwe hè
en dan krijgge de mensche de volgende week
een brievvie uit Maastricht en ik hoop, dat
ik dan een heele hoop lolligs schrijve kan
want nou met die komkommertijd, waar ik
laas ook over heb geschrevc, is er toch niet
veel te schrijve. Nou daag, tot de volgende
weck hè, daaaaag.