handteekening en karakter
{ft.
door
Dr. F. HOCKE
te Weenen.
Uit Weenen werd ons onderstaand
artikel over een interessant onderdeel
der grafologie toegezonden, dat wij
om zijn merkwaardigen inhoud gaar
ne hebben opgenomen, ook omdat er
tevens 16 handteekeningen van be
kende en deels wereldberoemde per
sonen bij werden gepubliceerd.
Voor de beoordeeling van een hand-
ichrift is de handteekening van groot
belang, omdat daaraan bij voorkeur iets
karakteristieks wordt gegeven, dat aan
bet gewone schrift ontbreekt. Hoe de
handeekening als zoodanig eigenlijk in
FIg. 1
Fla. 2
Volgens W. Langenbruch bestond in de
Scandinavische landen de gewoonte om
achter den naam een teeken te plaat
sen, dat den leeftijd van den schrijver
aanduidde; de verticale strepen betee-
kenden tien jaar, de verticale dwars-
streep vijf jaar en elke punt een jaar.
Uit al dergelijke bijkomende dingen
kunnen zich zeer goed de handteekenin
gen hebben ontwikkeld in den vorm,
dien wij thans kennen.
Over de beoordeeling van de meer
dere of mindere ingewikkeldheid van
'n handteekening loopen de meeningen
sterk uiteen. Abbé Michon, die dikwijls
FIg. 9
Fig. 10
Fig. 12
Flg. 11
Flg. 4
Flg. 3
Flg.
Flg. 13
zwang is gekomen, is niet met zeker
heid bekend; men weet ook niet, of het
zuiver uiterlijke omstandigheden waren,
die daartoe aanleiding hebben gegeven.
Waarom heeft men niet van oudsher
volstaan met het neerschrijven van den
naam zonder meer? Vroeger werd in
derdaad de echtheid van een handschrift
in het bijzonder bekrachtigd door de
woorden „manu propria", gevolgd door
den naam. Die „manu propria" werd
later afgekort tot m.p. en hieruit zou
zich dan langzamerhand de karakteris
tieke handteekening hebben ontwikkeld.
De jongedame zit zich te vervelen. Af
en toe worden haar oogen groot van
verlangen als ze jonge mannen ziet. Na
zulk een blik, die hem geldt, besluit
Wim handelend op te treden. Hü zal
iets belacheliik-ouderwetsch gaan doen,
doch den strijd met dien dikken vent
aan te binden schijnt hem niet raad
zaam. Het is beter de beslissing over
zijn dochter in zijn handen te leggen,
ondat hij voelt dat zijn macht erkend
wordt. Ongetwijfeld zal hij dan toeschie
telijker zijn, die geweldenaar. Wim
staat op en loopt over den gladden
dansvloer naar huntafeltje, buigt en
vraagt correct, zooals dat tien jaar ge
leden gebruikelijk was: „Mag ik me
juffrouw uw dochter om een dans ver
zoeken?"
Heel langzaam slaat de heer zijn vet-
omlijste oogen van zijn krant op en
alsof een grappige liftboy hem een on
belangrijke mededeeling had gedaan,
antwoordt hij, zonder de sigaar uit zijn
dikken mond te nemen en zich tegelijk
weer in zijn krant verdiepend: „Mijn
vrouw danst nietl"
Flg. ló
de vader der grafologie wordt genoemd,
uit als zijn meening, dat het neerschrij
ven van den naam zouder extra strepen,
enz. wijst op een groot en edel karak
ter, dat zich bewust is van zijn meer
derheid tegenover intellectueel of so
ciaal lager staanden. Lombrose beweert
daarentegen, dat bij geniale menschen
min of meer gecompliceerd onderstre
pingen worden gevonden. Preyer is
echter weer van meening, dat de hand
teekening als zoodanig geen bijzondere
waarde heeft voor de beoordeeling van
het handschrift en slechts als een bij
komstige factor beschouwd moet wor
den. Deze tegenwerpingen zijn echter
niet steekhoudend; vooral geldt dit van
die van Lombroso, want ook onbedui
dende menschen hebben dikwijls zeer
ingewikkelde handteekeningen, die dan
wijzen op gewichtigdoenerij, terwijl
menschen van werkelijke beteekenis als
bijv. Ernst Hackel (fig. 1) en Friedrich
Rückert (fig. 2) zeer eenvoudige hand
teekeningen zonder onderstreping heb
ben. Intusschen willen wij hier reeds
opmerken, dat ingewikkelde handteeke
ningen in sommige beroepen meer
voorkomen dan in andere; later komen
wij op dit verschijnsel nog terug.
Ongetwijfeld is het waar, dat een
handschrift altijd in zijn geheel moet
worden beoordeeld en niet naar één en
kel gegeven, zooals de handteekening.
Toch valt de bijzondere beteekenis van
de handteekening niet te ontkennen;
conscientieuse grafologen verlangen bij
de beoordeeling van een handschrift dan
ook steeds de handteekening. De vorm
der handteekeningen is ongetwijfeld in
hooge mate aan mode onderhevig; voor
al in de arisocratische, van pose hou
dende l<e eeuw waren zij zeer inge
wikkeld, terwijl in de tweede helft van
de 18e eeuw de meeste menschen hun
naam niet eens onderstreepten. Verder
ontstaan bij menschen, die in verband
met hun beroep zeer dikwijls hun hand
teekening moeten zetten, daarin op den
duur veranderingen; deze gevallen zijn
echter zeldzaam en bovendien kan men
er dan rekening mee houden. Ook do
tegenwerping, dat velen in het vormen
van hun hanteekening anderen nadoen,
gaat niet op; men doet slechts na, wat
men mooi vindt, wat dus op de een of
andere wijze verwant is aan het eigen
wezen en karakter. Iemand, d'ie eenvou
dig en bescheiden van aard is, zal er
nooit toe komen, een handteekening
met allerlei lussen en krullen na te
bootsen, terwijl een aanmatigend en in
gebeeld persoon nooit genoegen zal ne
men met een eenvoudige handteeke
ning.
Aan den anderen kant zou het ver
keerd zijn, alleen uit de handteekening
te vérstrekkende conclusies te trekken;
zoo'n handteekening geeft ons n.1.
slechts een kleine hoeveelheid materiaal
in handen. Het is echter een feit, dat de
meeste handteekeningen zeer karakte
ristiek zijn en de voornaamste eigen
schappen van een persoon als in een
brandpunt vereenigen. Dit ligt ook voor
de hand, want door zjjn handteekening
geeft iemand aan zijn geschrift bin
dende kracht, terwijl hü er tevens mee
bevestigt, dat het van hem afkomstig is.
Uit een aantal handteekeningen van
bekende personen zullen wij thans de
voornaamste grafologische kenmerken
opnoemen. Een opwaarts loopende
handteekening (fig. 3) wijst op eerzucht;
bij Liszt's handteekening zien wij ech
ter tevens iets gedrongens in 't schrift,
wat wijst op innerlijke belemmeringen,
die deze eigenschap niet geheel tot
uiting laten komen. De handteekening
van Schumann loopt naar beneden, (fig.
4); dit wijst op een pessimistischen trek
in het wezen van den schrijver. Het on
derstrepen van den naam (fig. 5) wijst
erop, dat men er in het bijzonder de
aandacht op wil vestigen; vertoont de
streep een knodsvormige verdikking,
(fig. 6), dan is een zeer sterk ontwikkeld
gevoel van eigenwaarde de drijfveer.
Deze eigenschappen zijn in versterkte
mate aanwezig bij een handteekening
als die van Strauss (fig. 7), waarin te
vens een zekere heerschzucht kan wor
den waargenomen. Wanneer bij het
schrijven een sterke druk op de pen
wordt uitgeoefend (fig. 8) wijst dit op
energie, terwijl een fijn, eenigszins hel
lend handschrift (fig. 9) wijst op een
gevoelige of zelfs overgevoelige natuur.
Ronde vormen (fig 10) wijzen op een
joviale natuur en gegolfde lijnen (fig.
11) op aanpassingsvermogen, terwijl het
dalen van den laatsten letter (fig. 12)
wijst op zelfbehagen.
Punten en horizontale strepen na de
handteekening wijzen op zin voor orde,
nauwkeurigheid, maar ook voorzichtig
heid, die zelfs wantrouwend kan wor
den. Slordige, vluchtig neergeschreven
handteekeningen duiden aan, dat de be
trokkene zich weinig bekommert om
het oordeel van de buitenwereld, terwijl
zeer zorgvuldig gestelde handteekenin
gen erop wijzen, dat hij zich ten zeerste
afhankelijk voelt van de waardeering
der massa.
Krullen kunnen in elke handteeke
ning gemist worden; als ze dus aan
wezig zijn, moet daar een bijzondere
reden voor bestaan. Men kan ze onder
bepaalde omstandigheden wel degelijk
bij hoogstaande personen vinden, b.v.
wanneer deze als het ware aan hun po
sitie verplicht meenen te zijn, er een
„mooie" handteekening op na te hou
den, terwijl kunstenaars en dichters
daarin soms uiting geven aan hun le
vendige fantasie. Verder hebben zij niet
zelden, b.v. bij kooplieden, een prak
tisch doel, nJ. het namakên te bemoei
lijken.
Sterk ineengekronkelde lijnen (fig.
13) wijzen op een gesloten karakter en
op sluwheid; op laatstgenoemde eigen
schap wijzen ook kurketrekker-vormige
handteekeningen, zooals die van Liszt.
Draadvormige kronkels wijzen op een
diplomatiek en gesloten karakter, ter
wijl haakvormige bochten en lijnen in
den vorm van een zwaardhouw (fig. 14)
wijzen op taaie wilskracht. Zigzagvor-
mige onderstrepingen wijzen op een
heftige, strijdlustige natuur; gaan zij
terug met een scherpe bocht, dan is de
schrijver wel strijdlustig, doch tevens
voorzichtig. Zeer opvallende krullen
(fig. 6) zijn steeds een bewijs van ijdel-
heid en zelfingenomenheid.
Wij hebben thans de meest voorko
mende vormen van handteekeningen
behandeld; het aantal variaties kan men
naar willekeur uitbreiden. Het doel van
dit artikel is, den lezer aan te moedigen
tot het vormen van een eigen oordeel
en hem te overtuigen van de waarde
der grafologie voor het praktische leven
Een dergelijke uitlegging volgens be
paald© kenmerken is als regel een on
betrouwbare wijze van toepassing
grafologie, doch by handteekeningen
kan men om de reeds uiteengezette r«.
denen langs dien weg toch bevredi.
gende resultaten verkrijgen. Voor den
ervaren grafoloog is de handteekeniQo
om zoo te zeggen de index, welke d<.
door den algemeenen indruk van het
schrift kenbaar gemaakte karakter,
eigenschappen versterkt of verzwakt
doch altijd mede in aanmerking dient
te worden genomen als de merkwaar,
digste en meest karakteristieke vorm
waaronder het handschrift bestudeerd
kan worden.
GOEDKOOP DUURKOOP
Wie het onderste uit de kon wij
hebben.
De prijzen van alle mogelijke artike
len zijn ontzettend gedaald, en de keer
zijde van de medaille moest op den duur
bovenkomen: menig winkelier kan het
niet houden. Er moeten vaste prijzen
komen, maar hoe moeten wij dit be
reiken? Door erover te praten? Door af
te wachten tot anderen het voorbeeld
geven?
Er is geen wet voor uoodig om er
achter te komen of men geld verliest of
geld verdient, en niemand kan een
handelaar dwingen om zijn verkoops
prijzen te stellen op een basis, die voor
hem verlies beteekent. Elke firma kan
zelf haar verkoopsprijzen vaststellen,
aan de hand van lijsten met inkoops-
kosten van materiaal en productiekos
ten. Niets is onverstandiger dan in een
soort paniek zijn prijzen te verlagen
omdat concurrenten dit doen, zonder
eerst na te gaan of men niet tegen, of
zelfs beneden den prijs verkoopt, die 1
artikel, kant en klaar, den handelaar
zelf kost.
Wie bewijst u dat de laag-geprijsde
artikelen van uw concurrent in kwali
teit even hoog staan als de uwe? En
j wat is beter: om tot eiken prijs uw klan
ten te willen behouden en geen cent
aan hen te verdienen, of om tijdelijk
wat klanten te verliezen en hen teru,
te zien zoodra ze ontdekt hebben, dal
ze met uw artikel van 10.tweemaal
zoolang doen als met het soortgelijk
artikel dat uw concurrent voor 8.—
verkoopt? Vroeger legde de reclame
den nadruk op kwaliteit en afwerking;
tegenwoordig is het motto: „goedkoo-
per dan bij een ander!"
Indien de firma's, die vroeger pro
paganda maakten met prima kwaliteit
en vlotte bediening dit ten onrechte
deden, en geen beter kwaliteit en
geen vlotter bediening gaven dan
hun concurrenten, dan betalen zij nu
niet onverdiend het gelag.
Indien hun reclame echter bona fide
was, dan behoeven zij nu niet te aarze
len om wat hooger prijzen te b 1 ij v e n
bedingen dan hun concurrenten. Het
publiek ziet gauw genoeg in, waar zijn
werkelijk belang ligt. Goedkoope lin
geries b.v. zijn opgemaakt met een
soort pap, waardoor ze er nieuw heel
aardig uitzien en werkelijk goedkoop
lijken. Na éénmaal wasschen echter,
wordt zoo'n stukje een treurig vodje.
Wat men eraan besteed heeft, is weg
gegooid. En voor 1.méér koopt
men iets werkelijk solieds. Zoo zijn er
verschillende parfumerie-zaken, die
schermen met het motto dat ze zoo
„goedkoop" zijn. Inderdaad verkoopen
ze groote flesschen Fransch parfum,
die in een fijne zaak 8.— kosten voor
7.50. Zij kunnen dit doen, omdat ze
voor kleine fleschjes van een veel-ge-
vraagd parfum, waarvan de gewone
prijs 2.75 is, 2.95 rekenen! Op zoo'n
fleschje maken ze dus 0.20 boven de
normale winst. Weliswaar derven ze
op de groote flesschen 0.50 per flesch,
maar aangezien er wel 10 van die klei
ne fleschjes verkocht worden tegen
één h 8.blijft het voordeel aan hun
kant met 1.50 per 10 fleschjes, en niet
aan die van het publiek.
Verlaagt uw prijzen als u dit onge
straft kunt doen, zeker maar doet het
verstandig en met overleg. Wie in een
fanatiek drijven om door „goedkoop
ste" klanten te willen trekken zijn ge"
heele winst-marge laat verdwijnen be
werkt zijn eigen nadeel.
En liet publiek zal verstandig doen.
met niet blindelings in te gaan op de
aantrekking van een „goedkoope" win
kel, maar de prijzen van alle artike
len waarin zij belang stellen eens te
vergelijken met de prijzen elders. Het
zou geen wonder .zijn, wanneer het
daarbij ontdekte bij hun oude, vaste
leverancier gemiddeld nog het voor-
deeligst uit te zijn.
I - Dr. JOS. DE OOOK-