EEN ONBEKENDE GAST.
xxxxxx
x
x
xxxx x xxxx
NIEUWE AVONTUREN VAN PIEPNEUS EN BIBBERSNOET
Jongens ais juüio
en wat zij wisten te bereiken
Receptjes voor de poppenvisite.
RAADSELS.
53
54.
.52
•56
55 ^S»
^4* 45 *t>
a» 43
at»
47 SO
"S
48
60.
p--
De witte vogel op dit plaatje een
pelikaan is het heeft een gast uit-
genoodigd. En wat voor een gast: een
uiterst zeldzame! Het is een gast, die
niet bijzonder vroolijk genoemd kan
worden, want hij weent den geheelen
tijd dikke tranen, zoogenaamde „tra
nen". Als jullie het nu nog niet weet,
verbindt dan maar even zoo zorgvuldig
mogelijk de cijfer 162 door rechte
lijntjes en in de juiste volgorde. Dan
zie je het direct. Overigens is het een
alleraardigst plaatje, dat je nog aardig
kunt kleuren, om het dan op te hangen
aan den muur.
(Nadruk verboden).
In de buurt van Greenfield, U.S.A.,
is een opgeschoten, armoedige jongen
aan het werk, als arbeider.... Zijn
prestaties zijn buitengewoon goed.
Maar zijn gedachten schijnen steeds
bij andere dingen te verwijlen. Men
weet ook, dat hij 's avonds nog langen
tijd in zijn woning zit te werken. Dikke
boeken bezit hij en tal van kleine mo
dellen van auto's staan in de hoeken
van zijn kamertje.
f"~ Bij het werk viel zijn kameraden
echter nog een ander zeer merkwaar
dig feit op.... De jonge man vond
steeds de een of andere methode uit
om arbeidskrachten te sparen, zoodat
het hem mogelijk werd sneller en ra-
tioneeler te werken als alle anderen.
Hij deed meer en had tóch meer vrijen
tijd! Zijn vrienden gaf hij af en toe
ook wel eens een tip, hoe zij het aan
leggen moesten om op dezelfde wijze
te werken, maar er waren er niet ve
len, die het begrepen en toepasten.
En op zekeren dag was hij zoover
gekomen, dat hij zich zelfstandig kon
maken, dat hij voor eigen rekening
kon beginnen.En zoo kwam het, dat
hij jaren later een van de grootste
firma's zpn eigendom kon noemen,
een, onderneming, die was opgebouwd
op de kennis en ervaring, die hij zelf
als arbeider had opgedaan. Zijn
naam?.... Henry Ford!
De loopjongen.
In Amerika groeide een knaap op,
die reeds op zijn tiende jaar volkomen
alleen op de wereld stond. Zijn vader
en moeder, vader was hoefsmid, waren
gestorven en familieleden, die tot de
Quakers behoorden, namen hem op.
Toen hij zijn ouderlijk huis verliet,
kende hij niets anders dan de kwelling
van den honger en verschillende ma-
chine's. De smid had behalve zijn
smidsarbeid nog een agentuur gehad
voor moderne machine's, die in dien
tijd eerst eenigszins bekend begonnen
te worden. De jongen had nooit meet
plezier, dan wanneer hij bij de mon
tage of demontage van zoo'n machine
mocht toekijken of helpen. Dat was
zijn lust en zijn leven en meer dan
eens moest men hem met geweld van
de aanwezige machine's afhouden.
Toen hij nu bij zijn familieleden in
woonde. wilde hü zich nuttig maken
en als dank bouwde hij volkomen zelf
standig een geheele naaimachine. Een
goede vriend gaf hem den raad in
genieur te worden, maar hij had daar
voor geen geld. Toch verloor hij dit
denkbeeld niet uit het oog en om iets
te verdienen, werd hij loopjongen op
een groot kantoor. Hij leed veel hon
ger, studeerde echter soms heele nach
ten door. En hij wist zijn voornemen te
verwerkelijken!
De kennis der machine's en zijn
flinkheid bezorgden hem later een
plaats als eerste ingenieur en hij
bracht het zelfs tot president van zijn
land. Hij is een vriend van den vrede
en tracht andere landen steeds te hel-
nen, wanneer zijn land kan bijspringen.
Nog steeds bekleedt hij deze functie
Zijn naam. is. Herbert Hoover.
president der Vereenigde Staten van
Noord-Amerika!
Een droom onder de brug
van Lausanne.
Onder een brug te Lausanne lag
een jongen en kon maar niet inslapen.
Steeds maar zag hij het treurige ge
zicht van. zün moeder voor zich
Zijn heelé leven had zij voor hem ge
zorgd; de vader, een Italiaansche smid
en boer, was nogal ruw en bruusk en
voedde zijn kinderen streng en zonder
eenige liefde op. De zoon werd zeer
kort gehouden en had zich volkomen
te schikken naar de wenschen van zijn
vader. In het dorp wist men, dat de
smid opbruisend, maar in den grond
toch goedhartig was... Maar hij kon
buiten zichzelf geraken van woede als
hem onrecht werd aangedaan, of hij
dit bij anderen moest aanzien', hij was
een revolutionair in hart en nieren!
De zoon verdroeg dit alles, deels
omdat zijn karakter in vele opzichten
met dat van 'in vader overeenkwam,
deels ook, it hij zooveel van zijn
moeder hield. Maar toen hij eindelijk
had weten te bereiken, dat men hem
een betrekking als onderwijzer aan
bood, vertrok hij van huis. Toen zijn
arbeid echter met 56 Lire werd be
taald, volgens hem volkomen onvol
doende, liep hij vastbesloten weg en
zwierf half Zwitserland door, als loop
knecht, als metselaar en zwerver; on
der de bruggen sliep hij. Maar in de
avonduren trok hij zijn goede jas aan
en bezocht de universiteit, hetgeen
hem in Italië onmogelijk was gemaakt.
Hij voelde zich niet volkomen gc-luk-
kig in het buitenland, maar zijn vrij-
had had hij
En jaren later zien wij hem terug
als de geliefdq en bewonderde, ge
vreesde en gebate leider van zijn
volk. Heht is Benito... Mussolini!
Uit peppenmcedertjes kookboek.
Choco! adefoalletjes:
Daarvoor hebben we noodig: 100
gram poedersuiker, 125 gram zoete
amandelen, 135 gram blokchocolade.
Chocolade en amandelen worden fijn
gemalen en gestampt geen vinger
tjes gebruiken, hoor! waarna wij het
geheel vermengen met een flinke thee
lepel fijngemalen, zwarte koffie. Goed
vermengen, anders krijgen we bittere
gedeelten! Van dit mengsel rollen we
kleine balletjes en wentelen die door
kristalsuiker. Dat is een verrukkelijke
snoeperij, die poppenmoeder en de
poppenkinderen maar al te best zal
smaken!
Amandelkoekjes.
Daar wij toch met amanuoien bezig
zijn: een eenvoudig soort amandel
koekjes kan men maken door een paar
heel dunne sneedjes wittebrood te snij
den (of laat moeder dat maar doen), die
wij in aardige kleine stukjes snijden,
goed met boter bestrijken, om ze daar
na met gesnipperde amandelen te be
strooien. Een halve amandel als mid-
de-puntsversiering zal het geheel een
aardig aanzien geven!...
En nu aan de gang, want je moet je
gasten goed onthalen. Dat is zoo de
plicht van iedere huisvrouw, dus in de
eerste plaats wel van een poppenmoe
der! Veel succes!
De sterke man, die met zijn tanden
een auto kon oplichten, zat te eten in
het restaurant.
Toen hij de biefstuk geprobeerd had
door te snijden, riep hij den kellner:
Zeg, vriend, je baas denkt tocb
bijgeval niet, dat lk hier een voorstel
ling geef?.
Oplossingen der r-
I
AMSTERDAM
Mosselen
Soldaat
Tennis
Kvert
Rood
Das
Aa
M
II
Spreken is zilver, zwijgen is goud.
III
Beter een half ei dan een ieogeu dop
Helder - giraffe - tante - been - neen
peen - dol.
Goede oplossingen ontvangen van;
H. A.; S. A.; I. B.; T. en B- B.; F.
B.; C. B.; J. en G. IV, A- ik; A. D.'
J. v. D.; I. en K. E,; j. G. F.: N. <i.;
M. G.; A. J.; J. en K. K., Tc*«>, N. K.:
C. K.; A. K.; C. L.: H. L.; G. If.;
M. M.; A. M.; J. en M. O.; C. S.; T. S.;
A. v. S.; T. T.; A. en M. F.; T. V.; J.
v. d. W.; G. W.
Nieuwe raadsels.
I
X
X -
X
X
Op de horizontale en verticale kruis-
jeslijn komt de naam van een etland
in N.-Holland van 6 letters-
Op de le rij het gevraagde woord.
Op de 2e rij een meisjesnaam.
Op de 8e rij iets waar moeder niet
opgesteld is, als de kamer pas is ge
daan.
Op de 4e rij een lichaamsdeel.
Op de 5e rij een boom.
Op de 6e rij een medeklinker.
(Ingez. door T. v. d. H.)
II
X
X
X
X
X
X
X
Op de le rij een klinker.
Op de 2e rij een slim dier.
üp de 3e rij een groote plaats in
Drente.
Op de 4e rij een kamer ingericht
om te schrijven.
Op de 5e rij een land in Europa.
Op de 6e rij een klein zeedier.
Op de 7e rij dient om te naaien.
Op de 8e rij een voorwerp om te
hakken.
Op de 9e rij een medeklinker.
(Ingez. door M. M.)
door G. Th. ROTMAN
35. Aan den anderen kant van de
schutting zat, in den tuin, Christien, de
dienstbode van de familie Knakworst,
fnplaats van de boonen af te halen,
zooals haar opgedragen was, zat ze de
i krant te lezen. Met wijd opengespalkte
'oogen en open mond las ze juist het be
richt van een bankoverval met revol
vers en machinegewerenbrrr!
36. Bomt Daar viel de hoed, waarin
we zaten, op haar krant. „Help! Help"
schreeuwde Christien, terwijl ze wan
hopig met haar armen om zich heen
sloeg. Toen nam ze, met een gezicht
vol afschuw, den hoed op en gooide
hem een, twee, drie in de beek, die ach
ter den tuin liep.
37. Ja, dat was me ook wat! Daar
dreven we midden in de beek in een
ouwe hoed, die zeker spoedig door
weekt zou zijn en zinken zou. Zoo diep
lag hij eindelijk, dat alleen de rand
nog op het water lagAch, zouden
we, zoo jong nog, al moeten sterven?
88. Gelukkig, neen! Het liep an
ders af. De wind dreef den hoed tegen
een plomp; jullie weet wel, zoo'n gele
bloem met groote, op het water drijven
de bladeren. Snel sprong ik op de bla
deren en trok ook Bibbersnoet er op.
Waarlijk, het was de hoogste tijd, want
nauwelijks stonden we op het blad toen
de hoed volliep en naai- de dl