TOB NOOIT HOEKJE
Bridge-rubriek.
WM x PI' «i
18.
21.
DAMMEN.
1
i m Jii Éit mi
ift m
m m m m m
ii iÊf
m
UW SMAAK EX UW KIXDEREX.
Heeft U weieens ronduit met Uw
kinderen gepraat? Wanneer U
trotsch bent op de lange .blonde
krullen van Uw zoontje, denkt U
er dan wel aan dat zijn vriendjes
hem erom uitlachen? Houdt liever
rekening met de gewoonten op zijn
school
Jongens van 614 jaar leven in een
wereldje op zichzelf. Hun moeders
hebben er nooit in geleefd, hun vaders
zijn veel van hun eigen jongenstijd
vergeten en bovendien veranderen
verschillende gebruiken met den tijd.
Er is een groot verschil tusschen de
idealen die een moeder heeft over
kleeding en uiterlijk van haar jongen,
en de verangens van den jongen zelf.
Voor den jongen zelf is 't n.1. hoofd
zaak dat hij er uitziet en zich gedraagt
„precies als de andere jongens". De
meeste moeders hebben graag dat haar
jongens beleefd zijn, schoone handen
hebben en lief voor hun zusjes zijn. Zij
vinden het prettig als haar vriendin
nen spreken over de buitengewoon
goede manieren van haar jongen. Met
lange blonde krullen en gekleed in een
fluweelen pakje met schillerkraagje
vindt zij haar zesjarigen zoon „om te
stelen".
Maar wat een bitter verdriet zijn ge
noemde eigenschappen en deze keu
rige uitdossing voor den jongen zelf.
Zijn vriendjes bespotten hem ongena
dig om zijn mooie pakje en zijn „meis
jeshaar". Schoone handen en te goede
manieren stempelen hem in hun oogen
tot een sukkel en een Brave Hendi'ik.
Een moeder die haar jongen een
prettige jeugd wil bezorgen en hem
niet wil dwarszitten in het beroven vai^
de genegenheid van zijn kameraadjes,
zal hem kleeden zooals zijn vriendjes
gekleed zijn, in echte schooljongens-
pakken die tegen een stootje kunnen,
en niet a la Engelsch plaatje. Iedere
jongen is wel eens genoopt om, met
gewasschen handen en net gekamd
haar te komen goedendag zeggen als
zijn moeder visite heeft. Dat is niet
erg. Maar een normale jongen zal pro-
beeren, zoo gauw mogelijk weer onge
merkt weg te komen, en dan is het ver
standig hem zijn gang te laten gaan.
Houdt hem niet vast om het galante
heertje te spelen en de koekjes te pre
senteeren, het kost hem de achting
van z'n vriendjes.
Voor jonge jongens vertegenwoor
digt de moeder van een vriendje het
familie-gezag, want met vaders
komen ze weinig in contact. Moeder
moet permissie geven om te gaan
zwemmen, visschen, naar de bioscoop
te gaan of wat ook. Naarmate zij meer
toestaat, stijgt ze in de achting van de
jongens. Jongens hebben hun eigen
code.
Een ruime gift in lekkernijen kan
een weigering om Jan mee te laten
gaan niet goedmaken in hun oog.
Verbiedt daarom niet onnoodig.
Vindt U een plannetje b.v. gevaarlijk
of om andere redenen verkeerd, dan
kunt U het natuurlijk verbieden en
gebruikt U Uw eigen inzicht om té be
palen of U al of niet redenen voor Uw
weigering opgeeft.
Weest echter eenigszins toegankelijk
voor het argument „ze mogen alle
maal"!
Betreft het een plannetje dat U. i.
gevaarlijk is, tracht dan een wijziging
ervoor te vinden die het gevaar weg
neemt, maar ziet iets erop te vinden
dat het, zij het in gewijzigden vorm,
door kan gaan.
Dan bespaart ge Uw jongen het
„spelbreker zijn".
Dr. JOS DE COCK.
(Nadruk verboden).
Iedereen heeft kunnen bemerken,
dat de muziek onaangenaam werkt op
het zenuwstelsel van zekere, of liever
van de meeste honden, bijna eveneens
als op het onze, wanneer wij bij voor
beeld eene zaag op eenen arduinsteen
hooren krijschen. Ook de kat gaat pijn
lijk aan het miauwen, wanneer zij
zekere muziektuigen hoort. Het paard
daarentegen schijnt het grootste genoe
gen te smaken in het geluid, vooral
van trompetten: zijne manen rijzen
alsdan licht op, zijne neusvleugelen
rillen, zijne oogen schitteren en zelfs
schijnt he.t met de pootec de maat te
willen volgen.
XXIII.
Aangezien ons gebleken is, dat de
theorie der honneurslagen: „Quick
tricks" sommigen nog niet geheel dui
delijk is, zullen wij nog even de tac
tiek van het spel laten rusten en deze
belangrijke speltaxatie welke voor het
bieden van overwegend belang is, nog
even bespreken.
Men waardeert dan Aas op 1, Aas
Heer op 2, H, V is 1 en Heer tweede op
7» en A. V of A, B, -0 op 17*. Men
moet rekenen dat de „quick tricks" een
spel doen winnen of verliezen; meer
dan de helft der slagen bestaat uit h°n-
neurslagen. Wie over de meerderheid
der slagen beschikt, kan de leiding
nemen en zijn tactiek dusdanig uit
denken, dat later met kleinere kaar
tjes ook nog slagen gemaakt worden
(kleine troeven, bij Sans vrije lage
kaarten). Hierdoor zien wij het gebeu
ren dat één oorspronkelijke „quick
trick" later wordt omgezet in twee
trekken; wie dus de meerderheid erin
heeft, krijgt de kans op een winnend
bod. Men kan nu aannemen dat bij een
gemiddelde verdeeling de vier spelers
gezamenlijk 777a quick tricks in
handen hebben. Als Z nu volgens de
Vanderbilt conventie opent met 1 Kla
veren, dan weet N dat hij minstens 3
quick tricks in handen heeft. Ant
woordt zijn partner (N) nu met 1 Har
ten, dan weet Z op zijn beurt dat deze
minstens 2 quick tricks in handen
moet hebben. Hij weet dus dat zij samen
er minstens 5 bezitten, dus een flinke
meerderheid van de beschikbare 77».
Naar alle waarschijnlijkheid kunnen
zij dus samen 10 slagen maken, dus 4
aan trek in Harten of drie in Sans,
dus een manchebod doen.
Nu kan de verdeeling der quick
tricks zeer wisselvallig zijn; als een
Heer sec zit, telt hij niets, zit hij twee
de dan 7», met het Aas er bij voor 1.
Hebben wij nu een spelverdeeling
van:
N.: Sch. V, x Ha. x, x, x, x Ru.
x, x. x, x KI. V, x, x.
O.: Sch. BM, 10, x, x, x Ha. x, x, x
Ru. x, x KI. B, 10, x.
Z.: Sch, A, x, x, x, x Ha. A, H
Ru. A, V, 10 KI. A, x, x.
W.: Sch. H Ha. V, B, 10, x Ru.
H, B, x, x KI. H, x, x, x.
Telt men nu de quick tricks, dan
"zijn er:
in Sch Ha Ru Kl
bij N o o o
O o o o o
z i 2 H/,
W
V»
V».
Totaal
2'/*
dus in totaal slechts 77«.
Dat komt omdat de Schoppen Heer
bij W sec zit; was daar nog een klein
tje bij, dan zou die Heer voor 7» tellen
en zouden er dus in totaal 772 quick
tricks zijn. In Harten is wel het maxi
mum aanwezig, dat mogelijk is in een
èntyele kleur. Was het bij alle kleuren
zoo, dan zouden er in totaal 10 quick
tricks aanwezig zijn. Het gemiddelde
is echter ongeveer op 77» te stellen.
Nu kunnen de kaarten soms zeer
vreemd verdeeld zijn en het is nog
lang niet gezegd, dat men bij een
totaal bezit van 5 quick tricks bij NZ
voor hen ook direct op een manche
moet rekenen. Als het erg mee zit, kan
er echter een slem in zitten!
Men doet goed niet te bieden als men
niet minstens 27» quick tricks in de
hand heeft (sommigen doen het pas als
zij er 3 hebben) en zal zien, dat als er
bij een spel rondgepast is en men
vraagt voor de aardigheid om eens de
respectieve quick tricks te mogen tel
len. dat bij zulk een spel. dat dan over
gegeven wordt, totaal ongeveer 7 quick
tricks erg verdeeld zaten, b.v. 2—2—
21. Wij houden niet erg van „na
kaarten", maar voor beginnelingen is
het wel eens aardig om de theorie aan
de praktijk te toetsen.
Directeur: Nu. ik kan je niet ge
bruiken. Ik kan de lui niet meer tel
len die om een baantje komen vragen.
Sollicitant: Kun je me niet gebrui
ken om het lijstje bij te houden?
Vader, waar is regen goed voor?
Voor bloemen, planten en groen
ten.
Maar, vader, waarom regent het
dan op de daken?
Nou, hier heb je twee cent om
samen te versnoepen, maar nou niet
jullie mang bederven door te veel te
snoepen, hoor!
De oplossing van het probleem van Genttner en Kladik zal ik de volgende
maal bespreken. Hierbij een nieuwe eerste prys van Ellerman.
A. Ellerman.
Ie prijs de Problemist 1931.
'W2W,.
Wit begint en geeft mat in twee zetten.
Wit: Kö6, Dg3, Ta6 en g5, Lbl, Pe8, pi c7, d7, e7 en h4.
Zwart: KhC, Tc3 en dl, Lal en e2, Pel, pi cö, dö, e5, g4 en lm.
Een van de grootste figuren op schaakgebied in Duitschland in de vorige
eeuw is ongetwijfeld geweest Th. van Heydebrand und der Lasa, de eigenlijke
uitgever van Bilguers handboek. Hij leefde van 1818 tot 1899; was in diplo
matieke dienst en speelde met alle vooraanstaande spelers van zijn tijd.
1.
2.
3.
4.
Staunton.
e4
Pf3
Lc4
Pc3
v. d. Lasa.
e5
Pc6
Pf6
Lb4
Deze partij is van 1853, een jaar voor
de uitvinding van Max Lange 4 d4
Zwart kan Pe4: spelen.
5. 0-0 0-0
6. dB d6
7. Lg5 Lc3
Had reeds den vorigen zet gekund.
8. bc3Le6
9. b3 a5
10. a4 Lb3
Zwart krijgt hiermee aanval.
11. cb3
12. Lh4
13. Pel
Opnieuw op aanval.
14.
15.
16.
17.
19.
20.
22.
23.
Lg3
h4
hgó
Df3
c4
Df5
Pf3
Dg4
Ph4
Pf5
h6
De7
g5
Tad8
d5
hgö
d4
Kg7
Ph5
f6
Th8
Kf7
De6
Pent het paard!
24.
Lh2
Tdg8
25.
Ddl
PI4
26.
g3
Ph3f
Ook Th
7 kon.
27.
Kg2
Pe7
28.
g4
Th7
29.
Thl
Tgh8
30.
Dd2
Db6
31.
Dc2
Pg6
De paarden werken mooi sar
32.
c5
Da6
33.
Kf3
Phf4
34.
Lf4
Thl:
35.
Thl:
Thl
36.
Ld2
Pf4
37.
Lf4
gf4
38.
Kg2
Th7
39.
b4
at>4
40.
Dbf3
De6
Wit krijgt nog even
aanval.
41.
Db4
Kg6
42.
Db7
Kg5
43.
a5
Kg4:
44.
a6
f3f
45.
Kgl
Da2
Dreigt
mat.
46.
Pe3+
de3
47.
Dc8f
Kh4
opgegeven.
Dr. P. FEENSTRA KUIPER.
Probleem van G. L. Gortmans.
HIP
Wit speelt en wint.
Wit 13 sch.23, 24, 29, 32, 34, 35, 37,
39/42, 46, 50.
Zw 12 sch7/9, 13/15, 17, 20, 22, 25,
26, 36.
Probleem van G. L. Gortmans.
VW// Wv/ wW/
jp j|| y?
Wit speelt en wint.
Zw. 11 sch: 9, 11, 14, 16/19, 21/23, 30
en dam op 50.
Wit 12 sch25/27, 31, 32, 34, 37, 39,
41, 43, 44, 49.
Nevenstaande problemen ter
oplossing.
Wit 3 sch. op 18, 28 en 37.
Zwart 1 sch. op 24.
Wit wint hier op aardige wijze door
18—12 24—29
12—7 29-34
7—2 34—39
Op 34—4037—32, 40—44 2—11 en
116 of 16 en wint.
2—30 39—44
30—39 42X22
37 32 wint.
Alles betreffende deze rubriek te
adresseeren aan:
G. L. GORTMANS
Roerstraat 101
Amsterdam (2.)
Voorzichtig.
Sigarenfabrikant (tot minnaar van
zijn dochter): Voorloopig kan ik mÓD
dochter slechts 10 mille meegeven.
Vrijer: Gulden of sigaren.
Veel zeggende verklaring.
Zij: Zeg man, de huwelijksmake*
laar, die ons samengebracht heeft, i®
vannacht vermoord.
Hij: Ik heb het heusch niet
daan. vrouwtje.