Rijk en geen geld.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS. TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
BLACK TOM LAAT VAN ZICH SPREKEN
TURENNE
No. 7184. EERSTE BLAD
ZATERDAG 15 OCTOBER 1932
60ste JAARGANG
Zal Duitschland de 80 imillioen Dollar schadevergoeding
moeten betalen
Vervalscht bewijsmateriaal!
Het visscherijbedrijf te IJmuiden
ANTHRACIET
FEUILLETON
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor
Koe'gras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65; binnen
land f 2.—, Nederl. Oost- en West-Indië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f 3.20. Losse nos. 4ct.;fr.p.p.6ct. Zondagsblad
resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70,f 1.—. Modeblad resp. f 1.20, fl.30, fl.30, f 1.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P. C. DE BOER.
Uitgave N.V. Drukkerij v/h C. DE BOER Jr.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN:
20 ct. per regel (galjard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction.
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t/m. 3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewijsno. 4 ct.
üng. Nu wij ons woord gegeven hebben, ten is gewisseld. Het doel is voortzetting
belmoren wij Engelschen het ook eerlijk, van den arbeid der ontwapeningsconfe-
trouw en ridderlijk te houden." rentie mogelijk te maken. De bijeenkomst
van Donderdag heeft gediend om elk der
partijen in staat te stellen de opvattin-
De onderhandelingen tusschen Herriot J gen van den ander te begrijpen. De be
en MacDonald. Laat ons tenslotte nofiU sprekingen hadden veel meer het karak-
eenige aandacht mogen wijden aan de j ter van een gedachtenwisseling dan van
onderhandelingen tusschen den Fran- onderhandelingen.
schen en Engelsehen premier te houden, De andere regeeringen zullen over de
een van die onder- of tusschenconferen- besprekingen worden ingelicht en men is
ties, waarover de „Nw. Rott. Crt." hier-; van meening, dat een conferentie van 4
boven sprak. Wij verwachten intusscheP mogendheden op deze bijeenkomst zal
van deze besprekingen niet veel en worL volgen. Er is Donderdag niets voorgeval-
den daarin versterkt door wat er over dé* len, wat voor de Britsche regeering aan-
conferentie uitlekte. Toen Herriot Don* leiding zou kunnen zijn om haar uitnoo-
derdagavond Downingstreet verliet; ant- daging tot de conferentie opnieuw te
woordde hij op de vraag hoever mep 'overwegen óf te annuleeren. Maar ook is
vooruitgekomen was: „niet veel". Dat er niets gebeurd, dat tot besluiten zou
zegt wel veel en wettigt de veronderstel-;, kunnen leiden, die aan de andere partijen
ling, dat ook deze samenspreking op nietff zouden worden opgelegd; Groot-Brittan-
uit zal loopen en men er nog dieper doop nië blijft volkomen bereid ook met de
in de ellende komt. andere mogendheden te spreken, opdat
De „Nw. Rott. Crt." schrijft: wanneer de conferentie van vier bijeen-
In gezaghebbende Britsche kringen komt, elk der partijen vrij zal zijn te
verklaart men, dat het doel van de bespre- spreken. Men legt er den nadruk op, dat
kingen is, de oorzaken van de impasse geen enkele deur gesloten is. Men hoopt
uit den weg te ruimen, waarin de onder- den weg tot werkelijke ontwapening te
handelingen over de ontwapening te Ge- banen door Duitschland, Frankrijk, Ita-
nève zijn geraakt. Engeland en de kleine naties in een
Men kan niet verwachten dat dit be- positie te brengen, die hun in staat stelt,
reikt zal worden, alvorens tusschen de hun bezwaren in een geest van goeden
vertegenwoordigers van de belangneb? wil en wedërziidsoh vertrouwen uiteen te
bende mogendheden openlijk van gedach- zetten.
door
een bijz. correspondent te Washington,
vrachtbooten verladen of opgeslagen. De
vrachtbooten voeren dan in volle zee en
daar had het overladen plaats op de
groote vrachtschepen, een gevaarlijk
werk. Daarna voeren de vrachtschepen
met hun explosieve last langs de havens
der geallieerden om hun waar op het
oorlogsterrein te brengen.
In den nacht van 29 op 30 Juli 1910
brak plotseling op het station Black Tom
brand uit. Niemand kon zeggen, hoe
deze brand was ontstaan, want enkele
oögenblikken later werd het, geheele
schiereilad een vlammenzee! De veel te
zwakke brandweer had geen water ge
noeg om de munitiedepots voor de vlam
men te beschermen. Zoo ontstond één der
grootste explosies, die er sedert de uit
vinding van de springstoffen bekend
zijn.Hier in Europa hoorde men heel
weinig erover, want de couranten waren
door de berichten van het slagveld te
zeer belast om zich nog met andere ge
beurtenissen bezig te kunnen houden.
Door een panisohen schrik aangegrepen,
namen de brandweerlieden, alsmede de
enkele inwoners van Black Tom, de
vlucht en slechts hieraan is het te dan
ken, dat er slechts drie personen den
dood vonden, toen de ontploffing plaats
had. Black Tom werd in een puinhoop
veranderd. In het aangrenzende New
Yorksche bank- en scheepvaartkwartier
bleef tengevolge van deze explosie geen
ruit meer heel!.
Wie is de dader?
Onmiddellijk kwam de vraag op: wie
liet Black Tom in de lucht vliegen? Aan
een ongeluk dacht in de hitte van het
politieke trommelvuur geen mensch!
Voor de Lehigh Valley was het een
vaststaand feit, dat men hier met een
sabotagegeval te doen had.
Het aantal arrestaties nam steeds groo-
tere vormen aan. Eerst werd een
Tsjech, een zekere Michael Cristoff,
De regeering wil den toestand
nog even aanzien.
De burgemeester van Velseri, mr. F. L.
J. E. Randbonnet, heeft thans van den
chef der afdeeling visscherijen van het
departement van oeconomische zaken en
arbeid bericht ontvangen, naar aanleiding
van de door hem d.d. 27 Augustus inge
diende voorstellen, tot steun aan de vis-i
scherij. In dit antwoord wordt meegedeeld,
dat de minister gemeend heeft met het
nemen van een beslissing op de door den
burgemeester gedane voorstelling tot het
verleenen van rechtstreekschen steun aan
het stoomtreilerbedrijf te IJmuiden nog
even te moeten wachten, tot dat beoor
deeld zal kunnen worden, of de opleving,
welke de stoomtreilvisscherjj den aller-
laatsten tijd vertoont, van eenigszins blij-
venden aard zal zijn.
Hiertoe werd vooral aanleiding gevon
den in het volgende: In het advies van
den burgemeester, zoo wordt in den brief
gezegd, wordt ten aanzien van het ver
leenen van directen steun aan het bedrijf
er terecht op gewezen, dat er verband zal
moeten bestaan tusschen het aantal varen
de schepen en de afzetmogelijkheden en
Black Tom laat van zich spreken
Men beweert namelijk, dat Witzke, die
in het middelpunt van belangstelling
staat, aan den getuige Altendorf, een
avonturier van het slechtste soort, een
geprepareerd nummer van het „Popul ai-
Magazine" gezondeft heeft. Deze Alten-
H per H.L.
Fa. H. B00IJ Zoon, Molenstraat 134. Tel. 235
Weststraat 103. Tel. 479
J. SLOT, Van Galenstraat 9. Tel. 428
Wed. v. VLIET-WICKEL, Hoogstraat 20. Tel. 379
Wed. H. HORSMAN, Zuidstraat 44.
W. BLANKMAN, Javastraat 78. Telefoon 31.
door
E. PHILLIPS OPPENHEIM.
59)
Doodmoe liep Bliss naar huis terug. In
de straten hing een dichte natte mist, die
hem langzamerhand door en door nat
maakte, die hem door zijn voortdurende
klamme vochtigheid tot in merg en been
verkilde. Hij liep heel langzaam, te moe om
door snel loopen wat meer beweging in
zijn bloed te brengen, te moe om ook maar
©enige notitie van de voorbijgangers te
nemen. Maar plotseling, toen hii bijna aan
den overkant van een groot somber plein
gekomen was, zag hij op een paar meter
afstand een meisje onver*wacht uit den
mist opduiken. Onbewegelijk stond ze op
het trottoir, terwijl ze met een blik, die een
onbeschriifelijken angst uitdrukte, omkeek
naar het huis, dat ze blijkbaar zoo juist
verlaten, had. Geïnteresseerd keek Bliss
haar aan. Ze had een uitdrukking in de
oogen van iemand, die juist aan een ern
stig gevaar ontsnapt is, maar die zich nog
niet in veiligheid voelt. Toen keerde ze zich
plotseling om en kwam snel op Bliss toe,
terwijl haar geheele gezicht van hoop op-
lefde. Toen ze nog op een paar meter af
stand was, begon ze al te spreken.
„U moet me niet kwalijk nemen, dat ik
m zoo maar aanspreek," zeide ze gejaagd.
nMaar zoudt u me misschien willen hel
pen. Ik ben zoo juist uit dat huis ont
snapt. Vraag me alsjeblieft maar niets.
Maar geef me in vredesnaam geld voor
een taxi om gauw weg te komen."
Meteen riep ze een taxi aan, die juist
voorbijging en terwijl de chauffeur stil
hield, keek ze Bliss nog eens smeekend
aan, terwijl ze onbewegelijk, met de rech
terhand uitgestrekt en haar gezicht nog
doodsbleek van angst, voor hem bleef
staan. InStinktmatig ging de hand van
Bliss naar zijn vestzakje, waar hij de
halve crown opgeborgen had.
„U weet niet hoe u me zoudt helpen,"
ging ze geagiteerd door. „En zeg me dan
uw naam... en uw adres, dan kan ik het
u terug sturen. Ik heb werkelijk niet meer
noodig dan een halve crown. Maar alsje
blieft gauw, gauw, elk oogenblik kan er
iemand komen."
Werktuigelijk haalde Bliss het geldstuk
uit zijn zak. Gretig hield ze haar hand op
en nauwelijks voelde ze de aanraking van
't kille metaal of ze keerde zich om en
sprong in de taxi, welke dadelijk weg
reed en bijna onmiddellijk door den dik
ken mist aan 't oog onttrokken werd. Ge
durende een paar seconden bleef Bliss
onbewegelijk op dezelfde plaats staan,
toen keerde hij zich om en bekeek aan
dachtig het huis aan zijn rechterhand.
Terwijl hij daar nog stond werd plotseling
de voordeur geopend. Een man in een
lichtgrijs sportpak, met een bosje viool
tjes in zijn knoopsgat, kwam neuriënd de
deur uit. Vlak voor de deur bleef hij
staan en keek, voor zoover dc dikke mist
dit toeliet, aandachtig links en rechts de
straat op. Toen hij Bliss zag, kwam hij
naar hem toe.
„Neemt u mij niet kwalijk," zeide hij be
leefd, „maar heeft u zooeven ook een jong
meisje hier uit de deur zien komen?"
„Ja," antwoordde Bliss.
„Kunt u me dan misschien ook zeggen
welken kant ze is uitgegaan?"
„Ik ben niet van plan u inlichtingen te
geven," zeide Bliss kortaf.
Verbaasd keek de man hem aan. De ge
heele uitdrukking van zijn kezicht, die te
kennen had gegeven, dat hij inwendig
over iets pret had, was plotseling ver
dwenen.
„Verduiveld," riep hij uit, „u heeft haar
toch geen halve crown gegeven?
Nu was de beurt aan Bliss om verbaasd
te zijn. Hoe kwam de man aan het juiste
bedrag?
„Als u het zoo graag wilt weten," zeide
hij langzaam, „ja, ik heb de jonge dame
een halve crown gegeven, om zoo gauw
mogelijk uit de buurt van dat huis te ko
men, hetzelfd^huis, dat u ook niet onbe
kend schijnt te zijn. En als ik denk aan
wat ze me verteld heeft, dan heb ik groo-
teh lust, om op deze quaestie wat dieper
in te gaan."
De man in het sportpak nam zijn ciga-
ret uit zijn mond, zocht steun bij de lage
omrastering en lachte tot de tranen hem
in de oogen kwamen. Al dien tijd stond
Bliss hem met open mond aan te kijken.
„Ik heb het waarachtig verloren," zeide
hij eindelijk berustend. „Je rolt zeker in
je crowns, jongmensch, dat je er zoo gul
'mee omspringt,"
„Ik rol er alles behalve in," antwoordde
Bliss.
„Ze heeft u zeker verteld, dat ze in dat
huis gevangen was gehouden, en dat ze
nu alle moeite deed om te ontsnappen."
„Het waren niet bepaald haar woorden,
maar 't heb wel dien indruk gekregen,"
antwoordde Bliss met een sensatie, alsof
zijn hart ophield te kloppen.
Nu lachte de man niet meer. Met een
nijdige uitdrukking in zijn oogen keek hij
Bliss aan.
„Wel, dat grapje kost me vijf pond en
daarbij verkeer ik nou door uw schuld in
een beroerde positie," verklaarde hij. „Dat
meisje is een actrice en in dat huis, waar
ze zoogenaamd gevangen werd gehouden,
woont ze al bijna een half jaar. De paar
laatste maanden heeft ze me mijn hoofd
gek gezeurd om een engagement, Om van
haar af te komen heb ik haar gisteravond
gezegd, dat ze niet acteeren kon. En om
't tegendeel te bewijzen heeft ze toen met
me gewed, dat het haar lukken zou, om
hier het huis uit te loopen, van den eer
sten den besten voorbijganger een halve
crown te leenen en er mee» weg te gaan.
En ik ben zoo dom geweest om die wed
denschap aan te nemen. Verduiveld, nu
heb ik niet alleen die weddenschap ver
loren, maar nu mag ik waarachtig nog
voor een engagement zorgen ook. Ik wou,
dat u ik weet niet waar gezeten had,
mijnheer!"
„Als dat waar is," antwoordde Bliss,
„dan kent u de jonge dame. Misschien wilt
u dan wel zoo goed zijn om me mijn halve
crown terug te geven. Ik heb er den
heelen nacht hard voor moeten werken."
„U kunt voor mijn part naar den drom
mel loopen," was het driftige antwoord.
Het is waarachtig al genoeg, dat ik door
uw tusschenkomst vijf pond moet beta
len. Als u niet beter op uw geld kunt pas
sen, dan bent u 't niet waard. Elk fatsoen
lijk mensch met een kleine dosis gezond
verstand had toch wel kunnen zien, dat
het een flauwe grap was."
„Een flauwe grap," herhaalde Bliss
langzaam, met een stem, die ondanks al
zijn moeite niet vast wilde klinken.
Maar de mijnheer met het sportpak was
al weggewandeld. Onbewegelijk bleef Bliss
hem nakijken, totdat hij, opgewekt met
zijn wandelstok zwaaiend, door den mist
werd opgenomen. Toen zette hij zijn
kraag op en stapte manmoedig door den
dikken mist, die langzamerhand in een
gestadigen motregen veranderde, op huis
toe.
HOOFDSTUK XXIX.
Na een slechten nacht, waarin zijn slaap
steeds onderbroken en heel onrustig ge
weest was, werd Bliss den volgenden mor
gen doodmoe en bibberend van kou wak
ker. Als gewoonlijk had zijn toilet-maken
met de gewone technische moeilijkheden
te kampen, daarna zette hij zich voor
het raam om de komst van mrs. Heath af
te wachten. Gedurende de laatste veer
tien dagen had hij slechts met horten en
stooten iets verdiend en nu strekte zich
nog de onoverkomelijke reeks van een
vijftig lange dagen voor hem uit, voordat
de negentiende December, de verjaar
dag van zijn bezoek bij Sir James Alroyd.
aangebroken zou zijn. Hü voelde zich suf
en gedrukt, zijn voeten deden nog pijn
van het vele loopen. Het leek wei of de
gedachte aan zijn ontbijt: dikke boter
hammen met wat boter en slappe thee,
hem dezen morgen meer dan anders
tegenstond. Terwijl hij daar zoo zat op
den wankelen stoel, in den hoek van zijn
armoedig achterkamertje, raakte hij zoo
verdiept in zijn herinneringen aan zijn
vroegere milieu, dat zijn geheele tegen
woordige omgeving voor hem wegviel. Hij!
zag zijn kamers in Arleton-Court voor
zich, hij droomde weg in de herinnering
aan de warme, luxueuse omgeving, de
dikke tapijten, de voortduenred zorg van
een goed getrainden bediende. Zoo sterk:
werkte zijn fantasie, dat hij den geur van
de versch gezette koffie rook, dat hü de
brosse warme broodjes, de romig-gele
boter en den pot oranje-kleurige marme
lade voor zich zag. Nog een en vijftig da
gen! En niet alleen voor hemzelf leek
de tijd onoverkomelijk, maar hü kwelde
zich nu ook ter wille van Frances. Hij
had nog niet naar haar toe durven gaan
en het schrijven van de korte, opmonte
rende briefjes viel hem met den dag zwaar
der. En ineens wist hij dat hij zich gees
telijk schrap zetten moest. Hij was zich
bewust van zijn bijna onoverkomelijk ver
langen om de deur uit te snellen, de eer
ste de beste taxi aan te roepen, zoo vlug
mogelük naar Frances toe te gaan en
haar mee te nemen en haar te doen dee-
len in een leven, dat hij ter wille van een
gril verlaten had, om zichzelf overwon
nen te verklaren, zoowel ter wille van
haar als ter wille van hem.Plotseling
hoorde hij zün naam noemen en onwille
keurig luisterde hii. Blijkbaar had zün
buurvrouw, de vrouw van een meester
knecht in de een of andere drukkerij, het
tegen zün hospita.
(Wordt vervolgd.)