i Harmonie tusschen geestelijken lichamelijken arbeid. Het menu van deze week Kant, de groote mode voor onder- en bovenkleeren. J door Dr. J. W. FRANS. „Gelukkig, de klok slaat vijf." Stipt bij den laatsten slag legt meneer Jan sen of Pieterse met een zucht van ver lichting zijn pen neer, klapt zijn boe ken dicht en glijdt van zijn bureau stoel, om zich gereed te maken huis waarts te gaan. Acht lange uren ingespannen wer ken liggen achter hem; heel begrijpe lijk dus, dat hij moe is. Heel vaak ge beurt het dan nog, dat meneer J. of P. een of meer avonden in zijn stamcafé doorbrengt, daar druk met vrienden of kennissen redeneert en, na een groot deel van den avond in een rookerig lokaal gezeten te hebben, 's avonds moe en suf naar bed gaat. Wie door zijn beroep gedwongen is, vele uren per dag binnenshuis door te brengen, heeft het hoog noodig om 's avonds een flinke wandeling te ma ken en de Zondagen zooveel mogelijk buiten door te brengen. Lichaamsbe weging is noodig voor een goede stof wisseling en spijsvertering, maar zeker niet minder om slappe spieren te versterken. Regelmatige en wèloverlegde lichaamsoefeningen zijn noodig en wie in het gelukkige bezit is van een tuin tje, kan geen gezonder bezigheid heb ben dan het zelf bewerken hiervan, zelfs dan nog indien het resultaat niet zoo mocht zijn als dit bij den vakman het geval geweest ware. Het denkbeeld, is uit den tijd. Lichaam en geest vormen één geheel. Lichamelijk werken heeft geestelijk denken noodig en geestelijke arbeid, onverschillig van welke soort, komt op een hooger plan, wanneer men zich lichamelijk staalt door doelbewuste oefeningen. De steeds voortschrijdende technie"k heeft echter talrijke machines uitge dacht, in den vorm van motoren, fiet sen, auto's, enz., waardoor het den menschen steeds gemakkelijker wordt gemaakt en loopen vrijwel overbodig wordt, althans voor de bemiddelden. Voortaan niet per tram, fiets of auto naar buiten, maar te voet; dan eerst leert men genieten van de heer lijke natuur en waardeert men het schoone ervan; men ziet veel meer, dan wanneer men er met meer of min der vaart langs snort. Opgewekt is het thuiskomen na zoo'n dag van genieten en hoe heerlijk de slaap, die nieuwe krachten geeft voor een werkweek die voor u ligt. We besluiten dus met u een „aange name wandeling" toe te wenschen! waarvan het bovenaeel b.v. on der de armen gesleten is, dan vernieuwt men dit met een bo- venpas van wollen kant, zoo noodig ook een klein bovendeel der mouwen. Een vereischte is, dit in de juiste kleur te kiezen. Valt het heel moeilijk, een passende kleur te kriigen, dan koopt men de benoodigde kant stof in wit of beige, stuurt dit lapje op naar een ververij met een klein staaltje der japon en deze zorgt er voor, dat de kantstof in de ge- wenschte tint geverfd wordt. Dit is heel practisch en kost niet zoo veel, als men bedenkt, dat men zoodoende een japon geheel kan vernieuwen. De japon zelve wordt flink uitgebor- steld, buiten gehangen (omgekeerd), daarna boven de stoom gehouden (geen wollen georgette of crêpe, daar deze stoffen krimpen) en daarna opgestre ken, als het nieuwe bovenstuk er op gezet is. VERTROUWEN. Een moeder moet de vriendin harer kinderen zijn, hetgeen niet wil zeggen dat zij hun gelijke is. Vele moeders vat ten dit verkeerd op en voelen het groote onderscheid, dat hierin bestaat, niet. Zelfs bij een zeer vertrouweUjken om gang tusschen moeder en kinderen, mag het respect niet verloren gaan. Intimiteit moet op vertrouwen en niet een zich laten gaan in spreken en ma nieren gebaseerd zijn. Zondag: Tomatenbroodj^s, Varkenshaas, witte capucijners, Aardappelen, Meiwijnpudding met witte druiven. Maandag: Koud vleesch, Bloemkool met tomatensaus, Aardappelen, Custardvla met bessen. Dinsdag: Rosbeef, Snijboonen, aardappelen, Rijst met bessensap. WASSCHEN VAN BEDRUKTE STOFFEN. Bedrukte katoenen japonnetjes, die er nieuw vaak zoo allerliefst uitzien, verliezen na het wasschen heel dikwijls de frischheid van kleur. Men moet eens trachten een geheel nieuw middel aan te wenden, daar zeep de stof wel reinigt, doch de kleuren meermalen aantast. Men kookt een pond rijst in vijf liter water zoo lang tot de vloeistof dik en de rijstkorrels fijn zijn geworden, daarna zeeft men alles en laat het mengstel goed afkoelen. Indien men er de handen in kan steken, zonder dat het t e heet aan voelt, dan dompelt men de japon en wrijft deze over de handen, zooals men dit met zeepsop ook zou doen. Goed naspoelen en in de schaduw drogen. Kant blijft de mode, hoewel dit materiaal zeer langen tijd heel erg in discrediet heeft gestaan. Wy noemen slechts de mooie sterke Iersche kant, de fijnere Valencienne weefsels, Vene- tiaansche, Bretonsche en beeldige Alenpon kant. Wy zijn de beeldige des sous, gegarneerd met volants en passen van deze kantsoorten niet vergeten. Zou er ook weer een tyd komen, dat het jonge geslacht met kant klossen enz. begint, of leven zij voor dit geduld- werk te snel? Ook het Engelsch borduurwerk komt weer naar voren, zoowel in zachte tin ten als in wit. Alles is weer kant, bor duurwerk en open naden aan het on dergoed. De wollen kant, die als garneering van japonnen dienst doet, ontleent hare motieven het meest aan bladeren en bloemen, en zal ook op de herfst- en winterjaponnen veel gekozen worden. Een goede raad willen wij u nog even geven. Heeft men een stoffen japon, HOUTEN KRALEN EN ANDERE VERSIERINGEN. Bij sportkleeding worden kettingen van houten kralen gedragen, terwijl wij voor 's middags allerlei variaties in vorm, kleur en afwerking aantreffen; 's avonds worden op de gekleede ja ponnen paarlen gedragen. De armen zien wy versierd met smalle, nikkelen ringen, afgewisseld door glazen armringen, die by de kleur der japon passen, b.v. 3 nikkelen rin gen met daartusschen twee roode, groene, gele of andere glazen ringen, wat heel aardig staat, terwyl het moge lijke gerinkel er van ons aan vroegere tijden, n.. aan den „belleman" doen denken! Horloges worden door een „clip" overal bevestigd, waar men ze hebben wil, zelfs op de handtasch of op de japonnen, revers of tusschen plooien. Voor een soliede „clip" mag dan zeker wel worden gezorgd. HET GEVEN VAN DE FLESCH. Niet altijd gaat het moeders gemak kelijk af om de flesch te geven aan hare babies. Het lijkt zoo eenvoudig, doch dat is het niet en zooals overal is hier zeker opletten de boodschap. De flesch mag niet binnen de vijf minuten leeggedronken zijn, maar baby moet er ook niet langer dan tien minuten over doen. Drinkt het kind te snel, dan zal de spijsvertering gevaar loopen in de war te raken; drinkt het te langzaam, dan wordt de melk te koud. Men moet de flesch tamelijk schuin houden, opdat by het drinken geen lucht door de speen kan toetreden. Woensdag: Koud vleesch, Princesseboonen, Aardappelen, Rabarber met vanillevla. Donderdag: Gebakken ham, Groote boonen, aardappelen, Vruchtensla. Vrijdag I: Tomatensoep, "outevisch met peterseliesaus, Worteltjes, aardappelen. Vrijdag II: Tomatensoep, Spaghetti met gestoofde tomaten, Ommelet soufflée. Zaterdag: Stamppot van rauwe gele andijvie met spek, Hangop met beschuit en suiker. Tomatenbrcodjes. Sneedjes oud casinobrood, V* liter melk, 1 ei, enkele tomaten, peper, zout, peterselie, boter. De melk op een zeer lage pit trek ken met de peterselie, daarna zeeven en koud laten worden, vermengen met het geklopte ei, peper en zout en in deze vloeistof dompelen wy een voor een de sneedjes brood, stapelen ze op een bord om de melk er goed in te laten trekken, dus op dezelfde wijze als we dit bij wentelteefjes doen. Even voor we aan tafel gaan worden de sneedjes brood in de koekepan met boter aan weerszijden bruin gebakken en op een groote, platte schaal gelegd. De tomaten snyden we aan dikke plak ken, wentelen ze even door bloem, na dat we er peper en zout op hebben ge strooid en naar verkiezing enkele drup pels maggi aroma en bakken ze aan weerszyden lichtbruin. Op elk sneedje gebakken brood komen twee of drie plakken tomaat. Het geheel wordt ver sierd met takjes peterselie en warm opgediend. Meiwijnpudding met druiven. 5 dl water, 5 dl meiwyn, 150 gram suiker, 15 blaadjes witte gelatine, 250 gram druiven. Het water en de suiker worden te zamen gekookt en in de warme vloei stof wordt de gelatine opgelost, die wy een kwartier in koud water hebben laten weeken en daarna goed hebben uitgeknepen, alvorens wy ze in het warme suikerwater oplossen. We roe ren zoolang totdat we geen dikke ge latine meer zien. Is de vloeistof afge koeld, dan wordt de meiwyn erdoor geroerd, alsook de druiven, die wy van de tros geplukt en gewasschen heb ben. Van tijd tot tyd roeren wy met een houten lepel door de puddingmassa heen en zien wy, dat ze flink drillerig wordt, dan wordt zy overgegoten in een met koud water omgespoelden vorm. Het beste is, de pudding daags te voren te maken, dan hebben we geen kans, dat zij niet stijf genoeg wordt. Laat de pudding met storten niet ge makkelijk los, dan houden wy deqt vorm enkele tellen in heet water. Naar verkiezing kunnen wy er ge-j slagen room bij presenteeren. Stampot van rauwe andijvie met gebakken spek. 2 kg aardappelen, 5 flinke struiken' gele andijvie, 3 uien, 500 gram gerooktl spek, azijn, zout. We koken de aardappelen op de ge wone wyze, doch vochtiger, laten ze dus liever wat stuk koken en stampen ze fijn. Terwyl de aardappelen koken,i snyden wy de andijvie heel fijn en zet ten ze in water met zout om het zand te; laten zakken. Het spek snijden we inj dobbelsteentjes en bakken het uit, de uien worden zeer fijn gesneden of ge-i hakt. We vermengen tenslotte de fijn gestampte aardappelen, de goed gewas schen en in een doek uitgeslagen an dijvie, uien en azijn naar smaak. Dit i echt Geldersche gerecht zal, indien hefci met zorg wordt klaargemaakt, zeer: zeker wel in den smaak vallen. De; combinatie van andijvie, spekvet, uien en azijn met de neutrale smaak der' aardappelen is bijzonder lekker enlj tevens voedzaam. Het noodt als het' ware vanzelf tot eten. Nogmaals een praatje over het makerti van jam. De beantwoording der vragen vairj de verschillende brieven, die ik mocht, ontvangen over het maken van jam.; wil ik hieronder laten volgen. Wellicht'] zijn er meerdere lezeressen, die hier-i van nut kunnen hebben. De vruchten die gebruikt wordeüj voor de bereiding van jam moeten] droog en gaaf zijn, en de suiker moet) van goede kwaliteit zijn. Kleur en smaak winnen aanmerkelijk door goede suiker; overrijp en beschadigd fruit loont de moeite van het inmaken niet,, daar de jam dan heel gauw bederft. Besteld uw fruit vooruit, indien ge het' niet in uw eigen tuin hebt en bereidt liet zoo gauw mogelijk, liefst denzelf den dag. Kan dit niet, dan zet men het, bestrooid met de benoodigde hoeveel heid suiker, weg tot den volgenden morgen, liefst in een email pan, die echter niet beschadigd mag zijn. Zet de vruchten niet op een fel vuur, daar jam heel gauw aanbrandt en ge bruik een stevige houten lepel om ta' roeren. Zorg ervoor, dat de jampotten abso luut schoon zijn; wasch ze in warm sodawater en spoel ze met schoon warm water na, zet ze daarna omgekeerd! weg om ze uit te laten lekken. Om springen der potten te voor komen verwarmt men ze eenigszins (desnoods door ze even in een niet te warmen oven te plaatsen), daar de jam heet in de potten gedaan wordt. Ten overvloede zet men ze bij het] vullen op een paar opgevouwen cou-j ranten, die op het aanrecht of de keu-; kentafel gelegd worden. Om zich te overtuigen of de dikt© goed is, schept men een theelepel jam. op een bordje, na twee minuten moet dit dan gebonden zijn; is dit niet het geval, dan laat men alles nog evem' doorkoken en herhaalt de proef. Te lang koken bederft de smaak en) de kleur. Zijn de potten gevuld, dan moeten zei zorgvuldig worden afgesloten, b.v. mep een stukje vetvrij papier in alcohol ge-t drenkt en daarna met in heet wateri geweekt perkamentpapier, dat gladü over den bovenkant wordt gespannen) en met een touwtje of elastiekje wordt vastgebonden. Een etiquet met vermelding van da soort ingemaakte vruchten komt op d© jampotten, die bewaard moeten worden, op een koele, droge, donkere plaats. De volgende week geef ik recepten» voor pruimenjam, pruimen en appelen, melden en frambozen en bessenjam. Gaarne zou ik uw willen aanraden deze aanwijzingen uit te knippen en te bewaren, opdat ze bij de bereiding van jam geraadpleegd kunnen worden. (Nadruk verboden). Was dat die Janseen die net bhr* nenging? Ja, de melancholiekste vent die ken. Hii vroeg laatst aan 'n meisje of ze zijn weduwe wilde worden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 13