m™
;IMi
Rijk en geen geld.
IS ALTIJD
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Buitenlandsch overzicht.
OOK VOOR
JAPAN EN HET OOSTEN.
China en Japan.
Nr. 7168
EERSTE BLAD
DONDERDAG 8 SEPTEMBER 1932
60ste JAARGANG
De nieuwe Duitsche noodverordening. - De staking
in de Hngelsche katoennijverheid. De conferentie
voor het economisch herstel van Z.-Europa. - China
en Japan.
KONIJN's Grove Geldersche Worst
FEUILLETON
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50- voor
Koegras, Anna Paulovvna, Breezand, VVieringen en Texel f 1.65; binnen
land f 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70
f 1._. MoLebiatf resp. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.35. Lossenos.4ct.; Ir.p.p. 6et.'
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
tJitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewijsno. 4ct.
De nieuwe Duitsclie noodverordening,
waarvan wij in ons nummer van Dinsdag
«en tamelijk uitvoerig uittreksel hebben
gegeven, u ,at niet veel nieuws. De groot
ste verrassing, zegt d© „Nw. Rott. Crt.",
vooral voor het buitenland, in het bizonder
voor landen, die gelijk Nederland belang
hebben bij den invoer in Duitschland1, staat
niet in de noodverordening zelf, maar in
de begeleidende verklaring der regeering.
Deze verrassing is niet van aangenamen
aard.
De regeering zoo heet het, heeft ten
behoeve van den landbouw in beginsel be
sloten om contingenteering te gebruiken
als middel om.de Duitsche markt te be
schermen tegen een bovenmatigen invoer
op landbouwgebied. Om deze contingen
teering ten uitvoer te brengen, hetgeen
met den grootsten spoed zal geschieden,
zal de regeering zich in verbinding stellen
met de landen, die in hoofdzaak aan dezen
invoer aandeel hebben.
Deze contingenteeringsplannen, waar
naast nog nieuwe plannen op het gebied
van binnenlandsche rijkscoöperatie wor
den aangekondigd, passen eigenlijk niet in
het systeem der nieuwe noodverordening.
Indien deze immers het succes heeft, waar
op de regeering hoopt, dan zullen de Duit
sche ondernemingen een beroep moeten
doen op het buiteniandsche crediet. De re
geering denkt, door het omlaag houden
van de arbeidsloon en en dbor een radicale
bezuiniging in het bestuur, zoowel de de-
viezenbalans als de betalingsbalans te kun
nen verbeteren. Indien men echter tege
lijkertijd het stelsel van contingenteering
gaat verscherpen, om den invoer van le
vensmiddelen nog verder te knotten, en
daardoor automatisch tegenmaatregelen
van het buitenland uitlokt, dan wordt daar
door de activiteit van de deviezenbalans
meer geschaad, dan erop de zijde der pas
siva wordt gespaard en is er hard kans,
dat de industrieelen, die het van den uit
voer moeten hebben, de belastingbons wei
in die brandkast zullen moeten bewaren,
omdat zij er niet anders mee zullen kun
nen gaan beginnen.
De pers heeft door het krachtig optre
den van de regeering nogal een woordje
te zeggen. Zoo schrijft de „Germania", dat
niet betwijfeld kan worden, dat de- huidige
groot opgezette en moedige maatregelen
van de regeering een poging beteekenen,
het inschrompelinpsoroces van het be
drijfsleven definitie at staan te brengen
en in het tegendeel te laten verkeeren en
wel met middelen, die slechts beproefd
kunnen worden, omdat de laatste twee of
drie maanden de toestand van de wereld
huishouding een eenigszins vroolijker aan
blik biedt. Het blad twijfelt aan de kans
op succes van de handelspolitieke maatre
gelen, die nauwelijks twijfel laten aan de
sterk protectionistische doeleinden van de
regeering en spreekt van een weg, die naar
een slop leidt.
Het „Berliner Tageblatt" spreekt van
een „volmacht zonder waarborgen". Wat
de regeering uit de volmacht halen wil, is
geheel aan haar inzicht overgelaten. Na
het omvangrijke gebruik, dat zij daarvan
reeds gemaakt heeft, om het recht op het
arbeidscontract losser te maken, kan men
do bezorgdheid niet verbannen, dat- de a.s.
uitvoeringsmaatregelen nog menige on
aangename verrassing meer zuhen ople
veren en den socialen vrede in gevaar zul
len brengén.
De „Vossische Zeitung" noemt het poli
tiek-oeconomische saldo van de nieuwe
verordening alles bij elkaar positief. Dat
geldt echter niet voor den sociaal-politie-
ken inhoud.
De staking in Lancasliire heeft het
vraagstuk der werkloosheid in Engeland
weer verergerd en ook andere problemen
zijn er moeilijker door geworden. Zoo is
op de vergadering van het vakvereeni-
gingscongres te New-Castle, met alge-
nreene stemmen een motie aangenomen,
waarin het zijn ernstige ongerustheid uit-
spraekt over de vermeerdering van 't aan
tal werkloozen, die de salarissen verlaagd
en de sociale diensten verminderd heeft.
De motie doet een beroep op de regeering
om een politiek te omhelzen, die streeft
naar afschaffing van de oorlogsschulden
en vergoedingen, naar een verlaging van
de tariefmuren en naar plannen op groote
schaal, o. a. ten aanzien van woningbouw
en opruiming van krotwoningen in het
binnenland, teneinde meer werk te ver
schaffen, en voorts naar openbaar toezicht
op een nieuwe grondschatting.
Gedurende de middagvergadering ver
scheen er voor het vergaderlokaal een op
tocht van werkloozen. Een voorstel om
een deputatie uit die betooging binnen te
laten om het congres'toe te spreken werd
verworpen. De secretaris-generaal gaf te
kennen, dat het congres zoowel de werk
loozen als de werkende arbeiders vertegen
woordigd. en deelde mee, dat het congres
een motie had aangenomen waarin hun
nooden behandeld werden.
De commissie voor het economisch her
stel van Z.-O. Europa is Dinsdagmorgen
te Stresa bijeengekomen. Aan de discus
sies, die daar gehouden zijn, ter oplossing
van het netelige economische vraagstuk,
ontleen en wij het- volgende:
De Duitsche gedelegeerde meende, dat
de voornaamste moeilijkheid ligt in de
agrarische kwestie; wordt deze opgelost,
dan zal vanzelf een regeling der financieele
vraagstukken volgen. Hij stelde daarom
de vorming van een oeconomische onder
commissie voor.
In de rede van langer dan een uur be
toogde de Pool Rose daarop de noodzake
lijkheid van samenwerking van alle staten.
Hii stelde voor: de vaststelling door de cre-
öiteurstaten van contingenten voor het
uitvoerover^chot; voorts het vormen van
preferenties, die echter algemeen dienen
te zijn en tenslotte een omzetting van
schulden op korten termijn in een obliga-
tieleening. Deze leening zou op de voor
naamste geld'markten opgenomen kunnen
worden en wel voor iederen staat afzon
derlijk.
De Engelsche gedelegeerde verklaarde
daarop in scherpe termen, dat het eenige
middel om aan de belachelijke toestanden
van tegenwoordig een einde te maken, be
staat in het opheffen der invoerbelemme-
ringen en in het bijzonder de verlaging der
douanetarieven.
In de middagbiieénkomst bracht de Roe-
meensche minister van handel vervolgens
uitvoerig rapport uit over den toestand in
Z.-O. Europa. Als voornaamste oorzaak
van de crisis in deze landen noemde hii de
prijsdaling, waarbij dan nog de afweer-
maatregelen der landen komen, die pro
ducten der agrarische staten invoeren.
De Italiaansche senator Michelis betuig
de opnieuw Italië's bereidwilligheid om
aan de politiek van meestbegunstiging en
bilaterale verdragen vast te houden. Italië
staat welwillend tegenover elk voorstel om
de douanetarieven te verlagen. Een eerste
eisch voor elk voorstel is echter, dat met
den individueelen toestand van elk land
wordt rekening gehouden.
De Chineesch-Japansche kwestie zal
straks door het rapport van de commis-
sie-Lytton, dat is de commissie, die dooi
den Volkenbond naar Mantsjoerije is uit
gezonden, om den toestand daar te bestu-
deeren, worden belicht. Naar verluidt zal
het rapport minder streng uitvallen dan
verwacht was. Hoewel de bevonden feiten
worden meegedeeld, onthoudt het rapport
zich van gevolgtrekkingen.
Voorts houdt men het er voor, dat de
commissie den Volkenbond zal adviseeren,
rekening te houden met de nieuwe feiten,
die zijn voorgevallen, sedert het rapport
was samengesteld en voor de behandeling
van het rapport in Genève. Dit laatste zou
dan beteekenen, dat de commissie van den
Volkenbond als haar meening te kennen
geeft, dat de erkenning van de onafhanke
lijkheid van Mantsjoerije door Japan tot
gevolg behoort te hebben, een wijziging
brengt in de opvatting van de commissie
zooals die vroeger was gevormd.
In Crisistijd is kwaliteit goedkooper!
Er is veel duidelijks, maar ook heel veel
neveligs in Japan's optreden in het Oos
ten. Wat zeer duidelijk is en wat niet voor
nadere toelichting noodzakelijk kan wor
den genoemd-, is het feit, dat Japan het
Verre Oosten voor zich opeischt. De Wes-
tersche mogendheden, waarbij wij ook
Amerika rangschikken, protesteeren erte
gen, maar zij kunnen in hun protest niet
heftig zijn, omdat ook zü, nog niet zooveel
decennia geleden, herhaaldelijk tegen
China zijn opgetreden, ter wille van de
smeer. Het is altijd heel moeilijk wijze les
sen uit te doelen, wanneer men zichzelf,
in het verleden, zooveel te verwijten heeft.
Het is verder duidelijk, dat Japan de ge
boden gelegenheid om zijn aspirateis te
kunnen bereiken, niet onbenut zal laten
voorbijgaan. Europa, trouwens de geheele
wereld, verkeert in een allergeweldigste
crisis.... de Westersche naties staan fel
tegenover elkander, Volkenhond en andere
afspraken ten spijt, terwijl Duitschland
geen gelegenheid iaat voorbijgaan om zijn
oude glorie terug te krijgen. Daarbij is de
Oude en de Nieuwe Wereld oorlogsschuw
en terecht. Niet spoedig zal men zich laten
verleiden om opnieuw de wapens, op te
nemen en een herhaling van het krank
zinnige tooneelspel te geven, dat Ent" pa
tusschen 1914 en 1918 te zien gegeven
heeft.
Wij willen evenmin in het geding bren
gen, of Japan het recht op zijn zijde heeft,
ja dan neen. De eene beweert, dat het drin
gend noodzakelijk is, dat er eindelijk eens
een opruiming in den Chineeschen chaos
plaats vindt, want het is er een broeinest
van schriklijk onrecht en verwording. De
ander daarentegen noemt de Chineesche
toestanden ordelijk; de Chinees eert zijn
familie en het familie-leven moet er zoo
■hecht zijn, dat van chaos niet kan worden
gesproktfti. Men moet geheel op de hoogte
der aldaar heerschende verhoudingen zijn
om te kunnen beoordeelen, of Japan een
juiste daad gedaan heeft, ja dan neen. Na
tuurlijk kan men nimmer goedpraten, dat
men zich vergrijpt aan andermans eigen
dom, maar voor naties, die een vérstrek
kender belang hebben dan het individu,
bestaat ongetwijfeld een andere moraal.
Het zeer onduidelijke is ten eerste de
Japansche economische en financieele
situatie. Kan Japan het nog lang volhou
den. Haar binnenlandsche financieele en
economische verhoudingen moeten vol
gens de laatste berichten uiterst gespan
nen zijn, zoodat men het voor onmogelijk
houdt, dat het land van de Rijzende Zon
nog langen tijd den last kan torsen, die
een guerilla-ooiiog nu eenmaal met zich
medebrengt, hetgeen te meer spreekt,
wanneer Amerika zijn politiek van iso
latie krachtig zal doorzetten, zoodra Japan
Mantsjoerije erkent en zich naar aanlei
ding van het binnenkort te publiceeren
Lytton-rapport uit den Volkenbond terug
trekt. Het Kellogg-pact bepaalt, dat geen
voordeelen mogen worden getrokken uit
onrechtmatig bezet gebied, zoodat de on
derteekenaren van dit pact Mantsjoerije
dan ook links moeten laten liggen.
Verder is het onduidelijk, hoe de Wes
tersche mogendheden achter de schermen
op het Japansche optreden reageeren. Wat
de mond spreekt, is niet altijd de waar
heid. Men beweert bijv., dat Frankrijk
Japan in zijn imperialistische politiek ge
steund heeft en nog steunt.... men be
weert, dat enkele Europeesche mogend
heden het Japansche initiatief niet on
gaarne zien met het oog op het dreigende
gevaar van Rusland, terwijl men hoopt op
de kluiven, die zullen afvallen, wanneer
China met Japansche hulp zal worden ge
ëxploreerd.
Toen de wereld-oorlog was beëindigd en
een zucht van verluchting door de wereld
ging, was men voor de naaste toekomst
niet voor een nieuw Europeesch conflict
beducht. Wél uitte men de algemeene
opinie, dat de eerstvolgende oorlog in het
Oosten zou worden uitgevochten tusschen
Japan en Amerika. Zou deze sombere voor
spelling binnenkort in vervulling gaan?
Wii weten het niet. Wii kunnen ons niet
begrijpen, waarom Amerika opnieuw on
telbare levens zal willen opofferen voor
een doel, dat zoo weinig reëel is. Zou Ame
rika door het zenden van oorlogsschepen
en door het opnieuw doen ontbranden van
den oorlogsfakkel de leuze „Azië voor de
Aziaten" kunnen teniet doen? Kan men
een groeiende beweging tegenhouden, die
hoe langer hoe meer de harten van het
Verre Oosten vervult? Kan Engeland
Britsüh-Indië blijven bediwingen? Wij ge-
looven, dat men hier tegen onoverwinlijke
vestingen optornt en dat het veel verstan
diger is, wanneer men de nieuwe beweging
in de juiste banen tracht te leiden.
Een oorlog van Amerika, misschien met
andere Westersche bondgenooten tegen
Japan, zal ongetwijfeld ongekende krach
ten oproepen. Het is een experiment, dat
zich weieens tegen Europa zal kunnen
keeren gelijk een boemerang. Het zou kun
nen leiden, dat Japan en China, die op het
moment fel tegenover elkander staan, el
kander de hand gaan reiken net als het
schipperspaar, dat bezig was eikander af
te rossen, doch zich onmiddellijk eensge
zind tegenover den wal plaatste, toen de
wal zich met het geval ging bemoeien.
Er is gezond verstand noodig om de
groote moeilijkheden, die op het moment
in de wereld bestaan, op te lossen. Laten
wij hopen, dat dit gezond verstand ons niet
in den steek laat! Ook ten opzichte van dit
vraagstuk is de aanstaande presidentsver
kiezing in Amerika van het allergrootste
belang.
OPNIEUW 2 MILLIARD DOLLAR
DEFICIT OP DE AMERIKAANSCHE
BEGROOTING.
Senator King heeft, naar uit Washing
ton wordt gemeld, in de financieele com
missie van den Amerikaanschen Senaat
verklaard, dat opieuw een deficit is te
verwachten aan het einde van het volgend
begrootingsjaar. Het deficit zal waar
schijnlijk ongeveer 2 milliard bedragen.
ARBEIDSDAG IN DE VER. STATEN.
Eenige honderden slachtoffers.
Het feest van den arbeid in de Ver. Sta
ten Labour Day is Dinsdag gevierd.
Dit weten onze lezers al, o. m. uit het feit,
dat er Woensdagochtend geen New-
Yorksch beurstelegram was. Zulke feest
en vacantiedagen in de Ver. Stoten
vooral b.v. de 4e Juli kenmerken zich
gemeenlijk döor een grooten uittocht uit
de steden, veel vuurwerk en veel.... on-
gtlukken. Dat zijn dan vooral ongelukken
op den weg door onvoorzichtig rijden met
motorfietsen en auto's, maar toch ook veel
ongelukken met het afsteken van vuur
werk.
Roekeloosheid met zwemmen of baden
eischt ook zijn cijns.
Zoo is er thans een telegram uit New-
York, waarin sprake is van „over de hon
derd dooden en gekwetsten" als gevolg
van auto-rampen en zwem-onvoorziehtig-
heid. Daar komen dan nog 250 gevallen
bij van lieden, die bij een brandweerfeest
te Washington door de hitte bevangen
werden en ziek bleven.
Een tweede telegram van ongeveer den-
zelfden inhoud spreekt echter van twee
honderd dooden. („Nw. Rott. Crt.").
Timasjoea tijdelijk door op
standelingen bezet.
Uit Harbin wordt gemeld, dat in opstand!
gekomen troepen ten Oosten van Kirin de
Mantsjoerijsche stad Timasjoea wisten te
bezetten. Er ontstond een heftig gevecht
tusschen opstandelingen en Mantsjoerij
sche troepen, die de opstandelingen ten
slotte wisten te dwingen de stad te ontrui
men. Voor de ontruiming steken de op
standelingen echter de stad in brand. De
brand duurt nog steeds voort.
Nieuwe aanval op Harbin door
Chineesche vrijwilligers.
Volgens Russische berichten uit Harbin
hebben de Chineesche vrijscharen op
nieuw een aanval op die stad gedaan. Dui
zenden vrijwilligers trachtten in de rich
ting van Oud-Harbin de stad binnen te
dringen, doch zü stieten daarbij op krach-
tigen tegenstond van de Japansche troe
pen, die er na een gevecht van eenige uren
in slaagden, de Chineezen terug te drijven
en eenige honderden hunner gevangen te
nemen. Ter versterking van het garnizoen
te Harbin zijn daar twee Japansche regi
menten uit Tsjang Tsjoen aangekomen.
VLIEGER DOODGEVALLEN.
Luitenant Neri, die op het Gardameer
een poging deed om het snelheidsrecord
voor watervliegtuigen te verbeteren, is
daarbij gevallen en omgekomen.
DE EX-KEIZER NAAR ZANDVOORT.
Bezoek van de Koningin-Moeder.
Maandagmiddag heeft, naar V.D,
meldt, de Koningin-Moeder een bezoek
gebracht aan den Ex-Keizer op Huize
Doorn.
De ex-Keizer had het plan, Dinsdag'
voor eenige dagen naar Zandvoort te
gaan.
HET RIJKSOPVOEDINGSWEZEN.
Ontslag en op wachtgeldstel
ling van de ambtenaren en
beambten v®n het rijksopvoe
dingsgesticht de Kruisberg.
Naar de „Nw. Rott. Crt." uit Doetinchem
verneemt, is met ingang van 1 Januari a.s.
aan alle ambtenaren en beambten van het
rijksopvoedingsgesticht de Kruisberg, met
uitzondering van den commies en den kok,
ontslag en op wachtgeldstelling aai ge
zegd. Deze maatiegel houdt verband met
de plannen van de regeering om tot ver
sobering van het rü'ksopvoedingswezen te
komen. De bedoeling is den titel van
leeraar en opvoedend ambtenaar af te
schaffen "en den leeraar-vakman den rang
te geven van werkmeester en den leeraar-
onderwijzer van onderwijzer, waarmee de
toestand van vóór 1910 wordt herstelde
Voor zoover daartoe gelegenheid bestaat
zullen de op wachtgeld gestelden in de
nieuw te vormen rangen kunnen worden
herplaatst.
DE NOOD IN DEN WEST-FRIESCHEN
TUINBOUW.
Protestvergaderingen tegen de
houding der regeering.
Men meldt uit Langendijk aan öe „Nw.
Rott. ört.":
De omstandigheid, ,dat de tuinbouwers
maar steeds verstoken blijven van steun
maatregelen, waardoor hun bedrijf, al is
het dan met groote moeite, in stand kan
worden gehouden, is oorzaak, dat de tuin
ders opstandig beginnen te worden. Dins
dag had te Zuid-Scharwonde een druk be
zochte vergadering van tuinbouwers
plaats, lie protesteerden tegen de tergend!
langzame wijze, waarop de voorbereidende
maatregelen der regeering tot stand ko
men en tegen de afwijzing van verzoeken
der organisaties.
Een buitengewoon druk bezochte ver
gadering te Oudkarspel stond ook in het
teeken van verzet, dat zich uitte in het ste
ken van betalingen, omdat de producten
niets opbrengen. Groot was de verontwaar
diging over het feit, dat een aantal tuin
ders naar het Burgerlijk Armbestuur werdi
verwezen, uitgesloten als ze waren van den
steun in den vorm van rentelooze voor
schotten.
In Warmenhuizen en Koedijk werden
eveneens vergaderingen gehouden. Bestu
ren van de tuindersorganisaties werden
met critiek overladen „omdat ze niets
doen", doch deze wijzen dit verwijt af door
te wijzen op de houding van de regeering.
Voor de rust in deze tuinbouwstreek is
het te hopen, dat spoedig steunmaatrege
len worden genomen.
door
E. PHILLIPS OPPEN HEIM.
43)
„Goeden nacht en dank u nog wel,"
zeide ze vriendelijk, toen ze zich om
draaide om, voorafgegaan door het ka
mermeisje, naar haar kamer te gaan. „Ik
zal het briefje nog even schrijven voor
dat ik naar bed ga. De nachtportier zal
het dan wel naar u toebrengen. Ik hoop,
dat u goed zult slapen".
„Hoe laat moet ik morgenochtend pre
sent zjjn, Mevrouw?", vroeg Bliss.
Even aarzelde ze met haar antwoord.
„We moeten zorgen, dat we bijtijds op
de renbaan zijn," zeide ze toen. „Zoudt
u willen informeeren hoe laat ze begin
nen?"
„Ik zal er voor zorgen Mevrouw", was
het beleefde antwoord.
Den volgenden middag om tien minu
ten voor tweeën stonden Bliss cn de jonge
dame, die zijn tijdelijke werkgeefster ge
worden was, te samen rechtop in de auto,
met alle aandacht in de riohting van het
nummerbord te turen. Ondanks de groote
menschenmassa heerschte er op dat
«ogenblik een opvallende stilte, 't Was of
alle aanwezigen in spanning stonden te
wachten, totdat de nummers omhoog ge-
heschen zouden worden.
„Daar heb je ze," zeide Bliss opgewon
den. Langzaam aan werd het groote
zwarte bord met witte cijfers opgehe-
schen. In haar opwinding greep het
meisje Bliss bij den arm.
„Nummer acht," fluisterde ze heesch,
„nummer acht, kunt u ook zien of 't er
bij is?"
„Neen, het is er niet," stelde Bliss haar
gerust, ,,'t Is er heusch niet. Kijk zelf
maar."
Aan alle kanten steeg er gemompel op.
Plotseling weerklonk van den kant waar
de bookmakers stonden een luid tumult.
Krachteloos liet ze zich neervallen. Een
heer, die-vlak naast haar stond, liet zijn
kijker zakken.
„No. 8 Mr. Pontifex schljjnt niet te loo-
pen," zeide hij halfluid tegen zijn buur
man. „Ik begreep er ook niets van wat de
menschen ermee voor hadden om zooveel
geld op te zetten. Hij heeft nooit de min
ste kans gehad."
Ever keek het meisje Bliss aan, onmid
dellijk «greep hij wat ze wilde. Hij liet
zijn motor aanloopen en langzaam rijden
de verlieten ze de renbaan.
„Waar wilt u naar toe, mevrouw?
vroeg hij.
„Ik weet het heusch niet," antwoordde
liet meisje, terwijl ze zich op haar ge
mak in een hoekje van haar comfortabele
leeren zitplaats zette. „En 't kan me niet
schelen ook, als het maar huiten is en een
heel eihd hier vandaan. Laten we eerst
maar hieruit, zien te komen, dan kunnen
we wel verder zien."
HOOFDSTUK XXI.
Met groote handigheid wist Bliss de
auto uit de groote menigte omringende
voertuigen los te werken. Even daarna
reden ze langzaam de Newmarket Road
op. Toen ze de renbaandrukte een flink
eind achter zich hadden, hield hij stil.
„Als u me nu precies zoudt willen zeg
gen, waar u naar toe wilt gaan...." be
gon hij.
„Ik weet het heusch niet. Kunt u niet
wat bedenken?"
„Ja, dat gaat toch moeilijk. Voor ons
ligt Newmarket, Londen ligt een heel eind
achter ons en Cambridge ligt daar ergens
aan den linkerkant," zeide Bliss.
Zijn metgezellin sloeg haar sluier naar
achteren en keek hem aan.
„Beslist u maar," zeide ze teen onver
schillig.
„Hoe lang wilt u lijden? Een paar uur?
vroeg hij.
„Hoe komt u erbij! Ik heb deze auto
gehuurd om een flinken tocht, van min
stens een paar weken, te maken."
Alsof hij een klap in 't gezicht had ge
kregen, keek Bliss haar aan.
„En moet ik mee?"
„Natuurlijk, wie denkt u, dat anders de
auto besturen moet?"
Met een mistroostig gezicht keek Bliss
naar den grooten hutkoffer, die stevig
achterop gebonden was.
„Niet om een aanmerking te maken,
mevrouw,'" zeide hij toen, „maar ik vind,
dat ze me dat hadden moeten zeggen. Ik
heb niets bij me als u er niet om gedacht
had, was ik nog zonder overjas meege
gaan.
„Ze hadden 't u natuurlijk moeten zeg
gen," stemde ze toe. „Maar hoe 't ook zij,
ze hebben 't gedaan en 't beste wat u doen
kan is, er van te maken wat er van te
maken valt. Bent u getrouwd?"
„Neen, nog niet," antwoordde Bliss be
leefd.
„Dan doet u volgens mij het beste,
wanneer u nu maar meteen naar buis
telegrafeert om kleeren en wat u nog meer
noodig hebben mocht; of als u liever wat
wilt koopen, dan zal ik het .wel betalen.
En waar zullen we dan in dien tusschen-
tijd naar toe gaan? En waarom rookt u
niet? Ik dacht, dat alle chauffeurs rook
ten."
„Niet wanneer ze rijden moeten, me
vrouw," legde Bliss haar uit. „Maar als u
het goedvindt.
Meteen haalde hij een doosje sigaret
ten uit zijn zak en stak er een op. Het
meisje zat hem ondertusschen oplettend
aan te kijken.
„En," vroeg ze toen, „weet u a), waar
we naar toe zullen gaan?"
Bliss trok een gezicht, alsof hii d'€P
over dat probleem nadacht,
„Ik geloof, dat de weg naar Norwich
heel mooi is," zeide hij ten slotte. „En de
stad zelf heeft heel veel bezienswaardig
heden, een mooie oude kathedraal, een.."
„Waarom hebt u dat niet dadelijk ge
zegd," viel ze hem in de rede. „Natuur
lijk gaan we dan naar Norwich."
Bliss reed weer terug, door Newmarket
heen, en kwam zoo op den weg naar Nor
wich. Zij stelde nog voor, om eerst bij het
postkantoor te stoppen, maar Bliss schud
de het hoofd.
„Neen," zeide hij, ,,'t zou de moeite van
tJegrafeeren niet waard zijn. Om do
waarheid te zeggen, heb ik heel weinig
kleeren. Als u me een gedeelte van mijn
weekloon zou willen voorschieten, dan
zou ik in Norwich alles kunnen koopen,
wat ik noodig heb."
„Zooals u het zelf het beste vindt," ant
woordde ze, terwijl ze hem scherp aan
keek. „Kunt u 't nu hebben, dat ik praat?"
„Ja, zoolang de weg goed is, hindert
het niet," antwoordde Bliss.
,,'t Spijt me, dat ik gisteravond onheb
belijk ben geweest. Maar u sprak nogal
kortaf en ik was mezelf niet door de on
gerustheid over mijn broer. Ik hoop, dat
u het me niet kwalijk wilt nemen. Ver
tel me nu eens hoe u heet en hoe lang u
in dienst bent bij de Sun Motor Com-
pany."
„Mijn naam is Ernest Bliss," vertelde
hii haar. „Een paar maanden geleden
ben ik chauffeur geweest bij de „Sun",
maar toen hebben ze me de laan uitge
stuurd, zooals ik u trouwens al verteld
heb. Ten eerste had ik iemand, die me op
straat aanriep als passagier meegenomen
en dit is niet overeenkomstig de voor
schriften en ten tweede had die iemand
me met een valsch bankbiljet betaald.
Maar toen ze gisteravond een chauffeur
noodig hadden.
„Wel, in elk geval bent u een uitste
kend chauffeur," viel het meisje hem in
de rede. „Bent u het al lang geweest?"
„Neen, vroeger heb ik voor me zelf
gereden.ik bedoel, ik heb het altijd
en heel interessant vak gevonden: chauf
feur."
„Laten we hier lunchen," brak ze het
gesprek plotseling af.
Met een groote bocht reed Bliss onder
een typisch middeleeuwsche poort door
en kwam zoo op de binnenplaats van een
ouderwetsche herberg.
„U kunt bestellen wat u wilt," zeide ze,
terwijl ze uit den auto stapte. „Over een
uur wilt u dan wel zorgen klaar te zjjn
om verder te gaan?"
Bliss ging de groote ouderwetsche keu
ken binnen en verorberde daar zijn lunch!
met een buitengewoon goeden eetlust.
Daarna schreef hij een brief aan Frances
en keek den auto even na. Precies op
den aangegeven tijd zag hij zijn metge
zellin weer verschijnen. Gelukkig was de
auto in orde, zoodat ze onmiddellijk kon
den vertrekken.
„Hebben ze u een goeden lunch ge
geven?" vroeg ze.
„Uitstekend, mevrouw, dank u wel,'*
antwoordde Bliss.
„Waar hebben ze het u gebracht?"
„In de keuken," zeide Bliss, terwijl zijn
oogen verdacht schitterden.
Ze boog zich iets voorover en keek hem
onderzoekend aan.
„Vondt u het niet vervelend om in de
keuken te eten?"
„Heelemaal niet," antwoordde Bliss op
gewekt. ,,'t Komt er geen zier op aan
waar je eet, als je maar honger hebt, Dat
is de hoofdzaak."
„Zeg, u bent toch niet een van die
jongelui, die eerst al hun geld op de wed
rennen verdobbelen en die dan hun
eigen brood moeten verdienen?" vroeg ze
onverwacht.
,.Wel, u heeft het bijna bij het rechte
eind", gaf Bliss toe. „Ik heb het aan een
weddenschap te danken, dat ik nu chauf
feur ben."
„Dan moest u zich schamen," zeide ze.
„Dat weet ik nog niet zoo zeker," pro
testeerde Bliss, terwijl zich bij zijn lip
pen een paar humoristische trekjes in
groefden. „U moet goed bedenken, dat u
de voorgeschiedenis niet weet
(Wordt vervolgd.)