Rijk en geen geld. IS ALTIJD NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WiERINGEN EN ANNA PAULOWNA Buitenfandsch overzicht. OOK VOOR DAMES Nr. 7165. EERSTE BLAD DONDERDAG 1 SEPTEMBER 1932 60ste JAARGANG Dc Rijksdag geopend door de communiste Clara Zetkin. - Von Schleicher over Duitschland's veiligheid. - De staking in Lancashire een bedenkelijk verschijnsel. - KONINGSTRAAT 7 Effecten Coupons De crisis belicht tal van eigenaardigheden....! De besprekingen te Neudeck. FEUILLETON 40) HELDERSCHE COURANT Mi s-8» Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.60; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wielingen en Texel f 1.65; binnen land 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70, 1.— Modeblad resp. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.35. Lossenos.4ct.fr.p.p.Gct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction, tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewijsno. 4 ct. De Duitsehe Rijksdag is Dinsdag ge opend door de communiste Clara Zetkin, waarvoor begrijpelijkerwijs groote be langstelling was, en hoe men ook over de vertooning denkt, men moet respect heb ben voor de energie van deze 75-jarige vrouw, die met een ziek lichaam van Rusland naar Duitschland is gekomen om de presidentszetel te kunnen innemen en eens fijn te kunnen zeggen wat er op haar hart ligt. 't Is overigens een droevige ver tooning geworden. Wij ontleen en er over aan het verslag in de Nw. Rott. Crt. o.m.: Op slag van drie beginnen de sirenes in het gebouw te huilen en de afgevaar digden nemen snel hun plaatsen in. Door de deur der linkerzijde nadert, gesteund door twee vrouwelijke afgevaardigden, zich met moeite voortbewegend, Clara Zetkin. Zij wordt behoedzaam de treden naar het voorzittexsgestoelte opgeleid. De communisten staan op, brengen haar in een spreekkoor hulde en stooten te harer «ere een driewerf „rood front" uit. Op de rechterzijde, die geheel gevuld is door de nationaal-socialisten in hun kleu rige of zwarte uniformen, verroert zich geen vin. Clara Zetkin blijft staan met de eene hand op de voorzitterslessenaar en j met de andere op een krukstok. Het kost de oude zieke vrouw zichtbaar moeite om j de bel in beweging te brengen. Zij merkt i blijkbaar zelf, dat het niet al te best gaat en luidt dan nog eens over, ditmaal over- dreven lang. Het was een intens zielige aanblik. Hartverscheurend werd het echter, toen zij begon te spreken heel langzaam en voorzichtig kwam woord voor woord er uit, maar haar stem sloeg elk oogenblik Over en ondanks de versterking door de luidsprekers was het buitengewoon moei lijk er iets van te verstaan. Na het uitspreken van de gebruikelijke formules, welke dienen om uit te maken of inderdaad geen ouder lid aanwezig is, hield nu de ouderdomspresidente een redevoering die niet minder dan drie kwartier duurde. Zij begon met de werk loosheid en haar gevolgen en haar oor zaken, noemde de tegenwoordige regee ring een exponent van het grootkapita lisme. De drijfkracht is de generale staf van de rijksweer. De noodverordeningen verdienen hun naam in zooverre terecht als zij den nood helpen vermeerderen. De maatregelen der regeering gaan in zigzaglijn. Zij ge ven blijk van hopeloos dilettantisme. Na de regeering krijgen achtereenvolgens de „fascistische moordenaars", het burger lijke liberalisme en de reformatorische sociaal-democraten er van langs en de perrorartie is een aanprijzing van extra parlementaire actie van de massa en een verheerlijking van Sovjet Rusland. Daar de oude vrouw steeds veelvuldiger mislukte pogingen deed om met verhef fing van stem te spreken, met het gevolg dat er slechts een onbepaald gefluister en gegil te hooren was trad er algemeen op lichting in, toen deze pijnlijke vertooning eindelijk gedaan was. Het trok de aan dacht, dat tijdens deze redevoering de nationaal socialist Goering met de katho lieke leiders Kaas, Leicht en Brüning aan het fluisteren waren. Zooals reeds aangekondigd was, ging de Rijksdag tegen de gewoonte, onmiddellijk na het afroepen van (le namen over tot de verkiezing van den eersten president. Met 867 stemmen van de 583 geldige stemmen werd d© nationaal-socialist Goering geko zen, waarna de stemming volgde voor den eerste-vice-president. Na eenige stemmin gen werd daarvoor met 364 stemmen ge kozen verklaard het centrumlid Esser. Von Schleicher over Duitschlands vei ligheid. Over dit onderwerp is niet het eerste woord gesproken door den minister van de rijksweerbaarheid, von Schleicher, en dan wordt door hem altijd het stok paardje bereden van de geliikgerechtigheid van Duitschland. De minister heeft nu de ontwapeningsconferentie onderhanden ge nomen in een artikel in den „Heimats- dienst". Het spreekt vanzelf dat v. Schlei cher over het resultaat van deze conferen tie niet erg te spreken is. Hij stelde twee vragen, die wij hier laten volgen: Wat werd in dit half jaar voor de ont wapening bereikt, en in hoeverre werd met de geliikgerechtigheid rekening ge- Ontdoet men het eerste deel van het be sluit van 23 Juli 1932 van de bijkomstig heden, dan blijft er over, dat een werke lijke vermindering tot stand zal komen en dat het eigenlijke doel de vermindering dei- aanvalsmiddelen is. Waren dertien jaar nooöig om als doel de vermindering der aanvalsmiddelen te stellen, nadat de ont wapeningsspecialisten der mogendheden in de vredesverdragen met geen woord van vermindering van aanvalsmiddelen repten? Vervolgens gaat von Schleicher na, wat bij het besluit van 23 Juli 1932 betreffende de luchtaanvallen., de bewapening te land en ter zee is vastgesteld. Vermelden wii nog het feit, zoo vervolgt Schleicher, dat de resolutie niets positiefs zegt over den Duitschen eisch tot gelijkge rechtigdheid, dan is de basis voor een eindoordeel gelegd: de eerste periode der ontwapeningsconferentie heeft geen merk baren stap in de richting eener algemeene ontwapening opgeleverd. De resolutie van 23 Juli laat niet slechts de geliikgerechtig heid achterwege, maar beoogt veeleer het voortduren van de bijzondere behandeling der staten afzonderlijk. De nationale vei ligheid van Duitschland blijft op ondra gelijke wijze bedreigd. De Dmitsche regeering heeft uit deze ontwikkeling der gebeurtenissen de eenig mogelijke consequentie getrokken, n.1. door de resolutie van 23 Juli van de hand te wijzen en haar verdere medewerking van de erkenning van het beginsel der ge liikgerechtigheid afhankelijk te maken. Zij heeft daarmede den weg der nationale eer er: internationale gerechtigheid betroden. Ten slotte bespreekt von Schleicher zijn mededeeling, dat een reorganisatie van het Duitsehe leger noodzakelijk zou worden indien de mogendheden het vervullen harer ontwapeningsbeloften verder zouden weigeren. Von Schleicher besluit: De oplossing der quaestie moet in de naaste toekomst worden gevonden. Want zii is niet slechts een eere-quaestie voor het- Duitsehe volk, maar ook een levensnoodzake 1 i.jkheld voor de geheele wereld, voor welke de vrede slechts op den grondslag van het vertrou wen, het recht en de vrijheid kan gedijen. De staking in de weverijen in Lan cashire is in vele opzichten een beden- NederUsche Middenstandsbank KANTOOR DEN HELDER kelpk verschijnsel zegt de „Nw. Rott. Crt." Het ergst zijn natuurlijk de onmid dellijke en economische gevolgen. In dezen tijd van gedwongen teren op de gemeenschap van millioenen, die dooi de malaise buiten het proces der voort1 bron ging gehouden worden, is het dubbel drukkend wanneer nog weer de broodwin ners van een half millioen menschen, voor wie er nog werk bestaat, ten gevolge van een loongeschil de voortbrenging staken en medewerken aan het opteren van de economische en financieele substantie dei- natie. En hiertoe beperken zich niet de noodlottige gevolgen van de staking. Stil stand der weverijen moet ook stilstand dei- spinnerüen meebrengen. Het is ontmoedi gend voor de werkgevers en werknemers in dat vak, die eveneens bezig zijn moei lijke onderhandelingen te voeren over een verlaging der loonen, dat al hun moeite vergeefs zal zijn wanneer de staking in de weverijen haar voortgang neemt. Ook le vert de" staking gevaar op voor een blij vend verlies van afzetgebied voor Enge- and. De omstandigheden zijn toch reeds iieel moeilijk voor het textielbedrijf. Vooral n het Oosten ziet de westersehe textiel nijverheid zich voortdurend heviger be stookt door de goedkooper werkende en steeds in technisch prestatievermogen groeiende Japansche concurrentie. Door inkrimping van de markt voor in Europa geweven stoffen wordt de wedijver tus- schen de westersehe producenten van ver schillende nationaliteit op het voor hen overgebleven gebied ook weer scherper. Het kost kracht aan de nationale textiel- industriën in Europa om zich op de heen te houden, bovenal in dezen tijd. Het is dus begrijpelijk dat vele Engelschen deze staking als een nationale ramp beschou wen. Bijzonder ontmoedigend zün de recht- streeksche oorzaken van de staking, de omstandigheden' waaronder zü ontstond en allerlei verschijnselen, die we daarbij kunnen waarnemen; want verwarring en ontbinding zijn kenmerken daarvan. Dat ii dezen tüd een loonstrijd ontstaat, vooral in een land als Engeland, waar het geld met bijna 30 pet. van zün waarde gedepre- cieerd is, zal men, hoezeer men de licht zinnigheid ervan ook veroordeelen moge, niet onbegrijpelijk kunnen noemen; op merkelijk echter is het gebrek aan samen hang, tucht en activiteit, dat aan verschil lende kanten aan den dag is en wordt gelegd1. Het blad besluit met te zeggen: Nog hebben de Engelsche bladen hoop op het inzicht der betrokkenen, dat het beter is ten halve te keeren, dan ten heele te dwalen. CHINA EN JAPAN. Japansche vlieghaven door Chl- neezen In brand gestoken. Uit Tsjantsjoen wordt gemeld: Chineesche vrijbuiters zagen gisteren, niet ver van Moekden, kans om, onder dekking van de duisternis en gekleed in donkere kleeren, in een groep van onge veer honderd man de bewaakte zone bin nen te komen en eenig loodsen met Ja pansche vliegtuigen in brand te stoken. Ook het radiostation in Noord-Mantsjoe- rije werd door de Chineezen ernstig be schadigd. De vrijwililgers gaan tegenover de Japanners meer en meer de methode van de guerrilla toepassen. GR A TIEER IN G EN TER GELEGEN HEID VAN KONIGINNEDAG. A^n ruim 2500 personen gratie. In verband met den verjaardag dei- Koningin is aan 2546 personen gedeel telijke en algeheele remissie van straf verleend. Algeheele kwijtschelding van straf is geschonken aan 267 personen," die op 31 Augustus uit hun strafplaatsen naar huis kunnen terugkeeren. Het cijfer der gratieeringen is thans opmerkelijk hooger dan dit in de laatste jaren het geval was en houdt verband met de uit nemende gedragingen van de gestraften op Noesa Kambangan. Het aantal ver leende kwijtscheldingen is ongeveer 10 pet. van het totaal aantal gestraften in Ned.-Indië. Gratie aan den journalist d. W. Aan den journalist F. M. d. W., ge wezen redacteur der Java-Bode, die in verband met de publicatie van geheime stukken tot gevangenisstraf was veroor deeld, is ter gelegenheid van den ver jaardag der Koningin gratie verleend. De redactie van de „N. Rotterd. Crt." teekent hierbij aan De ten processe gebleken omstandig heid, dat d. W. tot het plegen van het strafbare feit, waardoor hij terecht heeft gestaan, feiteüjk stilzwijgend is aange moedigd door zijn eigen hoofdredacteur, nog wel met medewetenschap van het Hoofdparket, hetwelk dezen gang van zaken oirbaar achtte ten einde een trou weloos ambtenaar van het departement van marine op heeterdaad te kunnen be trappen op de uitlevering van geheime defensiestukken, had in breeden kring het rechtsbewustzijn geschokt, waarom dit gratie-besluit zeker algemeen met voldoening zal worden vernomen. Volkomen overeenstemming tusschen Hindenburg en de rjjksregeering. Rijkspresident von Hindenburg heeft Dinsdagochtend, naar officieel wordt medegedeeld, rijkskanselier von Papen, en de ministers von Gayl en von Schlei cher ontvangen voor een gemeenschap pelijk rapport over de hangende kwesties van de binnenlandsche politiek, en spe ciaal over het oeconomische programma van de ryksregeering, Hindenburg heeft zijn goedkeuring gehecht aan de oecono mische en financieele maatregelen, waar toe de rijksregeering besloten heeft en die door von Papen Zondag te Munster in hoofdtrekken bekend gemaakt zijn. De president verzocht von Papen bij de uit werking van de bepalingen er vooral op te letten, dat de levensstandaard van de Duitsehe arbeiders verzekerd en de sociale gedachte gehandhaafd blijft. De de uitvoerige bespreking van den binnenlandsch-politieken toesltand bleek vclledige overeenstemming te bestaan tusschen Hindenburg en de rijksregee ring. Wanneer men de dagbladen leest, wan neer men zün oor te luisteren legt voor alles, wat er gedaan, gezegd, en gepraat wordt, dan bemerkt men, juist in dezen crisistijd eigenaardige dingen. Veel van hetgeen men vroeger goud dacht te zijn, blijkt slechts -op den keper beschouwd niets anders dan klatergoud. Een burgemeester is in mijn oog altijd iemand geweest, die een zeer belangrijke positie in den lande bekleedde; niet alleen omdat de zaken van ziin gemeente door hem geleid werden, maar ook omdat hij iemand moest ziin, die een ruimen blik aan doorzicht moest paren, want anders zou hii de verantwoordelijkheid niet kun nen dragen, die zün positie hem oplegde. Het wel en wee van de stadgenooten waren voor een deel in zijn handen ge legd. Er is nu nood.... alom weerklinkt de bede om uitkomst. In de tuinders- streken van West-Friesland.... vanKen- nemerland.in de Twentsche industrie centra, waar middenstand en fabrieks arbeiders, om van de werkgevers niet te spreken, aan den rand van den economi scher! afgrond staan, kortom in biina alle rayons van Nederland stijgt het water tot aan de lippen! Verschillende energieke burgemeesters springen in de bres.... vergaderen onder elkander en richten dringende telegrammen aan de Regeering! Men zou toch denken, wanneer alarmee- rende berichten van burgemeesters, ken ners van de plaatselijke toestanden, hij de Centrale Overheid binnenkomen, men aldaar onmiddellijk zal reageeren. Niets van dit alles; zii worden als quantité negligeable beschouwd. Bü wie ligt de fout? Is het ambt niet zoo belangrijk en bestaat de glorie er van slechts in het brein van enkele leeken in regeerings- zaken? Is het de minister, die de nood kreten van de burgervaders onder het loodje legt? Of zün het de ambtenaren, dde de telegrammen als uiterst onbelang rijk ter zijde leggen? Kamers van Koophandel en Fabrieken hebben op mii steeds fascineerend ge werkt. Hun sfeer van actie was, volgens roiin misschien naieve opvattingen, een buitengewoon belangrijke en de Regeering moest dan ook wel dankbaar zijn, dat er mannen gevonden worden, die dergelüke functies wilden aanvaarden, niettegen staande zii het zelf buitengewoon druk hadden met hun eigen zaken. Ook deze Kamers van Koophandel dienen om zoo te zeggen, dagelijks rekesten bij de regee- ringsautoriteiten in omtrent de bittere noodzak ei iikheid van steun in hunne res sorten. Allerlei vitale kwesties, hun res sort betreffende, worden door hen bü de regeering voorgelegd, doch ook hier een onbegrijpelijke onverschilligheid van het Centrale Gezag. Hebben de Kamers het in den loop der geschiedenis verbruid door niet altijd zakelijk en betrouwbaar in het compliceren der cijfers te ziin geweest? Of heeft de ambtenaar lak aan wat deze colleges te berde hebben te brengen? Wü hebben het verhaal eens gehoord wü noemen noch namen, noch bedrijfstak ken dat een erkend industrieel een dei- hoofdambtenaren eens telefoneerde, hem om een onderhoud vroeg teneinde van ad vies te dienen in enkele aangelegenheden, die hij door zijn decennia-lange ervaring in ziin vak door en door kende. „Neen., dit onderhoud is onnoodig.. ik laat me niet adviseeren", was het antwoord1 van dien hoofdambtenaar, „ik weet het zelf veel beter dan al die adviseurs"! Is dit de algemeene opvatting in de re- geeriirgskringen? Wii geven gaarne toe, dat de ministers het in deze tiiden buiten gewoon druk hebben; dat zii over het al gemeen te kort in functie bliiven om door kneed te geraken in de zaken van hun mi nisterie en dat zii daarom veel aan hun departementschefs hebben over te laten. Toch doet het eenigszins stuntelig aan, wanneer men met belangrijke aangelegen heden bij den minister komt, naar de de partementschefs te worden verwezen, om dat de minister nu eenmaal niets zonder diens advies doet. En dat het resultaat is, dat die departementschefs de zaak een voudig onder het loodje deponeeren, om dat....? Wii weten de redenen daarvoor helaas niet, want men verwaardigt zich niet om text en uitleg te geven. Men bemerkt het niet alleen bü verzoe ken van burgemeesters, Kamers van Koop handel, maar ook van vooraanstaande per sonen, voorzitters van belangrijke veree- nigingen, van groepsvertegenwoordigin- gen in belangrijke bedrijven. Hebben wij het niet onlangs bemerkt, dat de Neder- landsche Reedersvereêniging geheel on kundig was gelaten van hetgeen de Re geering als steun voor de scheepvaart be oogde, een regeling, die vierkant afweek van hetgeen de Reedersvereeniging had voorgesteld. Het is natuurlijk het goed recht van de Overheid, wanneer zü een particulier voorstel niet aanvaardt. Het is echter een staaltje van wüs beleid, wan neer men met een organisatie, die zoo „nourri dans le sérail" is, overleg pleegt om tenminste diens oordeel te vernemen omtrent de nieuwe rogeeringsplannen! Er moet ergens een fout schuilen! Zijn de verschillende in ons land bestaande col leges prullen, naar wiens woorden de Re geering niet behoeft te luisteren, welnu, laat men ze dan opdoeken. Is het de Re geering, of liever gezegd ziin het de re- geeringsambtenaren, die de telegrammen en andere dringende verzoeken van locale autoriteiten naast zich neerleggen zonder er ernstige aandacht aan te besteden, laat men ze verantwoording afleggen en des noods ontslaan. Het is een paskwil in de een of andere richting, dat officieele eri officieuze organen dringend de verzoeken tot de Regeering richten zonder dat ze ge hoord worden en zonder dat men moeite doet om ze, desnoods afwijzend, maar dan met redenen omkleed, te beantwoorden. Het is niet de geschikte manier om pres tige aan te kweeken. INTERNATIONALE SAMENWERKING TUSSCHEN REVOLUTIONAIRE SOCIALISTISCHE PARTIJEN. Ter gelegenheid van het Congres van de Onafhankelijke Socialistische Partii in Nederland is Maandag te Amsterdam een conferentie gehouden, waar de volgende partijen waren vertegenwoordigdOnaf hankelijke Socialistische Partij in Neder land, Soc. Arbeiders Partii, Duitschland, Noorsohe Arbeiders Partii en Poolsche Onafhankelijke Socialistische Partii. Besprekingen wei-den gevoerd over een blüvende en nauwere samenwerking van revolutionaire socialistische partijen in Europa en er werden rapporten bespro ken over den toestand in de verschillen de landen. Er bestaat thans, behalve tusschen de reeds genoemde partijen, contact tusschen de liiikervleugelgroepen en partijen in de volgende landen: Amerika, België, Bul garije, Finland, Frankrijk, Roemenië. Zweden, Zwitserland en eenige groepen en bewegingen in de koloniale landen. Besloten werd, dat een internationaal manifest zal worden uitgegeven, waarin de arbeiders van de geheele wereld opgeroe pen zullen worden om met de grootste kracht gemeenschappelijke actie te voeren tegen fascisme en oorlog en voor een vol ledig socialistisch program, teneinde op deze wijze te komen tot internationale een heid van de arbeidersklasse op de basis van den revoultionairen klassenstrijd. door E. PHILLIPS OPPENHEIM. ,,'t Kan best zijn", antwoordde ziin tijde lijke werkgeefster. „Om te beginnen moe ten we zoo vlug mogelijk Newmarket zien te bereiken, daarna kunnen we verder zien." Bliss bleef er by staan, terwijl de bus sen benzine onder de achterbank van den auto werden gezet, daarna kwam hy naar voren en ging op zijn plaats zitten. Een van de monteurs sloeg den motor aan. „Wacht nog eens even", beval de jonge vrouw. „Waar is je overjas, chauffeur?" „Ik heb er geen bij me", legde Bliss haar uit. „Ik wist niet, dat ik vanavond nog moest rijden." „Zorg, dat hü een overjas krijgt", zeide ze gebiedend, terwijl ze zich tot den direc teur wendde. „Hoe kunt u uw menschen zoo uit laten gaan? 't Is onverantwoorde- lyk. Ze halen zich een ziekte op den hals." De jonge man keerde zich om en liep zoo hard hij kon naar het kantoor, even daarna kwam hij terug met een zware autojas, welke hij aan Bliss gaL „Zoudt u my precies willen zeggen, waar ik mij aan te houden heb, nrynheer?" vroeg Bliss. „Ik zou niet graag weer bui ten mijn boekje gaan." „Je kunt je beschouwen als geheel in dienst zynde van deze jonge dame", was het korte antwoord. „Je salaris is hetzelf de als den vorigen keer. De te maken on kosten zyn voor rekening van de dame." „Eerst naar Newmarket, mevrouw?" vroeg Bliss, terwijl hy de koppeling liet inkomen. „Ja", antwoordde ze ongeduldig. 't Was een uur na middernacht, toen ze eindelyk Newmarket bereikten. Bliss loosde een zucht van verlichting. Hü had een langen dag achter den rug en de wagen lag niet gemakkelijk in de hand. „Newmarket, mevrouw," 2eide hy vol daan. „We moeten nog verder, naar Swaff- ham," klonk het kortaf. 't Was een donkere, ontstuimige nacht, de lucht was zwaar, loodgrijs; telkens joeg een netwerk van nog lager hangende, iets lichter getinte wolken over hun hoof den heen. Gedurende de laatste twee uren had het met tusschenpoozen gere gend, zoodat de weg hier en daar heel sterk zoog. Om Swaffham te bereiken, moesten ze nog vijf-en-dertig kilometer rijden en dat langs een weg, dien Bliss in 't geheel niet kende. Bliss boog zich iets meer over zijn stuur heen. „Naar Swaffham, mevrouw? Heel goed." Voor het eerst sinds ze Londen achter zich hadden laten liggen, keek de vrouw hem aan. „Denk je, dat je zoo lang wakker zult kunnen blyven?" „Laten we hopen van wel," antwoord de Bliss. „Het zou er anders voor ons allebei raar uitzien." ,Heb je voldoenden voorraad benzine en smeerolie?" „Ik geloof 't wel, maar 't zal erom hou den." Gedurende de volgende drie of vier kilometer werd er geen woord gewisseld, maar toen keerde ze zich plotseling weer tot hem en vroeg ongeduldig: „Kan je niet wat sneller rijden?" „Ja, dat zou ik wel kunnen doen," gaf Bliss toe, „maar met 't oog op den weg is het beter van niet." ,,'t Komt er geen zier op aan of 't beter is of niet," antwoordde ze driftig. „Ik wil per sé hebben dat je sneller rijdt." Bliss gaf geen antwoord. Ze waren nu de laatste huizen van Newmarket voorbij en reden door een bijna volslagen duister nis. „Heb je niet gehoord, wat ik gezegd heb?" vroeg ze gebiedend. Hardnekkig hield Bliss zijn oogen op den weg voor hem uit gericht. „Sneller rijden zou op dit soort wegen gevaarlijk zijn," antwoordde hy toen, „en u zoudt me een groot genoegen doen als u niet tegen me wilde spreken. In elk ge val ben ik verantwoordelijk voor den auto en oppassen voor slippen is de boodschap. „Stop eens even," zeide ze bevelend. Zonder zich te haasten gehoorzaamde Bliss. Ze sloeg haar dichten autosluier terug, ging wat rechteroo zitten en keek haar metgezel aan. Tot ziin groote ver bazing keek Bliss in een gelaat, dat bui tengewoon mooi was, ondanks den onte vreden trek om den mond en de spookach tig bleeke tint, welke door den weerschijn van de sterke electrische lampen op den weg veroorzaakt werd. Gedurende eenige minuten bleef ze Bliss strak aankijken. „Hoe lang is u chauffeur geweest?" vroeg ze toen. „In myn tegenwoordige betrekking van het oogenblik af, dat u me de garage zag binnenkomen," antwoordde Bliss. „Ze hebben u dus maar tijdelijk aan genomen, omdat ze iemand voor my noo- dig hadden." „Ja," stemde Bliss toe. „Maar ze ken den me wel, want ik ben een tijdje gele den ook bij hen in betrekking geweest, ze hebben mij toen mijn ontslag gegeven." Ze begon te lachen. „Wat was de oorzaak? Gebrek aan ma nieren?" „Neen, gebrek aan verstandig ooi-deel." Ze knikte. „Dat geloof ik graag." antwoordde ze eenigszins uitdagend. „U heeft van beide niet te veel. U kunt nu wel weer door rijden, ik wou u alleen maar eens goed zien. U bent namelyk de eerste man, die sinds een heel langen tijd zoo tegen mij heeft durven optreden. En als het u in teresseert, dan kan ik u nu wel vertellen, dat we niet eens naar Swaffham gaan. Het doel van onzen tocht is hier vlakby." Zonder een woord te spreken volgde Bliss haar instructies op. Na een paar kilometer kwamen ze met een vry sterke helling op een soort plateau, waarover de weg zich afteekende als een volkomen rechte, iets lichtende streep. Aan weerszijden van het plateau was het land vlak, voor het grootste gedeelte hei, behalve op een plek aan hun rechter hand, waar een groote, zwarte vlek op de aanwezigheid van boomen wees. „Kalm wat," beval ze. Bliss gehoorzaamde. „Stop nu." Op een paar meter afstand van de plaats, welke ze had aangewezen, hield de auto stil. De jonge vrouw stond op. „U moet hier op me wachten," zeide ze kortaf. Bliss keek haar met de grootste verba zing aan. Aan de linkerzijde van den weg lag de mist als een ondoordringbare sluier over het land heen, aan de rechter zijde zag men niets dan de zwarte ondoor dringbare schaduw van de eentonigdrui- pende boomen. Aan niets was te zien, dat er ergens een woning in de buurt was. Eerst kou hü zijn metgezellin nog volgen, toen ze dwars den weg overstak, daarna leek het wel, alsof de duisternis aan den rechterkant van den weg haar plotseling opgenomen had. Even daarna hoorde hij echter in de doodsche stilte 0111 hem heen het voorzichtig openen van een hek, ge volgd door het byna onhoorbaar terug vallen van de klik. Toen begreep hij, dat er achter deze bijna ondoordringbare haag van boomen ergens een huis moest liggen. Hij zette zyn ontsteking af en zette zich gemakkelijk in hoekje van zijn zitplaats. De lampen waren aan en hii be vond zich aan den goeden kant van den weg. Toen hij vyf minuten zoo zat, voelde bü niet meer de minste nieuwsgierigheid, alleen een overweldigende behoefte om te slapen. Hy had een gevoel alsof zijn oogen hem in 't hoofd brandden. Langzamer hand kwam hij onder den invloed van de rustige omgeving en het eentonige gesuis van den wind door de takken, en het durde niet lang of hii sliep. HOOFDSTUK XX. Plotseling schrok hy wakker door het felle schünsel van een electrische zaklan taarn vlak in zyn oogen. Met een half onderdrukte verw-ensching ging hij recht op zitten en trachtte, tegen het schelle licht in, den eigenaar van de zaklantaarn te onderscheiden. Naast de auto stond een man, tegen wien hij, zelfs in de eerste half suffe oogenblikken na zün plotseling ontwaken, een hevige antipathie opvatte. Het was een korte, gedrongen man, met een rond, gladgeschoi-en gezicht en kleine, ongunstige oogen. Ondanks het late uur was hü nog in een volledig rij- costuum gekleed. Zy'n geheele voorkomen had trouwens iets, dat Bliss onmiddellijk aan paarden en wedrennen deed denken. In de eene hand had hii een groot glas, gevuld met whisky-soda. „Hé, wordt wakker jongmensch", zeide hij niet een eenigzins schorre stem, ,,'t is om rheumatiek op den hals te halen, dat slapen buiten met dit vochtige weer." „Is dat voor my?" vroeg Bliss, terwijl hii zy'n hand naar het glas uitstak. „Ja, whisky-soda", antwoordde de man. „Aan je uiterlijk zou men zeggen, dat het je goed zou doen." (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 1