r U m m m m a m HET VEELVERBREIDE BEROEP.... m m m iü t B SI' SI, n B Nf B 11 a. 11 'BH m B Ut Bridge-rubriek. xxxiv. DAMMEN. m JU 1! s a? De vorige maal hebben wij het over „flagflying"-gehad, en zullen thans eens behandelen, hoe sommige spelers door het in de hand hebben van vier of vijf honneurs zich laten verleiden tot een te hoog bod. Het geval in kwestie maakten wij zelf mee. De kaartverdeeling was: Sch: Ha: Ru: K: 9 8 10 5 865 642 5 N Sch: 10-7-4-2 Sch: A-H Ha: 9-7-5-3 v w O Ha: A"V"B Ru: V-8-7 Ru: A-H-B-9 KI: 8-6 KI: A-9-3-2 Z Sch: Ha: Ru: KI: V H 6 H B 10 4 V 3 B 10 7 4 NZ stonden 20 in de tweede man che, OW schoon. O had gegeven en daar hij een zeer sterk spel had, in de eerste plaats vier azen in de hand, dat alleen zyn al 4 quick tricks, plus 2 voor de Heeren, plus V3 voor de an dere honneurs, had hij dus 61/., quick tricks in de hand en de manche is hem in Sans vrijwel zeker, terwijl hij steun van zijn partner er zelfs kans op een slem in zit. Hy opende dus terecht met Drie Sans. Het ongeluk voor Z was daarop, dat deze ook vier honneurs in de hand had en meende dat hij daarop een bod van vier Kla veren moest doen, waardoor de rob ber misschien gemaakt kon worden. Dat was op die hand een onverant woordelijk bod, want hij heeft met hangen en wurgen l'/j quick trick in zijn hand en als men de slagen telt, in Klaveren kans op 5 slagen en in Har ten misschien de Heer als die goed zit (wat ook het geval was) dus in een gunstig geval hoogstens zes slagen en daar moet men geen vier op bieden, wat Z dan ook aan den lijve zou mer ken! Er werd n.1. door W en N gepast en O rekende vlug even na, dat een dubbel hem wel 1500 punten in het laatje kon brengen, wat niet te ver smaden was als NZ na dit verloren spel zij waren anders nogal in veine de robber haalden. O dubbelde dus die Vier Klaveren en het verloop van het spel was dat W met Ruiten Vrouw uitkwam, daarmee den slag maakte, weer met Ruiten uitkwam, waardoor O aan slag kwam en er 2 slagen in maakte. Hij maakte daarna Schoppen Aas en Heer en speelde daarop zijn Ruiten Boer, welke door Z werd genomen met de troef 10 (Kla- vren). Dat was dus zijn eerste slag en hy ging door met van den hoogen boom af troef te spelen en maakte alzoo Heer en Vrouw (die O liet loo- pen). Toen hy echter de Boer speelde,, nam O die met Aas en speelde daarop nog de 9 die ook voor O was. Hij speelde vervolgens nog de Harten Aas en maakte die, waarna hy de Vrouw naspeelde, welke Z met de Heer maakte en deze had toen nog de troef 7 over, welke ook werd gemaakt, dus Z had in totaal slechts 5 slagen gemaakt instede van 10 en was dus 5 down, hetgeen hem en zijn partner, aange zien zij gedubbeld waren, op 1500 pun ten kwam te staan, maar zij kregen hun 100 voor vier honneurs op de hand!! Voor hen, die geregeld bridge spe len, vestigen wy nog even de aandacht op een handigen almanak, die in zak formaat bij Faber Faber te Londen is uitgekomen: The Faber Bridge Diary (prys 2lA shilling). Men kan daarin aanteekenen welke bridge- afspraken men heeft voor 1933, voorts dag voor dag winst of verlies optee- kenen en dus dagelijks zien of men „up" of „down" is. Er zijn eenige blad zijden opengelaten voor het opschrij ven van interessante kaartverdeelin- gen, die men heeft meegemaakt, men kan onder het spel even spieken in de bridge-wenken die Culbertson geeft en zich zoo behoeden voor een débficle als hierboven uiteengezet, voorts staat de Engelsche telling in dit boekje en ten slotte kan men nog een register bijhouden van de gelukkige momen tent, waarby men klein slem of groot slem heeft geboden en gemaakt en zulke aanteekeningen wenschen wy aan de lezers van harte toe, vele slems en weinig „downs"! Een Arabisch vertelsel. Naverteld door GUUS HOLMERHOVEN. Er was eens een Arabische koning, AH II geheeten. Deze koning was een buitengewoon wijs man, maar steeds streefde hij er naar, nieuwe kennis te verzamelen Op zekeren avond, ter gelegenheid van een gemeenschappelijk avondmaal, stelde hij zijn hovelingen de vraag: -Welk beroep, denken jullie, dat er in ae hoofdstad het meest verbreid is. Welk handwerk heeft de meeste verte genwoordigers?" „Machtig Heer", zei de eerste, „ik ge loof, dat de bakkers toch wel in de meerderheid zijn, want niets is zoo drin gend noodig, dan ons dageliisch brood". „Vergeef mij, dat ik onderbreek", zei de tweede, „maar wy hadden geen bak kers noodig, als er geen molenaars wa ren om het meel te maken". „Schoenmakers kleermakers smeden timmerlieden schoorsteen vegers kooplieden" Alles riep door elkaar. „Als U mii het woord wilt geven, o Koning", zei de hofnar, „dan zal ik de waarheid zeggen: het meest verbreide beroep is dat van dokter!" „Wat een onzin", riepen de anderen, „in onze stad zijn er vier, hoogstens vijf doktoren. Hy is maar een nar!" De man liet zich echter niet van de wijs brengen. Hij nam een wedden schap met de hovelingen aan, dat hij binnen twee dagen den koning het be wijs van zijn woorden zou brengen. Den tweeden dag, a dit aVc">di.:aal, die teodon van de gaiatoap, welke naar het paleis leidde. Hy schom melde zijn hoofd heen en weer en droeg een dikken doek om zijn wangen, die zijn gelaat haa9t onkenbaar maakte. Steunend en kreunend zat hij daar in eengedoken. De eerste hoveling, die het paleis be trad, bleef bii hem staan en vroeg: „Wat is er met jou aan de hand? Ben je ziek? „Kiespijn! Hoofdpijn!" kreunde de nar smartelijk. „Neem toch wat gloeiende melk", zei de hoveling, „ieder uur wat heete melk met suiker en een kruidnagel." „Dank je," zei de nar. De tweede hoveling kwam langs en raadde hem aan: „Het beste is een goe de magnetiseur, die de hand er op legt, collega! Ga naar X., die staat bekend voor zijn magnetische kracht!" „Dank je", zei de nar Komkoni rnersch ij fjes op het hoofd en ijs onder de oksels! raadde de volgende, s' Nachts op een kruisweg driemaal diep buigen en Kermasilanti zeggen. Azijnwater twee uur in den mond hou den. De zieke kies laten magnetisee- ren. In de eerste plaats de voeten hoog leggen en zoo ging het verder. Vijfhonderd hovelingen vijfhon derd verschillende raadgevingen! Toen de nar zijn doek had weggeno men en deze geschiedenis verteld'e, lachte koning Ali II zoo geweldig, dat zijn dikke buik er van schudde en hij bijna zélf hoofdpijn had gekregen. En daar geen der hovelingen erg ge neigd scheen om den nar zijn wedden schap uit te betelen, liet de koning een zilveren beker vol goudstukken uit zijn schatkamer halen en schonk deze den nar. De driezet van Weenink zal ik de volgende maal behandelen. Hetvn probleem is een aardig voorbeeld van drievoudige interferentie op veld. C. H. Drese. 4e prijs Grantham Journaal 1931. z«ll4 m m*- lÉi Sultan Khan. 1. d4 2. Pf3 3. g3 4. Lg2 5. c3 6. cd4 O'D Alexander. Pf6 dö c5 Pc6 ed4 e6 De stelling doet nu wel wat aan dame gambiet denken. Zwart kon Lf5 spelen. Wit begint en geeft mat in twee zetten. WitKal, Df8, Te3 en el, Ld3 en d8, Pd4 en f7, pi e6. ZwartKf4, Ta7 en b5, Lb4 en h7, Pb7, pi a5, c3, g6, g5 en g4. De volgende partij is uit het heden zomer gehouden tournooi te Londen 20. Tb3 Pd7 Zwart offert den pion b7. 21. Tb7Tf7 22. Lal Tc4 23. e4 Pc5 Deze zet dreigde al twee zetten In 24. Te7Pd3: 25. Te6Lc5 26. Te8f Tf8 27. Tf8:f Kf8: 28. edö: Pf2: Wit heeft nog een pion gen* doch moeilijkheden dreigen op fi 29. d6 Tc2 Hier moest Ke8 gebeuren. 30. Le4 Ta2' 31. Lc3 Tak Er dreigt Lel of Lc6f. 32. Lc6 Tc4 33. Lel lel 34. d7i>; 35. d8Df Ui\ 36. La5f M 37. TelPdft 38. Tc5: Pc5: 39. Ldö opgegeven. 7. 0-0 Ldö 8. Pc3 0-0 9. b8 a6 10. Pa4 Ld7 11. Lb2 Pe4 12. Pe5 Pe5 Wit krygt op de a lijn een dubbel- pion, maar de open b lijn. 13. de5La4 14. ba4Lc5 15. Tbl Tc8 Wit pareert meteen Db6. 16. Dd3 f5 Daar Pg5 niet kan, wegens h6, moet dit wel. 17. ef6: Pf6: 18. e3 De7 19. Lc3 Ld6 I Dr. P. FEENSTRA KUIPER Probleem van Paul Soouppe te Parijs. //j^, mm m ^7// Ww//. wÊ Wit speelt en wint. Zw.: 2, 7, 9, 10, 12/14, 16D, 17, 18, 20, 24, 25, 30. Wit: 21, 23, 26/29, 33, 36/37, 40/44, 47, 50. Probleem van Paul Scouppe te Parijs. B" wfA *?i Sü S HP vyZM vM Wil ms „m Wk m m m n Zw.8/11, 18, 15/17, 19, 23/6, 29. Wit22, 28, 30/3, 35, 37, 38, 40, 44, 43, 44, 46. i l. t „W-ü, snoeit ou Oplossingen van vorige week: Zw. 4, 7, 8, 12/14, Wit23, 28/30, 33, 42-37 38—32 33X42 40X18 37-31 41-37 37-32 42X13 17, 19,22,25,21 38, 40/42, 45,0 25X31 27X38 22X24 19X28 36X27 12X23 ad. lib. Zw.: 3, 5, 8/12, 14, 16, 1«, 20, 2730. huo Wit23, 26, 28, 29, 33, 36/8, W 27X38 38X4? 16X27 49X32 30X3? 27 X3® 36X38 24X22 18*29 47, 48, 50. 38—32 48—43 26-21 42-38 40-34 36-31 47-42 33X42 37X6 44X2 Alles betreffende deze adresseeren aan: aOR^ Qfcerstrf „Ik heb hier een pa»r r nog al lang loopen- Directeur (van kwyn .g j^jst spijt me, maar de kas daag weg". w»,, ik e* „Hindert niet. dan jttb teeer wc4-***0

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 20