Kannewasser's Sint Nicoiaasfeest DE STRIJD OM WEENEN. NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WiERINGEN EN ANNA PAULOWNA Buitenlandsch overzicht. Zullen de oorlogsschaden worden geschrapt? Oost-lndië No. 7202. EERSTE BLAD ZATERDAG 26 NOVEMBER 1932 De Europeesche schulden aan Amerika, loopig van het tooneel verdwenen, bondsraad en het rapport Lytton. - Ilitler voor- - De Volken- OP 6 DECEMBER IN .CASINO". Bij KONIJN, TeS. 339 versch gebraden Kalfs-Rollade. De eerste waarschuwing. RStCHE COURANT Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65;binnen land f 2.—, Nederl. Oost- en West Indië per zeepost f 2.10, idem per mail en overige landen f3.20 Losse nos. 4ct.fr. p. p. 6ct. Zondagsblad resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70, f 1.— Modeblad resp. f 1.20. f l .50, f 1.50, f 1.70. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Redacteur: P- C. DE BOER. Uitgave N.V Drukkerij Wh C. DE BOER Ju. Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412 Post-Girorekening No. 16066. ADVERTENTIËN 20 ct. per regel (gaijard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction. tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur) van 1 t m.3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewijsno. 4 ct. De Europeesche schulden aan Amerika. Wii hebben al vroeger geschreven, dat een van de grootste belemmeringen voor Ame rika, oni de Euroneesche schulden kwijt te schelden was, de Europeesche wape ning. Terecht heeft nten aan den overkant van den Oceaan geredeneerd, als jullie millioenen uitgeven aan de bewapening, bestaat er geen verontschuldiging om je schulden niet na te komen. De Ameri- kaansche regeering kan en mag niet ten koste van het Amerikaansche volk een millioenenschuld kwijt schelden aan een werelddeel, dat zich voorbereidt voor den oorlog en daaraan kapitalen uitgeeft. Wij durven bijna zeggen, dat wij het standpunt van Hoover en Roosevelt toejuichen, om dat het misschien, misschien zeggen we, de Europeesche staatslieden tot bezinning brengt en hen doet zien dat het zoo niet door kan gaan. Inderdaad, de toestand in Europa is penibel, maar is daaraan niet schuldig in de eerste plaats natuurlijk de groote oor log, maar is daaraan ook niet schuldig het onderling wantrouwen, het uitgeven van kapitalen voor bewapening, het sluiten van de grenzen voor den vrijen handel, het mislukken van conferentie op confe- ehtie. Als het resultaat van de Ameri kaansche weigering zal zijn, dat men, door den nood gedreven, gaat bezuinigen op zijn uitgaven voor leger en vloot, dat men ophoudt met de dwaasheid van een bewapening, in een ontredderde wereld, die behoefte heeft aan economisch herstel door onderling vertrouwen en door onder linge samenwerking, dan kunnen we het besluit van de Amerikaansche staatslie den zegenen. Over het schuldenvraagstuk schrijft de „Nw. Rott. Crt." nog: Er zit aan dit schuldenvraagstuk nog heel iets anders vast dan de meerdere of mindere moeilijkheden waarin het de schuldenaren brengt. Dat is n.1. de her opening van de kwestie der herstelbetalin gen, die wij sinds Lausanne geneigd zijn als afgedaan te besehomven, doch die dat niet zijn omdat de ratificatie van de over eenkomst dienaangaande door de schuld- eisehers afhankelijk is gesteld van een be vredigende regeling van hun eigen schul den jegens anderen. Nu is het waar, dat het beroep, dat de betrokken landen ge daan hebben op Amerika om uitstel van betaling te krijgen, met geen woord van het gentlemans agreement rept, dat 2 Juli door België, Groot-Britannië, Frankrijk en Italië gesloten is, maar dat wil natuurlijk niet zeggen, dat zij er zich niet tegenover Duitschland op beroepen zullen. Hierdoor krijgt ook Duitschland belang bij de be sprekingen, welke Hoover aangekondigd heeft. Dit zullen, zooals men gelezen heeft, geen of althans voorloopig geen officieele onderhandelingen zijn te Washington, doch onderhandelingen die parallel loopen met de ontwapenings- en de oeconomische conferentie en die voorloopig door de Amerikaansche afgevaardigden op die conferenties zullen worden gevoerd. deze dan ook teruggenomen, zooals wij in ons vorig nummer onder „buitenland" nog hebben vermeld. Reeds heeft Hindenburg onderhandelin gen met de andere partijleiders aange knoopt. Over het verloop van de geschie denis met Hitier schrijft de „Nw. Rott. j Crt." o. m.: De episode Hitier is voorloopig geslo- l ten. Zij heeft, alles bijeengenomen, veel overeenkomst vertoond met de bekende gebeurtenissen van 13 Augustus in- zoo- l verre in beide gevallen de onderhandelin- gen zijn mislukt, doordat Hitier in alle j omstandigheden zelfs rijkskanselier w ilde worden. Maar er ik ook veel onderscheid. I In Augustus wilde Hitier niet in onder handeling treden, tenzij hij eerst benoemd werd tot rijkskanselier in een nationaal- socialistisch kabinet, Thans is lui begon- nen met te verklaren, dat hit een parle mentaire meerderheid zou kunnen vinden, welke te zijnen behoeve een machtigings- i wet zou aannemen. Vermits de leiders van de andere partijen, welke daartoe in aan- J merking kwamen, reeds van te voren aan I Hindenburg hebben verklaard, dat zij i daartoe inderdaad te vinden waren, heeft deze toen aan Hitier opgedragen de partij- leiders te sondeeren. Hitier heeft dat ech- ter niet gedaan. Integendeel is hij met I staatssecretaris Meissner een staatsrech- terlük debat begonnen over het onder- j scheid tusschen een presidentieel kabinet en een parlementair kabinet. De strekking van Hitler's betoog is in hoofdzaak, dat de voorvaarden waaraan Hindenburg den toekomstige» rijkskanselier wilde binden, niet vereenigbaar waren met het begrip parlementair kabinet. Wilde Hindenburg aan deze voorwaarden vasthouden, dan moest hij een presidentieel kabinet wen- schen; wilde hij echter een parlementair kabinet, dan moet hij de voorwaarden la ten vallen. Op grond van deze overwegin gen heeft Hitier dan den rijkspresident een tegenvoorstel gedaan, hetwelk in zoo verre consequent is, als daarin geen spra ke meer is van een parlementair kabinet, doch alleen van een presidentieel kabinet; in zooverre echter weder niet consequent, als daarin ook de meerderheid der gestelde voorwaarden wordt geëlimineerd. Hindenburg is echter geen duim breed van zijn aanvankelijke stelling afgeweken, volgens welke ook hij aan een presiden tieel kabinet de voorkeur geeft, maar Hit- Ier alleen aan het hoofd wenscht te zien van een kabinet, dat een parlementaire meerderheid heeft. voor onafhankelijkheid? Het rapport der commissie-Lytton antwoordt: neen. Heeft Japan zijn troepen teruggetrokken, zoo als het herhaaldelijk den Volkenbondsraad heeft beloofd? Het rapport der commissie- Lytton antwoordt: neen. Heeft Japan zich van verdere maatregelen tot verscherping van het geschil onthouden? Het rapport der commissie-Lytton antwoordt: neen. Had het geschil langs vreec'zamen weg kunnen beslecht worden? Het rapport der .commissie-Lytton zegt: ja. 1 Wellington lvoo erkende, dat het voor 1 den Volkenbondsraad moeilijk is, tusschen het ja en neen van den Chineesehen en het ja en neen van den Japanschen verte- genwoordiger te beslissen, doch juist daarvoor heeft de volkenbondseommissie- Lytton gediend. Wanneer de raad thans de antwoorden der commissie-Lytton op de bovengestel- de vragen zou gaan betwisten, zou de ge- i heele arbeid der commissie-Lytton ver- geefsch zijn geweest. Wellington Koo be- handelde hierna de meer politieke zijde van het geschil. Op de vraag waarom Ja- j pan niet vroeger zijn klacht over Ghina's optreden in Mantsjoenje aan den volken bond heeft onderworpen, had Matsuoka Maandag geantwoord, dat Japan dit niet J bad gedaan wegens de nationale gevoelens van het Japansche volk, die zich tegen vreemde inmenging in dezen verzet zou den hebben. Dit antwoord beteekent dus, zeide Wel lington Koo, dat de nationale gevoelens voor Japan's internationale politiek het beslissende element zijn. Dus is het Ja pansche standpunt ook, dat de thans in Mantsjoerije bestaande toestand niet on veranderd moet blijven, dat de vraag van vrede of niet. van Volkerenbond of niet, van rechtvaardigheid of niet, voor Japan niet telt. wanneer Japan's belangen op het spel staan, en de welvaart van andere ge bieden aan Japansche belangen onderge schikt gemaakt wordt. Wellington Koo stelde tenslotte de vraag, of zulk een poli tiek vereenigbaar is met de idealen van de wereld van na den oorlog. Zijn de offers van den wereldoorlog vergeefsch geweest? Een resolutie van den Volkenbondsraad is meer waard dan de notulen van een debatingclub. Indien de volkenbonds staten de nieuwe intenationale ordening, gegrond op internationale samenwerking, willen handhaven, indien zij het gezag van den Volkenbond willen hooghouden, in dien de volkeren inderdaad willen en kun nen ontwapenen, zonder gevaar voor de veiligheid, indien wij de hoop de men- schen op een duurzamen, rechtvaardigen vrede willen verwezenlijken, dan mag Japan's uitdaging niet onbeantwoord bljj- -ven. LEEST ONS RECLAMEBOEKJE. Toen verleden jaar het itorium werd afgekondigd Hitier van het tooneel verdwenen. Hindenburg is niet met Hitier in zee kun nen gaan, omdat de leider van de Natio- naal-socialisten het volle pond eischte en met de voorbehouden van den. Rijkspresi dent niet accoord kon gaan. Alles of niets, heeft Hitier gezegd. Als u mij niet volko men vertrouwen wilt en de lieele leiding en daarbij de gansche verantwoordelijk heid in handen geeft, dan moet ik de op dracht neerleggen. En Hindenburg heeft De Volkenbondsraad en het rapport- I.ptton. Wellington Koo was Donder dagmiddag zoo verstandig schrijft de j „Nw. Rott. Crt." om niet ieder in de door Matsuoka Woensdag ter sprake ge- brachte bijkwesties te treden, die de aan- dacht van de hoofdkwestie dreigden af te leiden. Hij bepaalde zich dus tot een slot woord van principieele beteekenis. De hoofdzaken zijn zeide Wellington Koo, de volgende kwesties. Was Japan's aanval op Moekden ver leden jaar September een daad van zelf verdediging? Het rapport der commissie- Lytton antwoordt; neen. Is het zoogenaamde Mantsjoekwo het resultaat van een werkelijke beweging Hoover-mora- heerschte in |vele kringen, ook van verantwoordelijke personen, de meening: Hiermee is het vraagstuk der oorlogsschulden beslist. Men verwachtte, dat dit moratorium de in- j leiding zou zijn tot een definitieve rege ling van het vraagstuk der oorlogsschul den, en geloofde met name niet, dat het mogelijk zou zijn op dit uitstel der betalin gen terug te komen en later opnieuw be talingen te gaan innen, alsof er niets had plaatsgevonden. Zonder eenige twijfel was ook Hoover zelf van plan niet bij een eenvoudig moratorium, een uitstel voor den tijd van één jaar, te blijven stilstaan, maar ver wachtte hjj in dien tusschentijd tot een meer definitieve overeenkomst met Ame- rika's schuldenaren te zullen geraken. Het heeft echter niet zoo mogen zijn. In plaats van gemeenschappelijk overleg is de felle aanval van Fransche zijde op den dollar gekomen, die zooals Hoover tijdens de verkiezingscampagne heeft medegedeeld dit ruilmiddel nagenoeg van de goudbasis heeft afgeduwd. De crisis verscherpte zich, en daarmede ook de internationale tegenstellingen. Het einde van het Hoover-jaar is in het ge zicht gekomen, brengt tegelijkertijd het einde van Hoover's bewind zelf, zonder dat schuldenaren en schuldeischers het in eenige opzicht met elkaar eens zijn ge worden. Bij alle onderhandelingen in den loop van djt jaar van uitstel en er is onderhandeld, men denke b.v. slechts aan de reis van De Laval naar Amerika, aan de voortdurende bezoeken van Stimson en andére leiders der Amerikaansche politiek aan Europa is men niet verder ge komen dan de wederzijdsche verklarin gen, van Europeesche zijde: wij kunnen niet betalen!, van Amerikaansche zijde: Wij denken er niet aan de schulden te schrappen! In zooverre is het officieele verzoek der Europeesche schuldenaar-staten aan den Amerikaanschen schuldeischer tot verlen ging van het uitstel van betaling niets nieuws. Hetzelfde is in den loop van het achter ons liggende Hoover-jaar reeds herhaaldelijk geprobeerd. Officieel moet de regeering der Ver. Staten thans echter de beslissing nemen, of zij bij het nade ren van den betalingsdatum van 15 Dec. op het tot nu toe ingenomen standpunt blijft staan of niet. Het heftige misbaar in de Amerikaansche pers en door sommige volksvertegenwoordigers in dat land ge maakt, meenen wij te moeten toeschrijven aan een' poging om zooveel mogelijk van de uitstaande schulden binnen te krijgen. Het gaat niet om principes, maar om zaken; waar vermoedelijk onderhandeld zal -worden is het zaak, om niet van den aanvang te laten blijken, dat men bereid is belangrijke concessies te verleenen. Het belang der betalingen is misschien politiek zeer groot, doch wat de bedragen zelf betreft, gaat het om grootten, die in het verkeer tusschen verschillende landen meer optreden. Door het Hoover-morato- rium is uitstel verleend voor de betaling der in 1931 vervallende bedragen van ca. 260 millioen dollar. De formuleering van het Hoover-moratorium was zoodanig, dat de termijn van aflossing der schulden met één jaar verlengd werd, zoodat dus alle volgende betalingen eveneens automatisch een jaar zouden worden uitgesteld, zonder dat voor dit uitstel rente in rekening zou worden gebracht. 15 December van dit jaar zouden dus de 260 millioen dollar betaald moeten wor den, die eigenlijk reeds verleden jaar op dien datum aan de beurt waren geweest. Van dit bedrag komt 160 millioen voor rekening van Engeland en 50 millioen voor rekening van Frankrijk. Men ziet dus, dat het, practisch gesproken, om de houding van deze twee landen als schul denaars gaat. Frankrijk is, zonder eenigen twijfel, op tiet oogenblik in staat de betaling van dezen termijn in goud te doen, zonder dat zelfs zijn goudvoorraad er belangrijk door beïnvloed wordt. Natuurlijk kan betaling op een dergelijke wijze niet jaar voor jaar geschieden, maar waar de Ver. Staten zich bereid verklaard hebben tot onderhande ling, wanneer slechts de thans vervallende termijn wordt voldaan, moet men eer lijkheidshalve toegeven, dat voor Frankrijk geen volstrekte onmogelijkheid van betaling bij dezen termijn bestaat. Moeilijker is de situatie voor Engeland, dat meer dan drie maal zooveel heeft te betalen als Frankrijk en in het geheel niet over goudreserves beschikt. Dit land is door zijn gansche handels- en betalings balans op een levendigen en vrijen inter nationalen handel aangewezen, en het ondervindt ten zeerste de nadeelen van het toenemend protectionisme, waaraan zijn eigen regeering ook braaf meedoet. Het negatieve saldo van dé Engelsche handelsbalans wordt voor dit jaar, op grond van de officieele gegevens omtrent de handelsbeweging tot eind October, op 330 millioen pond sterling geschat. Ver leden jaar was het nadeelige saldo nog grooter, bedroeg het 376 millioen pond sterling, maar toen werd het door netto ontvangsten voor scheepvaart- en andere diensten, door rente en dividend van bui- tenlandsche beleggingen, in de betalings balans teruggebracht tot 75 millioen pond sterling, terwijl het tekort op de beta lingsbalans van Groot-Britannië dit jaar minstens 90 millioen pond zal bedragen en misschien zelfs wel de 100 millioen pond sterling zal bereiken. Bij een dergelijke situatie is de beta ling van 160 millioen dollars aan de Ver. Staten, of nagenoeg 50 millioen pond, een transfert, dat in staat is de eenigszins wankele positie van het pond zeer belangrijk te schaden. De bedenke lijke zwakte van de sterlingkoers der laatste dagen, veroorzaakt alleen reeds de onzekerheid, óf een dergelijk bedrag aan de Ver. Staten zal moeten worden overgemaakt, is een overduidelijk symp toom van hetgeen men te verwachten zou hebben, wanneer het inderdaad daartoe zou komen. Natuurlijk zou een koersda ling van het Engelsche pond van tijde- lijken aard zijn en zich herstellen, nadat de netaling, die ééns per jaar geschiedt, had plaats gevonden, maar toch is het vooruitzicht van een dergelijk groote koersfluctiuatie in een ruilmiddel bij uit nemendheid op zichzelf reeds een groote belemmering voor een stabiliseering der toestanden op de internationale markeen. Wij meenen met nadruk voorop te moe ten stellen, dat betaling aan de Ver Sta ten thans, den eersten keer na het Hoo ver-moratorium, slechts mogelijk zal zijn in goud of in buitenlandsche deviezen. Niet in goederen, die door het prohibi tieve tarief uit de Ver. Staten worden ge weerd. Indien deze betaling dus voort gang zou vinden zou daardoor de inter nationale toestand zeer belangrijk ach teruitgaan. Dit geldt niet zoozeer voor Frankrijk, waarvoor het verzenden van een zekere hoeveelheid goud naar New- York slechts verlies beteekent van het geen men in Parijs als een soort prestige beschouwt, maar in hooge mate voor En geland. Er is in dit opzicht een principieel ver schil met schuldenbetalingen in vroegere jaren. Toen ging het zoo, dat Frankrijk en Engeland aan de eene zijde aan de Ver. Staten betaalden, aan de andere zijde dit bedrag van Duitschland terug ontvan gen. Duitschland, dat het geld echter ook niet had, leende het weer van Amerika, zoodat er in werkelijkheid in het geheel geen internationale betalingen plaats von den. Terwijl de Ver. Staten tot 1930 bijna 2 milliard dollars aan betalingen op oor logsschulden hadden ontvangen, hadden de Amerikanen in de periode 19191930 4,3 milliard dollars aan het buitenland geleend, voor een zeer groot deel aan Duitschland. De crisis van 1929 heeft aan het licht gebracht, dat dit spelletje niet onbeperkt kon worden doorgezet, maar dat het spaak moest loopen op de onmo gelijkheid van den schuldenaar om zelfs maar de steeds oploopende rente van dit telkens toenemende geleende bedragen te betalen. Dit is naar onze meening beslissend voor het schuldenvraagstuk; men kan de daarmede samenhangende, reusachtige bedragen niet overmaken, tenzij dan een enkele keer in goud, wanneer gelijk thans een der schuldenaars toevallig over buitensporig groote goudvoorradei beschikt. Men stond ook vroeger voor de zelfde moeilijkheid en had gedacht een uitweg gevonden te hebben in het spelle tje van steeds maar terugleenen aan he* land, dat in wezen alles moest betalen Nu- dit onmogelijk is gebleken heeft nier geen enkel middel tot betaling der oor logsschulden aan de Ver. Staten en kar men dus van dat land eischen, dat het eei practisch en bruikbaar middel aan dc hand doet, alvorens men over hernieuwd' betaling van de honderden millioenen dol lar gaat beraadslagen. Naar onze mee ning waren de oorlogsschulden feitelijk reeds lang geschrapt, heeft geen land aan de verplichtingen uit dien hoofde vol daan. Eenige jaren heeft men den schiji kunnen ophouden alsof het wel gebeurde maar thans staat men voor de noodzake lijkheid de waarheid te erkennen en for meel te bevestigen, hetgeen in wezen steeds het geval is geweest, de onmogelijk heid van de toepassing van het stelsel der oorlogsschuldenbetalingen tusschen de verschillende landen. Daarmede is de geheele crisis niet op gelost, integendeel; in het Hoover-jaar hebben in het geheel geen betalingen plaats gevonden uit hoofde van oorlogs schulden, hetgeen toch niet heeft kunnen voorkomen,, dat de algemeene toestand ontzettend is achteruitgegaan. Wel kan wederinvoering der. betalingen den toe stand nog doen verergeren, maar defini tieve schrapping zal weinig bijdragen tot het zoo vurig begeerde, algemeene herstel. EEN FRAUDE VAN EEN PAAR TON, De Bataviasche Justitie stelt een onder zoek in naar de verdwijning van een be drag van 200.000 a f 250.000 ten na- deele der Ned. Indische Hotel-vereeni- ging, meldt de „Java-Bode". Dit is een vrij oude geschiedenis. Indertijd in reeds gebleken, dat een boekhouder van ge noemd concern groote bedragen, tezamen ongeveer 21/2 ton, had verduisterd. Hij deed dit door de gelden, welke door som mige hotels aan het hoofdkantoor der Hotelvereeniging werden geremitteerd, ten eigen bate aan te wenden en ze niet in de boeken op te nemen. Nadat M. in 1930 plotseling was overleden, is door de Justitie een onderzoek aangevangen, dat echter is doodgeloopen. Thans heeft men deze zaak weer ter hand genomen. Wordt niet van kwaad tot erger! Die pijn in de lendenen die rheumatische pijnen, dui zeligheid en hoofdpijn en die nare urine- stoornissen waarschuwen u, dat de organen, welke het bloed dienen te filtreeren. verzwakt zijn. Zij toonen aan, dat urinezuur en andere onzuiverheden in den bloedsomloop blijven in plaats van met de urine uit het lichaam te worden verwijderd. Uitstel is gevaarlijk. Verwaarloozing leidt dikwijls' tot rheumatiek, ischias, spit, blaas- zwakte, waterzucht en andere ernstige kwalen. De ondervinding van duizenden dankbare menschen bewijst, dat de veiligste wijze tot versterking en opwekking der verzwakte or ganen bestaat in het gebruik van Foster's Rugpijn Pillen. Dit speciale middel zal spoe dig uw gezondheid en kracht herstellen. Bij alle drogisten enz. 1.75 per flacon. FEU ILLETON Roman van HUGO BETTAUER. (Nadruk verboden). 8) „De kanselier zal het werkelijk zeer op prijs stellen. Als het Mister O'Flanagan misschien vandaag gelegen komt? Van middag om vier uur is de kanselier vrij." Hoe spoediger het voorbij is, hoe be ter, dacht de Amerikaan en beloofde te zullen komen. Direct na de lunch begaf Ralph zich naar een der groote showrooms aan den Ring, monsterde met een kennersblik de fraaie wagens, liet zijn keus vallen op een luxueus uitgeruste 60 P.K. auto met gesloten carosserie, maar verbond aan den aankoop eenige voorwaarden. „Ik neem den wagen slechts dan, wan neer me binnen een uur een garage, een uitmuntende chauffeur en voldoende olie en benzine ter beschikking worden ge steld en de wagen kant en klaar voor hotel Imperial staat". Wanneer dat strikt noodzakelijk is, kan men zich ook in Weenen haasten en het onmogelijk mogelijk maken. En zoo stond dan inderdaad binnen het uur een fonkelnieuwe auto met een als een gedepossedeerde vorst uitzienden chauf feur voor het hotel. Eenige minuten later stopte de wa gen voor het paleis in de Herrengasse en zonder ook maar de gebruikelijke vijf minuten geduld te moeten oefenen, werd Ralph aan den Bondskanselier voorge steld. Deze was een en al welwillendheid en jovialiteit, zette zijn gast sigaren en siga retten voor en begon; „Ik dank u zeer voor uw bezoek, dat overigens toch niet had kunnen uitblij ven, wanneer het althans juist is, wat de pers beweert, n.1. dat u, om het aanden ken van uw overleden moeder te eeren, besloten hebt uw natuurlijk zeer gewaar deerde medewerking te verleenen bij den economischen opbouw van dit zoo klein en arm geworden land". „De berichten, die in de bladen ver schenen zijn, bevatten slechts gedeelte lijk waarheid, excellentie! Prinicipieel ligt me het lot van Oostenrijk inderdaad zeer na aan het hart, maar nog heb ik geen vast omlijnde plannen, nog ben ik het niet met mezelf eens, of en zoo ja met welke middelen voor mij de moge lijkheid bestaat datgene te doen, wat be- bekenden staatslieden, diplomaten, ja, zelfs den knappen koppen van den Vol kenbond tot dusver niet gelukt is." De kanselier glimlachte wat boosaar dig. „Niet gelukt is, omdat men ons met koele, uit berekening voorkomende overwegingen niet helpen kan. Daartoe behoort meer dan geld alleen, daarvoor is medegevoel en deelneming noodig. En juist die beide voorname factoren moeten dunkt me, bij u, als den zoon van een ge- j boren Weensche, aanwezig zijn." Zeer diplomatiek bracht de kanselier j het gesprek steeds weer op Ralphs moe der, liet hij zich door den jongen Ameri kaan alles vertellen, wat hij reeds wist en Ralph wond zich onwillekeurig op en werd openhartiger dan hij zich aanvan kelijk had voorgenomen te zullen zijn. De kanselier maakte daar handig ge bruik van. Hij begon van de ellende in Weenen te vertellen, van de moreele ver woestingen tengevolge van de deprecia- tie der valuta en van den niet te stuiten ondergang der wetenschappelijke instel lingen, die niet in staat waren haar bi bliotheken en laboratoria te volmaken. „Kijkt 1111 eens naar onze universiteit, de wereldberoemde Alma Mater Vindo- bonesis. De eene groote geleerde 11a den ander verlaten Weenen, omdat hij zich een beter bestaan wil zoeken. We zijn niet meer in staat goede leerkrachten aan te stellen, de universiteitsbibliotheek begint een torso te gelijken. Wellicht was hier voor iemand, die over de noodige middelen beschikt, een zegenrijk werk te 1 doen." Ditmaal verscheen het mokante lachje op de lippen van den Amerikaan, die gelukkig van zijn Ierschen vader wat scepticisme geërfd had. „Het komt me echter voor, dat aan jdie inderdaad wereldberoemde Ween sche universiteit rijkelijk veel aan poli- j tielc wordt gedaan. Ik las juist gisteren 'in de bladen een artikel van een rector, waarin deze zegt zich te kunnen ver eenigen met de bemoeiingen van som mige chauvinistische elementen en zich vóór een gewelddadige beperking van studenten en professoren van een ande ren godsdienst verklaart. Ik moet zeg gen, dat dat een zeer pijnlijken indruk op me heeft gemaakt. Wij Amerikanen zien in een universiteit een vrij ontwik kelingsinstituut voor iedereen en wij zou den er ons dan zeker niet mee kunnen vereenigen, wanneer in Harvard of Yale jongelieden werden uitgesloten, omdat zij Mohammedanen, Joden of Atheïsten zijn." De kanselier knikte schijnbaar in stemmend. „Zeer juist, aan de vrijheid van onder wijs behoort niet te' worden getornd. Maar als u het artikel van den reetor, waarmee ik het trouwens niet op alle j punten eens ben, nauwkeurig had ge lezen, dan zoudt u hebben gezien, dat hij voornamelijk de ongewenschte elementen uit het Oosten, die Weenen dreigen te overstroomen, op het oog heeft. Overi gens meen ik toch, dat de toleratie van uw landsdienaren ook haar grenzen 1 heeft. De negers mogen toch geen Ame- j rikaansche universiteiten bezoeken?" Ralph trok de wenkbrauwen op. „Nee, de negers hebben hun eigen universiteiten. Maar ik kan u met een gerust geweten verzekeren, dat wij de negers als volkomen gelijkgerechtigde medeburgers zouden begroeten, wanneer zij mannen onder zich telden als Arthur Schnitzler, Hofmannsthal, Meijerbeer, Mendelssohn, Mahler, Einstein, als de groote opthalmoloog Fuchs, zooals de on derzoekers Erich en Wassermann, als een Spinoza en een Heine. Die vergelijking gaat mank excellentie, want de negers zijn een volk in lnin eerste kindsheid; de Jo den daarentegen een oer-oud cultuurvolk. En dat met die Joden uit het Oosten be grijp ik niet goed, omdat de omstandig- l. -deu bier te lande me nog absoluut on bekend zijn. Maar wel weet ik, dat ook wij in Amerika genoeg Oost-Joden tellen, die zich echter zeer spoedig tot Amerikanen ontwikkelen. En het dunkt mij dan ook, dat jonge menschen, die naar Weenen ko men 0111 te stuikeren, welkom behoorden te zijn, waar zij ook vandaan komen." Ralph stond op 0111 een eind te maken aan het bezoek. De Bondskanselier gaf echter het spel nog niet verloren, hoewel hij duidelijk be sefte hier een nederlaag te hebben gele den. Met geforceerde vriendelijkheid ver zekerde hij: „Uw bezoek was mij hoogst aangenaam en in ieder geval geven uw woorden mij stof tot nadenken. Ik vertrouw stellig, dat we elkaar nog zeer vaak zullen ontmoe ten." Ralph O'Flanagan verliet het paleis van den kanselier met gemengde gevoelens. Hij had, dat voelde hij maar al te duide lijk, verplichtingen op zich geladen en dat besef verwekte gewetenswroeging. Had hij niet eenvoudig zijn chèqueboek uit den zak moeten halen en dat met een bedrag van negen cijfers behooren in te vullen? Wat ging het hem tenslotte aan, dat een bekrompen, kleinzielige rector zich met dwaze politiek ophield? De hoofdzaak was toch, dat de universiteit geholpen werd. En dat kon hij doen met een bedrag, dat voor hem absoluut geen gewicht in de schaal legde. Uit het hoofd berekende de Amerikaan den om- van zijn jaarlijksch inkomen, vermenig vuldigde dit met zeventigduizend en kwam tot een fantastisch getal. Als hij het geheele hotel Imperial huurde, tien auto's hield en het geld met volle han den weggooide, dan zou hij nog slechts een klein onderdeel kunnen uitgeven, van dat, wat hem zijn vermogen aan rente op leverde. En ook tegen zijn wil zouden die honderden van millioenen dollars zich vermeerderen. Hij voelde het als een schreeuwend onrecht zulke schatten te bezitten en hij verlangde er naar ze om te zetten in daden, die wellicht niet de geheele menschheid, maar wel dit geru- ineerde land ten goede zouden kunnen komen. Een sentimenteele melodie. Een langdurige periode van vorst was al weer achter den rug, de sneeuwhoo- pen waren verdwenen, de straten in de binnenstad waren bedekt met een dikke laag modder en nerveus keek Ralph toe, hoe de voorbijgangers in de nauwe stra ten door de wielen van zijn auto van onder tot boven werden bespat en be vuild. Vertwijfeld wrong hij de handen. Moest het dan altijd zoo zijn, dat de een niets en de ander alles heeft? En dat hij, die er een auto op na kan houden, de anderen, die te voet moeten gaan, be dreigt en insulteert? O, dat ik toch ge heel en al mensch, alleen mensch kon zijn en den moed had tot de armen en be drukten af te dalen! (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 1