KAN NEE WASSER H6«d/ Rijk en geen geld. IS ALTIJD QOEDKOOPER NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA BuitenSandsch overzicht. OOK VOOR DAM ES-CON FECTIE 1I VERSCH GEKARHD No. 7171. EERSTE BLAD DONDERDAG 16 SEPTEMBER 1932 Dc verrassingen in Duitschland. - Frankrijk en de Duitsche eischen voor gelijkgerechtigdheid. - De oor log tusschen Bolivië en Paraguay. - Japan en de erkenning van Mantsjoerije. Loonsverlaging in het bouwbedrijf. Crisispachtwet en pacht van tuinbouwgronden. De Urker visschers. Eischt Blue Band, dan weet U wat U eet. Blue Band versch gekarnd met 25 °/o allerfijnste Roomboter; onder Rijkscontrole, Hotland's beste Standaardmerk FEUILLETON COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringen en Texel f 1.65; binnen land f 2.— Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70, f 1._. Modeblad resp. f 0.95, f 1.25, 11.25, f 1.35. Lossenos.4ct.; fr.p.p.6ct. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P. C. DE BOER. Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN: 20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewijsno. 4ct. Duitschland heeft de wereld de laatste jaren al meermalen groote verrassingen gebracht, maar die van Maandag is eenig in de annalen van het Duitsche parlemen tarisme. De wereld was verstomd en in den Rijksdag zelf was de verrassing groot. De „Nw. Rott. Crt." schrijft o. m. over de gebeurtenissen: Duitschland wringt zich in constitutio- neele krampen, terwijl zijn lichaam ook door allerhevigste oeconomische ziekten j wordt geteisterd. Onder de vele nationale •tragediën, die op het oogenblik in de we- j reld vallen waar te nemen, is die van het Duitsche volk om zijn felle verschijnselen in een van nature niet felle menigte, waar schijnlijk de nijpendste, de meest beklem mende. In den laatsten tijd scheen' er ontspan ning ingetreden. Een eerst ondanks groote woorden aarzelend tastende, later echter steviger toegrijpende hand had zich mees ter gemaakt van de regeeringsmacht en deze weggetrokken uit het strijdperk, waar zij inzet scheen voor een half politiek, half met geweld gevoerden strijd. Met de week werd de machteloosheid van de groepen, zelfs van de sterkste groepen tegenover het door de weermacht gedekte voldongen feit, duidelijker- Maandag nu is dat alles uitgeloopen op een voorloopige ontknooping, die in alle onderdeelen zoo kluchtig was als slechts een echte tragedie soms kan worden. De Rijksdag komt bijeen om de verkla ring van den rijkskanselier aan te hooren voor zii het vonnis velt over de nieuwe maatregelen der regeering. Men weet reeds vooruit, dat de Rijksdag geen gele genheid zal krijgen om dit vonnis, waar van de inhoud van te voren vaststaat, uit te spreken. Want artikel 48 van de grond-i wet, het befaamde dictatuur-artikel, zegt heel duidelijk: „De maatregelen" (d.w.z. de noodverordening) „moeten op verlangen van den Rijksdag buiten werking worden gesteld". Had d-us de Rijksdag intrekking geëischt, dan was de noodverordening van 4 September ongeldig geworden, onver schillig wat er dan verder met den Rijks dag ware gebeurd. Het gevolg van deze omstandigheid is geweest een zenuwachtige wedloop, die de fOgeering juist nog heeft gewonnen door aarzeling bü de andere partij. Het blad deelt dan nog eens het verloop van de zitting mee, die wij reeds in het kort in ons nummer van Dinsdag hebben vermeld. Het zegt o.m.: Men heeft ter verklaring wel reeds op gemerkt, dat de Duitsch-nationalisten, de eenige vrienden der regeering, zoo snel mogelijk een ontbinding, waarvan zij groot voordeel verwachten, wilden uitlokken. Maar van die ontbinding waren zij toch zeker; waarom die zóó duur gekocht? Het gebeurde is slechts uit verbijstering ver klaarbaar. En verderop zegt het blad: Het is in ieder geval van belang voor de oppositie dat de stemming is doorgegaan. Von Papen kan het parlementarisme nóg zoo verwerpen; maar zelfs dan is een aan hang van 32 stemmen op 550 aanwezigen te weinig. De oppositie staat sterk als zij zegt dat dit zelfs geen moreele basis meer kan worden genoemd. Vermelden we tenslotte nog, dat nu bin nen twee maanden een nieuwen Rijksdag zal moeten worden gekozen. Men vraagt zich af zegt de „Nw. Rott. Crt." wat die Rijksdag kan doen. Want hü zal aan deze regeering nooit een politieke basis verschaffen, tenzij nationaal-socialisten en centrum zich tot haar steun zouden ver eenigen. En dat lijkt op het oogenblik niet waarschijnlijk. De regeering durft het blijkbaar nog niet aan, door een staats greep het parlementaire stelsel formeel te wijzigen, maar probeert liever van de drie maanden respijt die zii heeft voordat zij den nieuwen Rijksdag bijeen moet laten komen, door daden zooveel moreel profijt te trekken, dat dan haar moreel prestige haar de positie verschaft, die de partijen haar nu weigeren te geven- Zou die nieu we Rijksdag echter nogmaals weerbarstig blijken, dan zou een zeer moeilijke situatie ontstaan: Want de grondwet verbiedt uit drukkelijk, dat de president den Rijksdag tweemaal achter elkaar om dezelfde reden ontbindt. Von Papen heeft Maandagavond in zijn rede voor de radio wederom herziening van de grondwet aangekondigd. Duitschland's geliikgerechtigheid inzake bewapening. De Duitsche rijksregeering heeft, tengevolge van de binnenlandsche gebeurtenissen zoo goed als geen tijd ge had haar standpunt mede te deelen over het Fransche antwoord op haar nota van geliikgerechtigheid, dat wü Dinsdag in het kort hebben opgenomen. Toch heeft de Duitsche regeering aan Wolff meegedeeld1, dat dit antwoord er niet toe strekte om de kwestie van Duitschland's gelijke rechten vooruit te brengen. De Fransche opmerkingen zijn welis waar in verzoenenden toon gebleven, en in een bijzin wordt ook Duitschland's recht op veiligheid erkend, maar de ma nier, waarop met deze aanspraak rekening zal worden gehouden, schijnt zich te be palen tot een juridisch karakter van ver zekeringen, d.w.z. in den vorm van verdra gen, enz., terwijl Frankrijk zijn aanspra ken op een daar bovenuit gaande veilig heid door een sterke wapening zal hand haven. Daar past ook bü, dat de aanspraak op geliikgerechtigheid van de hand wordt gewezen, terwijl men zich tegelijkertijd be reid verklaart, op de ontwapeningsconfe rentie aan een onderzoek van het vraag stuk mee te werken. In verband met de slotmotie, d'ie de ontwapeningsconferentie voor haar schorsing heeft aangenomen, blijkt dus, dat Frankrijk Duitschland prin cipieel anders behandeld wil hebben en buiten het algemeene vraagstuk der inter nationale ontwapening geplaatst wil zien. De oorlap tusschen Rolivië en Paraguay duurt voort. Hoe hevig de strijd is, die ge streden wordt, kunnen we niet vertellen, omdat de berichten uit Zuid-Amerika in dat opzicht wat Ohineeseh zijn. Reuter meldt nu uit Asuncion, dat de regeering van Paraguay is een antwoord aan de (Amerikaansohe) neutrale mogendheden haar leedwezen heeft betuigd over het con flict met Bolivië- Ook verklaarde Paraguay zich bereid, de vijandelijkheden te staken, indien het waarborgen ontving. In het antwoord van Paraguay aan den Volkenbond, deelde Paraguay mede, dat het aan de neutrale mogendheden de voor waarden had meegedeeld op welke het be reid was, de vijandelijkheden te staken. De Paraguaysche minister van oorlog deelde mede, dat de strijd om het fort Bo- Queron voortduurt. Uit La Paz (Bolivië): De Boliviaansche staf heeft bekend gemaakt, dat het Bolivi aansche veertiende regiment infanterie groote verliezen heeft toegebracht aan de Paraguaysche troepen in het fort Bo- queron. Erkenninp van Mantsjoerije door Japan. In een Maandag onder voorzitterschap van keizer Hirohito gehouden voltallige zitting van den Raad van State is de officieele erkenning van den nieuwen staat Mants joerije door Japan goedgekeurd. De keizer heeft den minister van bui- tenlandsche zaken machtiging gegeven om aan Moeto te seinen, dat hü zich naar Tsjangtsjoen moet begeven om daar het verdrag te onderteekenen, waarbij de on afhankelijkheid van den nieuwen staat Mantsjoerije wordt erkend. Nu Mantsjoerije door de Japansche re geering erkend wordt, zal de Chineesche regeering zich met nota's richten tot de regeeringen, die het negen-mogendheden- verdrag onderteekenden. Uit Peking wordt gemeld, dat de spoor wegdienst in Noord-Mantsjoerüe volko men gedesorganiseerd is, als gevolg van de actie der bandieten. Behalve de groote spoorwegramp even ten Zuiden van Har- lin, hebben nog twee aanvallen van roo- vers op treinen plaats gevonden. In beide gevallen werden de treinen tot ontsporing gebracht en zyn tal van reizigers omge komen of gekwetst. Anderen, o.w. Rus sen, werden meegevoerd. Het geheele ge bied ten Noorden van Nioe-Tsjwang wemelt van de roovers. Er komen vele ontvoeringen voor. Wegens de talrijkheid der aanvallen door roovers op de treinen van den Chi- neeschen Ooster-spoorweg, hebben de spoorweg-autoriteiten besloten, om met ingang var: heden 's nachts geen treinen meer te laten loopen. Overeenstemming tusschen partijen bereikt. Weekloonen met pl.m. 3 en 2.50 verlaagd. Reeds hebben wü gemeld, dat de werk gevers- en werknemersbonden met elkaar tot overeenstemming waren gekomen ten aanzien van een verlaging der geldende arbeidsvoorwaarden in het bouwbedrijf. Het verloop der besprekingen is, blij kens het Hdbl., als volgt geweest: De wijzigingen. In de Dinsdagmiddag op het departe ment van binnenlandsche zaken onder voorzitterschap van den secretaris-gene raal, mr. dr. K. J. Frederiks, gehouden be spreking tusschen de interdepartementale commissie én de vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersbonden in het bouwbedrijf, hebben de vertegenwoor digers der organisaties aan de commissie mededeeling gedaan van het compromis, dat tusschen hen is getroffen teneinde aan den wensch der regeering tot verlaging der geldende arbeidsovereenkomsten tege moet te komen. In het hoofdbedrijf zijn de overeenge komen wijzigingen als volgt: Wijziging der uurloonen der landelijke 1 collectieve arbeidsovereenkomst voor de derde klasse, w.o. ook Den Helder valt: Thans Wordt Geschoolden 62 56 J Geoefenden 52 47 Ongeschoolden 45 39 De arbeidsvoorwaarden, welke niet wor den beheerscht door het collectief contract, zullen dienovereeenkomstig worden ge- wijzigd. De zoogenaamde sociale bepalingen, waartoe behooren de vacantiebons, wor den eveneens verlaagd. Indien plaatselijk of gewestelijk daartoe naar het oordeel der patroons aanleiding bestaat, hebben de arbeidersbesturen zich bereid verklaard tot redelijk overleg over de vraag in hoever de nieuwe arbeidsvoor waarden te handhaven zijn. Worden par tijen het niet eens over de te nemen maat regelen, of de vast te stellen arbeidsvoor waarden, dan zullen deze door een pari taire commissie met een onpartijdigen voorzitter (eventueel de arbitrage-commis sie) worden vastgesteld. De nieuwe overeenkomst zal tot eind September 1933 duren. De nevenbedrtjven. Waarschijnlijk, aldus verder het Am- sterdamsche blad, zullen de schilders en steenhouwers dezelfde verlaging als het hoofdbedrijf aanvaarden. Over de stucadoors is nog niets bekend. De loodgieters, die zich tot dusver bui ten deze aangelegenheid hebben gehouden, zullen niet langer als crisiswerkloozen worden beschouwd gelijk de metaalbewer kers, met wie zü in dezelfde bonden zün vereenigd, totdat ook zii met de regeling van het hoofdbedrijf zün meegegaan. De rechtbank te Haarlem heeft de veel besproken beschikking van een kanton- reohter-plaatsvervanger aldaar, waarbij be slist werd, dat pachtovereenkomsten be treffende tuinbouwgronden niet vielen onder de Crisispachtwet 1932, en de ver zoeker onbevoegd was verklaard tot het indienen van een request strekkende tot vermindering van de bii overeenstemming bepaalde pacht, vernietigd en hem daartoe wel bevoegd geacht, en voorts de zaak teruggewezen naar den eersten rechter ter verdere afdoening. Het rechtsmiddel van hooger beroep en niet dat van cassatie moest ten deze wor den aangewend krachtens art. 333 van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering, omdat het hier betreft een geschil omtrent de al of niet bevoegdheid van den ver zoeker. De minister meent, dat geen andere steunmaatregelen noodig zijn dan die, welke genomen worden ingevolge de Zulderzee- steunwet. Op vragen van het Tweede Kamerlid Peereboom betreffende toekenning van een billijke schadevergoeding aan dë Zui- derzeevissohers, met name aan de Urker visschers, in verband met de afsluiting dea Zuiderzee en bespoediging van haar ve# dere drooglegging, heeft de minister van waterstaat geantwoord: Uit den aard der zaak gaat ten gevolge; van de afsluiting van de Zuiderzee heij visscherijbedrijf op de Zuiderzee en der* halve ook dat der Urker visschers achter* uit. I Aan hen, die tot deze visschersbevolking behooren, wordt, voor zoover zij belang* hebbende zijn in den zin der Zuiderzee* steunwet, ingevolge die wet tegemoet* koming verleend. Deze houdt geen ver* band met crisissteun. De maatregelen ter tegemoetkoming aaflf de visschersbevolking wegens de schade, welke haar mocht worden berokkend we* gens de afsluiting der Zuiderzee, zijn neer* gelegd in de Zuiderzeesteunwet, weikei thans in vollen omvang in uitvoering is. De ondergeteekende is niet van meening! dat naast die, welke genomen worden in gevolge de Zuiderzeesteunwet, andere maatregelen noodig zijn. Ingevolge artikel 13 der Zuiderzeesteun wet word'en aan belanghebbenden, aan wie ten gevolge van de afsluiting voldoende middelen tot levensonderhoud gaan ont breken, geldelijke tegemoetkomingen ver strekt volgens regelen, welke bjj Konink* lyk besluit zün vastgesteld. Bij de berekening van eht bedrag der geldelijke tegemoetkoming wordt inge volge die regelen rekening gehouden met de grootte en samenstelling van het gezin en met de totale gezinsinkomsten. De grootte van het bedrag der geldelijke tegemoetkoming is in het algemeen gelijk aan hetgeen noodig wordt geacht voor vol doende middelen tot levensonderhoud en de inkomsten van het gezin. In aanmerking nemende, dat de afslui ting van de Zuiderzee heeft plaats gehad in het algemeen belang en dat in de na- deelen dier afsluiting ingevolge de Zuider zeesteunwet zooveel mogelijk wordt tege moet gekomen, meent de ondergeteekende, dat de visschersbevolking niet onredelijk wordt behandeld. De ond'ergeteekende is uit den aard der zaak niet bevoegd andere uitkeeringen te doen dan in de Zuiderzeesteunwet zijn ge noemd. Overigens blijft zün streven er op' gericht, aan de Zuiderzeesteunwet een toe passing te geven, welke zoo goed mogely'k het gestelde doel benadert. De vraag omtrent verdere drooglegging van Zuiderzeegebieden zal bij de behande ling van de begrooting van het Zuiderzee- fonds voor den dienst 1931 aan de orde komen. ÉKÉ* B86*-A) BLUE BAND door E, PHILLIPS OPPENHEIM. 46) Zoo snel hij kon, zette hy den wagen in een van de vele ledige stands, stapte uit en keek eens om zich heen. Onmiddellijk viel hem het verlaten uiterlijk van de garage op: van de vele stands waren er maar een paar bezet. Van de gewone drukte was nu niets te hooren, vanuit de werkplaats drong geen enkel geluid tot hem door. Snel liep hü naar het kantoor, klopte aan en ging naar binnen. Op zqn gewone plaats aan de schrijftafel zat het keurige jongmensch met een cigaret in den mond en een krant voor zich uitger spreid. Aan een andere tafel waren twee onbekende heeren druk bezig om de boe ken van de Sun Motor Company aan een nauwkeurig onderzoek te onderwerpen. „Ik ben zooeven teruggekomen met de Wolseley, mijnheer," meldde Bliss. j De jonge directeur knikte even. „Ja, vanmorgen hebben we een chèque voor de rest van de huur ontvangen," zeide hy\ „De jonge dame schrijft ons, dat ze heel tevreden over je is," voegde hy er met een neerbuigend air aan toe. i ,.Tk heb zooveel mogelyk myn best ge- Maan, mynheer," antwoordde Bliss, „en («e^wagen heeft zich gelukkig goed ge houden. Ik heb gedacht, dat u me nu misschien vo.or vast zoudt willen aanne men in eik geval voor een maand of zes." De jonge man schudde het hoofd. „Dat tref je niet Bliss. Ik kan op het oogenblik niets beloven. De quaestie is," by die woorden keek hy veelbeteekenend naar de beide heeren, die aan den an deren kant van de kamer nog steeds druk bezig waren, „dat de baas gespecu leerd heeft. We zijn aan 't liquideeren." Dat was het ergste wat had kunnen gebeuren! Daar stond Bliss nu met twee pence in zyn zak en 'n gevoel, alsof hij de Thames wel zou kunnen leegdrinken. Denkt U, dat ik myn salaris van de laatste vier weken uitbetaald zal krijgen?" vroeg hy ongerust. „Ja, dat denk ik wel", zeide de direc teur terwyl hy opstond en naar een van de heeren aan den anderen kant van de kamer toeging. „Maar dat is dan ook het eenige, wat ik op het oogenblik voor je doen kan". „Zoudt u me misschien voor een paar weken een baantje kunnen geven, dan zou ik ondertusschen naar iets anders kun nen rondkijken", vroeg Bliss, nog een laatste poging wagend. „Onmogelyk", zeide de jonge man. „Je moet er rekening mee houden, dat je niet een van onze vaste chauffeurs wras. Maar laat je adres achter. Als de boel nog in orde mocht komen, kunnen we altyd ver der zien". Er schoot Bliss niets anders over, dan weg te gaan en zich voor de zooveelste maal by het leger van werkloozen te voe gen. Eerst bracht hy zijn luttele bagage naar Mrs. Heath toe, die heel bly was hem terug te zien, huurde zyn oude kamer opnieuw in, en haastte zich toen, zoo snel zyn beenen hem konden dragen, naar de woning van Frances. Van uit de verte zag hy haar al op den drempel staan; tajna jubelend riep hy haar naam, maar toen ze zich omkeerde om hem te begroe ten, schrok hy van haar veranderd uiter lijk. Ze droeg precies dezelfde kleeren als by hun laatste ontmoeting, zelfs de veel gestopte handschoenen ontbraken niet. Maar haar lippen waren byna bloedeloos. Haar oogen toonden veel grooter boven haar ingevallen wangen. Maar meteen werd zyn eerste indruk weggevaagd door den glimlach van welkom, welke haar ge heele gezicht veranderde. Verheugd stak ze hem haar beide handen toe. „Ernest", riep ze uit. „O, wat ben ik bly, dat je weer thuis bent". Hy greep haar handen en vergat ze weer los te laten. „Je hebt myn brieven toch wel ontvan gen?" vroeg hy. Zy knikte. „Ik vond het heerlük, als ik er weer een zag", zeide ze. „Ik zou je wel meer terug geschreven hebben, als 't maar niet zoo moeilyk voor me geweest was. Ik had niets prettigs te vertellen en jeremiaden wilde ik niet houden. Wanneer ben je terug gekomen?" „Nog geen half uur geleden", vertelde Bliss. „Ik ben op het oogenblik de ge lukkige bezitter van vier wéken salaris, minus een klein voorschot. Gedurende den geheelen rit is alles voor me betaald, je kunt wel begrijpen, dat ik een dikken spaarpot heb". „Eigenlyk vond ik het heelemaal niet goed, wat je gedaan hebt. Om zoo maar in je eentje een rondrit te gaan maken met een jonge dame", zeide Frances be straffend. Bliss begon te lachen. „Schandelyk, vindt je niet? Maar in myn gedachten was jy er altyd by, hoor! In Newmarket heb ik iets beleefd, wat ik je bepaald vertellen moet. De rest van den tyd is kalm genoeg voorbij gegaan, maar 't was een rusttyd by uitnemend heid. Vanmorgen heb ik de jonge dame in quaestie by haar tante in Salisbury achtergelaten en ben leeg naar Londen gekomen. De auto staat nu al weer op haar oude plaats in de garage. Ga je mee eten?" Eerst aarzelde ze nog even, maar toen stemde ze toe. Terwyl ze samen den kant van Drury Lane opliepen, keek hy haar van ter zy'de onderzoekend aan; hy kon het afschuwelyke vermoeden, dat ze flauw was van den honger, maar niet van zich afzetten. „En nu krijg je zeker een vaste betrek king by de „Sun"?" vroeg ze hem. „Dat is juist zoo vervloekt jammer", zuchtte hy. „Ik heb uitstekende getuig schriften, maar nu zyn ze juist aan het liquideeren". Ze lachte eenigszins bitter. „Dat is weer net iets voor ons", zeide ze toen. „Weet je wat my overkomen is? De vent by wien ik secretaresse geweest ben, je weet wel, Montague, wil me geen getuigschrift geven". „Wat een ellendeling', zeide Bliss tus schen zyn tanden door. „Ik heb natuurlijk wel andere", ging Frances voort, „maar de menschen zyn over het algemeen zoo wantrouwend. Ze willen allemaal weten, waarom ik nnjn laatste betrekking heb moeten verlaten. Ikik heb er meer dan genoeg van Er- nest. Ik had byna besloten, om maar weer naar Mr. Masters terug te gaan". „Ja, waarom zou je 't niet doen", zeide Bliss na een kort oogenblik van naden ken. ,,'t Is een heel goede kerel. Hü zou je misschien heel graag terug willen heb ben „Als ik weer naar Mr. Masters terugga, dan moet ik met hem trouwen", viel ze hem in de rede. „Én ik moet je zeggen, dat ik er hard over denk. Maar ik wou met myn besluit wachten totdat jij terug was". „Van trouwen met hem ls geen sprake", zei Bliss op een toon, die geen tegen spraak toeliet. „En laten we nu er mee ophouden. We gaan nu samen gezellig ergens eten en dan denken we voor de eerste paar uren aan niets anders dan dat we allebei jong zijn, dat het heele leven nog voor ons ligt en dat jü het meisje bent, van wie ik dolveel houd en met wie ik vast en stellig geloof nog eens heel gelukkig te worden. Je moet alleen wat meer vertrouwen in me hebben en niet zoo gauw terneergeslagen zün". „Je bent een schat", zuchtte ze, „maar feiten zyn nu eenmaal net als honger met redeneeren kryg je ze niet weg". „Ik ben ook niet van plan om die "tac tiek met myn honger te volgen", ver zekerde Bliss haar, terwyl ze samen het kleine restaurant binnengingen en hun gewone tafeltje vlak by het raam opzoch ten. „Zoo'n formidabele honger ga je met heel wat substantieeier middeltjes te lijf. En daarby komt, ik heb zoo'n idee, dat vrouwe Fortuna dichter in onze nabyheid is, dan we vermoeden". Met Frances als rem op eventueele bui tensporigheden naast zich, stelde Bliss het menu op en toen ze na een kwartier genoegelyk zaten te eten, bracht hy een getrouw verslag uit van alles, wat hy in die maand beleefd had. Langzamerhand begon het verhaal haar te interesseeren. Haar geheele manier van doen werd iets levendiger en tot zyn groöte genoegen zag Bliss, dat ze ook weer wat kleur be gon te krijgen. „Wat heerlyk, dat je weer terug bent", zeide ze, toen zyn verhaal uit was. „Ik begin nu langzamerhand dat ellendige eenzame gevoel, dat Londen tot zoo iets verschrikkelüks maakt, ook weer kwyt te raken. Ik geloof stellig en zeker dat ik vannacht goed slapen zal". „Dan stel ik voor, dat je zoo spoedig mogelyk de proef op de som neemt", ant woordde Bliss. „Dadelyk als we klaar zün met eten, zal ik je naar je kamer bren gen, maar van te voren moet je me één ding beloven". „In de stemming, waarin ik nu ben, ge loof ik, dat ik je wel alles zou willen be loven", zeide ze zachtjes. „Je moet me beloven, dat je niet zon der mün medeweten naar mr. Masters zal terug gaan". Ze knikte even, terwül ze hem heel ern stig aankeek. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 1