KANNEWASSER VERKOOPT UIT! Rijk en geen geld. 'hen aê/ijd A>5cfcps\ JwHcls-juUye. DE DOODSKLOK LUIDT OVER DUITSCHLAND. Versch gekarnd met 25% allerfijnste Roomboter onder Rijkscontrole. tyUJvtusschen J BLUE BAND en andere soorten, doch een zeer groot verschil in kwaliteit. NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Buitenlandsch overzicht. Borah over zijn wereldconferentie. - Stemmen over de radio-rede van minister Schleicher. - Von Papen over den vlugsten weg naar het herstel van de wereld welvaart. - Het conflict tusschen Bolivia en Paraguay. Een voorloopige balans van den Duitschen burgeroorlog 1931 1932 FEUILLETON COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65; binnen land f 2.—, Nederl. Oost- en VVest-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70, 11.Modeblad resp. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.35. Losse nos. 4 ct.fr. p. p. 6 ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIEN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewijsno. 4 ct. Senator Borah heeft de bedoeling van zijn wereldconferentie toegelicht, nadat hü van verschillende kanten bewijzen van instemming had gekregen met zijn plan. De bedoeling van deze conferentie is n.1. de behandeling van de voornaamste vraagstukken, die overgebleven zijn van den wereldoorlog. Maandag heeft hij verklaard dat z. i. de tijd voor de door hem beoogde con ferentie wel nadert, maar nog niet is ge komen omdat o.m. de openbare meening in de Ver. Staten er nog degelijk moet worden voorbereid, voor zij rijp is voor schrapping van de oorlogsschulden. In zooverre blijkt Borah het dus eens met Hoover en Stimson zegt de „Nw. Rott. Crt." die in verband met den politieken toestand tot de slotsom zijn gekomen, dat een oplossing van het schuldenvraagstuk voor het oogenblik niet mogelijk is. Men heeft in Borah's initiatief dus een begin te zien van de voorbereiding die hij noodig acht om de openbare meening tot de overtuiging te brengen, dat schrap ping van de oorlogsschulden onvermij delijk is voor een herstel van de oecono- mische welvaart in de wereld. Andere vraagstukken, 't zij van politieken, 't zij van oeconomischen aard (zooals bijvoor beeld het herstel van den gouden standaard) zijn volgens Borah slechts onbevangen te behandelen als het spook van de schulden voorgoed zal zijn ver jaagd, gelijk dat der schadevergoeding te Lausanne op de vlucht is gedreven. Borah hoopt dat de crisis, waaronder ook de Ver. Staten zwaar gebukt gaan, het volk binnen afzienbaren tijd zal doen inzien, dat schrapping der schulden voor Amerika geen verlies, doch winst zal op leveren. Op een langdurig uitstel rekent Borah dus niet, Hij meent klaarblijkelijk dat dadelijk na de verkiezing de politieke toestand in de Unie zoozeer zal zijn ge wijzigd dat de conferentie zal kunnen bijeenkomen. Nogmaals heeft hij echter gestipileerd dat de Ver. Staten den geallieerden hun vrijwillig en rechtmatig aangegane schul den slechts kunnen vrijschelden in ruil tegen een drastische ontwapening in Europa en nauwe politieke en oecono- mische samenwerking opdat Europa's koopkracht zich eindelijk kan herstellen. Stemmen over de radio-rede van mi nister Schleicher. In ons vorig overzicht hebben we een en ander meegedeeld over de radio-rede van den Duitschen minister van de Rijksweer, Schleicher, in het bizonder wat hij gezegd had over de Rijksweerbaarheid. De „Times" schrijft de sterke man van de Duitsche regeering, generaal von Schleicher, heeft met een openhartigheid gesproken, waarvoor de wereld hem dankbaar moet zijn. Hij heeft uitgesproken, wat in het Duitsche volk leeft en zijn rede verdient zonder twijfel de aandacht van de buiten- landsche mogendheden, niettegenstaande ze voor het binnenland was bedoeld. Het meest belangwekkende deel van de rede, was zijn verklaring over de rijks weerbaarheid die hij in den huidigenl vorm onvoldoende noemde voor de ver dediging van de grenzen, waaraan hij toevoegde, dat hij, tenzij de mogelijkheden besloten op grond van de rechtsgelijk- heid te ontwapenen, voornemens is de strijdkrachten van zijn land te reorga- niseeren. De ,-,Times" meent, naar Reuter ver der meldt, dat deze reorganisatie in strijd met het verdrag van Versailles ware. Het is niet aan te nemen, dat von Schleicher heeft gebluft; zonder twijfel, wordt zijn plan in Duitschland met vreugde ontvangen en indien de mogend heden niet binnenkort besluiten tot een ontwapening op voet van rechtsgelijk heid, dan zal Duitschland zich niet lan ger gebonden achten door het verdrag van Versailles. Ook de Fransche bladen die zich be zighouden met de rede van von Schlei cher achten deze van groot belang. Een aantal vraagt zich af wat moet gebeuren, opdat.de tweede, zitting van de ontwape ningsconferentie meer tastbare resultaten •oplevert dan de eerste die niets positiefs heeft gebracht. De leider van fie Fransche vakver bonden eischt in de „Peuple", dat het volk druk uitoefent op de regeering op dat een oplossing in het ontwapenings- vraagstuk wordt bereikt. De „Journal" vreest èen terugkeer tot het regiem van Frederik de Groote. Alleen de „Petit Parisien" ziet in, dat de rede een uiting is van de teleurstel ling, welke Duitschland te Genève heeft ondervonden. Von Papen, de Duitsche rijkskanselier, heeft zijn meening gezegd over het vlug ste herstel naar de wereldwelvaart en daarbij verklaart dat Duitschland in de eerste plaats zijn positie onder de zon terug moet hebben. De wereld zou niet tot welstand kunnen geraken als Duitsch land niet de positie van een gelijkbe- rechtigden staat inneemt. Dit geldt zoowel op moreel als politiek en oeconomisch gebied. Von Papen ver klaarde, dat zijn regeering als haar voor naamste taak beschouwd voor Duitsch land de oeconomische en politieke plaats in het volksleven terug te winnen,, waar op het recht heeft. Hierdoor zullen de levensmogelijkheden van Europa slechts verhoogd worden en bovendien zal het bijdragen tot oplossing van de geheele wereldcrisis. Daarbij achtte hij het van zelf sprekend, dat in belang van de wereld de discriminatie waarvan Duitsch land door het Verdrag van Versailles slachtoffer is geworden, zal verdwijnen, die o.a. tot uiting komt in de leugen over de schuld aan den oorlog en het wegne men van de*"Duitsche koloniën onder het voorwendsel, dat de Duitschers de slecht ste kolonisators ter wereld waren. Ten aanzien van de stabiliteit van zijn regeering antwoordde de Rijkskanselier, dat met het oog op de onzekerheid van het resultaat der verkiezingen op Zon dag kregen, of, dat deze partijen tezamen De mogelijkheid bestond, dat de natio naal socialisten tezamen met de Duitsch- nationalen een meerderheid in den Rijks dag kregen, of dat deze partijen tezamen met het centrum een nieuwe regeering zouden vormen of, dat zij tenslotte tot overeenstemming kwamen en besloten de huidige regeering te steunen. Op de vraag, of naar zijn meening het herstel van Duitschland ook het herstel van de monarchie met zich zou brengen, antwoordde de rijkskanselier: „Wij heb ben andere problemen op te lossen, die veel gewichtiger zijn. De kwestie van het herstel der monarchie is op het oogenblik eenvoudig niet actueel." Het conflict tusschen Bolivia en Para guay, waarover wij al een en ander heb ben vermeld, schijnt een ernstig karak ter aan te nemen, zelfs Donderdag had den we een telegram van een oorlogsver klaring op 6 Augustus. Het Hbl. schrijft daarover: Men moet die oorlogszuchtige geruchten niet al te ernstig nemen en niet dadelijk aannemen dat de oorlog op het punt staat uit te breken. Men heeft hier eenvoudig te doen met een nieuwe phase van een grensconflict, dat reeds tientallen van conflicten heeft veroorzaakt en het gevolg is van het feit, dat de grens tusschen beide staten nooit op afdoende wijze is vastgesteld. Een verschijnsel, dat zich trouwens niet tot de twee staten Balivia en Paraguay be perkt, maar zich ook elders in Zuid- Amerika voordoet en zelfs wel aanleiding tot strijd met de wapens werd, ofschoon ook verschillende staten hun meenings- verschillen hebben bijgelegd langs diplo- matieken weg of door middel van arbi trage. Het laatste was bijv. het geval met een grensgeschil tusschen Argentinië en Chili, in 1901, hewelk werd geregeld door arbitrage van koning Edward. Hoe dit ook moge zijn, het voornaam ste is, dat het gevaar voor een gewapen- den strijd wordt bezworen, van welke zijde dan ook het initiatief daartoe moge komen. En dat, wanneer dit gelukt is, eindelijk de kern van het geschil tot een oplossing wordt gebracht door een neutralen arbi ter, waarvoor het Hof in Den Haag wel een aangewezen lichaam schijnt. Een dergelijke regeling van het con flict tusschen Bolivia en Paraguay zou dan een eerste stap kunnen worden in de richting van arbitrale beslissingen ook voor eventueele andere grensconflicten tusschen Z.-Amerikaansche staten, het geen ongetwijfeld de beweging voor arbitrage in het algemeen ten zeerste zou versterken. WIERINGERMEER. Een lijst van aardrijkskundige namen. Bij de rijksuitgeverij, dienst van de Ned. Staatscourant, is verschenen een lijst van aardrijkskundige benamingen in de Wieringermeer. Men vindt onder af zonderlijke hoofdjes de nieuwe namen van de polderafdeelingen, dorpen, we gen, kanalen en vaarten, tochten, sluizen, beweegbare bruggen etc. gerangschikt. Deze lijst, die een herdruk is van de publicatie in de Staatscourant, waarop we reeds eerder de aandacht vestigden, is vergezeld van een duidelijke kaart, waarop de nieuwe namen staan aange geven. door Dr. H. WESTERMAN. Het lijdt geen twijfel meer: in Duitsch land woedt reeds weken en maanden lang een burgeroorlog. In een redelooze haat staan burgers van hetzelfde land tegenover elkaar met boksbeugels, dol ken en revolvers in de hand. Dag aan dag worden er menschen gedood of ster ven er zwaargewonden in de zieken huizen. Men ziet barricades in de straten van de Berlijnsche wijk Wedding, in Keulen, in het Roergebied, in Altona. En de doodsklokken luiden in Duitschland eiken dag en elk uur. Waarom zouden wij nogmaals nagaan, hoe deze haat en deze moordlust zijn ont staan? Dat hebben honderden anderen voor ons reeds gedaan, en telkens kwa men zij tot andere conclusies. Er is be hoefte aan iets anders; er moest eens een poging worden gedaan om na te gaan, hoeveel slachtoffers deze burgeroorlog reeds geëischt heeft. En dan zal het na geslacht, dat een oordeel velt over de geschiedenis van onzen tijd, wel niet van meening zijn, dat het resultaat van deze gevechten ook maar eenigermate de offers aan menschenlevens rechtvaardigt. Zooveel slachtoffers, alleen om partij twisten! Een hard verwijt voor onver schillig welk tijdperk der geschiedenis! Wij, die thans als oudere menschen dezen burgeroorlog meemaken, zullen er waarschijnlijk niet meer de slotbalans Alleen de Pruisische politiedie hier de voorbijgangers fouilleert op verboden wapensheeft reeds 35 dooden te betreuren tot ultimo 1931. BLUE BAND door E. PHILLIPS OPPENHE1M. 26) Bliss was niet in staat een woord uit te brengen. Tegen zulk een brutaal-open- hartige logica was hij niet opgewassen. „Ofschoon ik niet de minste bedoeling heb u te beleedigen, mijn beste vriend," ging mr. Fancourt voort, „zou ik er u toch op willen wijzen, dat u in dezen voortdurenden- bestaansstrijd tot dusver aan de zijde van de schapen, laat ik zeg gen, gevochten hebt. Zou het niet aan te raden zijn, om nu ééns naar den vijand over te loopen. Wilt u nog eens opste ken?" Zwijgend nam Bliss nog een cigaret. Tot zijn groote verbazing, kreeg hii een gevoel van groote voldoening, nu hij eindelijk weer eens door een beschaafd iemand, als zijn gelijke behandeld werd. „Eenige jaren geleden," ging Mr. Fan court voort, „verkeerde ik in dezelfde omstandigheden als u. Gelukkig ben ik nu in staat, om op een behoorlijke ma nier te leven en mijzelf die zekere luxe te veroorloven, welke voor mannen van onzen stand en opvoeding eigenlijk on ontbeerlijk is. De menschen, die zulk een leven mogelijk voor me gemaakt hebben, rangschik ik onder de schapen." „En op welke manier wordt er gescho ren?" vroeg Bliss. Mr. Fancourt kon niet nalaten even te glimlachen. „Mijn beste kerel," zeide hij, „op het oogenblik zijn we pas aan de voorberei dende maatregelen toe. Om ons plan de campagne te begrijpen, dat volgens mij iets buitengewoons is, zult u maanden noodig hebben. Op het oogenblik gaat het er maar om, hoe we u 't beste productief kunnen maken." „Dat moet u maar uitmaken," zeide Bliss genoeglijk. „Ik stel me voor zoo ongeveer alles beschikbaar." „Goed," zeide mr. Fancourt. „Maar zooals u wel zult begrijpen, zal het nog wel eenigen tijd duren, voordat u tot den kring van mijnlaten we zeggen: discipelen wordt toegelaten. Van te voren moet u een proeftijd doormaken. Nu zou ik wel graag willen weten in welke van de'openbare vermake lijkheden u zich zoudt kunnen vertoonen, zonder onmiddellijk herkend te worden." Bliss dacht even na. „Met openbare vermakelijkheden be doel ik in dit geval hoofdzakelijk de meest bekende cabarets," ging mr. Fan court door. „O, daartegen bestaat voor mij niet het minste bezwaar," verklaarde Bliss. Mr. Fancourt glimlachte. „Ik merk, dat u dezelfde ideeën toege daan bent als alle tegenwoordige mo derne jongelui," merkte hij op. Bliss knikte. „Ja 't pleit niet voor je smaak als je zulke gelegenheden bezoekt," gaf hij toe. „Juist," zeide mr. Fancourt goedkeu rend. „En nu ter zake. Zooals u weet, be staat het publiek van die gelegenheden hoofdzakelijk uitschapen, 't Is ons te doen om de gefortuneerde jongelui uit de provincie. Hun manieren zijn shocking, hun kleeding is belachelijk, maar hun geld is goed, heel goed. En, ze zijn als was in de handen van een ge wiekst iemand. Een van mijn kleine on dernemingen," ging mr. Fancourt voort, terwijl hij in zijn stoel achterover leun de, „is een gemengde bridge-club. Om tien uur 's avonds wordt die club ge opend, daar kunnen dan de jongelui, die het grootsteedsche leven willen leeren kennen, op heel onschuldige manier hun tijd zoek brengen." „Laten we achter die mooipraterij nu maar een punt zetten," stelde Bliss voor. Mr. Fancourt knikte toestemmend, ter wijl hij iets op een velletje papier schreef, dat hij van een stapeltje naast zich afnam. ,,'t Beste is," vervolgde mr. Fancourt, „dat u eerst naar de gebroeders Poullet gaat, dat zijn kleermakers in Southamp- ton Row," zeide hij. „Dit briefje is goed voor een rok- en een colbertcostuum. Uw „jachtterrein" is voor het oogenblik de „Empire". Hier heeft u een paar pond voor extra uitgaven," ging hij door. „Verder kunt u met iedereen, die u ge schikt lijkt, gaan eten bij „Galer", u be hoeft niet te betalen, alleen moet u de rekening teekenen met den naam Fan court, met twee punten erachter. Ik zal Henri, die maitre-d'hotel daar is, van daag nog mijn instructies geven. De be doeling is natuurlijk, dat u uw bekenden, na afloop van het diner, naar Sidley's Bridge club brengt. Folkestonestreet no. 17."' „Maar dat soort menschen speelt ge woonlijk geen bridge," wierp Bliss er tegen in. „Daarin heeft u volkomen gelijk", ant woordde mr. Fancourt droogjes. „Ik wil u dan ook wel zeggen, dat er ook ge legenheid tot baccarat spelen bestaat. En dan moet u niet vergeten, dat deze ge mengde bridge-club alleen wordt bezocht door menschen uit de allerhoogste krin gen. De jongelui uit de provincie hebben heel veel over zulke gelegenheden ge lezen, maar ze hebben er nog nooit een gezien. Het zal u dus niet moeilijk vallen, om hun nieuwsgierigheid gaande te maken." „Moet ik ook spelen?" vroeg Bliss. „Neen, voor 't oogenblik nog niet," ant woordde mr. Fancourt. „Voorloopig is uw werk alleen om de menschen naar de club te brengen, daar bestelt u dan iets voor ze, en als ik of de secretaresse, mrs. Fortescue, dan binnenkomen, stelt u ze aan ons voor." „Maar ik ken mrs. Fortescue niet eens," wierp Bliss daartegen in. „Maak u daar maar niet ongerust over, tegen dien tijd kent z ij u wel," stelde Fancourt hem gerust. „Alles is nu afge sproken, zullen we nu maar tot ziens zeggen?" Bliss stond op. „Die bridge-club is maar een begin", ging mr. Fancourt voort, „want, dit kan ik u wel in vertrouwen mededeelen, 't is maar een klein onderdeel van mijn eigen lijke onderneming. Voor 't oogenblik be draagt uw salaris maar vier pond per week, maar als het blijkt, dat u te ver trouwen bent, dan zal ik u over een niet al te langen tijd in staat stellen een sa laris te verdienen, dat in overeenstem ming is met uw durf en uw handigheid. Ik heb op het oogenblik verscheidene jongelui in mijn dienst", ging mr. Fan court na eenige aarzeling voort, „die in dezelfde positie verkeerd hebben als u nu; maar om u de waarheid te zeggen, heb ik niet veel aan hen, ze zijn of te veel bekend, of ze hebben in 't geheel geen eigen initiatief. Hun eenige doel is, veel geld te verdienen, om in staat te zijn aan hun slechte gewoonten toe te geven. Ze hebben geen wil en ze hebben geen durf. En ik moet juist iemand hebben, die van die twee eigenschappen een flinke portie heeft. Ik heb zoo'n idee, dat wij beiden wel met elkaar zullen kunnen opschieten, mr. Johnson!" Even daarna wandelde Bliss weer op straat met een gevoel alsof het zooeven beleefde pure verbeelding was. Maar toch wist hij een ding heel zeker. Al was de atmosfeer, welke van deze geheim zinnige onderneming uitging, onver kwikkelijk en gevaarli,jk tegelijk, 't was niet te ontkennen, dat het avontuurlijke element ook sterk vertegenwoordigd was. En 't leek Bliss toe, of alleen de gedachte daaraan hem al een aangenaam-prikke- lende gewaarwording gaf, al was de rol, welke hij voor 't oogenblik te spelen had, verre van avontuurlijk. Opgewekt besloot hij nu in elk geval eens te zien, welke verrassingen voor hem in deze nieuwe rol waren weggelegd. HOOFDSTUK XIII. Van schrik liet mrs. Heath het thee blad bijna vallen. „Ik heb altijd wel bij mezelf gedacht, dat u een heer was," riep ze uit. „Nou u echte goede kleeren aan hebt, ziet u er uit of u nooit iets anders gedragen heeft." Bliss, die voor den spiegel heen en weer stond te draaien, terwijl hij met de grootste nauwkeurigheid zijn dasje mon sterde, keerde zich bij die woorden om. „Dat is tenminste een geruststelling, mrs. Heath," zeide hij glimlachend. „Ik moet u eerlijk zeggen, dat ik me bezorgd maakte over dit vest. Geen coupeur met een behoorlijk gevoel voor lijn, zou ooit zoo'n coupe hebben kunnen bedenken." Mrs. Heath zette weer het theeblad neer, terwijl ze haar huurder eenigszins angstig aankeek. „U voelt u toch wel goed, mijnheer?" vroeg ze aarzelend. „Dat u zoo geboft hebt is u toch niet naar het hoofd ge stegen op een of andere manier?" Bliss begon hartelijk te lachen. „Neen, daar behoeft u niet bang voor te zijn," stelde hü haar gerust. „Ik weet ook nog niet zeker, of ik wel zoo erg ge boft heb. Het zijn ook eigenlijk geen kleeren die ik aanheb, het is een soort livrei." „O, dan bent 11 kellner ergens gewor den," riep mrs. Heath verheugd uit. „Ik heb vroeger nog eens een commensaal gehad, die kellner was, eiken Zaterdag avond prompt kreeg hij zijn twee pond uitbetaald.... Groote genade!" (Wordt vervolgd.) j

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 1