Kannewasser's Sint Nicoiaasfeest
DE STRIJD OM WEENEN.
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WiERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Buitenlandsch overzicht.
Zullen de oorlogsschaden worden geschrapt?
Oost-lndië
No. 7202.
EERSTE BLAD
ZATERDAG 26 NOVEMBER 1932
De Europeesche schulden aan Amerika,
loopig van het tooneel verdwenen,
bondsraad en het rapport Lytton.
- Ilitler voor-
- De Volken-
OP 6 DECEMBER IN
.CASINO".
Bij KONIJN, TeS. 339
versch gebraden Kalfs-Rollade.
De eerste waarschuwing.
RStCHE COURANT
Abonnement per 3 maanden bij vooruitbet.: Heldersche Courant f 1.50; voor
Koegras, Anna Paulowna, Breezand, Wieringenen Texel f 1.65;binnen
land f 2.—, Nederl. Oost- en West Indië per zeepost f 2.10, idem per
mail en overige landen f3.20 Losse nos. 4ct.fr. p. p. 6ct. Zondagsblad
resp. f 0.50 f 0.70, f 0.70, f 1.— Modeblad resp. f 1.20. f l .50, f 1.50, f 1.70.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag.
Redacteur: P- C. DE BOER.
Uitgave N.V Drukkerij Wh C. DE BOER Ju.
Bureau: Koningstraat 78 Telefoon: 50 en 412
Post-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIËN
20 ct. per regel (gaijard). Ingez. meded. (kolombreedte als redaction.
tekst) dubbele prijs. Kleine advertentiën (gevraagd, te koop, te huur)
van 1 t m.3 regels 40 ct., elke regel meer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres
Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra) Bewijsno. 4 ct.
De Europeesche schulden aan Amerika.
Wii hebben al vroeger geschreven, dat een
van de grootste belemmeringen voor Ame
rika, oni de Euroneesche schulden kwijt
te schelden was, de Europeesche wape
ning. Terecht heeft nten aan den overkant
van den Oceaan geredeneerd, als jullie
millioenen uitgeven aan de bewapening,
bestaat er geen verontschuldiging om je
schulden niet na te komen. De Ameri-
kaansche regeering kan en mag niet ten
koste van het Amerikaansche volk een
millioenenschuld kwijt schelden aan een
werelddeel, dat zich voorbereidt voor den
oorlog en daaraan kapitalen uitgeeft. Wij
durven bijna zeggen, dat wij het standpunt
van Hoover en Roosevelt toejuichen, om
dat het misschien, misschien zeggen we,
de Europeesche staatslieden tot bezinning
brengt en hen doet zien dat het zoo niet
door kan gaan.
Inderdaad, de toestand in Europa is
penibel, maar is daaraan niet schuldig in
de eerste plaats natuurlijk de groote oor
log, maar is daaraan ook niet schuldig het
onderling wantrouwen, het uitgeven van
kapitalen voor bewapening, het sluiten
van de grenzen voor den vrijen handel,
het mislukken van conferentie op confe-
ehtie. Als het resultaat van de Ameri
kaansche weigering zal zijn, dat men, door
den nood gedreven, gaat bezuinigen op
zijn uitgaven voor leger en vloot, dat
men ophoudt met de dwaasheid van een
bewapening, in een ontredderde wereld,
die behoefte heeft aan economisch herstel
door onderling vertrouwen en door onder
linge samenwerking, dan kunnen we het
besluit van de Amerikaansche staatslie
den zegenen.
Over het schuldenvraagstuk schrijft de
„Nw. Rott. Crt." nog:
Er zit aan dit schuldenvraagstuk nog
heel iets anders vast dan de meerdere of
mindere moeilijkheden waarin het de
schuldenaren brengt. Dat is n.1. de her
opening van de kwestie der herstelbetalin
gen, die wij sinds Lausanne geneigd zijn
als afgedaan te besehomven, doch die dat
niet zijn omdat de ratificatie van de over
eenkomst dienaangaande door de schuld-
eisehers afhankelijk is gesteld van een be
vredigende regeling van hun eigen schul
den jegens anderen. Nu is het waar, dat
het beroep, dat de betrokken landen ge
daan hebben op Amerika om uitstel van
betaling te krijgen, met geen woord van
het gentlemans agreement rept, dat 2 Juli
door België, Groot-Britannië, Frankrijk en
Italië gesloten is, maar dat wil natuurlijk
niet zeggen, dat zij er zich niet tegenover
Duitschland op beroepen zullen. Hierdoor
krijgt ook Duitschland belang bij de be
sprekingen, welke Hoover aangekondigd
heeft. Dit zullen, zooals men gelezen heeft,
geen of althans voorloopig geen officieele
onderhandelingen zijn te Washington,
doch onderhandelingen die parallel loopen
met de ontwapenings- en de oeconomische
conferentie en die voorloopig door de
Amerikaansche afgevaardigden op die
conferenties zullen worden gevoerd.
deze dan ook teruggenomen, zooals wij in
ons vorig nummer onder „buitenland" nog
hebben vermeld.
Reeds heeft Hindenburg onderhandelin
gen met de andere partijleiders aange
knoopt. Over het verloop van de geschie
denis met Hitier schrijft de „Nw. Rott.
j Crt." o. m.:
De episode Hitier is voorloopig geslo-
l ten. Zij heeft, alles bijeengenomen, veel
overeenkomst vertoond met de bekende
gebeurtenissen van 13 Augustus in- zoo-
l verre in beide gevallen de onderhandelin-
gen zijn mislukt, doordat Hitier in alle
j omstandigheden zelfs rijkskanselier w ilde
worden. Maar er ik ook veel onderscheid.
I In Augustus wilde Hitier niet in onder
handeling treden, tenzij hij eerst benoemd
werd tot rijkskanselier in een nationaal-
socialistisch kabinet, Thans is lui begon-
nen met te verklaren, dat hit een parle
mentaire meerderheid zou kunnen vinden,
welke te zijnen behoeve een machtigings-
i wet zou aannemen. Vermits de leiders van
de andere partijen, welke daartoe in aan-
J merking kwamen, reeds van te voren aan
I Hindenburg hebben verklaard, dat zij
i daartoe inderdaad te vinden waren, heeft
deze toen aan Hitier opgedragen de partij-
leiders te sondeeren. Hitier heeft dat ech-
ter niet gedaan. Integendeel is hij met
I staatssecretaris Meissner een staatsrech-
terlük debat begonnen over het onder-
j scheid tusschen een presidentieel kabinet
en een parlementair kabinet. De strekking
van Hitler's betoog is in hoofdzaak, dat
de voorvaarden waaraan Hindenburg den
toekomstige» rijkskanselier wilde binden,
niet vereenigbaar waren met het begrip
parlementair kabinet. Wilde Hindenburg
aan deze voorwaarden vasthouden, dan
moest hij een presidentieel kabinet wen-
schen; wilde hij echter een parlementair
kabinet, dan moet hij de voorwaarden la
ten vallen. Op grond van deze overwegin
gen heeft Hitier dan den rijkspresident
een tegenvoorstel gedaan, hetwelk in zoo
verre consequent is, als daarin geen spra
ke meer is van een parlementair kabinet,
doch alleen van een presidentieel kabinet;
in zooverre echter weder niet consequent,
als daarin ook de meerderheid der gestelde
voorwaarden wordt geëlimineerd.
Hindenburg is echter geen duim breed
van zijn aanvankelijke stelling afgeweken,
volgens welke ook hij aan een presiden
tieel kabinet de voorkeur geeft, maar Hit-
Ier alleen aan het hoofd wenscht te zien
van een kabinet, dat een parlementaire
meerderheid heeft.
voor onafhankelijkheid? Het rapport der
commissie-Lytton antwoordt: neen. Heeft
Japan zijn troepen teruggetrokken, zoo
als het herhaaldelijk den Volkenbondsraad
heeft beloofd? Het rapport der commissie-
Lytton antwoordt: neen. Heeft Japan zich
van verdere maatregelen tot verscherping
van het geschil onthouden? Het rapport
der commissie-Lytton antwoordt: neen.
Had het geschil langs vreec'zamen weg
kunnen beslecht worden? Het rapport der
.commissie-Lytton zegt: ja.
1 Wellington lvoo erkende, dat het voor
1 den Volkenbondsraad moeilijk is, tusschen
het ja en neen van den Chineesehen en
het ja en neen van den Japanschen verte-
genwoordiger te beslissen, doch juist
daarvoor heeft de volkenbondseommissie-
Lytton gediend.
Wanneer de raad thans de antwoorden
der commissie-Lytton op de bovengestel-
de vragen zou gaan betwisten, zou de ge-
i heele arbeid der commissie-Lytton ver-
geefsch zijn geweest. Wellington Koo be-
handelde hierna de meer politieke zijde
van het geschil. Op de vraag waarom Ja-
j pan niet vroeger zijn klacht over Ghina's
optreden in Mantsjoenje aan den volken
bond heeft onderworpen, had Matsuoka
Maandag geantwoord, dat Japan dit niet
J bad gedaan wegens de nationale gevoelens
van het Japansche volk, die zich tegen
vreemde inmenging in dezen verzet zou
den hebben.
Dit antwoord beteekent dus, zeide Wel
lington Koo, dat de nationale gevoelens
voor Japan's internationale politiek het
beslissende element zijn. Dus is het Ja
pansche standpunt ook, dat de thans in
Mantsjoerije bestaande toestand niet on
veranderd moet blijven, dat de vraag van
vrede of niet. van Volkerenbond of niet,
van rechtvaardigheid of niet, voor Japan
niet telt. wanneer Japan's belangen op het
spel staan, en de welvaart van andere ge
bieden aan Japansche belangen onderge
schikt gemaakt wordt. Wellington Koo
stelde tenslotte de vraag, of zulk een poli
tiek vereenigbaar is met de idealen van
de wereld van na den oorlog. Zijn de offers
van den wereldoorlog vergeefsch geweest?
Een resolutie van den Volkenbondsraad
is meer waard dan de notulen van een
debatingclub. Indien de volkenbonds
staten de nieuwe intenationale ordening,
gegrond op internationale samenwerking,
willen handhaven, indien zij het gezag van
den Volkenbond willen hooghouden, in
dien de volkeren inderdaad willen en kun
nen ontwapenen, zonder gevaar voor de
veiligheid, indien wij de hoop de men-
schen op een duurzamen, rechtvaardigen
vrede willen verwezenlijken, dan mag
Japan's uitdaging niet onbeantwoord bljj-
-ven.
LEEST ONS RECLAMEBOEKJE.
Toen verleden jaar het
itorium werd afgekondigd
Hitier van het tooneel verdwenen.
Hindenburg is niet met Hitier in zee kun
nen gaan, omdat de leider van de Natio-
naal-socialisten het volle pond eischte en
met de voorbehouden van den. Rijkspresi
dent niet accoord kon gaan. Alles of niets,
heeft Hitier gezegd. Als u mij niet volko
men vertrouwen wilt en de lieele leiding
en daarbij de gansche verantwoordelijk
heid in handen geeft, dan moet ik de op
dracht neerleggen. En Hindenburg heeft
De Volkenbondsraad en het rapport-
I.ptton. Wellington Koo was Donder
dagmiddag zoo verstandig schrijft de
j „Nw. Rott. Crt." om niet ieder in de
door Matsuoka Woensdag ter sprake ge-
brachte bijkwesties te treden, die de aan-
dacht van de hoofdkwestie dreigden af te
leiden. Hij bepaalde zich dus tot een slot
woord van principieele beteekenis. De
hoofdzaken zijn zeide Wellington Koo, de
volgende kwesties.
Was Japan's aanval op Moekden ver
leden jaar September een daad van zelf
verdediging? Het rapport der commissie-
Lytton antwoordt; neen.
Is het zoogenaamde Mantsjoekwo het
resultaat van een werkelijke beweging
Hoover-mora-
heerschte in
|vele kringen, ook van verantwoordelijke
personen, de meening: Hiermee is het
vraagstuk der oorlogsschulden beslist.
Men verwachtte, dat dit moratorium de in-
j leiding zou zijn tot een definitieve rege
ling van het vraagstuk der oorlogsschul
den, en geloofde met name niet, dat het
mogelijk zou zijn op dit uitstel der betalin
gen terug te komen en later opnieuw be
talingen te gaan innen, alsof er niets had
plaatsgevonden.
Zonder eenige twijfel was ook Hoover
zelf van plan niet bij een eenvoudig
moratorium, een uitstel voor den tijd van
één jaar, te blijven stilstaan, maar ver
wachtte hjj in dien tusschentijd tot een
meer definitieve overeenkomst met Ame-
rika's schuldenaren te zullen geraken.
Het heeft echter niet zoo mogen zijn. In
plaats van gemeenschappelijk overleg is
de felle aanval van Fransche zijde op den
dollar gekomen, die zooals Hoover
tijdens de verkiezingscampagne heeft
medegedeeld dit ruilmiddel nagenoeg
van de goudbasis heeft afgeduwd. De
crisis verscherpte zich, en daarmede ook
de internationale tegenstellingen. Het
einde van het Hoover-jaar is in het ge
zicht gekomen, brengt tegelijkertijd het
einde van Hoover's bewind zelf, zonder
dat schuldenaren en schuldeischers het
in eenige opzicht met elkaar eens zijn ge
worden. Bij alle onderhandelingen in den
loop van djt jaar van uitstel en er is
onderhandeld, men denke b.v. slechts aan
de reis van De Laval naar Amerika, aan
de voortdurende bezoeken van Stimson en
andére leiders der Amerikaansche politiek
aan Europa is men niet verder ge
komen dan de wederzijdsche verklarin
gen, van Europeesche zijde: wij kunnen
niet betalen!, van Amerikaansche zijde:
Wij denken er niet aan de schulden te
schrappen!
In zooverre is het officieele verzoek der
Europeesche schuldenaar-staten aan den
Amerikaanschen schuldeischer tot verlen
ging van het uitstel van betaling niets
nieuws. Hetzelfde is in den loop van het
achter ons liggende Hoover-jaar reeds
herhaaldelijk geprobeerd. Officieel moet
de regeering der Ver. Staten thans echter
de beslissing nemen, of zij bij het nade
ren van den betalingsdatum van 15 Dec.
op het tot nu toe ingenomen standpunt
blijft staan of niet. Het heftige misbaar in
de Amerikaansche pers en door sommige
volksvertegenwoordigers in dat land ge
maakt, meenen wij te moeten toeschrijven
aan een' poging om zooveel mogelijk van
de uitstaande schulden binnen te krijgen.
Het gaat niet om principes, maar om
zaken; waar vermoedelijk onderhandeld
zal -worden is het zaak, om niet van den
aanvang te laten blijken, dat men bereid
is belangrijke concessies te verleenen.
Het belang der betalingen is misschien
politiek zeer groot, doch wat de bedragen
zelf betreft, gaat het om grootten, die in
het verkeer tusschen verschillende landen
meer optreden. Door het Hoover-morato-
rium is uitstel verleend voor de betaling
der in 1931 vervallende bedragen van ca.
260 millioen dollar. De formuleering van
het Hoover-moratorium was zoodanig, dat
de termijn van aflossing der schulden met
één jaar verlengd werd, zoodat dus alle
volgende betalingen eveneens automatisch
een jaar zouden worden uitgesteld, zonder
dat voor dit uitstel rente in rekening zou
worden gebracht.
15 December van dit jaar zouden dus de
260 millioen dollar betaald moeten wor
den, die eigenlijk reeds verleden jaar op
dien datum aan de beurt waren geweest.
Van dit bedrag komt 160 millioen voor
rekening van Engeland en 50 millioen
voor rekening van Frankrijk. Men ziet
dus, dat het, practisch gesproken, om de
houding van deze twee landen als schul
denaars gaat.
Frankrijk is, zonder eenigen twijfel, op
tiet oogenblik in staat de betaling van
dezen termijn in goud te doen, zonder dat
zelfs zijn goudvoorraad er belangrijk door
beïnvloed wordt. Natuurlijk kan betaling
op een dergelijke wijze niet jaar voor jaar
geschieden, maar waar de Ver. Staten zich
bereid verklaard hebben tot onderhande
ling, wanneer slechts de thans vervallende
termijn wordt voldaan, moet men eer
lijkheidshalve toegeven, dat voor
Frankrijk geen volstrekte onmogelijkheid
van betaling bij dezen termijn bestaat.
Moeilijker is de situatie voor Engeland,
dat meer dan drie maal zooveel heeft te
betalen als Frankrijk en in het geheel niet
over goudreserves beschikt. Dit land is
door zijn gansche handels- en betalings
balans op een levendigen en vrijen inter
nationalen handel aangewezen, en het
ondervindt ten zeerste de nadeelen van
het toenemend protectionisme, waaraan
zijn eigen regeering ook braaf meedoet.
Het negatieve saldo van dé Engelsche
handelsbalans wordt voor dit jaar, op
grond van de officieele gegevens omtrent
de handelsbeweging tot eind October, op
330 millioen pond sterling geschat. Ver
leden jaar was het nadeelige saldo nog
grooter, bedroeg het 376 millioen pond
sterling, maar toen werd het door netto
ontvangsten voor scheepvaart- en andere
diensten, door rente en dividend van bui-
tenlandsche beleggingen, in de betalings
balans teruggebracht tot 75 millioen pond
sterling, terwijl het tekort op de beta
lingsbalans van Groot-Britannië dit jaar
minstens 90 millioen pond zal bedragen
en misschien zelfs wel de 100 millioen
pond sterling zal bereiken.
Bij een dergelijke situatie is de beta
ling van 160 millioen dollars aan de
Ver. Staten, of nagenoeg 50 millioen
pond, een transfert, dat in staat is de
eenigszins wankele positie van het pond
zeer belangrijk te schaden. De bedenke
lijke zwakte van de sterlingkoers der
laatste dagen, veroorzaakt alleen reeds
de onzekerheid, óf een dergelijk bedrag
aan de Ver. Staten zal moeten worden
overgemaakt, is een overduidelijk symp
toom van hetgeen men te verwachten zou
hebben, wanneer het inderdaad daartoe
zou komen. Natuurlijk zou een koersda
ling van het Engelsche pond van tijde-
lijken aard zijn en zich herstellen, nadat
de netaling, die ééns per jaar geschiedt,
had plaats gevonden, maar toch is het
vooruitzicht van een dergelijk groote
koersfluctiuatie in een ruilmiddel bij uit
nemendheid op zichzelf reeds een groote
belemmering voor een stabiliseering der
toestanden op de internationale markeen.
Wij meenen met nadruk voorop te moe
ten stellen, dat betaling aan de Ver Sta
ten thans, den eersten keer na het Hoo
ver-moratorium, slechts mogelijk zal zijn
in goud of in buitenlandsche deviezen.
Niet in goederen, die door het prohibi
tieve tarief uit de Ver. Staten worden ge
weerd. Indien deze betaling dus voort
gang zou vinden zou daardoor de inter
nationale toestand zeer belangrijk ach
teruitgaan. Dit geldt niet zoozeer voor
Frankrijk, waarvoor het verzenden van
een zekere hoeveelheid goud naar New-
York slechts verlies beteekent van het
geen men in Parijs als een soort prestige
beschouwt, maar in hooge mate voor En
geland.
Er is in dit opzicht een principieel ver
schil met schuldenbetalingen in vroegere
jaren. Toen ging het zoo, dat Frankrijk
en Engeland aan de eene zijde aan de
Ver. Staten betaalden, aan de andere zijde
dit bedrag van Duitschland terug ontvan
gen. Duitschland, dat het geld echter ook
niet had, leende het weer van Amerika,
zoodat er in werkelijkheid in het geheel
geen internationale betalingen plaats von
den. Terwijl de Ver. Staten tot 1930 bijna
2 milliard dollars aan betalingen op oor
logsschulden hadden ontvangen, hadden
de Amerikanen in de periode 19191930
4,3 milliard dollars aan het buitenland
geleend, voor een zeer groot deel aan
Duitschland. De crisis van 1929 heeft aan
het licht gebracht, dat dit spelletje niet
onbeperkt kon worden doorgezet, maar
dat het spaak moest loopen op de onmo
gelijkheid van den schuldenaar om zelfs
maar de steeds oploopende rente van dit
telkens toenemende geleende bedragen
te betalen.
Dit is naar onze meening beslissend
voor het schuldenvraagstuk; men kan de
daarmede samenhangende, reusachtige
bedragen niet overmaken, tenzij dan een
enkele keer in goud, wanneer gelijk
thans een der schuldenaars toevallig
over buitensporig groote goudvoorradei
beschikt. Men stond ook vroeger voor de
zelfde moeilijkheid en had gedacht een
uitweg gevonden te hebben in het spelle
tje van steeds maar terugleenen aan he*
land, dat in wezen alles moest betalen
Nu- dit onmogelijk is gebleken heeft nier
geen enkel middel tot betaling der oor
logsschulden aan de Ver. Staten en kar
men dus van dat land eischen, dat het eei
practisch en bruikbaar middel aan dc
hand doet, alvorens men over hernieuwd'
betaling van de honderden millioenen dol
lar gaat beraadslagen. Naar onze mee
ning waren de oorlogsschulden feitelijk
reeds lang geschrapt, heeft geen land aan
de verplichtingen uit dien hoofde vol
daan. Eenige jaren heeft men den schiji
kunnen ophouden alsof het wel gebeurde
maar thans staat men voor de noodzake
lijkheid de waarheid te erkennen en for
meel te bevestigen, hetgeen in wezen
steeds het geval is geweest, de onmogelijk
heid van de toepassing van het stelsel der
oorlogsschuldenbetalingen tusschen de
verschillende landen.
Daarmede is de geheele crisis niet op
gelost, integendeel; in het Hoover-jaar
hebben in het geheel geen betalingen
plaats gevonden uit hoofde van oorlogs
schulden, hetgeen toch niet heeft kunnen
voorkomen,, dat de algemeene toestand
ontzettend is achteruitgegaan. Wel kan
wederinvoering der. betalingen den toe
stand nog doen verergeren, maar defini
tieve schrapping zal weinig bijdragen tot
het zoo vurig begeerde, algemeene
herstel.
EEN FRAUDE VAN EEN PAAR TON,
De Bataviasche Justitie stelt een onder
zoek in naar de verdwijning van een be
drag van 200.000 a f 250.000 ten na-
deele der Ned. Indische Hotel-vereeni-
ging, meldt de „Java-Bode". Dit is een
vrij oude geschiedenis. Indertijd in reeds
gebleken, dat een boekhouder van ge
noemd concern groote bedragen, tezamen
ongeveer 21/2 ton, had verduisterd. Hij
deed dit door de gelden, welke door som
mige hotels aan het hoofdkantoor der
Hotelvereeniging werden geremitteerd,
ten eigen bate aan te wenden en ze niet
in de boeken op te nemen. Nadat M. in
1930 plotseling was overleden, is door de
Justitie een onderzoek aangevangen, dat
echter is doodgeloopen. Thans heeft men
deze zaak weer ter hand genomen.
Wordt niet van kwaad tot erger! Die pijn
in de lendenen die rheumatische pijnen, dui
zeligheid en hoofdpijn en die nare urine-
stoornissen waarschuwen u, dat de organen,
welke het bloed dienen te filtreeren. verzwakt
zijn. Zij toonen aan, dat urinezuur en andere
onzuiverheden in den bloedsomloop blijven
in plaats van met de urine uit het lichaam te
worden verwijderd.
Uitstel is gevaarlijk. Verwaarloozing leidt
dikwijls' tot rheumatiek, ischias, spit, blaas-
zwakte, waterzucht en andere ernstige
kwalen.
De ondervinding van duizenden dankbare
menschen bewijst, dat de veiligste wijze tot
versterking en opwekking der verzwakte or
ganen bestaat in het gebruik van Foster's
Rugpijn Pillen. Dit speciale middel zal spoe
dig uw gezondheid en kracht herstellen.
Bij alle drogisten enz. 1.75 per flacon.
FEU ILLETON
Roman van
HUGO BETTAUER.
(Nadruk verboden).
8)
„De kanselier zal het werkelijk zeer op
prijs stellen. Als het Mister O'Flanagan
misschien vandaag gelegen komt? Van
middag om vier uur is de kanselier vrij."
Hoe spoediger het voorbij is, hoe be
ter, dacht de Amerikaan en beloofde te
zullen komen.
Direct na de lunch begaf Ralph zich
naar een der groote showrooms aan den
Ring, monsterde met een kennersblik de
fraaie wagens, liet zijn keus vallen op
een luxueus uitgeruste 60 P.K. auto met
gesloten carosserie, maar verbond aan
den aankoop eenige voorwaarden.
„Ik neem den wagen slechts dan, wan
neer me binnen een uur een garage, een
uitmuntende chauffeur en voldoende olie
en benzine ter beschikking worden ge
steld en de wagen kant en klaar voor
hotel Imperial staat".
Wanneer dat strikt noodzakelijk is,
kan men zich ook in Weenen haasten
en het onmogelijk mogelijk maken. En
zoo stond dan inderdaad binnen het uur
een fonkelnieuwe auto met een als een
gedepossedeerde vorst uitzienden chauf
feur voor het hotel.
Eenige minuten later stopte de wa
gen voor het paleis in de Herrengasse
en zonder ook maar de gebruikelijke vijf
minuten geduld te moeten oefenen, werd
Ralph aan den Bondskanselier voorge
steld.
Deze was een en al welwillendheid en
jovialiteit, zette zijn gast sigaren en siga
retten voor en begon;
„Ik dank u zeer voor uw bezoek, dat
overigens toch niet had kunnen uitblij
ven, wanneer het althans juist is, wat de
pers beweert, n.1. dat u, om het aanden
ken van uw overleden moeder te eeren,
besloten hebt uw natuurlijk zeer gewaar
deerde medewerking te verleenen bij den
economischen opbouw van dit zoo klein
en arm geworden land".
„De berichten, die in de bladen ver
schenen zijn, bevatten slechts gedeelte
lijk waarheid, excellentie! Prinicipieel
ligt me het lot van Oostenrijk inderdaad
zeer na aan het hart, maar nog heb ik
geen vast omlijnde plannen, nog ben ik
het niet met mezelf eens, of en zoo ja
met welke middelen voor mij de moge
lijkheid bestaat datgene te doen, wat be-
bekenden staatslieden, diplomaten, ja,
zelfs den knappen koppen van den Vol
kenbond tot dusver niet gelukt is."
De kanselier glimlachte wat boosaar
dig.
„Niet gelukt is, omdat men ons met
koele, uit berekening voorkomende
overwegingen niet helpen kan. Daartoe
behoort meer dan geld alleen, daarvoor
is medegevoel en deelneming noodig. En
juist die beide voorname factoren moeten
dunkt me, bij u, als den zoon van een ge-
j boren Weensche, aanwezig zijn."
Zeer diplomatiek bracht de kanselier
j het gesprek steeds weer op Ralphs moe
der, liet hij zich door den jongen Ameri
kaan alles vertellen, wat hij reeds wist
en Ralph wond zich onwillekeurig op en
werd openhartiger dan hij zich aanvan
kelijk had voorgenomen te zullen zijn.
De kanselier maakte daar handig ge
bruik van. Hij begon van de ellende in
Weenen te vertellen, van de moreele ver
woestingen tengevolge van de deprecia-
tie der valuta en van den niet te stuiten
ondergang der wetenschappelijke instel
lingen, die niet in staat waren haar bi
bliotheken en laboratoria te volmaken.
„Kijkt 1111 eens naar onze universiteit,
de wereldberoemde Alma Mater Vindo-
bonesis. De eene groote geleerde 11a den
ander verlaten Weenen, omdat hij zich
een beter bestaan wil zoeken. We zijn
niet meer in staat goede leerkrachten
aan te stellen, de universiteitsbibliotheek
begint een torso te gelijken. Wellicht was
hier voor iemand, die over de noodige
middelen beschikt, een zegenrijk werk te
1 doen."
Ditmaal verscheen het mokante lachje
op de lippen van den Amerikaan, die
gelukkig van zijn Ierschen vader wat
scepticisme geërfd had.
„Het komt me echter voor, dat aan
jdie inderdaad wereldberoemde Ween
sche universiteit rijkelijk veel aan poli-
j tielc wordt gedaan. Ik las juist gisteren
'in de bladen een artikel van een rector,
waarin deze zegt zich te kunnen ver
eenigen met de bemoeiingen van som
mige chauvinistische elementen en zich
vóór een gewelddadige beperking van
studenten en professoren van een ande
ren godsdienst verklaart. Ik moet zeg
gen, dat dat een zeer pijnlijken indruk
op me heeft gemaakt. Wij Amerikanen
zien in een universiteit een vrij ontwik
kelingsinstituut voor iedereen en wij zou
den er ons dan zeker niet mee kunnen
vereenigen, wanneer in Harvard of Yale
jongelieden werden uitgesloten, omdat
zij Mohammedanen, Joden of Atheïsten
zijn."
De kanselier knikte schijnbaar in
stemmend.
„Zeer juist, aan de vrijheid van onder
wijs behoort niet te' worden getornd.
Maar als u het artikel van den reetor,
waarmee ik het trouwens niet op alle
j punten eens ben, nauwkeurig had ge
lezen, dan zoudt u hebben gezien, dat hij
voornamelijk de ongewenschte elementen
uit het Oosten, die Weenen dreigen te
overstroomen, op het oog heeft. Overi
gens meen ik toch, dat de toleratie van
uw landsdienaren ook haar grenzen
1 heeft. De negers mogen toch geen Ame-
j rikaansche universiteiten bezoeken?"
Ralph trok de wenkbrauwen op.
„Nee, de negers hebben hun eigen
universiteiten. Maar ik kan u met een
gerust geweten verzekeren, dat wij de
negers als volkomen gelijkgerechtigde
medeburgers zouden begroeten, wanneer
zij mannen onder zich telden als Arthur
Schnitzler, Hofmannsthal, Meijerbeer,
Mendelssohn, Mahler, Einstein, als de
groote opthalmoloog Fuchs, zooals de on
derzoekers Erich en Wassermann, als een
Spinoza en een Heine. Die vergelijking
gaat mank excellentie, want de negers zijn
een volk in lnin eerste kindsheid; de Jo
den daarentegen een oer-oud cultuurvolk.
En dat met die Joden uit het Oosten be
grijp ik niet goed, omdat de omstandig-
l. -deu bier te lande me nog absoluut on
bekend zijn. Maar wel weet ik, dat ook wij
in Amerika genoeg Oost-Joden tellen, die
zich echter zeer spoedig tot Amerikanen
ontwikkelen. En het dunkt mij dan ook,
dat jonge menschen, die naar Weenen ko
men 0111 te stuikeren, welkom behoorden
te zijn, waar zij ook vandaan komen."
Ralph stond op 0111 een eind te maken
aan het bezoek.
De Bondskanselier gaf echter het spel
nog niet verloren, hoewel hij duidelijk be
sefte hier een nederlaag te hebben gele
den. Met geforceerde vriendelijkheid ver
zekerde hij:
„Uw bezoek was mij hoogst aangenaam
en in ieder geval geven uw woorden mij
stof tot nadenken. Ik vertrouw stellig, dat
we elkaar nog zeer vaak zullen ontmoe
ten."
Ralph O'Flanagan verliet het paleis van
den kanselier met gemengde gevoelens.
Hij had, dat voelde hij maar al te duide
lijk, verplichtingen op zich geladen en
dat besef verwekte gewetenswroeging.
Had hij niet eenvoudig zijn chèqueboek
uit den zak moeten halen en dat met een
bedrag van negen cijfers behooren in te
vullen? Wat ging het hem tenslotte aan,
dat een bekrompen, kleinzielige rector
zich met dwaze politiek ophield? De
hoofdzaak was toch, dat de universiteit
geholpen werd. En dat kon hij doen met
een bedrag, dat voor hem absoluut geen
gewicht in de schaal legde. Uit het
hoofd berekende de Amerikaan den om-
van zijn jaarlijksch inkomen, vermenig
vuldigde dit met zeventigduizend en
kwam tot een fantastisch getal. Als hij
het geheele hotel Imperial huurde, tien
auto's hield en het geld met volle han
den weggooide, dan zou hij nog slechts
een klein onderdeel kunnen uitgeven, van
dat, wat hem zijn vermogen aan rente op
leverde. En ook tegen zijn wil zouden die
honderden van millioenen dollars zich
vermeerderen. Hij voelde het als een
schreeuwend onrecht zulke schatten te
bezitten en hij verlangde er naar ze om
te zetten in daden, die wellicht niet de
geheele menschheid, maar wel dit geru-
ineerde land ten goede zouden kunnen
komen.
Een sentimenteele melodie.
Een langdurige periode van vorst was
al weer achter den rug, de sneeuwhoo-
pen waren verdwenen, de straten in de
binnenstad waren bedekt met een dikke
laag modder en nerveus keek Ralph toe,
hoe de voorbijgangers in de nauwe stra
ten door de wielen van zijn auto van
onder tot boven werden bespat en be
vuild.
Vertwijfeld wrong hij de handen.
Moest het dan altijd zoo zijn, dat de
een niets en de ander alles heeft? En dat
hij, die er een auto op na kan houden,
de anderen, die te voet moeten gaan, be
dreigt en insulteert? O, dat ik toch ge
heel en al mensch, alleen mensch kon zijn
en den moed had tot de armen en be
drukten af te dalen!
(Wordt vervolgd).