KLEURPLAATJE. NIEUWE AVONTUREN VAN PIEPNEUS EN BIBBERSNOET Spelletjes voor den winteravond Nieuwe raadsels. X X X xxxxXXX X X XXXXXXXX X X kant was gesukkeld, ondekte hij een klein gaatje in den modder. „Dit moet zeker het huis van de fa milie Krab zijn," dacht hij. Toen stak hy zijn poot in het gaatje; maar hy trok hem er gauw weer uit en schreeuwde van pijn. De krab had hem natuurlijk geknepen. Toen hij eindelijk uit de rivier ge kropen was, waren de jakhals en de zak nergens te zien. Met natte haren, druipende staart en hongerige maag is hii toen naar huis moeten wandelen, zonder de buitgemaakte ganzen en kippen. Het zal heel wat keeren gebeuren, dat er bij jullie gedurende de lange winteravonden eens het een of ander feestje is, een verjaardag van jezelf, van een van je huisgenooten, of van vriendjes en vriendinnetjesDan zijn we met een heel gezelschap bij elkaar en dan is het dikwijls o, zoo moeilijk om een spelletje te bedenken, waardoor de kleuters allemaal zoet ge houden kunnen worden. En niet alleen de kleineren, maar ook de grooteren willen wel graag wat spelletjes ken nen om later te pas te kunnen brengen. Bewaar dit stukje goed, plak het des noods in een schrift, want er volgen er nog meer. Pantoffelspel. Een reeds oud, maar altijd nog "aardig familiespel. De spe lers staan voorovergebogen in een kring, de handen op den rug, de hoof den naar binnen gekeerd. Een dei- spelers, Piet b.v., loopt buiten den kring rond met een pantoffel in de hand. Onverwacht legt hij de pantof fel in de handen van een der spelers, Jan b.v., in den kring en deze moet dan onmiddellijk Piet gaan ver volgen. Slaagt Piet er in buiten den kring om de plaats van Jan te berei ken, zonder door Jan met de pantoffel getikt te zyn dan neemt Jan de plaats van Piet in; anders gaat Piet door, totdat hij een plaatsje in den kring heeft veroverd. Pak den strooper. De spelers vor men een kring en in het midden daar van ligt b.v. een pet. De kring stelt voor het jachtterrein en de pet is het te stroopen wild. Nu wordt een der spelers als strooper aangewezen en buiten de kamer gezonden. Als hij zich verwijderd heeft, wijst te spel leider een der jongens aan als bosch wachter. Deze blijft op zijn plaats staan en moet zoo laat, mogelijk laten blijken, dat hij boschwachter is. De strooper weet dus niet, wie als bosch wachter is aangewezen. Op een ge geven signaal komt de strooper naar den kring en kiest een opening tus- schen twee jongens om in den kring te treden. Door dezelfde opening, die een gat in de heg voorstelt, moet hij weer den kring verlaten! De strooper komt dus in den kring en kijkt een» rond, of hij ook kan zien, wie den boschwachter is. Deze moet dus trach ten zich door niets in zijn houding te verradenDan grijpt de strooper snel de pet en tracht zich met het wild (pet) door de opening in de heg te verwijderen. Zoodra hij het wild heeft aangeraakt, mag hij het niet meer loslaten en kan hij achtervolgd wor den door den boschwachter, die hem dus op heeterdaad moet betrappen. De boschwachter moet trachten hem met een tik te arresteeren, voordat de strooper zich buiten den kring heeft begeven!. Voor vandaag is dat alweer genoeg, daar kan je al een heelen middag mee zoek brengen. Daarom maar tot weer ziens en let maar eens goed op. wat er nog allemaal voor alleraardigste spelletjes bestaan. Kleine zus heeft een allerleukste poppenkamer, met aardige gordijntjes, grappige, houten wieg en een echt boekenrekje met prentenboeken en speelgoed. Vinden jullie dit plaatje ook niet leuk? Knip het dan uit, plak het op en geef het een paar aardige kleur tjes. De gordijntjes b.v. frisch-rood, met gele boeken en een bruin teddy beertje, een groene wieg, enzoovoorts. Je zult eens zien, hoe aardig zoo'n zelf- gekleurd plaatje boven je bed staat! TEEKEN HIER EENS EVEN OP. Sint Nicolaas met witte baard, Rijdt door straten met een vaart, Op zijn prachtig schimmel paard. Piet is aan 't inspectie maken, Hij rent daarbij over daken, Hoort hoe kinderen zich vermaken. Hier hoort hij de kinderen zingen, Daar hoort hij er enkelen dwingen, Verder nog weer andere dingen. Alles meldt hij aan zijn heer, Die neemt steeds zijn potlood weer, Schrijft het in zijn boeken neer. Daar hoort Piet een vreemd geluid, Het iromt daar die schoorsteen uit, Ja, daar huilt een kleine guit. Huilend zegt die o zijn Moe, 'k Ben zoo koud, dek mij toch toe, Lief'ling graag, maar 'k weet niet hoe. Piet roept, Sint houdt even stop, Teeken hier eens even op, Een paar dekens en een hansop. PA EN ANNIE W. Oplossingen der vorige raadsels. II R koe bezem bloemen R oz e n d a a I zakdoek kraai aap I. Barne veld aanrecht raderen nimmer evert vaas els la d III In den nood leert men zijn vrienden kennen. Goede oplossingen ontvangen van: H. A.; S. A.; A. A.; I. B.; B. en T. B.; A. v. d. B.; C. B.; J. en G. B.; A. D. I. en K. E.; J. F.; G. F.; M. G.; H. G. N. J.; M. J.; J. en K. K., Texel; lSf. K. C K.; N. K.; A. K.; R. de K.; C L. H. L.; G. M.; A M.; J. en M. O.; C. S. A. T.; A. v. S.; T. T.; A. en M. T. T. V.; D. V.; J. v. d. W. Op de horizontale en verticale lijn komt de naam van een land. Op de 2e rij iets, wat lieeten dragen. )p ue 3e rij dolft men uit den grond. Op de 4e rij het gevraagde woord. Op de 5e rij een meisjesnaam. Op de 6e rij een meisjesnaam. Eerste en laatste letter zijn de eerste en laatste letter van het land. (Ingez. door D. T.) X .- X x X Op de horizontale en verticale kruis- jeslijnen komt (ie naam van een plaats in Zuid-Holland. Op de le rij het gevraagde woord. Op de 2e rij. een plaats in Zeeland. Op de 3e ry is een kind wel eens. Op de 4e rij ziet men in de oorlog. Op de 5e rij een viervoetig dier. Op de 6e rij iets dat men bij het teekenen gebruikt. Op de 7e rij een dier dat op een boerderij thuishoort. Op de 8e rij een medeklinker. PIET BEGAAT GEEN FOUT. Onze poes zit op de stoel En zij likt haar pootje, Slaat in eens haar blik omhoog Naar 't vogelkooitje, Daarin zit een kanariepiet En die fluit een liedje, Miauw! miauw! roept onze poes Hoor eens even Pietje, 'k Vind dat wijsje erg mooi Maar kom wat naar voren, Want ik wil je heel graag zien Liever nog dan hooren. Denk je dat ik dat zal doen Nee hoor, Piet begaat geen foutje, Ik weet wel, wat jij hebben wil Valsche poes, mijn boutje. PA EN ANNIE W. „Als een verstandig man en een suk kei op den hoek van een straat, een praatje maken, wie gaat. dan het eerst heen?" „De verstandige!" „Juist.... nou, bonjour dan!" door G. Th. ROTMAN. 59. Toen het gejuich der kikkers ein delijk ophield, gaf ik Bibbersnoet een por in haar zij. We keken elkaar een oogen- blik aan, 'en holden toen doodelyk ver schrikt naar huis... Wéér hadden wij heelemaal mevrouw Goudmuis vergeten Maar gelukkig, ze was nog niet thuis Maar hoe moest Bibbersnoet weer daarboven komen Ja, daar stonden we met de handen in ons haar 1 60. „Weet je wat riep ik, „ik haal gauw bij m'n baas een ladder Zoo gezegd, zoo gedaan. Ik wist onbemerkt de ladder langs de achterdeur van mijn baas naar buiten te smokkelen, en even later klom Bibbersnoet al de ladder op, met de bedoeling dan zoo door het raam weer naar binnen te glippen. Maar wat was dat „Halt 1" riep een stem. 61. Doodelijk verschrokken, keken we om het was veldwachter Snorre- baard „Ha riep hy uit, „daar heb ik jullie gesnapt, gèmeene inbrekers Een arme weduwe te bestelen Foei, schaam je 1" „Ach, lieve Snorrebaard, we wilden heelemaal niet inbreken riep Ik, „myn vriendinnetje is dienst meisje bij mevrouw Uoudmuis, en..." 62. Maar Snorrebaard liet ons niet uitspreken. „Geen praatjes riep hy, „vertelt dat maar aan den burgemees ter Hy trok ons daarop over de heg en bracht ons naar den burgemeester. Die wou ons ook al niet gelooven. „We zullen alles onderzoeken zei hij, „tot zoolangin het hok met dé schel men Marsch

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1932 | | pagina 19