m™ ;IMi Rijk en geen geld. IS ALTIJD NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA Buitenlandsch overzicht. OOK VOOR JAPAN EN HET OOSTEN. China en Japan. Nr. 7168 EERSTE BLAD DONDERDAG 8 SEPTEMBER 1932 60ste JAARGANG De nieuwe Duitsche noodverordening. - De staking in de Hngelsche katoennijverheid. De conferentie voor het economisch herstel van Z.-Europa. - China en Japan. KONIJN's Grove Geldersche Worst FEUILLETON Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50- voor Koegras, Anna Paulovvna, Breezand, VVieringen en Texel f 1.65; binnen land f 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70 f 1._. MoLebiatf resp. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.35. Lossenos.4ct.; Ir.p.p. 6et.' Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. tJitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewijsno. 4ct. De nieuwe Duitsclie noodverordening, waarvan wij in ons nummer van Dinsdag «en tamelijk uitvoerig uittreksel hebben gegeven, u ,at niet veel nieuws. De groot ste verrassing, zegt d© „Nw. Rott. Crt.", vooral voor het buitenland, in het bizonder voor landen, die gelijk Nederland belang hebben bij den invoer in Duitschland1, staat niet in de noodverordening zelf, maar in de begeleidende verklaring der regeering. Deze verrassing is niet van aangenamen aard. De regeering zoo heet het, heeft ten behoeve van den landbouw in beginsel be sloten om contingenteering te gebruiken als middel om.de Duitsche markt te be schermen tegen een bovenmatigen invoer op landbouwgebied. Om deze contingen teering ten uitvoer te brengen, hetgeen met den grootsten spoed zal geschieden, zal de regeering zich in verbinding stellen met de landen, die in hoofdzaak aan dezen invoer aandeel hebben. Deze contingenteeringsplannen, waar naast nog nieuwe plannen op het gebied van binnenlandsche rijkscoöperatie wor den aangekondigd, passen eigenlijk niet in het systeem der nieuwe noodverordening. Indien deze immers het succes heeft, waar op de regeering hoopt, dan zullen de Duit sche ondernemingen een beroep moeten doen op het buiteniandsche crediet. De re geering denkt, door het omlaag houden van de arbeidsloon en en dbor een radicale bezuiniging in het bestuur, zoowel de de- viezenbalans als de betalingsbalans te kun nen verbeteren. Indien men echter tege lijkertijd het stelsel van contingenteering gaat verscherpen, om den invoer van le vensmiddelen nog verder te knotten, en daardoor automatisch tegenmaatregelen van het buitenland uitlokt, dan wordt daar door de activiteit van de deviezenbalans meer geschaad, dan erop de zijde der pas siva wordt gespaard en is er hard kans, dat de industrieelen, die het van den uit voer moeten hebben, de belastingbons wei in die brandkast zullen moeten bewaren, omdat zij er niet anders mee zullen kun nen gaan beginnen. De pers heeft door het krachtig optre den van de regeering nogal een woordje te zeggen. Zoo schrijft de „Germania", dat niet betwijfeld kan worden, dat de- huidige groot opgezette en moedige maatregelen van de regeering een poging beteekenen, het inschrompelinpsoroces van het be drijfsleven definitie at staan te brengen en in het tegendeel te laten verkeeren en wel met middelen, die slechts beproefd kunnen worden, omdat de laatste twee of drie maanden de toestand van de wereld huishouding een eenigszins vroolijker aan blik biedt. Het blad twijfelt aan de kans op succes van de handelspolitieke maatre gelen, die nauwelijks twijfel laten aan de sterk protectionistische doeleinden van de regeering en spreekt van een weg, die naar een slop leidt. Het „Berliner Tageblatt" spreekt van een „volmacht zonder waarborgen". Wat de regeering uit de volmacht halen wil, is geheel aan haar inzicht overgelaten. Na het omvangrijke gebruik, dat zij daarvan reeds gemaakt heeft, om het recht op het arbeidscontract losser te maken, kan men do bezorgdheid niet verbannen, dat- de a.s. uitvoeringsmaatregelen nog menige on aangename verrassing meer zuhen ople veren en den socialen vrede in gevaar zul len brengén. De „Vossische Zeitung" noemt het poli tiek-oeconomische saldo van de nieuwe verordening alles bij elkaar positief. Dat geldt echter niet voor den sociaal-politie- ken inhoud. De staking in Lancasliire heeft het vraagstuk der werkloosheid in Engeland weer verergerd en ook andere problemen zijn er moeilijker door geworden. Zoo is op de vergadering van het vakvereeni- gingscongres te New-Castle, met alge- nreene stemmen een motie aangenomen, waarin het zijn ernstige ongerustheid uit- spraekt over de vermeerdering van 't aan tal werkloozen, die de salarissen verlaagd en de sociale diensten verminderd heeft. De motie doet een beroep op de regeering om een politiek te omhelzen, die streeft naar afschaffing van de oorlogsschulden en vergoedingen, naar een verlaging van de tariefmuren en naar plannen op groote schaal, o. a. ten aanzien van woningbouw en opruiming van krotwoningen in het binnenland, teneinde meer werk te ver schaffen, en voorts naar openbaar toezicht op een nieuwe grondschatting. Gedurende de middagvergadering ver scheen er voor het vergaderlokaal een op tocht van werkloozen. Een voorstel om een deputatie uit die betooging binnen te laten om het congres'toe te spreken werd verworpen. De secretaris-generaal gaf te kennen, dat het congres zoowel de werk loozen als de werkende arbeiders vertegen woordigd. en deelde mee, dat het congres een motie had aangenomen waarin hun nooden behandeld werden. De commissie voor het economisch her stel van Z.-O. Europa is Dinsdagmorgen te Stresa bijeengekomen. Aan de discus sies, die daar gehouden zijn, ter oplossing van het netelige economische vraagstuk, ontleen en wij het- volgende: De Duitsche gedelegeerde meende, dat de voornaamste moeilijkheid ligt in de agrarische kwestie; wordt deze opgelost, dan zal vanzelf een regeling der financieele vraagstukken volgen. Hij stelde daarom de vorming van een oeconomische onder commissie voor. In de rede van langer dan een uur be toogde de Pool Rose daarop de noodzake lijkheid van samenwerking van alle staten. Hii stelde voor: de vaststelling door de cre- öiteurstaten van contingenten voor het uitvoerover^chot; voorts het vormen van preferenties, die echter algemeen dienen te zijn en tenslotte een omzetting van schulden op korten termijn in een obliga- tieleening. Deze leening zou op de voor naamste geld'markten opgenomen kunnen worden en wel voor iederen staat afzon derlijk. De Engelsche gedelegeerde verklaarde daarop in scherpe termen, dat het eenige middel om aan de belachelijke toestanden van tegenwoordig een einde te maken, be staat in het opheffen der invoerbelemme- ringen en in het bijzonder de verlaging der douanetarieven. In de middagbiieénkomst bracht de Roe- meensche minister van handel vervolgens uitvoerig rapport uit over den toestand in Z.-O. Europa. Als voornaamste oorzaak van de crisis in deze landen noemde hii de prijsdaling, waarbij dan nog de afweer- maatregelen der landen komen, die pro ducten der agrarische staten invoeren. De Italiaansche senator Michelis betuig de opnieuw Italië's bereidwilligheid om aan de politiek van meestbegunstiging en bilaterale verdragen vast te houden. Italië staat welwillend tegenover elk voorstel om de douanetarieven te verlagen. Een eerste eisch voor elk voorstel is echter, dat met den individueelen toestand van elk land wordt rekening gehouden. De Chineesch-Japansche kwestie zal straks door het rapport van de commis- sie-Lytton, dat is de commissie, die dooi den Volkenbond naar Mantsjoerije is uit gezonden, om den toestand daar te bestu- deeren, worden belicht. Naar verluidt zal het rapport minder streng uitvallen dan verwacht was. Hoewel de bevonden feiten worden meegedeeld, onthoudt het rapport zich van gevolgtrekkingen. Voorts houdt men het er voor, dat de commissie den Volkenbond zal adviseeren, rekening te houden met de nieuwe feiten, die zijn voorgevallen, sedert het rapport was samengesteld en voor de behandeling van het rapport in Genève. Dit laatste zou dan beteekenen, dat de commissie van den Volkenbond als haar meening te kennen geeft, dat de erkenning van de onafhanke lijkheid van Mantsjoerije door Japan tot gevolg behoort te hebben, een wijziging brengt in de opvatting van de commissie zooals die vroeger was gevormd. In Crisistijd is kwaliteit goedkooper! Er is veel duidelijks, maar ook heel veel neveligs in Japan's optreden in het Oos ten. Wat zeer duidelijk is en wat niet voor nadere toelichting noodzakelijk kan wor den genoemd-, is het feit, dat Japan het Verre Oosten voor zich opeischt. De Wes- tersche mogendheden, waarbij wij ook Amerika rangschikken, protesteeren erte gen, maar zij kunnen in hun protest niet heftig zijn, omdat ook zü, nog niet zooveel decennia geleden, herhaaldelijk tegen China zijn opgetreden, ter wille van de smeer. Het is altijd heel moeilijk wijze les sen uit te doelen, wanneer men zichzelf, in het verleden, zooveel te verwijten heeft. Het is verder duidelijk, dat Japan de ge boden gelegenheid om zijn aspirateis te kunnen bereiken, niet onbenut zal laten voorbijgaan. Europa, trouwens de geheele wereld, verkeert in een allergeweldigste crisis.... de Westersche naties staan fel tegenover elkander, Volkenhond en andere afspraken ten spijt, terwijl Duitschland geen gelegenheid iaat voorbijgaan om zijn oude glorie terug te krijgen. Daarbij is de Oude en de Nieuwe Wereld oorlogsschuw en terecht. Niet spoedig zal men zich laten verleiden om opnieuw de wapens, op te nemen en een herhaling van het krank zinnige tooneelspel te geven, dat Ent" pa tusschen 1914 en 1918 te zien gegeven heeft. Wij willen evenmin in het geding bren gen, of Japan het recht op zijn zijde heeft, ja dan neen. De eene beweert, dat het drin gend noodzakelijk is, dat er eindelijk eens een opruiming in den Chineeschen chaos plaats vindt, want het is er een broeinest van schriklijk onrecht en verwording. De ander daarentegen noemt de Chineesche toestanden ordelijk; de Chinees eert zijn familie en het familie-leven moet er zoo ■hecht zijn, dat van chaos niet kan worden gesproktfti. Men moet geheel op de hoogte der aldaar heerschende verhoudingen zijn om te kunnen beoordeelen, of Japan een juiste daad gedaan heeft, ja dan neen. Na tuurlijk kan men nimmer goedpraten, dat men zich vergrijpt aan andermans eigen dom, maar voor naties, die een vérstrek kender belang hebben dan het individu, bestaat ongetwijfeld een andere moraal. Het zeer onduidelijke is ten eerste de Japansche economische en financieele situatie. Kan Japan het nog lang volhou den. Haar binnenlandsche financieele en economische verhoudingen moeten vol gens de laatste berichten uiterst gespan nen zijn, zoodat men het voor onmogelijk houdt, dat het land van de Rijzende Zon nog langen tijd den last kan torsen, die een guerilla-ooiiog nu eenmaal met zich medebrengt, hetgeen te meer spreekt, wanneer Amerika zijn politiek van iso latie krachtig zal doorzetten, zoodra Japan Mantsjoerije erkent en zich naar aanlei ding van het binnenkort te publiceeren Lytton-rapport uit den Volkenbond terug trekt. Het Kellogg-pact bepaalt, dat geen voordeelen mogen worden getrokken uit onrechtmatig bezet gebied, zoodat de on derteekenaren van dit pact Mantsjoerije dan ook links moeten laten liggen. Verder is het onduidelijk, hoe de Wes tersche mogendheden achter de schermen op het Japansche optreden reageeren. Wat de mond spreekt, is niet altijd de waar heid. Men beweert bijv., dat Frankrijk Japan in zijn imperialistische politiek ge steund heeft en nog steunt.... men be weert, dat enkele Europeesche mogend heden het Japansche initiatief niet on gaarne zien met het oog op het dreigende gevaar van Rusland, terwijl men hoopt op de kluiven, die zullen afvallen, wanneer China met Japansche hulp zal worden ge ëxploreerd. Toen de wereld-oorlog was beëindigd en een zucht van verluchting door de wereld ging, was men voor de naaste toekomst niet voor een nieuw Europeesch conflict beducht. Wél uitte men de algemeene opinie, dat de eerstvolgende oorlog in het Oosten zou worden uitgevochten tusschen Japan en Amerika. Zou deze sombere voor spelling binnenkort in vervulling gaan? Wii weten het niet. Wii kunnen ons niet begrijpen, waarom Amerika opnieuw on telbare levens zal willen opofferen voor een doel, dat zoo weinig reëel is. Zou Ame rika door het zenden van oorlogsschepen en door het opnieuw doen ontbranden van den oorlogsfakkel de leuze „Azië voor de Aziaten" kunnen teniet doen? Kan men een groeiende beweging tegenhouden, die hoe langer hoe meer de harten van het Verre Oosten vervult? Kan Engeland Britsüh-Indië blijven bediwingen? Wij ge- looven, dat men hier tegen onoverwinlijke vestingen optornt en dat het veel verstan diger is, wanneer men de nieuwe beweging in de juiste banen tracht te leiden. Een oorlog van Amerika, misschien met andere Westersche bondgenooten tegen Japan, zal ongetwijfeld ongekende krach ten oproepen. Het is een experiment, dat zich weieens tegen Europa zal kunnen keeren gelijk een boemerang. Het zou kun nen leiden, dat Japan en China, die op het moment fel tegenover elkander staan, el kander de hand gaan reiken net als het schipperspaar, dat bezig was eikander af te rossen, doch zich onmiddellijk eensge zind tegenover den wal plaatste, toen de wal zich met het geval ging bemoeien. Er is gezond verstand noodig om de groote moeilijkheden, die op het moment in de wereld bestaan, op te lossen. Laten wij hopen, dat dit gezond verstand ons niet in den steek laat! Ook ten opzichte van dit vraagstuk is de aanstaande presidentsver kiezing in Amerika van het allergrootste belang. OPNIEUW 2 MILLIARD DOLLAR DEFICIT OP DE AMERIKAANSCHE BEGROOTING. Senator King heeft, naar uit Washing ton wordt gemeld, in de financieele com missie van den Amerikaanschen Senaat verklaard, dat opieuw een deficit is te verwachten aan het einde van het volgend begrootingsjaar. Het deficit zal waar schijnlijk ongeveer 2 milliard bedragen. ARBEIDSDAG IN DE VER. STATEN. Eenige honderden slachtoffers. Het feest van den arbeid in de Ver. Sta ten Labour Day is Dinsdag gevierd. Dit weten onze lezers al, o. m. uit het feit, dat er Woensdagochtend geen New- Yorksch beurstelegram was. Zulke feest en vacantiedagen in de Ver. Stoten vooral b.v. de 4e Juli kenmerken zich gemeenlijk döor een grooten uittocht uit de steden, veel vuurwerk en veel.... on- gtlukken. Dat zijn dan vooral ongelukken op den weg door onvoorzichtig rijden met motorfietsen en auto's, maar toch ook veel ongelukken met het afsteken van vuur werk. Roekeloosheid met zwemmen of baden eischt ook zijn cijns. Zoo is er thans een telegram uit New- York, waarin sprake is van „over de hon derd dooden en gekwetsten" als gevolg van auto-rampen en zwem-onvoorziehtig- heid. Daar komen dan nog 250 gevallen bij van lieden, die bij een brandweerfeest te Washington door de hitte bevangen werden en ziek bleven. Een tweede telegram van ongeveer den- zelfden inhoud spreekt echter van twee honderd dooden. („Nw. Rott. Crt."). Timasjoea tijdelijk door op standelingen bezet. Uit Harbin wordt gemeld, dat in opstand! gekomen troepen ten Oosten van Kirin de Mantsjoerijsche stad Timasjoea wisten te bezetten. Er ontstond een heftig gevecht tusschen opstandelingen en Mantsjoerij sche troepen, die de opstandelingen ten slotte wisten te dwingen de stad te ontrui men. Voor de ontruiming steken de op standelingen echter de stad in brand. De brand duurt nog steeds voort. Nieuwe aanval op Harbin door Chineesche vrijwilligers. Volgens Russische berichten uit Harbin hebben de Chineesche vrijscharen op nieuw een aanval op die stad gedaan. Dui zenden vrijwilligers trachtten in de rich ting van Oud-Harbin de stad binnen te dringen, doch zü stieten daarbij op krach- tigen tegenstond van de Japansche troe pen, die er na een gevecht van eenige uren in slaagden, de Chineezen terug te drijven en eenige honderden hunner gevangen te nemen. Ter versterking van het garnizoen te Harbin zijn daar twee Japansche regi menten uit Tsjang Tsjoen aangekomen. VLIEGER DOODGEVALLEN. Luitenant Neri, die op het Gardameer een poging deed om het snelheidsrecord voor watervliegtuigen te verbeteren, is daarbij gevallen en omgekomen. DE EX-KEIZER NAAR ZANDVOORT. Bezoek van de Koningin-Moeder. Maandagmiddag heeft, naar V.D, meldt, de Koningin-Moeder een bezoek gebracht aan den Ex-Keizer op Huize Doorn. De ex-Keizer had het plan, Dinsdag' voor eenige dagen naar Zandvoort te gaan. HET RIJKSOPVOEDINGSWEZEN. Ontslag en op wachtgeldstel ling van de ambtenaren en beambten v®n het rijksopvoe dingsgesticht de Kruisberg. Naar de „Nw. Rott. Crt." uit Doetinchem verneemt, is met ingang van 1 Januari a.s. aan alle ambtenaren en beambten van het rijksopvoedingsgesticht de Kruisberg, met uitzondering van den commies en den kok, ontslag en op wachtgeldstelling aai ge zegd. Deze maatiegel houdt verband met de plannen van de regeering om tot ver sobering van het rü'ksopvoedingswezen te komen. De bedoeling is den titel van leeraar en opvoedend ambtenaar af te schaffen "en den leeraar-vakman den rang te geven van werkmeester en den leeraar- onderwijzer van onderwijzer, waarmee de toestand van vóór 1910 wordt herstelde Voor zoover daartoe gelegenheid bestaat zullen de op wachtgeld gestelden in de nieuw te vormen rangen kunnen worden herplaatst. DE NOOD IN DEN WEST-FRIESCHEN TUINBOUW. Protestvergaderingen tegen de houding der regeering. Men meldt uit Langendijk aan öe „Nw. Rott. ört.": De omstandigheid, ,dat de tuinbouwers maar steeds verstoken blijven van steun maatregelen, waardoor hun bedrijf, al is het dan met groote moeite, in stand kan worden gehouden, is oorzaak, dat de tuin ders opstandig beginnen te worden. Dins dag had te Zuid-Scharwonde een druk be zochte vergadering van tuinbouwers plaats, lie protesteerden tegen de tergend! langzame wijze, waarop de voorbereidende maatregelen der regeering tot stand ko men en tegen de afwijzing van verzoeken der organisaties. Een buitengewoon druk bezochte ver gadering te Oudkarspel stond ook in het teeken van verzet, dat zich uitte in het ste ken van betalingen, omdat de producten niets opbrengen. Groot was de verontwaar diging over het feit, dat een aantal tuin ders naar het Burgerlijk Armbestuur werdi verwezen, uitgesloten als ze waren van den steun in den vorm van rentelooze voor schotten. In Warmenhuizen en Koedijk werden eveneens vergaderingen gehouden. Bestu ren van de tuindersorganisaties werden met critiek overladen „omdat ze niets doen", doch deze wijzen dit verwijt af door te wijzen op de houding van de regeering. Voor de rust in deze tuinbouwstreek is het te hopen, dat spoedig steunmaatrege len worden genomen. door E. PHILLIPS OPPEN HEIM. 43) „Goeden nacht en dank u nog wel," zeide ze vriendelijk, toen ze zich om draaide om, voorafgegaan door het ka mermeisje, naar haar kamer te gaan. „Ik zal het briefje nog even schrijven voor dat ik naar bed ga. De nachtportier zal het dan wel naar u toebrengen. Ik hoop, dat u goed zult slapen". „Hoe laat moet ik morgenochtend pre sent zjjn, Mevrouw?", vroeg Bliss. Even aarzelde ze met haar antwoord. „We moeten zorgen, dat we bijtijds op de renbaan zijn," zeide ze toen. „Zoudt u willen informeeren hoe laat ze begin nen?" „Ik zal er voor zorgen Mevrouw", was het beleefde antwoord. Den volgenden middag om tien minu ten voor tweeën stonden Bliss cn de jonge dame, die zijn tijdelijke werkgeefster ge worden was, te samen rechtop in de auto, met alle aandacht in de riohting van het nummerbord te turen. Ondanks de groote menschenmassa heerschte er op dat «ogenblik een opvallende stilte, 't Was of alle aanwezigen in spanning stonden te wachten, totdat de nummers omhoog ge- heschen zouden worden. „Daar heb je ze," zeide Bliss opgewon den. Langzaam aan werd het groote zwarte bord met witte cijfers opgehe- schen. In haar opwinding greep het meisje Bliss bij den arm. „Nummer acht," fluisterde ze heesch, „nummer acht, kunt u ook zien of 't er bij is?" „Neen, het is er niet," stelde Bliss haar gerust, ,,'t Is er heusch niet. Kijk zelf maar." Aan alle kanten steeg er gemompel op. Plotseling weerklonk van den kant waar de bookmakers stonden een luid tumult. Krachteloos liet ze zich neervallen. Een heer, die-vlak naast haar stond, liet zijn kijker zakken. „No. 8 Mr. Pontifex schljjnt niet te loo- pen," zeide hij halfluid tegen zijn buur man. „Ik begreep er ook niets van wat de menschen ermee voor hadden om zooveel geld op te zetten. Hij heeft nooit de min ste kans gehad." Ever keek het meisje Bliss aan, onmid dellijk «greep hij wat ze wilde. Hij liet zijn motor aanloopen en langzaam rijden de verlieten ze de renbaan. „Waar wilt u naar toe, mevrouw? vroeg hij. „Ik weet het heusch niet," antwoordde liet meisje, terwijl ze zich op haar ge mak in een hoekje van haar comfortabele leeren zitplaats zette. „En 't kan me niet schelen ook, als het maar huiten is en een heel eihd hier vandaan. Laten we eerst maar hieruit, zien te komen, dan kunnen we wel verder zien." HOOFDSTUK XXI. Met groote handigheid wist Bliss de auto uit de groote menigte omringende voertuigen los te werken. Even daarna reden ze langzaam de Newmarket Road op. Toen ze de renbaandrukte een flink eind achter zich hadden, hield hij stil. „Als u me nu precies zoudt willen zeg gen, waar u naar toe wilt gaan...." be gon hij. „Ik weet het heusch niet. Kunt u niet wat bedenken?" „Ja, dat gaat toch moeilijk. Voor ons ligt Newmarket, Londen ligt een heel eind achter ons en Cambridge ligt daar ergens aan den linkerkant," zeide Bliss. Zijn metgezellin sloeg haar sluier naar achteren en keek hem aan. „Beslist u maar," zeide ze teen onver schillig. „Hoe lang wilt u lijden? Een paar uur? vroeg hij. „Hoe komt u erbij! Ik heb deze auto gehuurd om een flinken tocht, van min stens een paar weken, te maken." Alsof hij een klap in 't gezicht had ge kregen, keek Bliss haar aan. „En moet ik mee?" „Natuurlijk, wie denkt u, dat anders de auto besturen moet?" Met een mistroostig gezicht keek Bliss naar den grooten hutkoffer, die stevig achterop gebonden was. „Niet om een aanmerking te maken, mevrouw,'" zeide hij toen, „maar ik vind, dat ze me dat hadden moeten zeggen. Ik heb niets bij me als u er niet om gedacht had, was ik nog zonder overjas meege gaan. „Ze hadden 't u natuurlijk moeten zeg gen," stemde ze toe. „Maar hoe 't ook zij, ze hebben 't gedaan en 't beste wat u doen kan is, er van te maken wat er van te maken valt. Bent u getrouwd?" „Neen, nog niet," antwoordde Bliss be leefd. „Dan doet u volgens mij het beste, wanneer u nu maar meteen naar buis telegrafeert om kleeren en wat u nog meer noodig hebben mocht; of als u liever wat wilt koopen, dan zal ik het .wel betalen. En waar zullen we dan in dien tusschen- tijd naar toe gaan? En waarom rookt u niet? Ik dacht, dat alle chauffeurs rook ten." „Niet wanneer ze rijden moeten, me vrouw," legde Bliss haar uit. „Maar als u het goedvindt. Meteen haalde hij een doosje sigaret ten uit zijn zak en stak er een op. Het meisje zat hem ondertusschen oplettend aan te kijken. „En," vroeg ze toen, „weet u a), waar we naar toe zullen gaan?" Bliss trok een gezicht, alsof hii d'€P over dat probleem nadacht, „Ik geloof, dat de weg naar Norwich heel mooi is," zeide hij ten slotte. „En de stad zelf heeft heel veel bezienswaardig heden, een mooie oude kathedraal, een.." „Waarom hebt u dat niet dadelijk ge zegd," viel ze hem in de rede. „Natuur lijk gaan we dan naar Norwich." Bliss reed weer terug, door Newmarket heen, en kwam zoo op den weg naar Nor wich. Zij stelde nog voor, om eerst bij het postkantoor te stoppen, maar Bliss schud de het hoofd. „Neen," zeide hij, ,,'t zou de moeite van tJegrafeeren niet waard zijn. Om do waarheid te zeggen, heb ik heel weinig kleeren. Als u me een gedeelte van mijn weekloon zou willen voorschieten, dan zou ik in Norwich alles kunnen koopen, wat ik noodig heb." „Zooals u het zelf het beste vindt," ant woordde ze, terwijl ze hem scherp aan keek. „Kunt u 't nu hebben, dat ik praat?" „Ja, zoolang de weg goed is, hindert het niet," antwoordde Bliss. ,,'t Spijt me, dat ik gisteravond onheb belijk ben geweest. Maar u sprak nogal kortaf en ik was mezelf niet door de on gerustheid over mijn broer. Ik hoop, dat u het me niet kwalijk wilt nemen. Ver tel me nu eens hoe u heet en hoe lang u in dienst bent bij de Sun Motor Com- pany." „Mijn naam is Ernest Bliss," vertelde hii haar. „Een paar maanden geleden ben ik chauffeur geweest bij de „Sun", maar toen hebben ze me de laan uitge stuurd, zooals ik u trouwens al verteld heb. Ten eerste had ik iemand, die me op straat aanriep als passagier meegenomen en dit is niet overeenkomstig de voor schriften en ten tweede had die iemand me met een valsch bankbiljet betaald. Maar toen ze gisteravond een chauffeur noodig hadden. „Wel, in elk geval bent u een uitste kend chauffeur," viel het meisje hem in de rede. „Bent u het al lang geweest?" „Neen, vroeger heb ik voor me zelf gereden.ik bedoel, ik heb het altijd en heel interessant vak gevonden: chauf feur." „Laten we hier lunchen," brak ze het gesprek plotseling af. Met een groote bocht reed Bliss onder een typisch middeleeuwsche poort door en kwam zoo op de binnenplaats van een ouderwetsche herberg. „U kunt bestellen wat u wilt," zeide ze, terwijl ze uit den auto stapte. „Over een uur wilt u dan wel zorgen klaar te zjjn om verder te gaan?" Bliss ging de groote ouderwetsche keu ken binnen en verorberde daar zijn lunch! met een buitengewoon goeden eetlust. Daarna schreef hij een brief aan Frances en keek den auto even na. Precies op den aangegeven tijd zag hij zijn metge zellin weer verschijnen. Gelukkig was de auto in orde, zoodat ze onmiddellijk kon den vertrekken. „Hebben ze u een goeden lunch ge geven?" vroeg ze. „Uitstekend, mevrouw, dank u wel,'* antwoordde Bliss. „Waar hebben ze het u gebracht?" „In de keuken," zeide Bliss, terwijl zijn oogen verdacht schitterden. Ze boog zich iets voorover en keek hem onderzoekend aan. „Vondt u het niet vervelend om in de keuken te eten?" „Heelemaal niet," antwoordde Bliss op gewekt. ,,'t Komt er geen zier op aan waar je eet, als je maar honger hebt, Dat is de hoofdzaak." „Zeg, u bent toch niet een van die jongelui, die eerst al hun geld op de wed rennen verdobbelen en die dan hun eigen brood moeten verdienen?" vroeg ze onverwacht. ,.Wel, u heeft het bijna bij het rechte eind", gaf Bliss toe. „Ik heb het aan een weddenschap te danken, dat ik nu chauf feur ben." „Dan moest u zich schamen," zeide ze. „Dat weet ik nog niet zoo zeker," pro testeerde Bliss, terwijl zich bij zijn lip pen een paar humoristische trekjes in groefden. „U moet goed bedenken, dat u de voorgeschiedenis niet weet (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 1