KANNEWASSER
VERKOOPT UIT!
Rijk en geen geld.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Buitenlandsch overzicht.
Nr. 7152. EERSTE BLAD
DINSDAG 2 AUGUSTUS 1932
60ste JAARGANG
De Rijksdagverkiezingen voor Duitschland. - De nat.-
socialisten behalen geen meerderheid. - Een rede van
den Duitschen rijkskanselier tot het Amerikaansche
volk.
BADPAKKEN (wollen)
De open-deur-politiek.
Nederlands vleeschexport naar
Frankrijk.
FEUILLETON
COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel I 1.65; binnen
land f 2.— Nederl. Oost- en West-Indiö per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f 8.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70,
Jl._. Modeblad resp. 1 0^5, f 1.25, 11.25, f 1.35. Lossenos.4ct.; Ir.p.p.6ct.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewijsno. 4 ct.
De Rijksdagverkiezingen in Duitsch
land hebben een verrassenden uitslag
gebracht. Hitier heeft geen meerderheid
behaald en dus zullen we bevrijd blijven
van regeeringsexperimenten van de Na-
tionaal-socialisten. De juiste uitslag van
de verkiezingen is bij het schrijven van
dit overzicht nog niet bekend, maar wel
was reeds te zien, dat de Nationaal-socia-
listen in verschillende districten, in ver
gelijking met de Landdagverkiezingen,
belangrijke winsten zouden boeken, waar
tegenover echter ook groote verliezen
stonden in andere districten, zoodat de
toename van het stemmenaantal niet be
langrijk zal zijn gestegen. De verliezen
van de sociaal-democraten zijn ook niet
De Duitsche Rijksdag-verkiezingen.
De voornaamste partijleiders.
Severinp.
groot, terwijl het centrum (r..-k.) en de
communisten flinke winsten boeken. De
Berlijnsche corr. van de „Telegraaf"
Brüninp.
schreef Zondagnacht o.m. aan zijn blad
over het voorloopig resultaat:
Het voornaamste feit, dat deze verkie
zingen hebben opgeleverd is het doodloo-
pen der Hitlerbeweging. Voor de Hitle-
rianen stond bij deze verkiezingen alles
op het spel. Zij hadden een propaganda
Huperiberp.
ontwikkeld, zooals men die in Duitsch
land nog nimmer heeft beleefd. Hitier
verwachtte van deze verkiezingen, dat hij
tenminste 46 pet. van alle kiezers achter
zich zou krijgen. Dat is niet gebeurd. Als
morgen alle definitieve cijfers bekend
zijn, zal het blijken, dat hij het ten hoog
ste tot 37 of 38 pet. der uitgebrachte stem
men zal hebben gebracht. Dat is een im
posant resultaat, maar het wijzigt den be-
staanden politieken toestand in Duitsch
land niet.
Het wil met het derde rijk niet lukken.
Hitier.
doorslaggevenden invloed op den gang
van zaken in Duitschland had verworven.
Hitier heeft om een beeld uit den wereld
oorlog te gebruiken, zijn Marne-slag be
leefd. Hij heeft den definitieven storm
loop beproefd, maar is terug geslagen.
Zelfs samen met een zoo voorzichtigen
bondgenoot als dr. Hugenberg is, kan hij
aan het Duitsche parlementarisme zijn wil
niet voorschrijven. Het is uiterst bevre
digend dit te constateeren. Het was niet
te overzien geweest, tot welke politieke
avonturen het in Duitschland zou zijn ge
komen, indien een politiek zoo onmondige
partij a's de Hitlerianen dat zijn, een
naar maat, model en kleur, keuze, a I 3,50. i
Tennis- en Wandelsokjes a t l.lO. I Duitsche rijkskanselier heeft tot het
(Alles eigen werk). 1 Amerikaansche volk gesproken, in den
JAAP SNOR. nacht van Vrijdag op Zaterdag. Wij
achten deze toespraak van Von Papen be
langrijk genoeg om er een en ander uit
te vermelden, omdat daarin ook weer
eens naar voren komt de houding en de
wenschen van Duitschland ten opzichte
van het buitenland.
Het is niet gemakkelijk voor een vreem
deling de politieke ontwikkeling van
Duitschland te doorzien, zoo zeide de
rijkskanselier.
Een bekend Amerikaansch schrijver,
die het vorig jaar Duitschland bezocht,
heeft gezegd, dat de Duitschers slechts
in één ding eensgezind waren, n.1. in hun
oneenigheid.
Tot zekere hoogte is dit waar, maar als
hij nu terug zou komen zou hij zien dat
zij ook eensgezind zijn in hun verlangen
naar orde en gezag. De gebeurtenissen
der laatste weken hebben dit duidelijk
bewezen.
Duitschland is aan den rand van een
burgeroorlog, door de onwettige activiteit
van de radicalen van rechts en links. Het
grootste gevaar veroorzaakten de commu
nisten, die, wat ieder Amerikaansch hoor
der met mij eens zal zijn, niet alleen een
gevaar opleveren voor Duitschland, maar
voor de geheele wereld. Het was hun ge
lukt sterke strijdkrachten voor hun doel
einden uit te rusten en geen regeering
kan natuurlijk zulk een toestand dulden
zonder haar gezag volkomen te verlie
zen. Uit dien hoofde heeft president Von
Hindenburg een rijkscommissaris voor
Pruisen benoemd, waar het gevaar acuut
was en nu twee weken na diens benoe
ming heeft het volk de bedoeling begre
pen en de orde is nergens meer verstoord.
Ik leg er den nadruk op, dat deze benoe
ming een volkomen tijdelijk karakter
draagt. Zij is gevolgd om de menschen,
die zich niet meer veilig voelden onder
het staatsgezag, te sterken.
Ik hoop, dat de uitslag der aanstaande
verkiezingen de juistheid van deze maat
regelen zal bewijzen.
Nog één ding. Mijn regeering zal niet
de hand reiken tot het vormen van eeni-
ge soort van dictatuur. Maar Duitschland
bevindt zich te midden van een groote
evolutie. De eigenlijke oorzaak van al
onze ellende is gelegen in het verdrag
van Versailles, dat 12 jaar na den oorlog
Duitschland nog steeds in een toestand
van minderwaardigheid en ongelijkheid
wil houden.
Dit is onrecht tegenover onze jeugd,
die niet inziet waarom zij moet lijden on
der de gevolgen van dit verdrag. Vooral
de partij van Hitier is bijzonder gevoelig
op dit punt. Maar ook ik zeg, dat het iets
ondragelijks is voor het Duitsche volk om
thans nog geweerd te worden als gelijke
uit den Raad der Volkeren. Ik ben over
tuigd, dat het Amerikaansche volk met
een grooten zin voor recht en vrijheid dit
gevoel volkomen zal verstaan en ik doe
een beroep op dit volk om samen, met
Gods hulp, een betere wereld op te bou
wen voor het algemeen welzijn.
ONTWAPENING TER ZEE.
Conferentie in September?
De diplomatieke medewerker van de
„Daily Telegraph" verneemt, dat een
vijf-mogendheden-conferentie over ont
wapening ter zee vooraf zal gaan aan de
hervatting der ontwapeningsconferentie
en waarschijnlijk begin September te
Londen zal worden gehouden. Er is te
dezer zake reeds onderhandeld tusschen
de betrokken regeeringen. Frankrijk is
geneigd de conferentie te beperken tot
een conferentie van deskundigen, terwijl
Amerika en Engeland wenschen, dat het
doel der conferentie uitgebreider zal zijn.
Zoo is Amerka voornemens Gibson als
hoofdgedelegeerde af te vaardigen.
GENERAAL MA GESNEUVELD.
In een gevecht bij Charbin.
Bij gevechten, die Zaterdag hebben
plaats gehad te Ankoesjen ten noordwes
ten van Charbin, tusschen Japansche
troepen en troepen van generaal Ma
Sjan-sjen is de generaal gedood. Ook
tweehonderd man van Ma Sjan-sjen's
garde zijn gedood. Het lijk van den gene
raal is gevonden onder een aantal ge
sneuvelde soldaten; het was doorzeefd
van machine-geweerkogels en omringd
door de lijken van leden zijner garde, die
blijkbaar hebben gevochten tot zij door
hun tegenstanders werden gedood.
Regeringsverklaring.
Batavia. De regeering heeft in den
Volksraad verklaard, dat zij momenteel
ernstig overweegt de opheffing van in
voerrechten op garens, terwijl de oecono-
mische commissie maatregelen beraamt
om vervalsching van buitenlandsche
weefsels te voorkomen, teneinde de in-
heemsche industrie te beschermen. De re
geering wenscht thans niet, en zal dit
nooit wenschen, een kunstmatige waar
devermindering van den gulden te be
vorderen en stelt, wat betreft de handels
politiek, de noodzakelijkheid in het licht
van handhaving van de opendeur-poli
tiek.
Een politiek gericht op het in eigen be
hoeften voorzien, zou den laagst moge
lijken levensstandaard met zich brengen.
DE ONTWIKKELING VAN INDIË'S
INDUSTRIEELE LEVEN.
Het oordeel van het Soer. Han
delsblad.
Soerabaja. Het Soer. Hbl. geeft een uit
eenzetting over de geleidelijke ontwikke
ling van het industrieele leven van Ned.-
Indië. De schrijver constateert, dat Indië
na eeuwen van succesvolle bearbeiding
en na uitlevering van reusachtige win
sten nog zoo arm is als de bekende kerk
rat, hetgeen beter dan een keur van op
merkingen aantoont hoe noodzakelijk de
opbouw yan Indische bedrijven is. Het
blad betoogt, dat „Holland niet alleen
geen recht heeft op eenig offer van Indië,
doch zelfs verplicht is mede te werken
aan den uitbouw eener constructie, welke
het mogelijk maakt, dat meer kapitaal
met zijn winsten in Indië blijft. Aan dé
andere zijde moet men geen dualisme
HollandIndië scheppen, doch ook op
commercieel gebied het beginsel der
rijkseenheid hooghouden." Het blad ci
teert uit het jaarverslag der Javasche
Bank: „Onder geen voorwaarde mogen
in het belang van Holland maatregelen
worden getroffen, welke in het nadeel
van Indië zouden kunnen zijn." „Onze
koloniale politiek wordt zeker niet be-
heerscht door de actie van Hollandsche
fabrikanten en arbeiders, die hun prach
tige sociale positie met ziekte-, ongeval
len- en ouderdomsverzorging zouden wil
len handhaven ten koste van Kroino, dien
rustigen armoelijder, die niet altijd een
baadje kan koopen en wiens sociale rech
ten voornamelijk omvatten: vrij zon en
frissche lucht."
Het blad concludeert dat een construc
tieve wijziging van onze zuiver fiscale
douanetarieven de aandacht vraagt, ter
wijl Indië niet mag toelaten dat levens
vatbare bedrijven in Indië door abnor
male methoden worden doodgedrukt.
AANKOOPEN DOOR DE
INTENDANCE.
Volksraadcritiek.
Wederom is in de af deelingen van den
Volksraad critiek uitgeoefend op de werk
wijze van de intendance bij den aankoop
van levensmiddelen. De contracten wor
den in het jaar, voorafgaande aan dat,
waarin de levering moet geschieden, af
gesloten tegen prijzen, welke op het mo
ment van het aangaan der overeenkomst
gelden, tengevolge waarvan het leger de
laatste jaren exorbitant hooge prijzen
voor levensmiddelen e.d. heeft moeten
betalen. Aangezien de voedinggelden,
welke aan hen, die buiten de kazerne
wonen, worden toegekend, verband hou
den met die prijzen, zijn ook die gelden
den laatsten tijd te hoog geweest. Ge
vraagd werd, of het niet mogelijk is, zoo
danige contracten af te sluiten, dat elke
maand de prijzen zullen worden vastge
steld naar den geldenden marktprijs.
DE DERDE KRUISER.
markt gedrukt wordt en de winstmarge
voor die exporteurs automatisch wordt
vergroot, wat voor de schapenhouders
dubbel schadelijk is, omdat de prijzen
voor het binnenlandsch verbruik daar
door ook lager zijn;
3. dat schapen, in 1931 geboren, niet
bij deze exporteurs in aanmerking ko
men voor export, zoodat hiervoor alweer
schade voor de schapenhouders ont
staan is.
Is de minister bereid een en ander be
ter te regelen, zoodat a. de export niet
voor het grootste deel in handen van
slechts enkele personen blijft; b. eerst
de schapen, in 1931 geboren, geëxpor
teerd worden; 3. door het bepalen van
een vaste winstmarge voor de export
schapen, de exporteurs geen belang heb
ben bij een dalenden marktprijs.
Wil de minister ook mededeelen hoe
groot het kwantum is, dat uitgevoerd mag
worden in het derde kwartaal?
RADIO-RAAD.
Regeeringstoelichting.
In de M. v. A. nopens de marinebe-
grooting lezen wij:
De opinie van de leden, welke meen
den, dat de z.g. derde kruiser niet kan
worden gemist, sluit zich geheel aan bij
het groote gewicht, dat het opperbestuur
getoond heeft aan den bouw van dezen
reserve-kruiser te hechten.
Het feit, dat onder de huidige omstan
digheden slechts één der beide kruisers
in de vaart is, kan naar het oordeel der
regeering bezwaarlijk als een argument
tegen den aanbouw van den reserve
kruiser worden aangevoerd. Integendeel
is zij van meening, dat waar de ervaring
heeft gelêerd hoezeer het vereischte pe
riodiek onderhoud der uitgebreide tech
nische installaties aan het gelijktijdig in
de vaart brengen der beide kruisers in
den weg staat, hieruit ten duidelijkste
blijkt, dat om over twee kruisers te kun
nen beschikken een reserve-kruiser niet
gemist kan worden.
Voor 90 procent in handen van
vijf of zes personen.
Het Tweede-Kamerlid Braat heeft aan
den minister van Economische Zaken en
Arbeid gevraagd of het hem bekend is:
1. dat de vleeschexport naar Frankrijk
voor 90 van het voor dien uitvoer toe
gestane kwantum in handen is van vijf a
zes personen:
2. dat de prijsdaling van de schapen
hier te lande veroorzaakt wordt, doordat
deze exporteurs de markt in handen heb
ben en op de markten slechts door één
hunner laten aankoopen, zoodat de scha
penhouders gedwongen zijn, elk door hem
geboden bod té aanvaarden, waardoor de
De nieuwe voorzitter.
Bij K. B. is benoemd tot lid, tevens
voorzitter, van den Radio-raad en tot lid,
tevens voorzitter, van de Radio-Omroep-
controlecommissie, de heer H. van
Boeyen, lid van Ged. Staten van Zuid-
Holiand te Voorburg.
De heer Van Boeyen werd 23 Mei 1889
te Putten (Geld.) geboren, hij is dus 43
jaar oud. Hij is van christelijk-histori-
sche richting. Sinds 1923 is hij lid van
Prov. Staten van Zuid-Holland; lid van
Ged. Staten sedert 1925.
In de vacature-De Visse^ als voorzit
ter van de algemeen programmacommis
sie zal nog moeten worden voorzien.
DE NOOD IN DEN GROVEN
TUINBOUW.
De verdeeling van de tweede
700.000 rentelooze voorschot
ten.
Men meldt uit Langendijk aan de „Nw.
Rott. Crt.":
Bij 49 gemeentebesluiten in de tuin
bouwgebieden van West-Friesland is van
den betrokken minister bericht ontvan
gen, dat de verschillende maatr.-gelert
kunnen worden getroffen in verband met
de beschikbaarstelling van de tweede
700.000 als rentelooze voorschotten aan
noodlijdende tuinders. Had men aanvan
kelijk verwacht, dat nu weer allen, die
noodlijdend zijn, voor de uitkeering van
een renteloos voorschot in aanmerking
zouden komen, thans blijkt, dat dit niet
het geval is. Alleen zij, die van de etrste
Voor slechte spijsver
tering en verstopping
zijn Poster's Maagpil-
ien het middel bij uit
nemendheid Zij pur-
geeren niet heftig, doch
werken zacht en zonder krampen.
Houdt steeds een flacon bij de hand.
Alom oerkrijgbaat b 0.65 p. flacon.
FOSTER'sMAAGPIHEN
door
E. PHILLIPS OPPENHE1M.
27)
Achtereenvolgens haalde Bliss een
hoogen hoed, een wit zijden boordbe-
schermer en een paar wit zeemleeren
handschoenen uit een koffer, welke naast
hem openstond.
„Waar bent u van plan naar toe te
gaan, mijnheer?" vroeg inrs. Heath.
„Wat een mooie kleeren."
„Ik ben van plan mijn geluk te gaan
beproeven, mrs. Heath", antwoordde Bliss.
„Ik ga vanavond kennis maken met een
wereld, die me tot dusver volkomen on
bekend was."
„Nou, in elk geval hoop ik, dat u geluk
zult hebben in uwn nieuwe betrekking,
mijnheer, wat het dan ook moge zijn",
zeide mrs. Heath, terwijl ze nu den
derden keer het theeblad opnam, met het
plan om nu werkelijk weg te gaan. „Als
ik had geweten, dat u zoo uit zou gaan,
dan had ik wat beters dan alleen thee en
brood bovengebracht."
,,'t Is zoo heel goed geweest, mrs.
Heath", antwoordde Bliss, terwijl hij ach
ter haar aan naar de trap liep, „als ik
vanavond bof, dan krijg ik over een paar
uur een gratis souper."
Op den hoek van de straat stapte Bliss
in de autobus, welke hem naar Leicester
Square bracht, zoodat het nog even voor
negenen was, toen hij, heel op zijn ge
mak, „the Empire" kwam binnenstappen.
Midden in de promenade ging hij aan
een tafeltje zitten en begon met een ge
heel nieuwe belangstelling de gezichten
van de heen en weer slenterende bezoe
kers te bestudeeren. Hij trachtte ze, ge
holpen door zijn pas verworven kennis,
bij een van de twee groepen, schapen of
neutralen, in te deelen. Onder neutralen
verstond hij menschen, die niet voor
scheren in aanmerking kwamen. Onder
al de wandelaars was er maar één, een
jonge man, dien hij zonder eenige aar
zeling onder de eerste categorie kon
rangschikken. Het was een lange, stevige
jongen met een blozend, rond gezicht. Zijn
kleeding bestond uit een rokcostuum, een
hoogen zijden, welke blijkbaar tegen den
draad in geschuierd was, een overhemd,
waarvan een knoopje voortdurend nei
ging vertoonde om te verdwijnen en een
zwart confectie-dasje. Hij had geen hand
schoenen aan, zijn handen waren rood en
verweerd. Zijn houding liet alles te wen
schen en wat het ergste was, hij rookte
Virginia sigaretten! Na heel wat ge
manoeuvreer kwam Bliss vlak achter hem
staan, toen hij bij de sigaren-kiosk een
heel dure sigaar aan het uitzoeken was.
Op dat oogenblik kwam het lot Bliss te
hulp. Toen de jonge man zich onhandig
omkeerde, stootte hij bij ongeluk tegen
den arm van Bliss, waardoor zijn sigaar
brak.
„Pardon, dat was mijn schuld," zeide
Bliss. „Wilt u voor mijn rekening een
nieuwe koopen?"
„Neen, dat kan ik niet accepteeren",
antwoordde de jonge man.
„O, maar u moet het werkelijk toestaan,
dat ik mijn onhandigheid goed maak,"
ging Bliss voort, terwijl hij ondertusschen
zelf een sigaar uitzocht. „Ik geloof, dat
deze u wel bevallen zal, als u tenminste
niet aan een speciaal merk gewend
bent.... De voorstelling beteekent niet
veel, vindt u wel?"
Eerst leek het of deze eerste poging,
van Bliss schipbreuk zou leiden. De jongt
man was zeer gereserveerd; na een paar
beleefdheidsfrazen maakte hij een be
weging, alsof hij weg wilde gaan. Maar
plotseling veranderde hij van gedachten.
„Voelt u er wat voor om te gaan zit
ten?" vroeg hij. „Ik heb twee loge
plaatsen, oorspronkelijk waren ze bedoeld
voor mij en voor mijn vriend, maar mijn
vriend is niet gekomen".
Zonder een oogenblik te aarzelen nam
Bliss de invitatie aan. Toen ze zaten, gaf
de jonge man zijn kaartje aan Bliss en
na verloop van korten tijd nam het ge
sprek een meer vertrouwelijke wending.
De naam van den jongen man was
Sturgess, zijn vader had een fabriek van
tricot-goederen in the Midlands; hij was
voor zaken in Londen en daar er toe
vallig een groote voetbalmatch in het
Crystal Palace was, had hij meteen van
de gelegenheid geprofiteerd om die bij
te wonen. Hij was heel zelden in Londen
geweest, maar wilde de stad graag leeren
kennen. Zonder eenige aarzeling nam hij
de invitatie van Bliss aan, om samen
ergens te gaan soupeeren.
Zooals gewoonlijk het geval is met
buitenlui, die voor een paar dagen in
stad zijn, was hij gedurende den maaltijd
heel druk en luidruchtig. Maar toen de
lichten één voor één werden uitgedraaid,
begon hij zijn opgewektheid te verliezen.
„Ik vind Londen een vervelende stad,"
viel hij uit, „na half een is er niets meer
te doen. Dan moet u in Parijs komen!
Kent u Parijs?"
„Ja, ik ben er een of tweemaal ge
weest," vertelde Bliss hem. ,,'t Is er ver
duiveld leuk, maar Londen is ook zoo
kwaad niet, als je den weg maar weet."
„Maar hoe kan je nu van iemand, die
maar één keer per maand in Londen
komt, verwachten, dat hij den weg weet,"
mompelde de jonge man.
„Wel, waar zoudt u zin in hebben?"
vroeg Bliss. „Zoudt u zin hebben om naar
een gemengde bridge-club te gaan, waar
eiken avond een paar verduiveld mooie
vrouwen komen spelen. Zelfs als u geen
kaart speelt, is het toch wel genoegelijk
om er eens rond te kijken; in elk geval
kunnen we er wat te drinken krijgen."
„Graag", stemde de jonge man enthou
siast. toe. „Ik heb wel eens 't een en ander
over dat soort clubs gelezen."
„Veel te gemakkelijk," zeide Bliss
zachtjes tegen zichzelf.
De bridge-club was voor Bliss zelf ook
een verrassing. Ze werden ontvangen
door een zeer deftig uitziend, eenvoudig
gekleed portier, die hen naar binnen ge
leidde, waar een nog deftiger uitziende
major-domo, die Bliss, tot diens niet ge
ringe verbazing, met de beleefde fami
liariteit van een ouden bekende begroette,
den nieuwen gast het vreemdelingenboek
voorlegde, met het verzoek om daarin
voluit zijn naam te schrijven.
De speelkamer maakte een deftigen in
druk met haar sobere tinten en een
voudige meubelen. Toen de beide jonge
mannen binnenkwamen, waren er vier
tafeltjes bezet. Bij een van de tafMtj^s
zat als toeschouwster een elegante, in
't zwart gekleede vrouw, die Bliss toen
hij naderbij kwam, de hand toestak.
„Komt u hier bij me zitten, mr. John
son, dan kunnen we wat praten", zeide
zij, „wilt u uw vriend even voorstel
len?"
Gelukkig herinnerde Bliss zich op
dat oogenblik, dat mr. Fancourt hem
dien morgen over een mrs. Fortescue
had gesproken, en terwijl hij zichzelf in
wendig feliciteerde met zijn goed geheu
gen, stelde hij mr. Sturgess voor. In het
eerst was de jonge man weer eenigszins
gereserveerd, maar het duurde niet lang
of mrs. Fortescue, die buitengewoon
vriendelijk tegen hem was, had hem vol
komen op zijn gemak gesteld.
„Heeft u lust om te spelen?" vroeg
Bliss aan zijn nieuwen vriend.
„Ja, graag", antwoordde Sturgess.
„Speelt u mee?" vroeg hjj toen, zich
tot mrs. Fortescue wendende, die glim
lachend van neen schudde.
„Ik heb vanavond niet veel lust", legde
ze uit. „Ik ben vandaag naar de courses
geweest en dan heb ik 's avonds altijd
hoofdpijn. Maar als u zin heeft om te
spelen, gaat u dan gerust uw gang".
„Ik wil heel graag", verklaarde de
jonge man. „Maar dan alsjeblieft niet
zoo'n tam spelletje".
„We spelen hier nooit hoog", zeide
mrs. Fortescue, terwijl ze zich iets tot
haar nieuwen bekende overboog, „en,
tenzij n een heel sterke speler bent, zou
ik u niet aanraden, om hooger te gaan
dan de speelvoorschriften van de club
zijn. U moet rekening ermee houden, dat
het hier bijna allemaal heel sterke
spelers zijn, die eikaars methoden door en
door kennen".
Mr. Sturgess keek haar een oogenblik
onzeker aan, het leek wel, of dit antwoord
iets inhield, dat hij niet verwacht had.
„Vanavond, aan een souper heb ik nog
tegen onzen vriend hier, mr. Johnson, ge
zegd, dat ik van de speelgelegenheden in
Londen heel weinig afweet", zeide hij
toen. „Ik kom van Leicestershire. Als het
mogelijk is, zou ik dolgraag eens een
echte speelclub zien, ik bedoel een club,
waar baccarat en zoo gespeeld wordt. Je
leest er zooveel van in de kranten, maar
tot dusver is het me nog nooit gelukt,
iemand te ontmoeten, die me in zoo'n ge
legenheid zou kunnen introduceeren".
Mrs. Fortescue keek eenigszins ver
toen langzaam haar kant op.
„Ik voor mij geloof, dat die dingen
meer in de verbeelding van de heeren
journalisten bestaan", zeide ze toen lang
zaam. „Hallo Jimmy, heb je zin in een
robber?"
Terwijl ze sprak, was mr. Fancourt het
zaaltje binnen gekomen; bij haar woor
den bleef hij eerst even staan en kwani
toen langzaab haar kant op.
„Ik heb niet veel zin", zeide hij toen,
terwijl hij Bliss nonchalant goeden dag
toeknikte. „Maar als jullie een vierden
man noodig hebben, wil ik wel mee
spelen".
Toen Bllss zijn nieuwen vriend uit Lei
cestershire voorstelde, viel het hem op,
dat Mr. Fancourt niet bepaald voor
komend was.
„Mr. Sturgess voelt niet veel voor
bridge", zeide Bliss. „Hij wil liever bac
carat of zoo iets spelen".
Mr. Fancourt keek den jongen man
eens aan en glimlachte even.
(Wordt vervolgd.)